hoofdstuk 5 par. 1

Beoordeling 6.5
Foto van R.
  • Samenvatting door R.
  • 2e klas havo/vwo | 315 woorden
  • 18 juni 2016
  • 39 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
39 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
"Hij was echt die meester die iedereen voor de klas wil hebben"

Pabo-student Melle wil graag leraar worden. Wij spreken hem over zijn rolmodel en hoe het is om stage te lopen. Wil je meer weten over hoe het is om voor de klas te staan en hoe je zelf leraar kunt worden? Check onze pagina over ‘leraar worden’! 

Naar de pagina

In de moderne tijd veranderde het dagelijks leven meer. Er werd te voet, te paard of met

een zeilschip of trekschuit. Bijna al het werk werd met de hand gedaan. Na 1900 kwamen

 er enorme steden, tram, stoommachines, trein, fabrieken en stoomschepen. De industriële

revolutie.

De productie werd gemechaniseerd. De machines werkten op stoom en later op stroom en

gas. In Groot-Brittannië begon de industriële revolutie in 1750, sinds 1500 is de bevolking

verdubbeld. De boeren voerden allerlei verbeteringen uit zoals: betere werktuigen, sterkere

graansoorten, meer mest, enz.. zo verdiende ze steeds meer.

Het spinnewiel werd vanaf 1750 vervangen door houten machines. Stromend water werd

gebruikt als energiebron. Rond 1800 werden er stoommachines gebruikt. Stoom gaf nog

meet energie, waardoor de productie steeg. Ze gebruikte steenkool. Door water te

verhitten met steenkool komt er stoom. Stoomdruk regelt de werking van zo’n machine.

Door die machines kwam er: snellere productie, steenkoolmijnen, ijzerfabrieken,

machinefabrieken. Vanaf 1830 werd het versneld door de stoom trein en schip.

Groot-Brittannië werd de werkplaats van de wereld genoemd. De 2de helft van de 19e

eeuw verspreiden de revolutie over de rest van europa. Olie werd belangrijk. IJzer werd

staal. De chemische bedrijven maakten plastic en kunstmest. De gebroeders Phillips

maakte de gloeilamp. De ondernemers Dan Den Bergh en Jurgens maakte margarine.

In de 19e eeuw veranderde de bouwstedelijke- in een industriële samenleving.

De landbouwsector nam af en de industrie toe. In 1900 werkte meer dan 50% van de

Dit wil je ook lezen:

Britten in de industrie en 9% in de landbouw. De diensten sector groeide. De steden

groeien door de industrialisatie. De Britse bevolking nam tussen 1800 en 1900 to van

9 tot 33 miljoen. Londen van 900.00 tot 6,5 miljoen inwoners. Industrialisatie,

verstedelijking en bevolkingsgroei versterken elkaar.

De arbeidsbevolking groeide het hardst. De relatie tussen werknemer en werkgever werd

 steeds beter. Er ontstond een kapitalistische samenleving. Bedrijven probeerden winst te

 maken. De industrialisering zorgde voor milieu vervuiling.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door R.