Samenvatting geschiedenis Interbellum en 2e Wereldoorlog
Interbellum
Paragraaf 1
Russische revolutie-> 1917, de Tsaar werd gedwongen afstand van de troon te doen. De communisten namen de macht, deze vonden dat iedereen evenveel macht moest hebben en dat er geen privé bezitten meer waren-> alles was van iedereen.
De 1e leider na de revolutie van Lenin, deze gaf Rusland een nieuwe naam-> Sovjet Unie om de tegenstanders van het communisme op te pakken stelde hij een geheime politie. Als er dan wat negatiefs werd gezegd over het communisme werd deze opgepakt en gemarteld. Daarna kwam de straf voor die mensen: doodstraf of verbanning naar de Goelag.
Goelag-> concentratiekampen (vooral in Siberië). Het volk leefde hierdoor in angst en daarom werd de Sovjet-Unie een Totalitaire samenleving-> samenleving waarin de overheid alle macht heeft.
Na Lenin kwam een nieuwe leider-> Stalin. Maar hij was paranoïde, en zag overal vijanden. Omdat hij zo was werd de geheime politie tegen willekeurige mensen gewelddadig of je nou schuldig was of niet. Zo ontstond er Terreur-> geweld tegen willekeurige personen. Daarom dachten veel mensen wanneer iemand opgepakt werd dat ze waarschijnlijk wel aan iets schuldig waren. Om die gedachte te behouden organiseerde Stalin showprocessen-> oneerlijke rechtszaak waarbij de uitkomst al bekend is.
Ook voerde Stalin een planeconomie in-> fabrieken niet zelf beslissen wat ze produceren maar de overheid. De reden hiervan was dat de overheid dan kon zien wat het land nodig had. De bedoeling ervan was dat de Sovjet Unie dan meer zou produceren dan andere landen en zo welvarender zou worden. Als bedrijven niet de productiedoelen haalden werden ze gezien als vijand.
Paragraaf 2
Na de 1e WO-> economie ging goed in VS, bedrijven maakten enorme winsten dus kochten veel mensen aandelen. Maar in 1929 zagen mensen dat de prijs hiervan te hoog werd en verkochten ze dan weer, daarom werden anderen ook bang en verkochten ze ook. Daarom daalden de koersen in 1 keer heel snel en ontstond er een Beurskrach-> aandelen in 1 klap minder geld waard. Als gevolg konden de mensen niet veel uitgeven en verkochten bedrijven minder en moesten ze mensen ontslaan-> veel werklozen-> nog minder verkocht-> Failliet
Economische crisis in VS-> 1929, slaat over naar EU, vooral in Duitsland omdat ze de schuld van de 1e WO nog hadden gingen ze om dat nog te betalen steeds meer geld drukken daardoor werd het geld steeds minder waard.
Duitsland werd Republiek van Weimar, maar deze kon de crisis ook niet aan dus wouden Duitsers sterke leider net zoals in Italië. Daar was Mussolini aan de macht, zijn aanhangers waren Fascisten. Ze hadden 3 belangrijke waarden:
· Geen democratie maar sterke leider
· Nationalisme is goed
· Geweld is goed
Redenen waarom ze hem volgden: arbeiders omdat hij ze een beter leven zou geven, rijken omdat hij een hekel aan communisme had, katholieken omdat hij tegen godsdienst was.
1922-> Mussolini minister-president
Propaganda-> reclame voor politieke ideeën. Maakte Mussolini veel gebruik van d.m.v. posters, radio, toespraken, bijeenkomsten, foto’s en films.
Persoonsverheerlijking-> reclame voor politieke leider, belangrijk onderdeel fascisme.
Paragraaf 3
NSDAP: Kort na 1e WO opgericht met als leider Hitler
Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij.
Hitler hamerde in deze partij steeds op de kernpunten van Nationaal socialisme:
· Duitsland moet weer een sterke leider krijgen.
· Nationalisme-> trots op je eigen land
· Lebensraum-> leefruimte, de inwoners van Duitsland hadden meer gebied nodig om te wonen maar ook voor landbouw en industrie.
· Geweld gebruiken is een goede manier om je doel te bereiken
· Jodenhaat-> antisemitisme
Antisemitisme is een onderdeel van rassenleer-> Hier worden mensen beoordeeld op hun afkomst. Mensen die van de Germaanse volken afstamden werden gezien als Übermenschen deze waren volgens NSDAP aanhangers meer waard dan anderen. Mensen die niet van de Germanen afstamden werden Untermenschen genoemd. maar ook psychiatrische patiënten en homo’s waren Untermenschen.
1930 en 1932-> NSDAP grote verkiezingsoverwinningen
1933-> Hitler rijkskanselier
1934-> Hitler allerheerser, hij liet zichzelf Führer noemen.
Om te zorgen dat mensen niet in opstand zouden komen begon Hitler een
gelijkschakeling:
· Alle politieke partijen behalve NSDAP verboden
· Leiders van scholen, jeugdverenigingen, musea, etc. moesten nazi zijn
· Schoolboeken herschreven, alleen dingen die Hitler goed vond erin
Er ontstond een strenge Censuur-> alles werd gecontroleerd door de nazi’s en alles wat niet overeen kwam met hun ideeën mocht niet gepubliceerd worden. Ook boeken die volgens hun slecht waren werden verboden. Zo kwam er indoctrinatie-> mensen alleen bepaalde ideeën laten horen en zien zodat ze die zonder na te denken geloven.
Mensen die zich verzetten werden streng gestraft, zo werd enkele maanden nadat Hitler rijkskanselier werd als concentratiekampen geopend, eerst alleen tegen verzetters. Maar al snel volgde terreur tegen de Joden.
1935-> Neurenberger rassenwetten ingevoerd. Hierin stond precies wie geen echte Duitsers waren, mensen die dit niet waren kregen veel verboden opgelegd:
· Geen seks met Duitsers
· Geen Duitsers als werknemers aannemen
· Niet voor de overheid werken
Paragraaf 4
Ook NL kreeg te maken met de crisis, er waren veel werklozen en failliete bedrijven. Daarom besloot de overheid om de werklozen in te zetten voor werkverschaffingsprojecten, daar betaalden de overheid de werklozen een laag loon, net genoeg om een gezin te onderhouden.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden