§1 Een Wereldeconomie
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
In 1594 kwamen 9 kooplieden in een wijnhuis bij elkaar om plannen te beramen voor een 1e reis naar Azië langs Kaap de Goede Hoop. Na de overzeese expansie van Portugal en Spanje in de 15e en 16e eeuw, kozen ook Nederlanders en Britten het ruime sop om rijkdommen te vergaren in Azië en Amerika.
De scheepvaart (naar Indië)
Oost-Azië werd toen nog Indië genoemd, een zeereis hierheen was gevaarlijk door:
Stroming, onbekende kliffen, stormen, routes, Portugezen, ijs, ziektes en geld
Er werd geprobeerd via Rusland te varen (Nova Zembla) maar via Afrika werd Java toch gevonden
De reizen leverden grote winsten op en er schoten handelsondernemingen uit de grond, deze richtten zich vooral op peper, kruidnagelen, foelie en nootmuskaat uit de Molukken
De oprichting van de VOC
Door concurrentie daalden de winsten en richtte de Staten Generaal in 1602 de VOC op
Bevoegdheden: handelsmonopolie in heel Azië, verdragen sluiten, vestigingen bouwen en oorlog voeren
De VOC gaf aandelen uit om een startkapitaal op te bouwen, bestuurd door 17 bestuursleden
De VOC liet de Molukkers hun specerijen alleen aan hun verkopen, daarbij werd geweld gebruikt
Handel en Gebied
In 1619 werd Java het hoofdkwartier van Batavia en werden er langs heel Azië handelsposten gebouwd
Ze wilden geen grote gebieden beheersen (kost geld, maar handel stond wel veilig) maar kregen toch Java
Op Kaap de Goede Hoop werd een verversingspost (en kolonies) gesticht voor schepen tussen Azië en EU
De VOC handelde vooral in specerijen, kaneel, textiel, suiker en koffie (populair genotsmiddel 1700)
Slaven en Suiker
De handelsrelaties die NL’ers en andere EU’en over de hele wereld aanknoopten, vormden het begin van een wereldeconomie: gebieden over de hele wereld raakten verbonden (ook in Afrika en Amerika actief)
In 1621 werd de WIC opgericht met het hoofddoel om Spanje te bestrijden (= financieel uitputten) dit deden ze doormiddel van piraterij met toestemming van de overheid, zoals met Piet Heijn (1628)
Daarna werden ze winstgevend d.m.v. slaven en goud vanuit West-Afrika, suiker uit Brazilië en het veroveren van kolonies in Amerika, maar alleen Suriname en 6 andere Antilliaanse eilanden bleven over
Batavia
In 1618 werd Jan Pieterszoon Coen gouverneur-generaal van de VOC
Hij moest in Jakatra een hoofdkwartier oprichten, terwijl de vorst en de Engelsen hem tegenwerkten.
Hij liet alles afbranden en stichtte Batavia, dit werd het nieuwe aankomst- en vertrekpunt voor alle schepen van- en naar Europa, ook werden er goederen opgeslagen.
§2 De Gouden Eeuw van Nederland
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
Na 1588 probeerden de 7 gewesten van de Unie van Utrecht niet meer om een nieuwe landsheer te vinden. Daarmee begon de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De eeuw die volgde stond in het teken van economische voorspoed en de bloei van kunst en wetenschap. De republiek beleefde haar Gouden Eeuw.
Zeven Staatjes
De gewesten hadden veel zelfstandigheid en geen centrale regering, zoals in andere landen
Tijdens overleg werden er veel compromissen, het leek een eenheid, maar toch waren het aparte staatjes
De macht was in handen van de regenten, ze behoorden tot de handelselite waar ze veel macht hadden
De steden werden geleid door de vroedschap (30 regenten) en benoemde bijv. burgemeesters
De functie van een regent was niet erfbaar, maar ze zorgden ervoor dat het wel gebeurde
De provinciale staten waren het hoogste bestuursorgaan, steden hadden 18 stemmen en de adel 1 (bijv)
De stadhouder was de hoogste functionaris in de gewesten, zoals aan nakomeling van Willem van Oranje
1 stadhouder was opperbevelhebber van leger en vloot, rechtspraak en verleende gratie (machtigste)
Hij had ook het laatste woord bij de benoeming van leden van de vroedschap, maar was geen alleenheerser; het was meer theorie dan praktijk. 67 jaar lang was er geen stadhouder.
In de Republiek was de Staten Generaal het hoogste orgaan met de landsadvocaaat of raadspensionaris
Ze beslisten over buitenlandse politiek, in- en uitvoerrechten en over leger en vloot
Iedere provincie had 1 stem maar Holland kreeg er meer
Hollands Welvaren
In Holland was er geen/weinig graan, maar veel schepen, specerijen, hout en wol om mee te handelen
Amsterdam was de belangrijkste stapelmarkt van EU en had veel welvaart, ook door de val van Antwerpen in 1585 en het afsluiten van de Schelde waardoor Antwerpen al helemaal verloren was.
Goederen uit de hele wereld werden er opgeslagen, soms verwerkt en weer doorverkocht (pakhuizen)
De Staten-Generaal hielden de in- en uitvoerrechten laag en in het buitenland zwaar (ondersteunend)
Veel bedrijfstakken profiteerden: scheepswerven, touwslagerijen, houtzagerijen en zeilmakerij.
Kunst en Wetenschap
De burgerij liet zijn geld rollen, de kerk was geen opdrachtgever en er was ook geen koninklijk hof meer
Rembrandt van Rijn, Johannes Vermeer, Frans Hals en Jan Steen maakten schutterstukken, familieportretten, stillevens, zeegezichten en dorpstaferelen, in opdracht van regenten en kooplieden.
PC Hooft, Joost van den Vondel en Bredero zorgde voor een belangrijke periode in de literatuur
Hugo de Groot werd grondlegger van het volkenrecht, Christiaan Huygens was wiskundige, astronoom en fysicus, Jan Adriaensz was waterbouwkundige en Leeghwater maakte een nieuw soort watermolen.
Veel kwamen hierheen voor de geestelijke (gewetens)vrijheid; verboden boeken werden hier wel gedrukt
Het Calvinisme was de hoofdgodsdienst, maar dominees hadden niet veel te vertellen tegen ’n koopman
Vanwege handelsbelangen hadden ze geen baat bij ‘precisie’ maar bij ‘rekkelijkheid’.
Johan van Oldenbarnevelt (1547-1619)
landsadvocaat, hij stelde orde op zaken op politiek gebied, maar er ontstond een godsdienst conflict
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden