Hoofdstuk 2: Grieken en Romeinen

Beoordeling 6.3
Foto van Alec
  • Samenvatting door Alec
  • 4e klas vwo | 1964 woorden
  • 22 februari 2015
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
11 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Stap in jouw toekomst

Kom naar de Open Avond van Inholland op woensdagavond 29 maart van 17:00 - 20:00 uur. Proef de sfeer en ontdek onze opleidingen.

Meld je aan!

2.1 De Griekse wereld,

De Griekse geschiedenis gaat terug naar 2000 v.Chr. wanneer er op Kreta al een heuse cultuur tot bloei komt: De Minoische. Op Kreta lagen havens, stonden prachtige paleizen en waren deze prachtig versierd met muurschilderingen. Op het vasteland kwam de stad Mycene op met zijn dikke stadsmuren zijn machtige vorsten. Vanaf 1200 v.Chr. komt Griekeland in de donkere eeuwen te zitten waarin er veel boerengemeenschappen zijn die de bakermat vormen voor de latere poleis. Vanaf 850 v.Chr. komen de poleis op, dit zijn stadstaatjes met omringend land. Poleis is het meervoud voor een polis. Door voedseltekorten trokken veel Grieken weg naar de nieuwe koloniën die zich rond de middellandse zee waren gesticht. Na verloop van tijd werden deze machtiger dan de eigen originele polis. Ondertussen kwamen er ook andere rijken op die het stichten van koloniën moeilijker maakten. Een van die machtige rijken is die van de Perzen, dít rijk strekt zich uit van Turkije tot de Indus. En van Egypte tot het huidige Centraal Azië. Het begon met de opstand van de overzeese kolonie Ionie die in opstand kwam tegen de Perzen met de steun van de Griekse Poleis. Als gevolg hiervan begonnen de perzen een oorlog met de Griekse Stadstaten, die normaal allemaal onderlinge conflicten hadden en nu samenwerkten die uitliep op een overwinning van de Griekse Stadstaten. Athene was een van de steden die enorm had geleden onder de oorlog tegen de perzen. Zij herbouwden hun stad onder leiding van de staatsman Perikles die de Akropolis liet bouwen. Ze wilde nu iedereen laten zien dat zij machtig waren en richten met een aantal andere steden aan de zee een alliantie op om elkaar te steunen. De bond kreeg de naam delische bond vanwege de locatie delos een eiland in de Egeïsche zee waar het geld van de bond bewaard lag. In de praktijk was Athene de oppermachtige baas en maakte binnen de bond de dienst uit. In het nieuwe Athene kwamen volop nieuwe kunstenaars, filosofen en specialisten op diverse terreinen. Hierdoor werd Athene in de 5de eeuw v.Chr. het culturele centrum van de Griekse wereld. De bouwkunst die hier werd gebruikt bleef nog jaren, ook na dat ze hun macht waren krijtgeraakt gebruikt ook in de Romeinse tijd. Daarom noemen we het Klassiek, het is van blijvende waarden. Op het gebeid van wetenschap was Athene hoog ontwikkeld, men begon verklaringen te zoeken voor natuurverschijnselen in plaats van het af te schuiven op de Goden. Zo bedacht Pythagoras dat de wereld uit te drukken was in getallen en cijfers en kwam Demokritos tot de conclusie dat de oerstof een stof is die niet meer te verdelen is en daarom noemde hij het atoma (ondeelbaar). Ook op gezondheidsgebied waren er Grieken die dachten dat er een natuurlijke oorzaak was voor ziektes. Een van die artsen was Hippokrates die een artsenschool oprichtte op het eiland Kos. Hij bedacht dat er vier lichaamssappen waren die het lichaam in evenwicht hielden: slijm, bloed, gele gal en zwart gal. Tot in de 19de eeuw was dit voor veel artsen algemeen geaccepteerd. Het politieke systeem was in de meeste Poleis zo dat de adel, koningen of een kleine groep mensen de macht had voorbeeld hiervan is Sparta waar men 2 koningen had en een raad van rijke adel. Athene was hierop een uitzondering die vanaf de 5de eeuw een democratie was geworden waarin vrije mannen konden meebeslissen. Ze hadden eerste een bestuur geregeerd door de rijke adel ook wel hoplieten. Maar door de democratie waren alle functies open voor aal burgers met burgerschap hieronder vielen vrij mannen, dus  niet vrouwen, slaven, kinderen en mensen van buiten Athene. Vrijheid en Gelijkheid waren de twee belangrijkste woorden binnen de Atheense democratie. Vrijheid vanwege de mogelijkheid om politiek actief te zijn en vrij te kunnen spreken in het openbaar en gelijkheid om wille va het feit dat alle mannen rijk of arm voor de wet gelijk waren. Wie mee wilde beslissen moest wel aanwezig zijn bij de vergadering ook wel een directe democratie. Hierdoor trokken rijke Atheners weg naar andere steden waar de adel het nog wel voor het zeggen had zoals Sparta waar aristocratie het nog voort zeggen had. Toen in 431 v.Chr. de Peloponnesische oorlog uitbrak raakten de twee machtsblokken onder leiding van Athene, die een goed gevulde kas had en de macht op zee had en Sparta, die de meeste staatjes op het vasteland hadden, met elkaar in oorlog. Deze werd uiteindelijk gewonnen door Sparta die een einde maakte aan de democratie. Er kwam een Spartaans gezinde oligarchie aan de macht, een regering van een kleine groep mensen. De regering ook wel de Dertig genoemd werden al snel in Athene gehaat en binnen een jaar werd de democratie in ere hersteld. Sparta dat als overwinnaar naar voren was gekomen was zo verzwakt dat het de andere poleis niet meer kon onderwerpen en uiteindelijk zelf werd onderworpen door de koning Philippos van Macedonië in 338 v.Chr. Hiermee was de periode van zelfstandigheid van de Griekse poleis voorbij.

2.2 Het Hellenisme,

 Nadat koning philippos de grieken had verslagen besloot hij samen met hen een nieuwe grote oorlog te beginnen tegen de Perzen een oude vijand van de girken. Dat hij bedacht om een een nieuwe oorlog te beginnen kwam doordat hij wou voorkomen dat de girken in opstand zouden komen en weer onafhankelijk zouden worden. Nog voor hij de plannen kon uitvoeren stierf hij en werd opgevolgd door zijn zoon Alexander. Alexander vervolgde de plannen van zijn vader en in 334 v.Chr. versloeg hij de  perzen en veroverde de gebieden op de perzen. Hij stichtte vele steden o.a. Alexandrië in Egypte. Hij stopte bij de Indus waar zijn soldaten niet verder durfde aangezien de meeste toen geloofde dat de aarde plat was en ze er anders van af zouden vallen en dat daar de hel beginnen. Op zijn terug reis organiseerde hij een grote bruiloft tussen Grieken en perzen om zo de culturen te mengen. In de praktijk werkte het niet en vormde de Grieken een aparte groep die vaak de hoge functies beklede. Na de dood van Alexander in 323 v.Chr. werd zijn rijk in drieën verdeeld onder de ruziënde generaals. Het gebied van Griekenland en Turkije, het gebied rondom Egypte en een in Azië. De verspreiding van die Griekse cultuur noemen we het hellenisme. Het komt van Hellas wat Griekenland betekent. In Egypte vormde de Griekse bevolking de bovenlaag en bestuurde het land. Als Egyptenaar moest je dan Grieks leren om een hoge functie te kunnen veroorloven. Alexandrië de hoofdstad van het Ptolemaeënrijk, lag op een zeer gunstige plek aan het water, het had  een eilandje voor de kust waar een van de zeven wereldwonderen werd gebouwd: de Vuurtoren van Pharos. Dit was een 150 meter hoge vuurtoren die dag en nacht branden en als een bakermat overdag diende en ’s nachts als vuurtoren om schepen veilig te leiden. In Alexandrië kwam ook de wetenschap op, deze leverde weer nieuwe ontdekkingen op door artsen zoals: Herophilos en Erastratos. De Hellenisering vinden we ook terug bij het joden. Het jodendom is de oudste monotheïstische godsdienst en vormde in de oudheid een uitzondering ten aanzien van alle anderen religies die polytheïstisch waren. Nadat ze als slaven uit hun moederland waren gehaald vormde ze een diaspora: een volk verspreid over vele landen. Nadat ze hun vrijheid terug kregen besloten veel joden naar Alexandrië te trekken die op dat moment het centrum vormde voor wetenschap. Al snel wordt ook bij hun Grieks belangrijker dan het eeuwenoude Hebreeuws en besluiten sommige dat ze het heilige boek de Thora willen vertalen in het Grieks. Toch bleven de joden in de ogen van de Egyptenaren een aparte groep binnen de maatschappij en waren er tot in de romeinse tijd onderlinge ruzies.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen

 Nadat koning philippos de grieken had verslagen besloot hij samen met hen een nieuwe grote oorlog te beginnen tegen de Perzen een oude vijand van de girken. Dat hij bedacht om een een nieuwe oorlog te beginnen kwam doordat hij wou voorkomen dat de girken in opstand zouden komen en weer onafhankelijk zouden worden. Nog voor hij de plannen kon uitvoeren stierf hij en werd opgevolgd door zijn zoon Alexander. Alexander vervolgde de plannen van zijn vader en in 334 v.Chr. versloeg hij de  perzen en veroverde de gebieden op de perzen. Hij stichtte vele steden o.a. Alexandrië in Egypte. Hij stopte bij de Indus waar zijn soldaten niet verder durfde aangezien de meeste toen geloofde dat de aarde plat was en ze er anders van af zouden vallen en dat daar de hel beginnen. Op zijn terug reis organiseerde hij een grote bruiloft tussen Grieken en perzen om zo de culturen te mengen. In de praktijk werkte het niet en vormde de Grieken een aparte groep die vaak de hoge functies beklede. Na de dood van Alexander in 323 v.Chr. werd zijn rijk in drieën verdeeld onder de ruziënde generaals. Het gebied van Griekenland en Turkije, het gebied rondom Egypte en een in Azië. De verspreiding van die Griekse cultuur noemen we het hellenisme. Het komt van Hellas wat Griekenland betekent. In Egypte vormde de Griekse bevolking de bovenlaag en bestuurde het land. Als Egyptenaar moest je dan Grieks leren om een hoge functie te kunnen veroorloven. Alexandrië de hoofdstad van het Ptolemaeënrijk, lag op een zeer gunstige plek aan het water, het had  een eilandje voor de kust waar een van de zeven wereldwonderen werd gebouwd: de Vuurtoren van Pharos. Dit was een 150 meter hoge vuurtoren die dag en nacht branden en als een bakermat overdag diende en ’s nachts als vuurtoren om schepen veilig te leiden. In Alexandrië kwam ook de wetenschap op, deze leverde weer nieuwe ontdekkingen op door artsen zoals: Herophilos en Erastratos. De Hellenisering vinden we ook terug bij het joden. Het jodendom is de oudste monotheïstische godsdienst en vormde in de oudheid een uitzondering ten aanzien van alle anderen religies die polytheïstisch waren. Nadat ze als slaven uit hun moederland waren gehaald vormde ze een diaspora: een volk verspreid over vele landen. Nadat ze hun vrijheid terug kregen besloten veel joden naar Alexandrië te trekken die op dat moment het centrum vormde voor wetenschap. Al snel wordt ook bij hun Grieks belangrijker dan het eeuwenoude Hebreeuws en besluiten sommige dat ze het heilige boek de Thora willen vertalen in het Grieks. Toch bleven de joden in de ogen van de Egyptenaren een aparte groep binnen de maatschappij en waren er tot in de romeinse tijd onderlinge ruzies.

2.3 Imperium Romanum

Dit wil je ook lezen:

Het oude Rome is al eeuwen oud en vormde vanaf het begin al het centrum van het rijk. Rome begon al een monarchie waarvan weinig bekend is. Wel is bekend dat de laatste koning in 509 v.Chr. is verjaagd en vanaf dan ontstaat er een republiek. Ze ontwikkelde zich in Italië tot een grootmacht en veroverde steeds meer gebeid. Tot ze stuitte op verzet van een volk dat ook machtig was en zijn hoofdstad had in het huidige Tunesië: Carthago. Na de overwinning op Carthago begint de grootste gebiedsuitbreiding in de romeinse geschiedenis. In de volgende twee eeuwen zouden de hellenistische rijken, Spanje en Noord-Afrika ook in bezit komen en spreken we dan van een Imperium, een groot rijk. Met die veroveringen kwam er ook veel meer mee zoals de Griekse kunst en cultuur.   De romeinen keken op tegen de Grieken. De ruziënde generaals in het romeinse leger luidde het einde in van de republiek en na twee burgeroorlogen kwam Octavinanus uit de bus als overwinnaar. Pompeius en Caesar hadden in de eerste burgeroorlog gevochten en Caesar won, maar werd op last van de senaat vermoord. De senaat had samen met de consuls in de republiek de macht. Het was een oligarchisch bestuur. Hierna won het neefje van Caesar in de twee burgeroorlog het van de andere en werd keizer. Hiermee begon 27 v.Chr. het Keizerrijk. Dit zou duren tot 476 n.Chr. wanneer het West-Romeinse ijk ophoudt te bestaan. Tijdens de regeerperiode van Augustus kwam het christendom op, dit door de dood van Jezus. Ze gingen zich christen noemen naar de Griekse woorden christos dat gezalfde betekende. Het kreeg vooral vast voet in het oosten van het rijk, maar ook in het westen werd het steeds bekender en onder de armen, vrouwen en slaven bekeerde vele zich tot het christendom.

De Romanisering van het Romeinse ijk begon door het vestigde van de romeinen in overwonnen gebieden waar oude heerser dezelfde rechten wilde en ook veel welvaart wilde. Overal langs het rijk werden grenzen aangelegd soms waren het natuurlijke grenzen zoals: woestijnen of bergen of rivieren. Soms ook doormiddel van een muur zoals: de muur van Hadrianus die Schotland en Engeland verdeelde. In onze streken kwamen ze ook en stichtte diverse steden langs wegen.   In deze contreien koppelde ze de goden van de romeinen en die van de Germanen aan elkaar . 

2.4 De late Oudheid

Vanaf het einde van de tweede eeuw vielen grote groepen Germanen het rijk binnen en plunderde de steden en vestigde zich daar. Steeds meer groepen volgde en het was bijna niet meer te doen om ze tegen te houden en generaals grepen met hun legers de macht. In een korte periode waren er wel 50 keizers geweest, die vaak in een klein gebied regeerde.  Langs alle grenzen begonnen zich daarna groepen te verzamelen en deze ramp werd richting het opkomend christendom geschoven. Er volgde enorme christenvervolgingen  in de eerste eeuw tot keizer Trajanus bepaald dat ze niet meer vervolgt mogen worden. Ze blijven tweede rang burgers en hebben geen rechten. Keizer diocletianus besluit het rijk in tweeën te delen met ieder een aparte keizer in het oosten en het westen. In 306 n.Chr. tekent keizer Constantijn het edict van Milaan dat christen evenveel rechten geeft als romeinen en laat zich op zijn sterfbed bekeren tot het christendom. Rond 375 n.Chr komen de Hunnen een volk uit het oosten die de Germanen als het ware door de grenzen van het rijk drukken en nog veel meert chaos laten uitbreken. Dit gebeurd in de 5de en 6de  deze periode noemen we de periode van volksverhuizingen. In 476 n.Chr zetten de Germaanse generaals de laatste west–romeinse keizer af en spreken niet meer van de oudheid maar van de middeleeuwen.     

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Alec