Hoofdstuk 4: USA

Paragraaf 4.4
De macht van de overheid

◊ De Amerikanen werden onafhankelijk en wilden meer vrijheid
◊ Geen sterke centrale regering, maar ook niet teveel vrijheid
◊ Dus: een centrale regering die de onderdrukking bestrijdt

EEN FEDERALE STAAT
◊ VS: 50 staten met hun eigen overheid, daarboven staat de federale overheid
◊ De federale overheid maakt wetten voor de hele federatie en regelt de buitenlandse politiek
◊ Alle staten moeten zich aan de grondwet houden, maar die regelt niet alles

HOE WERKT HET?
◊ Het Hooggerechtshof vond dat de wetten van Roosevelt’s New Deal in strijd waren met de grondwet, ze gaven volgens hun de president te veel macht
◊ Daarna wilde Roosevelt 6 nieuwe rechters benoemen met zijn politiek zicht
◊ Dit ging natuurlijk niet door

DE BURGERRECHTEN & CIVIL RIGHTS ACT
◊ 1954. uitspraak Hooggerechtshof: Aparte scholen stonden gelijke kansen voor zwarte kinderen in de weg
◊ 1957. in Little Rock (Arkansas) gingen zwarte scholieren onder begeleiding van soldaten naar school
◊  rassenrellen in VS
◊ N.a.v. rassenrellen stelde Kennedy de Civil Rights Act op  einde maken aan rassenscheiding

Paragraaf 4.5
De vrijheid verdedigen

NEUTRALITEIT OF IDEALISME
◊ De VS bleef in het begin van WOI neutraal
◊ Soms werden Amerikaanse schepen door Duitse onderzeeërs geraakt
◊ Na een paar keer verklaarde Amerika de oorlog aan Duitsland
◊ De meeste Amerikanen hadden weinig zin in oorlogvoeren
◊  regering gebruikte propaganda om mensen te overtuigen dat de oorlog goed was

NOOIT MEER OORLOG?
◊ Na WOI Wilson wilde de Volkenbond
◊ Maar niet alle landen werden lid
◊ De Volkenbond kon het ontstaan van WOII dan ook niet voorkomen
◊ Na WOII richtten de leiders van de VS, Frankrijk, GB, en de Sovjetunie en nieuwe organisatie op: de Verenigde Naties

EEN WERELDMACHT
◊ 1945. De VS was verreweg het machtigste land ter wereld geworden
◊ Verschil in winaars WOII : Verenigde Staten: 250.000 doden
Sovjetunie: 20.000.000 doden

ANTICOMMUNISME
◊ Na 1945 dwong de Sovjetunie de gebieden die zij van de nazi’s hadden bevrijd communistisch te worden
◊ De Amerikanen dachten dat het communisme voor heel Europa aantrekkelijk zou worden
◊  ze stelden een hulpplan op: het Marshallplan
◊ Met Amerikaans geld werd Europa opgebouwd

BONDGENOOTSCHAPPEN
◊ IN 1949 WERD China communistisch onder leiding van Mao Zedong
◊ Volgens de Amerikanen was China ‘verloren aan de communisten’
◊ Ook in 1949 lukte het de Russen om een atoombom te laten ontploffen
◊ Om het communisme tegen te houden richtten de VS in 1949 samen met landen in West-Europa de NAVO op
◊ De Russen vonden de NAVO gevaarlijk, en richtten het Warschaupact op.
◊ Langs de grens van het communistische gebied kwam een lijn van prikkeldraad en mijnenvelden

KOUDE OORLOG
◊ Omstreeks 1950 stonden 2 blokken lijnrecht tegenover elkaar:
◊ 1. het communistische blok onder leiding van de Sovjetunie
◊ 2. het niet-communistische blok onder leiding van de VS
◊ Beide supermachten hadden de atoombom, maar de aanvallen zou zelf ook vernietigd worden
◊ Een paar keer liep de spanning hoog op, maar er gebeurde niets
◊ Omdat het nooit een grote oorlog is geworden, wordt het de koude oorlog genoemd

KOREA
◊ Korea en Vietnam waren verdeeld in niet- en wel communistisch
◊ In 1950 viel het communistische Noord-Korea Zuid-Korea binnen
◊ Amerikaanse soldaten werden gestuurd om het communisme te bestreiden
◊ In 1953 eindigde deze oorlog met een wapenstilstand, Korea bleef verdeeld

VIETNAM
◊ Tot na WOII was Vietnam een Franse kolonie
◊ Na de oorlog wilde Vietnam onafhankelijk worden
◊ De leider, Ho Tsji-Minh, was een communist
◊ 1954 de Fransen werden in het noorden van Vietnam verslagen
◊ De Amerikanen beschouwden dat als ‘weer een overwinning voor het communisme’ en ging Zuid-Korea helpen, eerst met hulp aan de regering, daarna met soldaten
◊ Toch lukte het tot 1973 niet om het noorden te verslaan, de Amerikanen trokken zicht terug
◊ Deze oorlog werd nauwkeurig door journalisten gevolgd, en de Amerikaanse burgers zagen alles met eigen ogen via de TV gebeuren

HET EIND VAN DE KOUDE OORLOG
◊ In 1985 kwam in de Sovjetunie Gorbatsjov aan de macht
◊ Het ging zo slecht met de Russische economie, dat ze de peperdure bewapening niet meer konden betalen
◊  vriendschappelijker met niet-communistische landen omgaan