Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 2 + 3: De verenigde staten en hun federale overheid

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 1454 woorden
  • 21 januari 2014
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

De Verenigde Staten en hun federale overheid 1865-1965
Hoofdstuk 2: De VS worden een wereldmacht (1865-1918)

Voor 1865: agrarische samenleving

Na 1865: industrialisatie

Oorzaken:

  • veel grondstoffen (ijzer, steenkool)
  • goedkope arbeidskrachten (door immigratie)
  • succesvolle ondernemers (nieuwe ideeën)
  • nieuwe communicatiemiddelen (telefoon, telegraaf)
  • uitbreiding spoorwegennet

Economische gevolgen industrialisatie:

  • kleine bedrijven: failliet
  • corporaties: hadden geld voor machines, nieuwe technologieën en reclame
  • kochten politici om: corruptie
  • kartels ontstonden (door veel concurrentie) – afspraken over prijzen etc.
  • trusts ontstonden: samenvoeging van enorme bedrijven (bijv. Standard Oil)
  • massaproductie
  • standaardisatie: uniforme productie op grote schaal
  • arbeidsdeling: lopende band; iedere arbeider is verantwoordelijk voor één deel van het productieproces

Sociale gevolgen industrialisatie:

  • urbanisatie: steden groeiden enorm
  • sociale en  etnische tegenstellingen ontstonden: villawijken naast sloppenwijken, immigranten
  • lagere inkomsten/armoede:
  • kleine bedrijven: failliet
  • boeren: overproductie aan graan; dus verloren geld
  •  arbeiders:        
    • slechte woon- en werkomstandigheden
    • werkloosheid door mechanisatie
    • lage lonen, lange dagen
    • geen verzekering/bijslag (arbeidsongevallen door slechte omstandigheden)

 

Opkomst socialisme in de VS

  • oprichting vakbonden: AFL
  • hogere lonen
  • betere werkomstandigheden
  • kortere werktijden
  • demonstraties/staking ànegatief beeld van socialisme
  • oprichting People’s Party (soort politieke partij) – 1891
  • populistisch: voor het gewone volk, tegen bedrijfsleven
  • voor agrarische samenleving
  • GEEN SUCCES
  • opkomst ProgressiveMovement(beweging, in steden) – 1891
  • leden van de hogere middenklasse (wetenschappers, dokters, etc.)
  • doel: bevolking opvoeden en maatschappij democratiseren
  • goed: onderwijs, opvoeding
  • slecht: innige band corporaties/overheid
  • veel aanhangers!

 

Federale overheid: liberaal

  • maar: beschermt de industrie door invoerheffingen
  • 1900-1920: progressievehervorming (door Progressive Movement)
  • 1901-1909: Theodore Roosevelt (R)
  • krachtige overhead
  • vervolging van bedrijven die hun macht misbruiken
  • minder materialisme
  • bescherming van de individuele vrijheid
  • 1913-1921: Woodrow Wilson (D) – dezelfde ideeën

 

Vanaf 1917: deelname VS aan Eerste Wereldoorlog

 War Industries Board (overheidsorgaan): stelde vast hoeveel er geproduceerd moest worden en verdeelde de grondstoffen

 

Tot 1865: isolationisme

VS wilde de frontier  uitbreiden (grens steeds verder naar het westen)

1869: eerste spoorlijn van oost- naar westkust

Manifest Destiny: Amerikanen zijn voorbestemd om heel Noord-Amerika te beheersen

 

Tweede helft 19e eeuw: modern imperialisme (verdwijning isolationisme – streven naar groot rijk)

Redenen VS:

economisch:

producten verkopen

afzetmarkten openen, beschermen en overheersen

politiek: versterking Amerikaanse macht

ideologie: verspreiding Amerikaanse ideeën (vrijheid, democratie)

1853: opening Japanse markt voor westerse mogendheden (Perry)

1883: Congres geeft opdracht voor bouw van moderne oorlogsvloot

1893: verovering Hawaii

1898: Spaanse-Amerikaanse oorlog

Cuba wordt een Amerikaans protectoraat (staat onder toezicht van andere staat)

geen zelfstandige buitenlandse politiek; wel onafhankelijk

VS worden een wereldmacht (o.l.v. Roosevelt)

meer invloed in Latijns-Amerika

1903: aanleg Panamakanaal (kortere zeeroute)

Open Door Policy in Azië; Chinese markt moet vrij toegankelijk zijn voor alle landen

Eerste Wereldoorlog

VS wilden niet dat Duitsland zou winnen à gingen meestrijden

 dit zou Amerikaanse principes (vrijheid, democratie, vrijhandel) in gevaar brengen

1918: veertienpuntenplan van Wilson

lidstaten moesten elkaars territoriale integriteit erkennen

internationaal rechtssysteem

zelfbeschikkingsrecht van volkeren

afzien van oorlog

oprichting van de Volkenbond: samenwerking om internationale rechtsorde te handhaven

 VS geen lid door Congres (bedreiging van Amerikaanse soevereiniteit)

 

Hoofdstuk 3: Welvaart, crisis en oorlog (1918-1945)

1918-1920: inflatie (producten duurder), recessie (achteruitgang economie), stijgende werkloosheid

Red Scare: grote angst voor het communisme

vrees door Russische Revolutie (1917) en oprichting Communistische Internationale

streefde naar een communistische wereldrevolutie)

overheid arresteerde vermeende communisten (schending van burgerrechten)

Vanaf 1920: sterke economische groei

auto-industrie

elektrotechnische industrie

rationalisatie (efficiëntere productie): lopende band

productprijzen dalen, lonen stijgen

Sterke groei consumptie

Redenen:

stijging van lonen

nieuwe elektrotechnische producten (huishoudelijke apparaten)

effectievere reclame

gemakkelijk lenen; nieuwe mogelijkheden om op afbetaling te kopen

sterke groei aandelenhandel

Motto: ‘Leef nu, betaal later’

New Capitalism

wilde goede werkomstandigheden, welvaart voor iedereen

overheid en ondernemers moesten samenwerken: dit zou zorgen voor:

 einde aan uitbuiting van arbeiders

 harmonie onder de bevolking                

socialisme (communisme) niet meer nodig

Overheid in de jaren 1920:

presidenten: Harding (R) en Coolidge (R)

geen overheidsingrijpen; groot vertrouwen in ondernemers en vrije markmechanisme

geen invloed meer van de ProgressiveMovement

Maar er zijn wel problemen in de economie (waar de overheid niets aan doet):

overproductie  in de industrie en landbouw

ongelijkmatige inkomensverdeling

structurele werkloosheid  in textielindustrie, mijnbouw en spoorwegen (door rationalisatie)

1929: Beurskrach (daling aandelenkoers): begin Grote Depressie (langdurige recessie)

bedrijven en banken: failliet

grote stijging werkloosheid

grote armoede

Reactie van de overheid op de Grote Depressie

Hoover (R): komt vanzelf weer goed

crisis verergert: Hoover leent geld uit aan banken en industrie (vanaf 1932)

Vanaf 1933: New Deal van Roosevelt (D)                           

actievere rol van de federale overheid

wetten aannemen: AAA – subsidie voor boeren; NIRA – afspraken overheid/bedrijven over prijzen

organisaties: NRA voor naleving NIRA

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

organisaties: NRA voor naleving NIRA

Kritiek op de New Deal:

zakenlieden: hogere belastingen, meer invloed van vakbonden

Hooggerechtshof: delen van de NIRA niet goed

Tweede ‘New Deal’:

door veel aanhang/stemmen: nieuwe ideeën:

sociale wetgeving

sterkere positie vakbonden

werkprojecten voor werklozen

1937: Einde New Deals

kost veel geld; overheid moet bezuinigen

tegenwerking van Republikeinen (socialistische ideeën)

vanaf 1919: weer gematigd isolationisme

alleen ingrijpen bij bedreiging van Amerikaanse ideeën

protectionisme: invoerrechten verhoogd voor buitenlandse producten

wel bemoeienis met Europa (zie mooie cyclus)

Latijns-Amerika

VS heeft hier steeds meer invloed

Roosevelt over Latijns-Amerika:

Good Neighbour Policy:

geen militaire acties

eer eenheid tussen landen

nauwere economische samenwerking (leningen)

1935-1936: neutraliteitswetten (neutraal blijven in oorlog)

Tweede Wereldoorlog à einde Grote Depressie

 productie stijgt

werkloosheid daalt (leger)

Sociale gevolgen van de Tweede Wereldoorlog:

meer vrouwen op de arbeidsmarkt

toename macht van vakbonden

1941: Lend Lease Act: oorlogsmaterieel lenen aan de gallieerden

1941: Atlantisch Handvest: doelen voor na de oorlog

  • collectieve vrijheid
  • ontwapening
  • zelfbeschikkingsrecht
  • economische samenwerking
  • vrijheid op zee

1941: Japanse aanval op Pearl Harbourà VS ging meevechten (samen GB en SU: Grote Drie)

1945: Conferentie van Jalta: onenigheid tussen de Grote Drie

1945: oprichting VN:

                Doel: vrede en orde in de hele wereld

                Veiligheidsraad: belangrijkste orgaan, 5 permanente leden: VS, GB, SU, FR en China (veto)

 

hoofdstuk 4: Consumptie, consensus en Koude oorlog (1945-1965)

Economische groei na de Tweede Wereldoorlog door:

  • toenemende vraag naar consumptiegoederen (huishoudelijke apparaten) à productie stijgt
  • GI-Bill: ex-militairen krijgen financiële steun voor:
  • studie
  • huisvesting
  • eigen bedrijf
  • nieuwe welvaart voor lagere middenklasse:
  • suburbs
  • babyboom: veel kinderen
  • stijging arbeidsproductiviteit: meer productie, minder mensen nodig (door automatisering)

President Truman (D)

  • wil New Deal van Roosevelt voortzetten à Congres wil dit niet
  • wel de Fair Deal:
  • steun voor openbare scholen
  • ziektekostenverzekering
  • conservatief Congres houdt dit ook tegen

Nieuwe president Eisenhower (gematigd R)

  • einde controle loon en prijs
  • vermindering landbouwsubsidies
  • Waarschuwt voor de groei van het militair-industrieel complex:
  • politici, militairen en mensen uit de wapenindustrie wilden zoveel mogelijk geld naar defensie

1950-1960: consumptiemaatschappij in de VS

Kritiek van Galbraith:

  • nadelen consumptiemaatschappij
  • gebrek aan overheidsbeleid:
  • onderwijs
  • gezondheidszorg
  • openbaar vervoer
  • belastingen moeten omhoog

New Frontier van Kennedy (D) – eens met Galbraith:

  • meer geld naar openbaar onderwijs
  • ziektekostenverzekering
  • minimumloon omhoog

Congres is tegen

War on Poverty van Johnson (D)

- groot deel van de New Frontier wordt nu wel aangenomen

1964: Great Society moet Fair Deal voltooien en uitbreiden

  • uitbreiding gezondheidszorg
  • verstrekking voedselbonnen
  • steun aan onderwijs
  • VotingRights Act: stemrecht zwarten
  • milieuwetten
  • Vietnamoorlog kost ook veel geld – Congres dwingt Johnson om daar geld aan uit te geven (i.p.v. bovenstaande)

Koude Oorlog (1945-1989)

  • McCarthyisme: jacht op vermeende communisten
  • 1945: conferentie van Potsdam: steeds slechtere verhoudingen VS en SU
  • atoombommen op Japan: VS laat zien dat ze sterk zijn aan SU
  • VS krijgt een actieve rol in de internationale rechtsorde
  • eind isolationisme
  • goed voor het militair-industrieel complex
  • 1947: communistische dreiging Griekenland en Turkije
  • Truman-doctrine: democratische landen helpen tegen communistische dreiging
  • containment: verspreiding communisme tegengaan (indammen)
  • Marshallhulp: financiële steun aan Europa
  • 1949: Duitse deling: BRD (kapitalistisch) en DDR (communistisch)
  • Sovjet-Unie beschikt over atoombommen
  • China wordt communistisch
  • Oprichting NAVO: militair bondgenootschap VS , Canada, Turkije en West-Europa
  • aanval op één is aanval op allen

Wereldwijde Koude Oorlog (1950-1965)

Dominotheorie: als één land communistisch wordt, worden zijn buurlanden dat ook

Korea-oorlog (1950-1953)

  • Noord: communistisch, Zuid: kapitalistisch
  • VN (VS) helpt het zuiden à wapenstilstand in 1953

Cubacrisis (1962)

  • SU installeert raketten op Cuba
  • Kennedy wil:
  • rakketten weg
  • anders blokkade van Cuba
  • raketaanval? à kernaanval op de SU
  • Na Cubacrisis; vermindering nucleaire dreiging:
  • telefoonlijn tussen VS en SU
  • beperking van kernbomproeven

Vietnamoorlog

  • Vietminh (communistisch) wil Vietnam onafhankelijk maken van Frankrijk
  • VS neemt de plaats van Frankrijk over
  • Tonkinresolutie: geen toestemming nodig voor oorlog van het Congres
  • 1965: escalatie oorlog
  • burgers van de VS komen in opstand (niet mee eens met de oorlog)
  • VS verliest

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.