[download de bijlage voor de belangrijke afbeeldingen die niet te zien zijn in deze samenvatting op scholieren.com]
Geschiedenis Hoofdstuk 6: Een nieuwe republiek in Europa
6.1 De Opstand in Europees perspectief
Strijd om geloof en centralisatie
Frankrijk
Frankrijk werd in de 16e en 17e eeuw verscheurd door gevaarlijke godsdiensttwisten. De rust keerde pas terug in 1598 met het Edict van Nantes. De Hugenoten kregen toen enige vrijheid van godsdienstuitoefening. Het Edict hield ook in dat je het wel mag vinden of denken, maar je geloof niet expliciet mag laten zien.
Het Duitse Rijk
Het Duitse rijk was de macht verdeeld over allerlei vorsten en geestelijken. Verschillende vorsten die zich hadden bekeerd raakten in strijd met Karel V.
1555: Vrede van Ausburg; elke vorst kiest zijn eigen geloof (onderdanen mogen wel een ander geloof hebben, maar moeten dan de staat verlaten.)
1618-1648: 30’jarige oorlog; Vorsten strijden tegen de Keizer. Duitsland is zwak, kan je zien aan het feit dat andere landen in Duitsland vochten…
1648: Vrede van Westfalen; bevestiging van Vrede van Ausburg
Strijd katholicisme – Islam (Europa -> Ottomaanse rijk)
Spanje en Italië vormden een ‘heilige liga’ met Paus als leiding tegen de Ottomanen. Het was hen nog niet gelukt om de Turken te verslaan, mede doordat Spanje op twee fronten tegelijk moesten strijden. Tegen Frankrijk, Engeland, Nederlandse opstandelingen én de Turken.
Wenen 1529 – 1683
Ottomanen zitten al in Wenen! Redelijk dichtbij, dus er is belang bij het vechten tegen de Ottomanen. Strijd tussen 1529 (toen een coalitie van Duitse, Oostenrijkse en Italiaanse staten voorkwam dat Wenen in Turkse handen viel) en 1683 (na 1683 slaagde het Ottomaanse rijk er niet meer in Europees grondgebied te veroveren).
De Nederlanden in opstand
De Opstand = historisch begrip
De Nederlanden behoorden tot het Spaanse Habsburgse Rijk en werd bestuurd door katholieke heersers, Karel V en Filips II, die fel tegen ketterse bewegingen waren. Een Rijk kon maar één godsdienst hebben.
Ook kwam er centralisatiepolitiek in Nederlanden met ambtenaren die niet van lokale adel waren en loyaal aan de vorst. De adel voelde zich beroofd van invloed en privileges, maar de Spaanse vorsten konden niet om de adel heen. (Belastingen)
Naast de onvrede over centralisme waren veel mensen verontwaardigd over de terdoodveroordeling van ketters: mensen die niemand kwaad deden en alleen afwijkende godsdienstige opvattingen hadden. Willem van Oranje ook! Hij wilde een compromis sluiten met de Spaanse vorst over godsdienstvrijheid én over meer vrijheid om de Nederlanden naar eigen inzicht te besturen.
Het toenemende verzet tegen zowel de godsdienstvervolgingen als de centralisatie leidde tot een conflict dat wordt aangeduid als de Opstand. Het begon in 1566 met de Beeldenstorm, waarbij beelden en complete kerkinterieurs werden vernield. (Protestanten keurden de verering van beelden af).
Filips II reageerde door troepen te sturen en vanaf 1568 waren de opstandelingen in oorlog met de Spaanse vorst.
Het voornaamste gevolg van de Opstand was de scheiding van de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden. In 1579 sloten de opstandelingen een defensief verbond: de Unie van Utrecht.
Met het Plakkaat van Verlatinghe 1581 verbraken de opstandelingen definitief de banden met de Spaanse vorst.
De Spanjaarden nemen ook nog eens Antwerpen over, de belangrijkste metropool van de Nederlanden. Dit noemen zij de val van Antwerpen 1585. Voortaan waren de zuidelijke gewesten katholiek en trouw aan de Spaande vorst en vormden de Noordelijke gewesten een zelfstandige republiek. In de tussentijd hadden zij al wel veel nieuwe vorsten gezocht. Het calvinisme werd het belangrijkste geloof, maar katholicisme e.a. werden getolereerd.
Pas in 1648 werd er definitief vrede gesloten met Spanje (Vrede van Münster).
Actie-reactie
A: Karel V en Filips II (vanaf 1555) voeren centralisatiepolitiek
A: terdoodveroordeling van ketters
R: Willen van Oranje wil compromis met Filips II (1565) en de landvoogdes (MvP)
R: de Opstand
A: Filips II stuurt troepen à 80 jarige oorlog
R: 1579 Unie van Utrecht
A: Plakkaat van Verlatinghe (1581)
R: Spanje dwingt Zuiden terug / veroveren het (1585 – 1589)
Einde 1648 Vrede van Münster / Westfalen
Blijft continue oorlog , Filips II gaat niet akkoord.
6.2 Een bijzondere bestuursvorm
De Republiek als bestuurlijk buitenbeentje
De zeven verenigde gewesten hadden de Spaanse vorst Filips II in 1581 afgezworen. Ze zochten hierna naar een nieuwe landsheer:
- Franse Hertog van Anjou (1581) à werd aan de kant gezet
- Graaf van Leicester à afgezet
- Willem van Oranje à vermoord in 1584
Uiteindelijk in 1588 werd er besloten zonder landsheer verder te gaan (republiek) en kwam de soevereiniteit (= de hoogste macht) bij bestuursorganen te liggen, i.p.v. bij één man. Deze bestuursorganen zijn de Gewestelijke Staten. Elk gewest behield zijn eigen privileges en politieke bevoegdheden en handelde zijn eigen zaken af in de Statenvergadering.
De Republiek was een samenwerkingsverband van de zeven afzonderlijke gewesten en hun vertegenwoordigers kwamen samen in een overkoepelend orgaan: de Staten-Generaal.
Holland was het grootste gewest en deze steden hadden dan ook de grootste invloed. De adel had officieel wel een bevoorrechte positie maar in de praktijk regeerde de stedelijke elite (kooplieden, handelaren) = regenten.
Frankrijk: centralisatie verliep goed, koningen kregen steeds meer macht, adel afhankelijk van koningen.
Engeland: Moeilijker, koningen konden daar wel regeren, maar voor beslissingen hadden ze instemmingen nodig van het parlement.
Machtsverdeling in de Republiek
Binnen het stelsel waren er twee centrale machtsfuncties: die van de stadhouder en de Hollandse Raadspensionaris. De Staten lieten zich bij al hun werkzaamheden bijstaan door een juridisch geschoolde ambtenaar, de raadspensionaris. De belangrijkste taak van een stadhouder was dat hij aanvoerder van het leger was, hierdoor had hij veel gezag.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden