Middeleeuwen
De val van het West-Romeinse Rijk was in 476 dus lieten historici de middeleeuwen in 500 beginnen en in 1500 eindigen. De middeleeuwen waren een samenstelling van drie beschavingen: Germaans, Christelijk en Romeins.
Paragraaf 4.2 De Franken komen
De vraag is: Hoe werden de Franken koningen over een groot en machtig Rijk?
Doop Clovis
Zwaar gevecht> Clovis vraagt god Wodan om hulp> helpt niet> dan vraagt hij de christelijke god om hulp> hij wint de strijd> hij laat zich en zijn legioen in 496 bekeren tot het christendom.
Franken
507 de Franken trekken de Loire over en vallen de Visigoten aan> de Bourgondiers vallen de Visigoten aan vanuit het oosten> Clovis doodt Alarik (de leider van de Visigoten) > de Visigoten worden verslagen.
Splitsing van het Romeinse Rijk
In 395 wordt het Romeinse Rijk in tweeën gesplitst:
- West-Romeinse Rijk (Rome)
- Oost-Romeinse Rijk (Constantinopel)
Het Rijk wordt in tweeën gesplitst om de volgende reden, waardoor het verval intrad:
- Het Romeinse leger (300.000 man) is te klein om het Romeinse Rijk met haar uitgestrekte grenzen te bewaken
- Het leger was te duur omdat de belasting te hoog was en de boeren daardoor hun land verlieten en in de stad gingen wonen. Hierdoor namen de belasting inkomsten af.
- De soldaten hadden een te lange diensttijd waardoor ze meer eer aan hun generaal gaven dan aan de keizer.
- Als een keizer stierf kwam er altijd een opstand over zijn opvolger. De senaat en de generaals vochten voortdurend om de macht.
Val van het West-Romeinse Rijk
De val van het West-Romeinse Rijk kwam door de volksverhuizingen die in de 4de eeuw n.C. op gang kwamen.
- Germaanse stammen vielen het West-Romeinse Rijk binnen opgejaagd door de Hunnen.
- Visigoten, Vandalen zochten naar een beter klimaat en landbouwgronden.
- Franken, Allemannen kregen toestemming om zich in het West-Romeinse Rijk te vestigen, op voorwaarde dat ze hielpen bij de verdediging van het Rijk.
Het West-Romeinse Rijk viel in 476, door Odoaker (een Germaanse stamhoofd) die zich daarna tot keizer liet kronen.
Val van het Oost-Romeinse Rijk
In 1453 viel het Oost-Romeinse Rijk.
Het Frankische Rijk
Voor 486 leven de Franken (een Germaans volk) in Zuid-Nederland en België, het Rijk wordt dan bestuurd door de adel. Na 486 breiden ze hun Rijk langzaam uit naar Gallië (Frankrijk), er heerst nu een monarchie waar Clovis de eerste Koning/Krijgsheer is. Zo ontstaat het Frankische Rijk met als Koning Clovis.
Doordat Clovis zich liet dopen tot Christen krijgt hij nu hulp van de kerk (geestelijken konden goed schrijven, dat hielp bij bestuur) en hulp van de bevolking (die waren ook christelijk en deden wat de geestelijken zeiden). Clovis kreeg de geestelijken met zich mee door gebieden (bijv. van de Hunnen) te veroveren en daar het Christelijke geloof in te voeren.
Na de dood van Clovis in 511 veroverde de Franken nog meer grondgebied.
In 800 kroonde de paus Karel de Grote (768-814) tot keizer. Het Frankische Rijk is dan even groot als ooit het West-Romeinse Rijk.
Lex Salica
Clovis maakte een wetboek voor zijn hele rijk en hij noemde dat de Lex Salica. De wetten gingen vooral over: diefstal, geweld en moord.
Paragraaf 4.3 Leven op het platteland
De vraag is: Hoe was het leven op het platteland?
Leven van het land
Het Romeinse Rijk is weg> geen bescherming meer, wegen niet meer onderhouden> het werd overal onveilig> geen handel meer, door gebrek aan inkomsten trekken mensen uit de steden weg naar het platteland, want daar is wel voedsel> nu moesten de mensen alles zelf maken> autarkie> de steden waren leeg.
Hofstelsel
Domein
Een domein is een landgoed wat in het bezit is van een heer. Deze heren kregen van de koning vaak een stuk land omdat ze hadden geholpen bij het veroveren van gebieden. De heer was vaak een afstammeling van een van een machtige heerboer uit de Romeinse tijd. Op dat landgoed werkten boeren (Horigen).
Waar een domein uit bestond
Een domein bestond uit drie delen:
- De woeste gronden (rivieren en bossen)
- Landbouwgrond, dit bestond uit:
- Vroonland (dit was het land van de heer zelf, alle opbrengst van het domein kwam naar de heer)
- Hoeveland (hier stonden de boerderijen van de boeren, de boeren mochten zelf een klein deel van de opbrengst houden)
De rentmeester
Als een heer meerdere domeinen in zijn bezit had kon een rentmeester daar toezicht ophouden.
Horigen
De horigen (boeren die op het domein werkten)moesten voor veel dingen toestemming vragen zoals: Het landgoed verlaten, trouwen. Een boer deed dit omdat hij dan inruil voor het werk te verrichten bescherming kreeg.
Herendiensten
De herendiensten waren klusjes die de boeren voor de heer moesten doen. Dit gebeurde aan de hoeve van de heer en op het vroonland.
Buiten het Frankische Rijk (het oude Romeinse Rijk)
Hier kwam geen hofstelsel voor. Hier leefden nog vrije boeren, zij hadden hun eigen grond maar moesten wel meevechten in het leger.
Tienden
Zowel horigen als vrije boeren moesten tien procent van hun oogst aan de kerk geven.
Paragraaf 4.4 Verspreiding van het Christendom
De vraag is: wat was de invloed van het christendom op de middeleeuwse maatschappij?
Natuurgoden> christendom
Het voormalig Romeinse Rijk was al grotendeels christelijk, maar in Duitsland en ook de Friezen geloofden nog in natuurgoden bijv. Donar (god van donder en het weer). Deze mensen waren heidenen. Frankische koningen en geestelijken vinden dat heidenen bekeerd moeten worden. Waar ze dat lukte stichtte monniken als Bonifatius kloosters. In kloosters leefden monniken volgens strenge regels. De monniken verspreide ook het christendom, dit zijn missionarissen. Als een gebied bekeerd werd wordt als eerste de koningen bekeert, daarna volgt bijna vanzelf de rest van een gebied. Veel mensen koppelde het christendom wel aan de natuurgoden (zoals goden bijv.).
Invloed op het dagelijks leven
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden