Kiesrecht |
Geloof |
Inkomen |
|
Socialisme |
Voor |
Geen want geloof is slecht |
Gelijk want iedereen is gelijk |
Liberalisme |
Voor ; je moest wel een opleiding hebben gehad. |
Eigen keuze |
Verschil in inkomen is goed |
Conservatisme |
Tegen ; degene die de macht had, heeft dit aan god te danken |
Christelijk |
Verschil ; het is heel normaal |
Socialisme belangrijkste punten:
-
vooral gelijkheid is belangrijk
-
alle productiemiddelen zijn in handen van alle mensen
-
De opbrengst van de producten moet eerlijk onder iedereen worden verdeelt
Belangrijkste punten van Carl Marx:
-
de economische verhoudingen maken uit wie de macht in handen heeft
-
Als de economische verhoudingen veranderen ontstaat er een klassenstrijd
-
Hij dacht dat het kapitalisme zijn eigen ondergang zou veroorzaken maar dat idee kwam niet uit.
-
Toen dat idee niet uitkwam zagen de marxisten 2 mogelijkheden : en revolutie organiseren of gebruik maken van de democratie.
Belangrijkste punten het conservatisme:
-
de ouders, het onderwijs , kerken en de regering hebben invloed op het goed gedrag van de mensen
-
De overheid moet het algemeen belang beschermen
-
Als de benedenlaag in armoede leeft, dan moet de overheid te hulp komen
-
Kiesrecht moet er alleen zijn voor de bovenlaag
-
Het is goed dat de samenleving verdeeld is in verschillende bevolkingslagen
-
Grote en snelle veranderingen zijn verkeerd
Belangrijkste punten van het liberalisme:
-
de overheid moet maar weinig taken hebben
-
Politieke vrijheid voor veel meer mensen → de burgers moeten het recht hebben om zelf een grondwet op te stellen
-
grote economische vrijheid
-
volledige vrijheid van godsdienst
-
alle burgers hebben recht op kiesrecht
Feminisme:
-
gelijke rechten in het gezin
-
voor meisjes dezelfde mogelijkheden in het onderwijs als voor jongens
-
voor vrouwen dezelfde beroepen als voor mannen
-
voor vrouwen hetzelfde loon als mannen voor hetzelfde werk
-
kiesrecht ook voor vrouwen
Het nationalisme:
-
het zelfbeschikkingsrecht → ieder volk moet het recht hebben om zijn eigen staat te vormen
-
volkssoevereiniteit → ieder volk moet het recht hebben om zijn eigen bestuur te kiezen
-
staatsnationalisme → het streven van regeringen om een nationaal gevoel bij de bevolking van hun staat tot stand te brengen
Het imperialisme:
-
het zoeken naar grondstoffen → voor de industrie waren naast arbeiders ook grondstoffen nodig
-
Het zoeken naar afzetgebieden → omdat fabrieken meer produceerden dan in europa verkocht kon worden ging men buiten Europa op zoek naar plaatsen waar ze producten konden verkopen
-
het verkrijgen van de macht
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden