Duurde van 1000 tot 1500 en hoort bij de (hoge en late) Middeleeuwen. Ook de tijd van Monniken en Ridders (500-1000) hoort bij de Middeleeuwen (500-1500). In deze tijd veranderde de samenleving van een landbouwsamenleving naar een landbouwstedelijke samenleving. Dat komt omdat er opnieuw steden ontstonden.
Door rust en vrede groeide de bevolking en kwamen handel en ambachten weer tot bloei. Vanaf het jaar 1000 bracht de landbouw meer op.
In de steden ontstond een nieuwe groep, de burgerij. Niet alleen de mensen in de steden, maar ook de steden zelf werden steeds zelfstandiger. Voor koningen was het maar moeilijk om er controle over te houden.
Toch gingen koningen en steden samenwerken. Dat deden ze om de macht van feodale heersers te beperken. Steeds meer werd een gebied vanuit één punt bestuurd. Dat noem je centralisatie. Hierdoor ontstonden de eerste staten.
Rond het jaar 1100 werd begonnen met de Kruistochten. De paus, hoofd van de Katholieke Kerk, riep de mensen op om naar het Heilige Land (Palestina) te gaan. Het was de bedoeling het land en de steden te heroveren op de moslims. Er werd vaak gevochten.
Paragraaf 4.1 De opkomst van steden
Opkomst van handel en ambacht en herleving van de landbouwstedelijke samenleving.
4.2 De stedelijke burgerij
Opkomst van de stedelijke burgerij en toenemende zelfstandigheid van steden.
4.3 Staatsvorming en centralisatie
Het begin van staatsvorming en centralisatie.
4.4 Kerk en staat
Het conflict tussen wereldlijke en geestelijke macht.
4.5 Christelijk Europa en de buitenwereld
De expansie van de christelijke wereld.
Mensen woonden dicht opelkaar. Slechte hygiëne, geen rioleren of waterleiding. -> Meer hoger sterfte dan geboortecijfer maar grote aantrekkingskracht op stad.
1000: Er kwam een eind aan de invasies van aggresieve volkeren als de Vikinken -> steden ontstaan. (1000-1300 Europese bevolking verdubbeld.)
1066: Willem de Veroveraar veroverde Engeland. Gaf grote delen in leen aan Normandische edelen maar hield onder controle. Had ambtenaren in dienst (belastingen innen, rechtspreken). Best georganiseerde staat van de middeleeuwen.
Nederland grotendeels Duitsland.
1075: Paus Gregorius VII: paus vertegewoordiger christus, boven wereldlijke heersers.Leken niet met kerk bemoeien.
Dankzij investituur bepaald wie bisschop werd. Gregorius: alleen paus mag dat.
1075: Keizer Hendrik IV benoemde bisschop van Milaan. Paus had ander benoemd. Hendrik weigerde ongelijk te erkennen. -> in de ban -> Hendrik smeekte Gregorius om vergeving maar de paus liet hem 3 dagen in Canossa in de kou staan voordat hij hem genade schonk.
1095: Ubranus II deed oproep aan ALLE christenen om in een gewapende kruistocht tegen islamitische Turken naar Jeruzalem te gaan.
Christelijke pelgrims kunnen daar het graf van jezus bezoeken.
Byzantijnse keizer vroeg de paus om hulp. Hij riep de gelovigen op om de 'broeders in het oosten' te helpen.
1096: meer dat 100 000 kruisvaarders trokken naar Palstina. De kruistocht was een succes.
1099: de verovering van Jeruzalem -> joden en moslims vermoord.
Dit was mogelijk doordat er verdeeldheid was onder de moslims: sjiieten(egypte) en soennieten(turks).
Soenniet Saladin greep de macht -> riep moslims tot heilige oorlog.
1122: de keizer gaf toe en keizers hadden niks meer over bisschoppen te zeggen
1187: Saladin nam Jeruzalem in.-> nieuwe kruistocht (Fa & en koning + Du keizer). niet succes vol. (Christelijke expansie).
1200: Dordrecht ontstaan (langs rivieren) -> profiteerde handel Du en En.
1215: edelen dwongen Jan zonder Land de Magna Carta te tekenen -> toestemming belastingen. -> parlement: drie standen: adel, geestelijkheid en burgerij. Frankrijk kreeg het soortgelijke Staten-Generaal.
Expansie was ook in de middellandse zee.
Vanaf 1200 stichtten Venetianen kolonies op Kreta en andere eilanden. -> slaven
1219: Mongoolse ruiters onderwiepen China en bij na alle islamitische gebieden in Azië. -> grootste landrijk ooit. -> er kwamen handelaren en Marco Polo uit Venetië
1247: Graaf Willem II van Holland gekozen Duiste koning maar werd voor het kronen gedood.
1291: De laatste kruisvaardersstad Akko, viel.
1300: Steden ontstonden -> nieuwe landbouwmethoden -> drieslagstelsel. Overschotten werden verkocht op de markt. Mensen specialiseerden zich in een bepaalde ambacht.
Steden groeiden, welvaart nam toe. Steden specialiseerden zich. (In Gent werkte mee dan de helft in de textielnijverheid.)
Italiaanse kooplieden verkochten b.v. suiker, zijde en specerijen.
Internationale handel: honderden steden waren aangesloten bij de Duitse Hanze. -> geldeconomie. -> Bankiers, wisselbrief, giro (geld overmaken zonder reizen).
1300: Het mongoolse rijk viel uiteen.
1303: Bonifatius VIII overvallen in zijn paleis. Militairen franse koning eisten dat hij aftrad. Maar de paus zei dat hij liever zou sterven -> drie dagen gevangen -> kort daarna overleden.
Ruzies tussen pausen, koningen en keizers wie het hoogste primaat had.
Zwaardenleer: wereldlijke(vrede bewaren) en geestelijke macht (geloofszaken).
Paus bepaalde wat het juiste geloof was anders was je een ketter. -> inquisitie. Monnikken als aanklager en rechter gingen ketters opsporen. -> martelingen voor bekentenis -> later ook heksen.
Koningen eisten geld van de rijke kerk, paus verzet. Koning Lodewijk IX dienaar van de kerk.-> dood -> Bonifatius VIII verklaarde heilig.
Schoonzoon Filips de schone voerde strijd met paus Bonifatius VIII.
Filips vond dat de kerk zich niet met politieke zaken moest bemoeien. -> Bonifatus werd gevangen genomen.
1303: Bonifatius overleden, macht koning groot.
Frankische rijk Karel de Grote -> Duitsland en Frankrijk.
1337: Oorlog Fa-En. En verloor.
1421: Dordrecht overstromingsramp -> nieuwe betere steden: Leiden, Delft.
Willem II overleed- -> Dochter Jacoba van Beiren volgde hem op (holland,zeeland, beieren). Jacoba voerde veel oorlogom haar land te beschermen. In 1428 vrede tussen Filips en Jacoba. Ze trouwede in het geheim -> Filips kreeg Holland en Zeeland.
1430: Delen van Nederland kwamen onder één vorst: Filips de Goede.
zoon van Filips, Karel de Stoute, veroverde ook nog Gelderland en zette een centrale rechtbank op.
1464: Filips de Goede riep eerste Nederlandse Staten-Generaal bijeen. -> nationaal gevoel
1477: Karel de Stoute stief en liet alleen zijn dochte Maria na.-> Bourgondië bij Frankrijk
Maria trouwde met Maximilaan van Habsburg-> Ander Nederlanden onder het Habsburgse huis.
Geldeconomie -> staatsvorming en centralisatie -> koning belastingen, geld van ambtenaren -> huursoldaten en wapen
1492: reconquista voltooid, Granada, laatste moslimstaat, veroverd.
1500: West-Europa weer landboustedelijke samenleving
Steden uit de oudheid hadden geen rechte straten maar kronkelige straten en nauwe steegjes en dicht opeengepakte huizen.
Er waren stadsrechten: eigen bestuur, eigen tekken, recht om tol te heffen en stadsmuren te bouwen. Deze privileges in ruil voor belasting -> heersers profiteerden van groeiende geldeconomie. Adelijke heer hield invloed d.m.v. de baljuw.
Baljuw: Door een edelman aangestelde rechter en bestuurder in een stad of op het platteland.
Jaar en één dag in de stad wonen -> burgerrecht kopen -> bescherming, schutterij, gilde (ziekte= verzorging, dood = begrafenis). Arbeiders, werkvolk en geestelijken geen burgers. Machtigste burgers: rijke kooplieden, zorgde voor schepenen, leden stadsbestuur en stadsrechtbank (erfelijk).
Het was veiliger dan de tijd van de monniken maar niet zo als tijdens pax romana, er waren geregeld oorlogen.
Johannes Gutenberg: uitvinder boekdrukkunst met staal letters in spiegelschrift maken.
1500: Fa had tienduizenden soldaten en duizenden ambtenaren. Wetten voor hele koninkrijk. Proces centralisatie en staatsvorming.
Duitse koning -> keizer. Opvolger van Romeinse keizers en Karel de Grote. Koning van Duitsland, keizer van Noord-Italië.
Maar ze konden de macht niet beperken, hetogen en graven bleven baas in hun gebieden.
In Duitsland was koningschap niet erfelijk, edelen en geestelijken (keurvorsten) kozen de koning
REACTIES
1 seconde geleden