In Frankrijk woonden in 1750 ongeveer 24 miljoen mensen. Frankrijk was in de middeleeuwen een echte standensamenleving.
Er waren drie standen
- De geestelijkheid was de eerste stand. Zij hadden de taak om te bidden voor de veiligheid van iedereen.
- De adel was de tweede stand. Zij hadden de taak om te strijden voor de veiligheid van iedereen.
- De rest van de bevolking was de derde stand. De toplaag bestond uit de bourgeoisie of de rijke burgerij, zoals kooplieden, rechters en bankiers. Zij moesten belasting betalen de 2e
en de 1e stand hoefde dat niet. Ongeveer 85 procent van de bevolking bestond uit arme loonarbeiders.
De eerste en de tweede stand hadden voorrechten: privileges.Zij kregen goede banen zoals werken in de kerk, het bestuur, het leger. Mensen uit de derde stand hadden geen privileges en moesten belasting betalen voor de koning en de kerk. Door de vele plichten, armoede en honger waren veel boeren ontevreden. Naast die ontevreden heden waren er nog meer
problemen, het geld was op! De koning Lodewijk xvi riep daarom in 1789 de vertegenwoordigers van de drie standen bij elkaar ook wel de de Staten-Generaal genoemd. Dit was het begin van een grote verandering.
Links
https://www.youtube.com/watch?v=7N2uMRp_NgY http://geschiedenisonline.nl/revolutie-in-frankrijk
De achttiende eeuw werd de eeuw van de Verlichting genoemd. Denkers uit de Verlichting vonden dat je over alles na moest denken en niet moest luisteren naar wat de koning zei. Ook over het bestuur hadden de verlichte denkers een duidelijke mening. Ze waren het niet eens met de redenering dat de koning door god is aangewezen en daardoor al zijn [ de koning] beslissingen goed zijn. Ze vonden dat mensen vrij en gelijk geboren zijn. De Engelsman John Locke schreef in 1690 dat je er dus voor moet zorgen dat de koning geen absolute macht heeft. Hij wilde dat de macht werd
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden