4.1, na Versailles.
Duitsland werd een republiek. Socialisten en liberalen vormden de regering en moesten om wapenstilstand vragen. In de stad Weimar werd de nieuwe grondwet vastgesteld, vandaar de naam Weimarrepubliek. Het staatshoofd werd een president maar de echte macht kwam in handen van de rijkskanselier, de premier, en zijn ministers.
Eind september 1918 doorbraken de geallieerden de Duitse linies in Frankrijk. Hun overmacht was te groot voor de Duitse soldaten. De generaals hadden wapenstilstand aangevraagd. En de keizer aangedrongen om af te treden. Gewone Duitse soldaten wisten er niets vanaf. De legerleiding gaf daar de socialisten en liberalen de schuld van. Ze wouden niet dat de gewone Duitse soldaten erachter kwamen dat ze wapenstilstand hadden aangevraagd. Zo ontstond de Dolkstootlegende. Deze legende is jarenlang geloofd. De ondertekening van de Vrede van Versailles was verraad. De hele regering bestond uit verraders.
In 1923 bezette Frankrijk het Ruhrgebied, omdat de herstelbetalingen uitbleven. Het Ruhrgebied was het belangrijkste industriegebied van Duitsland. De regering van Duitsland riep ’n staking uit, en betaalde de stakers met bankbiljetten. Die werden heel snel bijgedrukt. Daardoor was het geld helemaal niets meer waard, en moest je met ’n koffer voor geld naar de bakker voor een brood.
Adolf Hitler en generaal Ludendorff zagen hun kans, en pleegden op 8 november 1923 een staatsgreep in München. Deze staatsgreep mislukte en Hitler moest voor een jaar de gevangenis in.
De regering van de Weimarrepubliek besloot om voortaan loyaal de eisen van ‘Versailles’ te vervullen, de Erfüllungspolitiek. Duitsland begon weer herstelbetalingen te doen. Omdat Duitsland voldeed aan de belangrijkste eisen vertrokken de Franse troepen.
Dolkstootlegende:
Onwaar verhaal dat de linkse opstanden en stakingen en de nieuwe democratische regering de Duitse nederlaag in de Eerste Wereldoorlog hebben veroorzaakt.
Erfüllungspolitiek:
Politiek van de Weimarrepubliek om de Vrede van Versailles na te komen en politiek en economisch weer te herstellen.
4.2, crisis!
Tijdens de Eerste Wereldoorlog zakte de Europese landbouw in. Of de boer was soldaat, of zijn land was slagveld geworden. Amerikaanse boeren kochten nieuwe machines en land, met geld dat ze leenden van de plaatselijke bank. Na de oorlog trok de landbouwproductie in Europa weer aan. Dat remde de import van agrarische producten uit Amerika af. De Amerikaanse boeren bleven met hun agrarische producten zitten, en konden leningen niet meer betalen. De plaatselijke banken raakten failliet.
Op donderdag 24 oktober 1929 daalden de aandelen op de beurs van New York plotseling. Iedereen wilden zijn aandelen kwijt, en ze werden niets meer waard. Ook de banken raakten in paniek. De klanten en bedrijven konen hun leningen niet meer terugbetalen, dus ook die banken gingen failliet. Niemand kocht meer wat, dus de fabrikanten hadden overproductie en ontsloegen werknemers. Dus die konden ook niets kopen. En Amerika trok door het wereldkapitalisme andere landen mee de crisis in. Binnen een paar weken was de hele wereld in een economische crisis.
Hoover wou niet ingrijpen in de crisis, want hij dacht dat een liberale economie wel weer op eigen kracht overeind kwam. Dat vond de overheid niet, en dus kozen ze Roosevelt als nieuwe president. Hij vond dat de regering de koopkracht moest vergroten. Desnoods zou de regering geld moeten lenen. De overheid moest werklozen in dienst nemen om te werken aan spoorlijnen, stuwdammen en ontginningen van verwoeste gronden. Zo zou de koopkracht weer toenemen en kon men meer geld uitgeven. Dan zou de vraag naar industrieproducten weer stijgen en de economie vanzelf weer gaan draaien. Roosevelt noemde zijn politiek New Deal. De landbouwproductie werd beperkt, om zo de prijzen van agrarische producten te laten stijgen. Er kwamen minimum lonen, en kinderarbeid werd verboden. Er kwam ook een maximaal aantal werkuren per week. Zo werd het werk verdeeld over meer banen. Toch nam de werkloosheid pas af tijdens de Tweede Wereldoorlog. En Amerika bleef tot in de Tweede Wereldoorlog met de crisis zitten.
Wereldkapitalisme: Economie van een vrije markt en vrij ondernemerschap over de hele wereld.
Economische crisis: Diep dal in de economie. Consumptie en productie dalen sterk en werkloosheid neemt gigantisch toe.
New Deal: Aanpak van prsident Roosevelt van de economische crisis in Amerika.
4.3, nationaalsocialisme en fascisme.
De economische crisis die in Amerika in 1929 losbarstte, had effect op Duitsland. Amerika leende Duitsland geld voor de herstelbetalingen. Maar door de crisis in Amerika leende ze Duitsland geen geld meer, en wouden ze al het geld meteen terug. Steeds meer mensen kwamen op straat te staan. Veel Duitsers zochten hun redding bij Hitler. Het duurde maar een paar verkiezingen of Hitlers, Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij (NSDAP) was de grootste in het parlement.
In de propaganda van de NSDAP werd vooral de nadruk gelegd op de strijd tegen de communisten en socialisten en de Joden. Alleen een Führer (leider) als Hitler kon het Duitse volk uit de crisis leiden. Deze mengeling van anti-communisme, anti-democratie, antisemitisme en nationalisme vormde de ideologie van het nationaalsocialisme.
Hitlers grote voorbeeld was Mussolini, dictator van Italië sinds 1922. Hij vond dat er maar één leider en één partij kan zijn en verheerlijkte het eigen land en volk. Er was geen persvrijheid en politieke tegenstanders werden vermoord of verdwenen in strafkampen.
De ideologie van Mussolini is fascisme.
Hitler ging verder dan Mussolini, hij was veel meer doordrongen van racisme en antisemitisme. Volgens Hitler bestonden er verschillende mensenrassen: het ene zou beter zijn dan de andere. De blanke Germanen waren volgens hem superieur, en de Joden zag hij als het minderwaardig ras.
In januari 1933 trad de coalitieregering van Hitler aan, waarin de NSDAP de minderheid had. Hij haalde president Hindenburg over nieuwe verkiezingen te schrijven. Vlak voor de nieuwe verkiezingen op 27 februari 1933 brak er een brand uit in het Rijksdaggebouw. Hitler haalde Hindenburg over om de noodtoestand af te kondigen. Dan was de grondwet even niet geldig, het parlement machteloos en kwam alle macht aan de zittende regering. Toen barstte de terreur van de twee bewapende afdelingen van de partij, de Sturmabteilung (SA) en de Schutzstaffel (SS) los. Maar ondanks de terreur en propaganda haalde de NSDAP maar 44%, geen meerderheid dus. Hitler vroeg nu het parlement om hem bijzondere bevoegdheden te geven. De Rijksdag stemde toe. Het betekende het einde van de democratie en vrijheid in Duitsland.
Nu de machtsovername gelukt was kon Hitler orde op zaken stillen binnen zijn partij. Hij kwam in conflict met de SA, die dreigde uit te groeien tot een compleet leger. Dat was tegen de zin van de generale staf van het Duitse leger en de SS. Daarom liet Hitler alle kopstukken uit deze knokploegenafdeling van zijn partij in de nacht van 30 juli 1934, de Nacht van de Lange Messen, vermoorden.
Duitsland veranderde van een parlementaire democratie in een dictatuur. Duitsland werd een totalitaire staat waarin alles doordrenkt was van de nazi-ideologie. Meisjes werden voorbereid op hun taak als huisvrouw, en jongens moesten militair worden. Als massacommunicatiemiddel werden de radio en film ingezet. Goebbels liet goedkope radio produceren, zodat alle Duitsers zijn propagandapraatjes kon beluisteren.
De NSDAP werd de enig toegestane partij. Ook de vakbonden werden verboden. In plaats van de vakbonden kwam het Deutsche Arbeitsfront, een massaorganisatie van werknemers en werkgevers, die van de nazi’s was.
Wie het niet eens was met de nazi’s, werd door de Sicherheitsdienst (SD) en de Geheime Staatspolizei (Gestapo) vervolgd en opgesloten in concentratiekampen. Joden, zigeuners, homofielen en verstandelijk gehandicapten leden ook onder deze terreur. In instellingen voor gehandicapten begon een euthanasieprogramma.
In de nacht van 9 op 10 november 1938 werden synagogen in brand gestoken, bij Joodse winkels de ramen ingegooid, de winkels geplunderd, en honderden Joden vermoord. Door de kapotte ruiten werd deze nacht Kristallnacht genoemd. De Kristallnacht was een wraakactie voor de aanslag op de Duitse ambassadeur in Parijs.
Propaganda: Reclame voor politieke doeleinden.
Ideologie: Stelsel van ideeën, die onderling samenhangen.
Nationaalsocialisme: Ideologie van Hitler en zijn NSDAP. Antisemitisme, sterk nationalisme en totalitaire dictatuur met persoonsverheerlijking.
Fascisme: Ideologie van Mussolini, algemeen begrip voor ideologie met totalitaire dictatuur, nationalisme en ontbreken van vrijheid van meningsuiting.
Racisme: De opvatting dat het ene ras beter is dan het andere. Hieruit vloeit discriminatie voort.
Antisemitisme: Haat gericht tegen de Joden en hun invloed op de maatschappij.
Totalitair/totalitaire staat: Het totale doen en laten wordt bepaald door de staat.
Massacommunicatiemiddel: Film, radio en tv. Met deze middelen kun je een heel volk bereiken en beïnvloeden.
4.4, de Tweede Wereldoorlog
Hitler voerde in 1935 de dienstplicht in, en in 1936 legerde hij troepen in het Rijland. Dit was tegen het Verdrag van Versailles in. Ondertussen liet Hitler in het geheim vliegtuigen en marineschepen bouwen. De herbewapening in Duitsland kwam op gang. Eerst werd de Oostenrijkse president Schussnigg zo onder druk gezet, dat hij de Oostenrijkse nazi Seyss-Inquart tot kanselier benoemde. Even later trokken Duitse troepen het land binnen en werd Oostenrijk in bezit genomen (1938). Ook dit was tegen het Verdrag van Versailles.
Daarna was Tsjecho-Slowakije aan de beurt. In het westen van dit land woonden Duits sprekenden, de Sudeten-Duitsers. Hitler deed net alsof de Sudeten-Duitsers ernstig gediscrimineerd werden. Hij dreigde binnen te vallen. En om een oorlog te voorkomen werd in november 1938 een conferentie gehouden. Hitler kreeg zijn zin en mocht Sudetenland inlijven.
De politiek van sussen en toegeven, de appeasementpolitiek, hielp echter niet. Een tijdje later nam Hitler heel Tsjecho-Slowakije in en in 1939 was Polen aan de beurt. Hitler wist dat als hij Polen zou binnenvallen, Stalin dat absoluut niet zou nemen. Dus hij sloot een
niet-aanvalsverdrag met Rusland, het Non-agressiepact (24 augustus 1939). In het geheim verdeelde ze daarbij onderling Polen. Op 1 september 1939 viel Duitsland Polen binnen. Daardoor verklaarde Engeland op 3 september 1939 de oorlog aan Duitsland, gevolgd door Frankrijk. In het voorjaar van 1940 begon de Duitse aanval op West-Europa. Duitsland veroverde Denemarken en Noorwegen. Daarna werden Nederland, België en het grootste deel van Frankrijk bezet.
Op 22 juni 1941 begon Hitler zijn kruistocht tegen het communisme. Rusland zou voor de winter van 1941 verslagen zijn, dus gaf Hitler zijn soldaten geen winterkleren mee. Het ging razend snel en Stalin wist zich geen raad. Toen de winter inviel, kwam het Russische tegenoffensief. Honderdduizenden Duitse soldaten stierven door de kou.
Bij Hitlers kruistocht trokken Einsatzgruppen vlak achter de Duitse linies mee: speciale troepen die Joden moesten opsporen en vermoorden. Het was het begin van de genocide op Joden. In Polen kwamen grote concentratiekampen, waarin Joden, zigeuners en homofielen moesten worden omgebracht. Het waren ook werkkampen. Ook in de treinen werden Joden vergast.
Op 7 december 1941 werd Pearl Harbor (Amerikaanse Marinebasis) onverwachts gebombardeerd door Japanse torpedovliegtuigen. Japan had tekort aan grondstoffen, en die waren in Azië en Nederlands-Indië te vinden. In de ’30 hadden Japanners al een deel van China bezet, en nu waren de Engelse, Franse en Nederlandse koloniën aan de beurt. Daarvoor moest eerst de Amerikaanse Stille Oceaan uitgeschakeld worden. Hitler verklaarde nu ook de oorlog aan Amerika en de oorlog werd daarmee vanaf december 1941 een wereldoorlog, de Tweede Wereldoorlog.
- Amerikanen versloegen de Japanners in de Stille Zuidzee bij de Midway-eilanden.
- In de winter overwonnen de Russen de Duitsers bij Stalingrad.
- 6 juni 1944, de lang verwachte invasie, het lukte om in Normandië aan land te komen en de opmars richting Berlijn werd ingezet. Van twee kanten, de Russen vanuit het oosten en de andere geallieerden vanuit het westen.
- 2 mei 1945, het Rode Leger stond in hartje Berlijn.
- Hitler pleegde zelfmoord in zijn bunker.
- Op 8 mei 1945 gaven de Duitsers zich over.
De oorlog in Europa was voorbij.
In Azië ging de oorlog nog door. Uit angst voor het verlies van de levens van nog eens honderdduizenden soldaten besloot de Amerikaanse president Truman de in het geheim ontwikkelde atoombommen in te zetten. Op 6 augustus werd dit massavernietigingswapen voor het eerst afgeworpen boven Hirosjima. Veel Japanse burgers kwamen om. Omdat de Japanse regering zich nog niet over gaf, werd er nog een atoombom gegooid, boven Nagasaki. Keizer Hirohiti gaf het nu op. Op 15 augustus 1945 was de Tweede Wereldoorlog afgelopen.
Appeasementpolitiek: Engeland en Frankrijk gaven steeds toe aan de wensen van Hitler. Ze wouden geen oorlog.
Genocide: Volkerenmoord.
Tweede Wereldoorlog: Oorlog waaraan landen uit meerdere continenten deelnamen, 1935-1945.
4.5, Nederland in bezettingstijd.
Op 10 mei 1940 vielen de Duitse legers Nederland binnen. De Duitsers werden tegengehouden bij de Grebbelinie en bij de Afsluitdijk en mariniers vochten om de Maasbruggen in Rotterdam. De tegenstand werd gebroken door een terreurbombardement op Rotterdam. Generaal Winkelman tekende op 15 mei 1940 de overgave en de regering week uit naar Engeland.
In 1940 moesten ambtenaren door de Ariërverklaring te ondertekenen verklaren geen jood te zijn. In 1941 werden alle politieke partijen verboden behalve de Nationaal Socialistische Beweging (NSB) van Anton Mussert. NSB’ers vervingen onwillige burgemeesters, werken voor bezetter en verraadden tegenstanders van de Duitsers. Dat heet collaboratie. Tienduizenden vochten mee aan het oostfront tegen Rusland in 1941.
Andere Nederlanders, zoals Bernard Ijzerdraat met zijn Geuzenactie, die kettingbrieven schreef waarin hij opriep tot verzet, gingen in het verzet. Ze werden echter al snel opgepakt en doodgeschoten. In totaal zijn er 25000 Nederlanders actief geweest in het verzet. Dat varieerde van helpen van onderduikers, het plegen van aanslagen op Duitsers of verraders, tot het drukken van illegale kranten. Behalve tienduizenden Joden zaten ongeveer 300000 Nederlanders ondergedoken. De meeste Nederlanders kozen niet voor verzet of verraad, maar pasten zich aan de nieuwe situatie aan en probeerden er maar het beste van te maken. Dat heet accommodatie.
Toen begon de deportatie via kamp Westerbork, waar Joden wachtten op de trein die elke dinsdag duizenden Joden naar de werk- en vernietigingskampen bracht. Ongeveer 102000 Joden zijn in concentratiekampen omgekomen.
Na de aanval op Hirosjima begon de Japanse opmars in de Europese koloniën. De Nederlandse vloot vocht nog tegen de Japanners, maar de kolonie moest begin februari 1942 worden overgegeven aan de bezetter. De Nederlanders werden opgesloten in kampen of moesten dwangarbeid verrichten. De Indonesische bevolking was niet eensgezind. Sommigen pleegden collaboratie, sommige pleegden verzet. Duizenden Nederlandse vrouwen en meisjes werden meegenomen als ‘troostmeisjes’. Pas op 15 augustus 1945, drie maanden nadat de Duitsers zich hadden overgegeven, werd ook de kolonie bevrijd. Doordat er gebrek was aan Nederlandse troepen, namen Engelse militairen de zaak waar. Zij zorgen voor ontwapening van de Japanners.
In september 1944 bereikten de bevrijders Limburg. De hoop groeide in bezet Nederland, maar bij Duitsers en NSB-ers sloeg de paniek toe. Op Dolle Dinsdag sloegen zij op de vlucht naar Duitsland. Maar het zou toch nog lang duren voor de bevrijding kwam. De geallieerden richtten zich nu eerst op Duitsland zelf en lieten Nederlands links liggen. Het Nederland van boven de grote rivieren ging een barre Hongerwinter tegemoet. Duizenden mensen stierven.
In mei 1945, toen Berlijn viel, kwam dan eindelijk de bevrijding ook voor de rest van Nederland. Grote delen van Nederland waren verwoest en leeggeplunderd. Het grootste deel van zijn Joodse bevolking was gruwelijk vermoord. De wederopbouw moest beginnen.
Collaboratie: Verraad plegen door mee te werken met de Duitse bezetter.
Verzet: Actief of passief tegenstand bieden tegen de Duitse bezetter.
Accommodatie: Je aanpassen aan de bezetting, om te proberen die door te komen. Niet in verzet komen en niet collaboreren.
1918; november: Wilhelm II treedt af, wapenstilstand, begin Weimarrepubliek
1919; Vrede van Versailles
1922; Mussolini dictator in Italië, voorbeeld voor Hitler
1924; Dawesplan
1929; 24 oktober: Beurscrisis New York
1933; Roosevelt gekozen tot president van Amerika
1933; Begin New Deal politiek voor herstel Amerikaanse economie
1933; januari: Coalitieregering met NSDAP en Hitler als rijkskanselier
1933; Rijksdag stemt in met volmachten aan Hitlers regering, einde democratie
1935; Hitler voert dienstplicht in
1938; Anschluss Oostenrijk bij Duitsland
1938; november: Conferentie van München
1939; september: Hitler valt Polen aan
1940; voorjaar: Duitsland valt West-Europa aan
1941; Begin Holocaust Nederlandse Joden
1941; juni: Operatie Barbarossa (Hitler’s kruistocht)
1941; december: Aanslag op Pearl Harbor (Amerikaanse haven)
1942; januari: Japan overvalt Nederlands-Indië
1942; winter: Slag om Stalingrad door Russen gewonnen
1944; juni: D-Day
1945; mei: Russen in Berlijn
1945; augustus: Atoombommen op Hirosjima en Nagasaki
Duitsland werd een republiek. Socialisten en liberalen vormden de regering en moesten om wapenstilstand vragen. In de stad Weimar werd de nieuwe grondwet vastgesteld, vandaar de naam Weimarrepubliek. Het staatshoofd werd een president maar de echte macht kwam in handen van de rijkskanselier, de premier, en zijn ministers.
Eind september 1918 doorbraken de geallieerden de Duitse linies in Frankrijk. Hun overmacht was te groot voor de Duitse soldaten. De generaals hadden wapenstilstand aangevraagd. En de keizer aangedrongen om af te treden. Gewone Duitse soldaten wisten er niets vanaf. De legerleiding gaf daar de socialisten en liberalen de schuld van. Ze wouden niet dat de gewone Duitse soldaten erachter kwamen dat ze wapenstilstand hadden aangevraagd. Zo ontstond de Dolkstootlegende. Deze legende is jarenlang geloofd. De ondertekening van de Vrede van Versailles was verraad. De hele regering bestond uit verraders.
In 1923 bezette Frankrijk het Ruhrgebied, omdat de herstelbetalingen uitbleven. Het Ruhrgebied was het belangrijkste industriegebied van Duitsland. De regering van Duitsland riep ’n staking uit, en betaalde de stakers met bankbiljetten. Die werden heel snel bijgedrukt. Daardoor was het geld helemaal niets meer waard, en moest je met ’n koffer voor geld naar de bakker voor een brood.
De regering van de Weimarrepubliek besloot om voortaan loyaal de eisen van ‘Versailles’ te vervullen, de Erfüllungspolitiek. Duitsland begon weer herstelbetalingen te doen. Omdat Duitsland voldeed aan de belangrijkste eisen vertrokken de Franse troepen.
Dolkstootlegende:
Onwaar verhaal dat de linkse opstanden en stakingen en de nieuwe democratische regering de Duitse nederlaag in de Eerste Wereldoorlog hebben veroorzaakt.
Erfüllungspolitiek:
Politiek van de Weimarrepubliek om de Vrede van Versailles na te komen en politiek en economisch weer te herstellen.
4.2, crisis!
Tijdens de Eerste Wereldoorlog zakte de Europese landbouw in. Of de boer was soldaat, of zijn land was slagveld geworden. Amerikaanse boeren kochten nieuwe machines en land, met geld dat ze leenden van de plaatselijke bank. Na de oorlog trok de landbouwproductie in Europa weer aan. Dat remde de import van agrarische producten uit Amerika af. De Amerikaanse boeren bleven met hun agrarische producten zitten, en konden leningen niet meer betalen. De plaatselijke banken raakten failliet.
Op donderdag 24 oktober 1929 daalden de aandelen op de beurs van New York plotseling. Iedereen wilden zijn aandelen kwijt, en ze werden niets meer waard. Ook de banken raakten in paniek. De klanten en bedrijven konen hun leningen niet meer terugbetalen, dus ook die banken gingen failliet. Niemand kocht meer wat, dus de fabrikanten hadden overproductie en ontsloegen werknemers. Dus die konden ook niets kopen. En Amerika trok door het wereldkapitalisme andere landen mee de crisis in. Binnen een paar weken was de hele wereld in een economische crisis.
Wereldkapitalisme: Economie van een vrije markt en vrij ondernemerschap over de hele wereld.
Economische crisis: Diep dal in de economie. Consumptie en productie dalen sterk en werkloosheid neemt gigantisch toe.
New Deal: Aanpak van prsident Roosevelt van de economische crisis in Amerika.
4.3, nationaalsocialisme en fascisme.
De economische crisis die in Amerika in 1929 losbarstte, had effect op Duitsland. Amerika leende Duitsland geld voor de herstelbetalingen. Maar door de crisis in Amerika leende ze Duitsland geen geld meer, en wouden ze al het geld meteen terug. Steeds meer mensen kwamen op straat te staan. Veel Duitsers zochten hun redding bij Hitler. Het duurde maar een paar verkiezingen of Hitlers, Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij (NSDAP) was de grootste in het parlement.
In de propaganda van de NSDAP werd vooral de nadruk gelegd op de strijd tegen de communisten en socialisten en de Joden. Alleen een Führer (leider) als Hitler kon het Duitse volk uit de crisis leiden. Deze mengeling van anti-communisme, anti-democratie, antisemitisme en nationalisme vormde de ideologie van het nationaalsocialisme.
Hitlers grote voorbeeld was Mussolini, dictator van Italië sinds 1922. Hij vond dat er maar één leider en één partij kan zijn en verheerlijkte het eigen land en volk. Er was geen persvrijheid en politieke tegenstanders werden vermoord of verdwenen in strafkampen.
De ideologie van Mussolini is fascisme.
Hitler ging verder dan Mussolini, hij was veel meer doordrongen van racisme en antisemitisme. Volgens Hitler bestonden er verschillende mensenrassen: het ene zou beter zijn dan de andere. De blanke Germanen waren volgens hem superieur, en de Joden zag hij als het minderwaardig ras.
In januari 1933 trad de coalitieregering van Hitler aan, waarin de NSDAP de minderheid had. Hij haalde president Hindenburg over nieuwe verkiezingen te schrijven. Vlak voor de nieuwe verkiezingen op 27 februari 1933 brak er een brand uit in het Rijksdaggebouw. Hitler haalde Hindenburg over om de noodtoestand af te kondigen. Dan was de grondwet even niet geldig, het parlement machteloos en kwam alle macht aan de zittende regering. Toen barstte de terreur van de twee bewapende afdelingen van de partij, de Sturmabteilung (SA) en de Schutzstaffel (SS) los. Maar ondanks de terreur en propaganda haalde de NSDAP maar 44%, geen meerderheid dus. Hitler vroeg nu het parlement om hem bijzondere bevoegdheden te geven. De Rijksdag stemde toe. Het betekende het einde van de democratie en vrijheid in Duitsland.
Duitsland veranderde van een parlementaire democratie in een dictatuur. Duitsland werd een totalitaire staat waarin alles doordrenkt was van de nazi-ideologie. Meisjes werden voorbereid op hun taak als huisvrouw, en jongens moesten militair worden. Als massacommunicatiemiddel werden de radio en film ingezet. Goebbels liet goedkope radio produceren, zodat alle Duitsers zijn propagandapraatjes kon beluisteren.
De NSDAP werd de enig toegestane partij. Ook de vakbonden werden verboden. In plaats van de vakbonden kwam het Deutsche Arbeitsfront, een massaorganisatie van werknemers en werkgevers, die van de nazi’s was.
Wie het niet eens was met de nazi’s, werd door de Sicherheitsdienst (SD) en de Geheime Staatspolizei (Gestapo) vervolgd en opgesloten in concentratiekampen. Joden, zigeuners, homofielen en verstandelijk gehandicapten leden ook onder deze terreur. In instellingen voor gehandicapten begon een euthanasieprogramma.
In de nacht van 9 op 10 november 1938 werden synagogen in brand gestoken, bij Joodse winkels de ramen ingegooid, de winkels geplunderd, en honderden Joden vermoord. Door de kapotte ruiten werd deze nacht Kristallnacht genoemd. De Kristallnacht was een wraakactie voor de aanslag op de Duitse ambassadeur in Parijs.
Propaganda: Reclame voor politieke doeleinden.
Ideologie: Stelsel van ideeën, die onderling samenhangen.
Nationaalsocialisme: Ideologie van Hitler en zijn NSDAP. Antisemitisme, sterk nationalisme en totalitaire dictatuur met persoonsverheerlijking.
Fascisme: Ideologie van Mussolini, algemeen begrip voor ideologie met totalitaire dictatuur, nationalisme en ontbreken van vrijheid van meningsuiting.
Racisme: De opvatting dat het ene ras beter is dan het andere. Hieruit vloeit discriminatie voort.
Antisemitisme: Haat gericht tegen de Joden en hun invloed op de maatschappij.
Totalitair/totalitaire staat: Het totale doen en laten wordt bepaald door de staat.
4.4, de Tweede Wereldoorlog
Hitler voerde in 1935 de dienstplicht in, en in 1936 legerde hij troepen in het Rijland. Dit was tegen het Verdrag van Versailles in. Ondertussen liet Hitler in het geheim vliegtuigen en marineschepen bouwen. De herbewapening in Duitsland kwam op gang. Eerst werd de Oostenrijkse president Schussnigg zo onder druk gezet, dat hij de Oostenrijkse nazi Seyss-Inquart tot kanselier benoemde. Even later trokken Duitse troepen het land binnen en werd Oostenrijk in bezit genomen (1938). Ook dit was tegen het Verdrag van Versailles.
Daarna was Tsjecho-Slowakije aan de beurt. In het westen van dit land woonden Duits sprekenden, de Sudeten-Duitsers. Hitler deed net alsof de Sudeten-Duitsers ernstig gediscrimineerd werden. Hij dreigde binnen te vallen. En om een oorlog te voorkomen werd in november 1938 een conferentie gehouden. Hitler kreeg zijn zin en mocht Sudetenland inlijven.
De politiek van sussen en toegeven, de appeasementpolitiek, hielp echter niet. Een tijdje later nam Hitler heel Tsjecho-Slowakije in en in 1939 was Polen aan de beurt. Hitler wist dat als hij Polen zou binnenvallen, Stalin dat absoluut niet zou nemen. Dus hij sloot een
niet-aanvalsverdrag met Rusland, het Non-agressiepact (24 augustus 1939). In het geheim verdeelde ze daarbij onderling Polen. Op 1 september 1939 viel Duitsland Polen binnen. Daardoor verklaarde Engeland op 3 september 1939 de oorlog aan Duitsland, gevolgd door Frankrijk. In het voorjaar van 1940 begon de Duitse aanval op West-Europa. Duitsland veroverde Denemarken en Noorwegen. Daarna werden Nederland, België en het grootste deel van Frankrijk bezet.
Op 22 juni 1941 begon Hitler zijn kruistocht tegen het communisme. Rusland zou voor de winter van 1941 verslagen zijn, dus gaf Hitler zijn soldaten geen winterkleren mee. Het ging razend snel en Stalin wist zich geen raad. Toen de winter inviel, kwam het Russische tegenoffensief. Honderdduizenden Duitse soldaten stierven door de kou.
Bij Hitlers kruistocht trokken Einsatzgruppen vlak achter de Duitse linies mee: speciale troepen die Joden moesten opsporen en vermoorden. Het was het begin van de genocide op Joden. In Polen kwamen grote concentratiekampen, waarin Joden, zigeuners en homofielen moesten worden omgebracht. Het waren ook werkkampen. Ook in de treinen werden Joden vergast.
Op 7 december 1941 werd Pearl Harbor (Amerikaanse Marinebasis) onverwachts gebombardeerd door Japanse torpedovliegtuigen. Japan had tekort aan grondstoffen, en die waren in Azië en Nederlands-Indië te vinden. In de ’30 hadden Japanners al een deel van China bezet, en nu waren de Engelse, Franse en Nederlandse koloniën aan de beurt. Daarvoor moest eerst de Amerikaanse Stille Oceaan uitgeschakeld worden. Hitler verklaarde nu ook de oorlog aan Amerika en de oorlog werd daarmee vanaf december 1941 een wereldoorlog, de Tweede Wereldoorlog.
- Amerikanen versloegen de Japanners in de Stille Zuidzee bij de Midway-eilanden.
- 6 juni 1944, de lang verwachte invasie, het lukte om in Normandië aan land te komen en de opmars richting Berlijn werd ingezet. Van twee kanten, de Russen vanuit het oosten en de andere geallieerden vanuit het westen.
- 2 mei 1945, het Rode Leger stond in hartje Berlijn.
- Hitler pleegde zelfmoord in zijn bunker.
- Op 8 mei 1945 gaven de Duitsers zich over.
De oorlog in Europa was voorbij.
In Azië ging de oorlog nog door. Uit angst voor het verlies van de levens van nog eens honderdduizenden soldaten besloot de Amerikaanse president Truman de in het geheim ontwikkelde atoombommen in te zetten. Op 6 augustus werd dit massavernietigingswapen voor het eerst afgeworpen boven Hirosjima. Veel Japanse burgers kwamen om. Omdat de Japanse regering zich nog niet over gaf, werd er nog een atoombom gegooid, boven Nagasaki. Keizer Hirohiti gaf het nu op. Op 15 augustus 1945 was de Tweede Wereldoorlog afgelopen.
Appeasementpolitiek: Engeland en Frankrijk gaven steeds toe aan de wensen van Hitler. Ze wouden geen oorlog.
Genocide: Volkerenmoord.
Tweede Wereldoorlog: Oorlog waaraan landen uit meerdere continenten deelnamen, 1935-1945.
4.5, Nederland in bezettingstijd.
Op 10 mei 1940 vielen de Duitse legers Nederland binnen. De Duitsers werden tegengehouden bij de Grebbelinie en bij de Afsluitdijk en mariniers vochten om de Maasbruggen in Rotterdam. De tegenstand werd gebroken door een terreurbombardement op Rotterdam. Generaal Winkelman tekende op 15 mei 1940 de overgave en de regering week uit naar Engeland.
In 1940 moesten ambtenaren door de Ariërverklaring te ondertekenen verklaren geen jood te zijn. In 1941 werden alle politieke partijen verboden behalve de Nationaal Socialistische Beweging (NSB) van Anton Mussert. NSB’ers vervingen onwillige burgemeesters, werken voor bezetter en verraadden tegenstanders van de Duitsers. Dat heet collaboratie. Tienduizenden vochten mee aan het oostfront tegen Rusland in 1941.
Toen begon de deportatie via kamp Westerbork, waar Joden wachtten op de trein die elke dinsdag duizenden Joden naar de werk- en vernietigingskampen bracht. Ongeveer 102000 Joden zijn in concentratiekampen omgekomen.
Na de aanval op Hirosjima begon de Japanse opmars in de Europese koloniën. De Nederlandse vloot vocht nog tegen de Japanners, maar de kolonie moest begin februari 1942 worden overgegeven aan de bezetter. De Nederlanders werden opgesloten in kampen of moesten dwangarbeid verrichten. De Indonesische bevolking was niet eensgezind. Sommigen pleegden collaboratie, sommige pleegden verzet. Duizenden Nederlandse vrouwen en meisjes werden meegenomen als ‘troostmeisjes’. Pas op 15 augustus 1945, drie maanden nadat de Duitsers zich hadden overgegeven, werd ook de kolonie bevrijd. Doordat er gebrek was aan Nederlandse troepen, namen Engelse militairen de zaak waar. Zij zorgen voor ontwapening van de Japanners.
In september 1944 bereikten de bevrijders Limburg. De hoop groeide in bezet Nederland, maar bij Duitsers en NSB-ers sloeg de paniek toe. Op Dolle Dinsdag sloegen zij op de vlucht naar Duitsland. Maar het zou toch nog lang duren voor de bevrijding kwam. De geallieerden richtten zich nu eerst op Duitsland zelf en lieten Nederlands links liggen. Het Nederland van boven de grote rivieren ging een barre Hongerwinter tegemoet. Duizenden mensen stierven.
In mei 1945, toen Berlijn viel, kwam dan eindelijk de bevrijding ook voor de rest van Nederland. Grote delen van Nederland waren verwoest en leeggeplunderd. Het grootste deel van zijn Joodse bevolking was gruwelijk vermoord. De wederopbouw moest beginnen.
Collaboratie: Verraad plegen door mee te werken met de Duitse bezetter.
Verzet: Actief of passief tegenstand bieden tegen de Duitse bezetter.
Accommodatie: Je aanpassen aan de bezetting, om te proberen die door te komen. Niet in verzet komen en niet collaboreren.
1918; november: Wilhelm II treedt af, wapenstilstand, begin Weimarrepubliek
1919; Vrede van Versailles
1922; Mussolini dictator in Italië, voorbeeld voor Hitler
1924; Dawesplan
1929; 24 oktober: Beurscrisis New York
1933; Roosevelt gekozen tot president van Amerika
1933; Begin New Deal politiek voor herstel Amerikaanse economie
1933; januari: Coalitieregering met NSDAP en Hitler als rijkskanselier
1935; Hitler voert dienstplicht in
1938; Anschluss Oostenrijk bij Duitsland
1938; november: Conferentie van München
1939; september: Hitler valt Polen aan
1940; voorjaar: Duitsland valt West-Europa aan
1941; Begin Holocaust Nederlandse Joden
1941; juni: Operatie Barbarossa (Hitler’s kruistocht)
1941; december: Aanslag op Pearl Harbor (Amerikaanse haven)
1942; januari: Japan overvalt Nederlands-Indië
1942; winter: Slag om Stalingrad door Russen gewonnen
1944; juni: D-Day
1945; mei: Russen in Berlijn
1945; augustus: Atoombommen op Hirosjima en Nagasaki
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
H.
H.
thanks
12 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
maak ook ff 1 van hoofdstuk 3
12 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
Bedankt voor de samenvatting! Dit scheelt me een hoop tijd die ik weer kan gebruiken voor een andere samenvatting ;)
11 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
dankjewel!
11 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Dit is echt tegek voor woorden.
ONG je bent echt me redder in nood.
In 5 minuten moest ik antwoord op alle deelvragen geven van minimaal 1 pagina. Door me grote handschrift luk dit makkelijk met jou topverslag.
Heel erg bedankt en geef ff van alle hoofdstukken zo'n verslag. Xx je beste en coolste fan.
10 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
legend, hero, net 7,9 binnengehengelt door jou:)
6 jaar geleden
AntwoordenChloƫ
Chloƫ
echt, je bent een held
4 jaar geleden
Antwoorden