Hoofdstuk 7

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 2410 woorden
  • 19 juni 2013
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
4 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

7.1   Europa gaat buitengaats

Belang van dit onderwerp: Westerse landen spelen een hoofdrol in de wereldeconomie. Vroeger was dat niet zo, pas na 1700 kregen EU-landen hun koppositie en daarna de VS en Japan. West-EU-Landen hadden hun economische groei te danken aan koloniën overzee en slaven. Het aantal verbindingen tussen staten en samenlevingen neemt steeds meer toe, dit heet globalisering. Er bestaan ook antiglobalisten, die zijn tegen/demonstreren tegen de nadelige effecten van wereldwijd winststreven.

Op welke wijze veroverden de West-Europese zeemachten de heerschappij in de wereldhandel?

Wereldhandelsrijken

  • Spanjaarden, Portugezen en Hollands bouwden indrukwekkende wereldhandelsrijken
  • Mensen + producten via scheepvaart naar andere werelddelen.
  • Europa, Afrika, Amerika à driehoekshandel
  • Deze handel beheerst door EU-compagnieën, zoals Nederlands West-Indische Compagnie (WIC)
  • Later namen Britten en Fransen een voorsprong in de handel
  • Zij veroverden de leidende handelspositie, ten koste van Spanje en Portugal

Slavenhandel

  • In het Noordoosten van Zuid-Amerika, Caraïbisch gebied, zuidoosten Noord-Amerika starten de Europeanen plantagekoloniën voor tropische landbouw voor handel.
  • Plantagekoloniën zwaar afhankelijk van EU, alles was gericht op export.
  • Op uitgestrekte plantages vooral suikerriet/tabak, na 1800 ruwe katoen. Andere belangrijke producten waren koffie en cacao.
  • Bevolking EU in 1800 nam erg toe, meer vraag naar koffie, tabak, suiker, cacao.
  • Kolonisten wilden plantages uitbreiden, dus meer slaven nodig
  • Slavenhandel werd big bunisess.
  • Ondernemingen specialiseerden zich in vervoer van slaven uit Afrika naar Amerika.
  • Afrikaanse vorsten stuurden ze per schip naar Zuid-Amerika of Caraïbisch gebied.
  • Zeereis duurde 4-8 weken. Slavenhaler kreeg 10 dubbele betaald per slaaf.
  • Geld verdiend met slavenhandel werd gebruikt voor industrie van Britse Lancashire.
  • Tot eind 19e eeuw waren mensen slachtoffer van de transatlantische slavenhandel.
  • WIC was belangrijke slavenleverancier.

Slavenarbeid

  • Door tropische ziekten en uitputtend werk stierven veel Slaven. Nieuwe nodig dus!!!!
  • Tijdens oogst suiker werkten slaven dag en nacht in ploegendienst.
  • Ondervoeding, mishandeling en ziekten waren gewoon. Ze sliepen in houten hutjes.
  • Soms kregen ze stukje grond om zelf eten te verbouwen, of kippen te houden.
  • Vrouwen werden vaak seksueel misbruikt.

Abolitionisme

  • Dankzij verlichtingsdenkbeelden werd slavenhandel niet normaal meer gevonden.
  • 1787 in Engeland ‘Vereniging voor de afschaffing van slavenhandel’ opgericht.
  • William Wilberforce was leidend figuur. Hij + medestrijders heten abolitionisten.
  • Wilberforce verzamelde bewijsmateriaal om mensen te overtuigen hoe onmenselijk slavenhandel eigenlijk is.
  • Potterbakker Josiah Wedgwood maakte 200.000 medaillons met logo vereniging.
  • Begin 19e eeuw won abolitionisme kracht, in 1807 werd slavenhandel afgeschaft tussen Engeland, Afrika en Britse koloniën.
  • Britse marine patrouilleerde om slavenhandel te verhinderen. Illegaal ging het nog wel een tijd door.
  • Slavenhandel was verboden, maar slavernij bleef bestaan.

Oorlogen tussen de grootmachten

  • Midden 18e eeuw à Britten + Fransen oorlog om koloniën en macht op zee.
  • In Amerika vochten hun huurlegers als een soort schaakspel. De generaal die het vijandelijke leger klem zette, had gewonnen.
  • 1759 veroverden Britten Canadese stad Québec, toen was het gedaan met de Franse heerschappij over grote delen van Noord-Amerika.

Begrippenlijst:

(Anti)Globalisering à Toenemen van verbindingen tussen samenlevingen en staten

Driehoekshandel à Goederen worden vervoerd van het ene naar het andere werelddeel

Plantagekoloniën à Plantages in koloniën overzee die waren ingericht voor slavenwerk

Transatlantische slavenhandel à koop en verkoop van mensen als bezit

Abolitionisten à mensen die streven naar afschaffing van slavernij/slavenhandel

7.2   De wereld kan beter!

Hoe ondermijnden verlichtingsdenkbeelden het geloof in de bestaande orde?

Eerste kopje

  • Eind 17e / begin 18e eeuw bloeide de Verlichting: Een intellectuele en culturele beweging die zich over heel Europa verspreidde.
  • Verlichting wilde een eind aan geestelijke duisternis, bijgeloof, heksenprocessen etc.
  • Verlichting betekende breuk in de westerse beschaving.
  • Vanaf middeleeuwen was samenleving al gebaseerd op geloof, traditie en gezag.
  • Macht koning ook onderbouwd met godsdienstige argumenten
  • Kerk en adel hadden grote invloed.
  • Veel ellende werd veroorzaakt toen door godsdienstoorlogen en autoritaire staat.
  • Veel mensen leden onder corruptie en willekeur van bestuurders.
  • Ook hadden ze geen vrijheid van meningsuiting door strenge censuur van kerk en staat.
  • Het uiten van nieuwe ideeën was riskant à celstraf of ballingschap
  • Schrijvers lieten daarom hun werk anoniem verschijnen.

Rationalisme

  • Verlichte denkbeelden waren gebaseerd op het rationalisme.
  • Aanhangers ervan geloofden in het menselijk verstand, dat in staat is op den duur ziekte, oorlog en onbekwaamheid op te lossen.
  • In de 18e eeuw leidde het rationalisme tot een hoop optimisme.

Verdraagzaamheid

  • Verlichtingsfilosofen lanceerden veel nieuwe opvattingen.
  • Ze vonden dat staatskerken moesten worden afgeschaft.
  • Ook wouden ze dat er gediscussieerd mocht worden over bijv. passages uit de Bijbel.
  • Bekendste filosoof: Voltaire à kritiek op de kerk, die de mensen maar ‘dom’ houdt.
  • Hij belandde twee keer in staatsgevangenis de Bastille (door belediging van edelman)

Vrij en gelijk

  • Verlichtingsfilosofen pasten verlicht denken toe op alle terreinen van de samenleving à godsdienst, politiek  en sociale verhoudingen
  • Ze vonden dat mensen goed zelf konden bepalen hoe ze bestuurd wilden worden.
  • Ze stelden dat mensen van nature vrij en aan elkaar gelijk zijn. Niemand is ‘beter’, daarom is de standenmaatschappij onrechtvaardig.
  • Ze geloofden dat je mensen niet naar afkomst, huidskleur of sekse moet beoordelen.
  • Wel naar karakter, ieder mens is immers een individu.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

Trias politica en volkssoevereiniteit

  • Qua politiek kwam het ‘absolutisme’ onder vuur te liggen.
  • Fransman Montesquieu schreef in 1748 een boek, waarin hij zei dat het niet oké was dat de koning in zijn eentje alles voor het zeggen had.
  • Om dat tegen te gaan bedacht hij trias politica: de leer van de driedeling der staatsmachten. Deze hield in dat er een scheiding moest komen tussen de uitvoerende macht, de wetgevende macht en de rechterlijke macht.

 

  • Fransman Jean-Jacques Rousseau ging nog een stap verder, hij vond dat mensen zulke instellingen niet nodig hadden.
  • Hij geloofde dat de mensheid was afgedwaald van haar oorspronkelijke eenvoudige leefwijde.
  • Er moest een eind komen aan matschappelijk gedrag volgens hem.
  • Algemene volkswil moest bron van macht worden, volkssoevereiniteit.

Verspreiding

  • Verlichtingsfilosofen als Voltaire en Rousseau reisden rond en werden als sterren ontvangen in stijlvolle salons.
  • Hun ideeën werden verspreid via brieven, romans, toneelstukken etc.
  • Via Amerikaanse en Franse revoluties kwamen nieuwe politieke en sociale stelsels.

Begrippen

Verlichting àKritiek op de samenleving en staat, op de kerk etc. Mensen moeten gebruik maken van hun gezonde verstand en verdienen meer vrijheid/gelijke rechten.

Rationalisme à Toepassen van de rede, het verstand

Sociale verhoudingen à De wisselwerking tussen de verschillende groepen van de samenleving

Trias Politica à De leer van de driedeling der staatsmachten. Deze hield in dat er een scheiding moest komen tussen de uitvoerende macht, de wetgevende macht en de rechterlijke macht.

Volkssoevereiniteit à Volk aan de macht, niks of niemand staat hoger dan het volk.

 

 

7.3   Alles vóór en niets dóór het volk

Was verlicht despotisme een reëel alternatief voor het Ancien Régime?

‘Après nous le déluge’

  • Frankrijk was (o.l.v. Lodewijk XIV Zonnekoning) het voorbeeld voor een absoluut geregeerd koninkrijk
  • 1715 stierf hij en werd opgevolgd door achterkleinzoon Lodewijk XV.
  • Het Ancien Régime werd lang voortgezet. Burgers en boeren hadden het zwaar.
  • Zij werkten hard en betaalden belastingen, terwijl adel en geestelijkheid het prima hadden inclusief vrijstelling van belasting.
  • Pracht en praal verhulde structurele problemen, zoals een lege schatkist.
  • Frankrijk raakte betrokken bij oorlogen, waardoor nog meer geld verloren ging.
  • Burgers en boeren moesten nu nóg meer belasting betalen.
  • Lodewijk XV was een slechte koning die niet gaf om staatszaken of het land.

Verlicht absolutisme

  • Sommige vorsten probeerden verlichte denkbeelden in praktijk te brengen.
  • Zoals keizer Jozef ll van Oostenrijk, tsarina Catharina ll van Rusland en koning Frederik ll van Pruisen.
  • Zij voerden veranderingen in die goed waren voor het volk.
  • Onderwijs en gevangenissysteem werden verbeterd, lijfstraffen werden afgeschaft.
  • Inspraak van het volk wilden ze daarin tegen niets vanaf weten.
  • Hun motto: ‘Alles vóór het volk, maar niets dóór het volk’.
  • Deze vorsten noemen we verlichte dispoten. Hun regeerwijze: verlicht absolutisme
  • Niet meer vrijheid/volksinvloed, maar wel modernisering van onderwijs, economie

Frederik ll

-          Frederik ll regeerde van 1740 tot 17186. Hij is het voorbeeld van een verlicht despoot

  • Hij trok filosofen zoals Voltaire aan en stelde gebieden open voor mensen die vanwege geloof moesten vluchten.
  • Hij liet het bestaande recht optekenen, braakliggende gronden in cultuur brengen en hypotheekbank voor boeren oprichten.
  • Zijn motto: ‘De vorst is de eerste dienaar van de staat’.
  • Tegelijkertijd was hij erg autoritair, stelde strenge belastinginners aan en controleerde zijn onderdanen.
  • Boeren en burgers werden zwaar belast.
  • Frederik was één van de meest oorlogszuchtige vorsten van zijn tijd.

Spanningen in de Republiek

  • De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden à geen voorbeeld voortvarend bestuur.
  • Daadkracht ontbrak in de Pruikentijd.
  • Het ging economisch slecht met de republiek.
  • Stadhouder Willem V, zwol kritiek op het bestuur aan.
  • Hij was een onbekwaam heerser à hobby’s boven het volk
  • Met handel ging het slecht, zeeoorlog tegen Engeland liep uit op een fiasco.
  • Engelsen namen honderden NL schepen in beslag, waardoor kritiek op Willem alleen maar meer toenam. Willen was leider van het leger.
  • Dankzij Amerikaanse Revolutie ontstond bij het volk verlangen naar democratie.
  • In 1781 somde een illegaal pamflet alle wandaden van Willem op.

Mislukte revolutie

  • Veel mensen waren het eens met auteur van pamflet à Overijsselse baron Joan Derk van der Capellen tot den Pol
  • In 1780 kwam een revolutionaire beweging à de Patriotten.
  • Deze bestond uit democraten en regenten die niks van Willem V moesten hebben.
  • Ze wensten herstel van de oude glorie v/d Republiek.
  • Niet alleen met woorden, maar ook met openlijke schietoefeningen daagden ze het gezag uit.
  • In sommige steden kwamen patriotten in het bestuur. Komt er een revolutie???
  • 1787 à hoogtepunt machtsstrijd patriotten vs. aanhangers Willem V.
  • Stadhouder was Den Haag ontvlucht en Wilhelmina (echtgenote Willem) was op weg terug naar Den Haag om de prinsgezinden te steunen.
  • Bij Goejanverwellesluis werd ze door patriotten tegengehouden.
  • Ze voelde zich beledigd en riep haar broer (koning Pruisen) om hulp.
  • Pruisische leger jaagde patriotse milities uiteen. Die vluchtten naar Frankrijk.
  • 1789 à Franse Revolutie liet zien hoe het moest, vonden aanhangers van de Verlichting. Daarbij zaten de patriotten natuurlijk eerste rang.

Mislukte revolutie

  • Veel mensen waren het eens met auteur van pamflet à Overijsselse baron Joan Derk van der Capellen tot den Pol
  • In 1780 kwam een revolutionaire beweging à de Patriotten.
  • Deze bestond uit democraten en regenten die niks van Willem V moesten hebben.
  • Ze wensten herstel van de oude glorie v/d Republiek.
  • Niet alleen met woorden, maar ook met openlijke schietoefeningen daagden ze het gezag uit.
  • In sommige steden kwamen patriotten in het bestuur. Komt er een revolutie???
  • 1787 à hoogtepunt machtsstrijd patriotten vs. aanhangers Willem V.
  • Stadhouder was Den Haag ontvlucht en Wilhelmina (echtgenote Willem) was op weg terug naar Den Haag om de prinsgezinden te steunen.
  • Bij Goejanverwellesluis werd ze door patriotten tegengehouden.
  • Ze voelde zich beledigd en riep haar broer (koning Pruisen) om hulp.
  • Pruisische leger jaagde patriotse milities uiteen. Die vluchtten naar Frankrijk.
  • 1789 à Franse Revolutie liet zien hoe het moest, vonden aanhangers van de Verlichting. Daarbij zaten de patriotten natuurlijk eerste rang.

Begrippen

Ancien Régime à Benaming voor de tijd vóór de Franse revolutie. (met absolute vorsten)

Verlicht absolutisme à Alles vóór het volk, niets dóór het volk.

Patriotten à Democraten en regenten die niks van Willem V moesten hebben

Prinsgezinden à Aanhangers van Willem V

7.4   Burgers, te wapen!

Brachten de revoluties de verlichtingsidealen in de praktijd?

 De Amerikaanse Revolutie

  • 17e / 18e eeuw hadden paar miljoen EU kolonisten (meeste brits) zich aan oostkust Noord-Amerika gevestigd.
  • Ze zochten politieke vrijheid, vrijheid van geloof of een beter bestaan.
  • Gezag Engelse koning was niet al te zwaar voor de kolonisten.
  • Dat veranderde toen de schatkist leegraakte door allerlei oorlogen.
  • Engeland legde in 1765 allerlei belastingen op aan de kolonisten.
  • Kolonisten waren boos à ‘No taxation without representation!
  • 1775 à gewapend treffen tussen Amerikaanse opstandelingen en Britse leger.
  • George Washington werd opperbevelhebber van het rebellenleger.
  • 1775 tot 1783 ‘Amerikaanse Vrijheidsoorlog’
  • 4 juli 1776 à Onafhankelijkheidsverklaring, gemaakt door Thomas Jefferson.

De Amerikaanse Constitutie

  • 1787 à Founding Fathers kwamen bijeen om een grondwet op te stellen.
  • Die moest meer eenheid brengen. De VS werd een federatie: land met machtsevenwicht tussen de deelstaten en het centrale bestuur. Ook werd trias politica van Montesquieu ingevoerd.
  • Uitvoerend à President, Wetgevend à Congres: Senaat en Afgevaardigden
  • Grondwet werd aangevuld met Bill of Rights, waarin elke staatsburger principiële grondrechten werden gegarandeerd, zoals vrije meningsuiting, vrijheid van godsdiens, rechtsbescherming, recht van petitie en vrij wapenbezit.
  • 1789 à Verkiezingen. (George Washington) democratische revolutie geslaagd.

De Franse Revolutie

In Frankrijk heerste er ontevredenheid over de standenmaatschappij, de belastingen en over het feit dat de 3e stand buitenspel stond in het landsbestuur. Koning Lodewijk XVI liet de Staten-Generaal bijeenkomen: Een vergadering van geestelijken, adel en burgerij. De burgerij kreeg ruzie met de adel en de geestelijkheid en de 3e stand riep zichzelf uit tot Nationale Vergadering die een nieuwe grondwet wilde; vanaf dat punt

was de Franse Revolutie begonnen.

Er ontstond meer ontevredenheid toen Lodewijk XVI troepen rond parijs liet samenkomen waarna het volk in 1789 de Bastille bestormde; het symbool van het absolutisme. Uit angst voor meer geweld deed de adel openlijk afstand van zijn privileges. Een nieuwe elite van burgers stelde de Verklaring van de Rechten van de Mens op die erg

revolutionair was. 

In 1795 deed het Franse revolutieleger een inval in de Republiek samen met de Patriotten. Stadhouder Willem V peerde ‘m waarna de Bataafse Republiek werd uitgeroepen. In 1806 werd Napoleon leider van de Bataafse Republiek waarna Nederland deel van Frankrijk werd. Napoleon voerde een hoop ingrijpende veranderingen door. Nadat Napoleons leger grote nederlagen leed kwamen er protesten tegen de Franse Leider. Toen de zoon van Willem V terugkeerde werd deze soeverein vorst die ging regeren als een verlicht despoot.

Begrippen

Grondwetà Constitutie, algemene staatsregeling. Wet waarin de belangrijkste grondbeginselen van het bestuur van een staat staan omschreven.

Staatsburger à Officiële inwoner van een staat met burgerrechten.

Grondrechten à Vrijheidsrechten, die burgers bescherming geven tegen een oneerlijke behandeling van de overheid of andere burgers.

Democratische revolutie à Ommezwaai in het bestuur waarbij het volk steeds meer macht in handen kreeg ten koste van de macht van de vorst.

Staten-Generaal à Het parlement

Nationale Vergadering à  het eerste verkozen parlement van Frankrijk, opgericht na het samenkomen van de Staten-Generaal op 5 mei 1789, maar reeds op 1 oktober 1791 vervangen door de Wetgevende Vergadering 

Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger à Een verklaring waarin mensen in vrijheid en gelijkheid van rechten geboren worden

Bataafse Republiek à De Bataafse Republiek werd na de Bataafse Revolutie uitgeroepen op 19 januari 1795, één dag nadat erfstadhouder Willem V naar Engeland was gevlucht.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.