Geschiedenis samenvatting en begrippen H2.
Begrippen:
-Burgerschap- Waarden en normen.
-Christendom- Afgeleid van Christus, die de stichter was van het Christendom. De christenen geloven in één God.
-Imperium- Een gebied die onder de macht was van de Romeinen, en die de Romeinen veroverd hadden. Een groot rijk.
-Jodendom- Godsdienst, waarvan de aanhangers Joden heten. Ze geloven net zoals het Christendom in één God, hun regels enz. staan beschreven in de 10 geboden, de Joodse bijbel heet de Tanach.
-Klassiek- De Grieks-Romeinse cultuur.
-Monotheïsme- Het geloven in één God.
-Politiek- De manier waarop mensen dat land besturen. (politiek is afkomstig van polis). En alles wat te maken heeft met het bestuur.
-Stadstaat- Staat die apart lag door natuurlijke omstandigheden, zoals bergen. Het is een stad met omliggende gebieden die erbij horen.
-Wetenschap- Wat mensen weten en onderzoeken.
Ontwikkelingen:
De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat, gebeurtenissen:
-Vanaf ongeveer 800 voor Chr. ontstonden er stadstaatjes.
-Er ontstonden verschillende bestuursvormen: autocratie, oligarchie en democratie.
-Er werden kolonies gesticht. (750-550 voor Chr.)
-Er kwam een nieuwe bevolkingsgroep op: de handelaren.
-Er ontstond een directe democratie in 509 voor Chr. die voorgesteld was door de edelman Kleisthenes. (niet in Sparta, wel in Athene).
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur, gebeurtenissen:
-Er ontstond een verandering in het denken over het ontstaan van de wereld.
-Er ontstond een nieuwe manier van denken: Ze gingen onderzoeken hoe de wereld in elkaar zat. Ze gingen hun antwoorden zoeken in de natuur en niet in de godsdienst.
De groei van het Romeins imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich verbreidde in Europa, gebeurtenissen:
-Rome werd een geregeerd door koningen, maar werd nu een republiek. Waar de belangrijkste bestuurders de 2 consuls waren.
-Eerst hadden de patriciërs alleen de macht, maar op een gegeven moment deelden ze die macht met de rijke plebejers. Omdat zij die nodig hadden om nieuwe veroveringen te doen.
-De Romeinen gingen een heel imperium veroveren. Daardoor verspreidde de cultuur zich. (Romanisering)
-Het Romeinse rijk werd van een republiek een keizerrijk.
De ontwikkeling van het Jodendom en christendom als eerste monotheïstische godsdiensten, gebeurtenissen:
-Het Jodendom viel als godsdienst erg op, doordat het toen de enige godsdienst was die maar één God had.
-In 63 voor Chr. werd Palestina ingelijfd bij het Romeinse rijk.
-Het Christendom ontstond, dat kwam doordat Jezus in die tijd predikte.
-Het Christendom verspreidde zich snel door het Romeinse rijk tijdens de Pax Romana.
-In 313 werd het Christendom toegestaan door keizer Constantijn.
-Confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa:
-In 476 spatte het West-Romeinse rijk uit in allerlei Germaanse staten.
-In de 5de eeuw werd de invloed van de Franken steeds groter en de Romeinse invloed steeds minder.
Personen:
-Pericles: Politieke (en Atheense) leider die sprak over de democratie. Hij had de kenmerken van de Atheense democratie opgeschreven. (ongeveer de 5de eeuw)
-Ptolemaeus- Griekse Astroloog en wiskundige, hij ontdekte dat de wereld niet plat was. Hij deed dat d.m.v. berekeningen. (2de eeuw voor Chr.)
-Herodotus- Griekse historicus. Een soort vader van de geschiedschrijving. (485-425 voor Chr.)
-Aristoteles- Atheense filosoof. Zei ook dat de aarde een bol was, maar ondersteunde dat niet d.m.v. berekeningen zoals Ptolemaeus dat wel deed. (4de eeuw voor Chr.)
-Hippocrates- Grondlegger van de medische wetenschap. Hij zocht de verklaringen voor ziektes in de natuur zelf.
-Socrates- Filosoof. (Griekse denker). Hij zocht de wijsheid door vragen te stellen en antwoorden te zoeken. (470-399 voor Chr.)
-Julius Caesar- Bevelhebber van het Romeinse leger, die de Romeinse macht in handen wilde krijgen. (hij werd vermoord in 44 voor Chr.)
-Keizer Augustus- (Octavianus). Was een achterneef van Caesar. Hij werd de 1ste keizer van her Romeinse rijk.
-Mozes- Die het Joodse volk uit de slavernij in Egypte.
-Jezus- De grondlegger van het Christendom. (rond het jaar nul tot ongeveer 30 na Chr.)
-Keizer Constantijn- Die liet als 1ste keizer het Christendom als toegestane godsdienst toe, in 313.
Hoofdstuk 2
ADVERTENTIE
Fix onze energie!
Studeer energie & techniek. Iedereen staat te springen om jou! We hebben namelijk veel technische toppers nodig die de energie van morgen fixen. Met een opleiding in energie & techniek ben je onmisbaar voor de toekomst. Check Power Up The Planet en ontdek welke opleiding het beste bij je past!
Check Power Up The Planet!

REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden