hoofdstuk 4.1

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 759 woorden
  • 19 april 2016
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
7 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Onderzoek: condoomgebruik 🍆

Uit onderzoek blijkt dat het condoomgebruik onder Europese jongeren flink daalt. Wij zijn nieuwsgierig naar wat hierachter zit. Doe mee aan ons korte, anonieme onderzoek hierover. De resultaten gebruiken we mogelijk voor een artikel op Studenten.com.

Naar de vragenlijst

            Samenvatting

       Paragraaf 1 De Nederlanden komen in verzet tegen Filips II                                            

België, Nederland en Luxemburg werd omstreeks 1550 De Nederlanden genoemd. Het bestond uit 17 gewesten (provincies). Brabant, Vlaanderen en Holland waren de belangrijkste. De heer was aan het hoofd van een gewest. Karel V was het gelukt om de heer te zijn over alle gewesten. De regering van Karel V was gevestigd in Brussel. De heer besliste over bepaalde buitenlandse politiek en beslissingen over oorlogen. Maar de heer had in de gewesten niet alles te vertellen. Al een lange tijd regelden de gewesten hun eigen bestuur en ze konden belasting vragen van de burgers. Als de heer geld wilden voor oorlog moest hij dat vragen aan de Gewestelijke Staten. Dit was een vergadering van alle bevolkingslagen, daarom betekent staten hier lagen. Om snel met alle gewesten te overleggen liet hij vertegenwoordigers sturen uit gewesten naar Brussel. Als de heer er niet was liet hij een landvoogd(es) komen.

 

        Karel V en Filips II willen meer macht en bestrijding protestantisme

Karel V was de machtigste vorst van Spanje en keizer van het Duitse Rijk. Van 1515 tot 1555 was hij de baas van Nederland. Hij wilde twee dingen echt bereiken:

  • Hij wilde dat alles werd geregeerd in Brussel. Dat noem je centralisatie. Er moesten ook Stadhouders zijn. Die hielden Karel V op de hoogte met wat er in een gewest gebeurde. Hij wilde ook orde en rust
  • Iedereen in Nederland moet katholiek zijn. Hij probeerde met harde straffen het protestantisme te laten uitroeien.

 

Filips II volgde Karel V op in 1555. Toen hij in 1559 naar Spanje vertrok stelde hij Margaretha van Parma (zijn halfzus) als landvoogdes van Nederland.

                 Ontevredenheid onder alle bevolkingslagen groeit

Dit zijn verschillende dingen waar de bevolking het niet mee eens was:

  • De edelen waren tegen centralisatie. Ook had de adel geen belangrijke rol meer in het bestuur van de gewesten.
  • Rijke burgers waren ook ontevreden door het centralisatie. Zij konden hierdoor geen invloed hebben op het bestuur.
  • In de 16de eeuw waren veel mensen van het platteland naar de steden getrokken om geld te verdienen. Ook werkten veel arbeiders in de textielnijverheid op het platteland. Die mensen hadden het vaak erg moeilijk en weinig geld. Wanneer de oogst slecht zal gaan werd het eten te duur voor de mensen. De regering deed hier weinig aan.
  • De meeste mensen in Nederland was katholiek. Maar toch waren die mensen het niet eens dat de protestanten zo erg werden gestraft. Zij hadden bewondering voor de protestanten omdat die toch door bleven gaan.

 

                  Beeldenstorm leidt tot strenger optreden van Filips II

Filips II wilden dat Margaretha van Parma nog strenger werd. Hierdoor maakten de edelen het Verbond der Edelen. In 1566 schreven zij een aan Margaretha van Parma een smeekbrief. Margaretha van Parma zei erg vaag dat ze minder streng zou zijn. Maar toen gebeurden iets wat niet de bedoeling was. Gevluchte protestanten (calvinisten) kwamen terug naar Nederland en organiseerden op het platteland bijeenkomsten (hagenpreken). In de stad durfden ze dat niet. Als de calvinisten naar de hagenpreken kwamen namen ze altijd wapens mee voor hun eigen veiligheid.

In 1565-1566 brak er onrust uit in Nederland door de hongernood onder de arbeiders en ambachtslieden. Calvinisten en arme arbeiders begonnen toen een beeldenstorm. Ze gingen naar katholieke kerken en maakten daar alle beelden kapot. Dit begon in Vlaanderen en verspreidde dit naar andere gewesten. De edelen en adel gingen Margaretha van Parma steuren om dit op te lossen. Maar Filips II vond dit nog steeds niet goed, want de mensen moesten ook worden gestraft. Daarom kwam er een nieuwe landvoogd: Alva. Alva moest van Filips 3 dingen doen in Nederland:

  • de opstandelingen straffen;
  • ervoor zorgen dat alleen het katholieke geloof in de Nederlanden zou worden gevolgd;
  • een sterkere centralisatie van het bestuur in voeren.

Alva kwam in 1567 aan en strafte de calvinisten en arme arbeiders erg hard. Hij wilde ook nieuwe belastingen in voeren. Daarom protesteerde veel mensen tegen Alva.

 

 

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.