Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 2

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo/vwo | 4365 woorden
  • 26 juli 2007
  • 16 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
16 keer beoordeeld

Hoofdstuk 2: Aantekeningen: 1917 tot 1991: Communisme in Rusland. 74 jaar communisme: er zijn 5 belangrijke leiders geweest van het communisme: Lenin, Stalin, Chroetsjov, Brezjnev, Gorbatsjov. Communisme: een stelsel van gemeenschappelijk bezit van productie en consumptiemiddelen binnen een samenleving. Samenleving: een groep mensen die bij een land hoort. Als je met de trein reist van Oost- naar West-Rusland zit je een week in de trein. De naar Rusland komt van een kleine staat in het westen van de USSR: Unnie Socialistische Sovjet Republieken. Oppervlak van Rusland: 675 keer Nederland. In de tijde van het communisme ontwikkelde in Rusland een eigen cultuur. Het socialisme werd in de tijd van Stalin`s communisme afgeleid van de denkbeelden van Karl Marx. In 1848 had hij voorspeld dat er een revolutie zou komen, waardoor de arbeiders de macht over zouden nemen. Hij voorspelde tevens dat fabrieken winkels en bedrijven eigendom zouden worden van de staat en de rijkdommen zou de staat eerlijk verdelen, dan zou er een einde komen aan alle ellende. De arbeiders zouden volgens Marx een dictatuur van het proletariaat (= de arbeidersklasse) instellen. Marx wist alleen niet hoe je dat in de parktijd zou kunnen toepassen. In de middeleeuwen waren de verschillen tussen West-Europa en Rusland niet groot, dat veranderde in de late middeleeuwen. Waardoor veranderde Rusland: · Katholieken stichten een eigen organisatie en gehoorzaamde niet aan de paus van Rome. · De vrijheid van de boeren was beperkt. · Handel en nijverheid bleef klein en onbelangrijk. · In het westen kwam het handelskapitalisme op, Rusland bleef een agrarische samenleving. · In het westen werd de stedelijke burgerij steeds belangijker, in Rusland bleef de adel het belangrijkst. · In het Westen ontwikkelde zich veel staten (landen). In Rusland, woonden meer dan 23 verschillende volkeren samen. · In het westen ontwikkelden zich democratiën. En in Rusland ontwikkelde zich een auto-cratisch (één leider regeert) geregeerd land. In 1917 komt het oude Rusland ten val en komt er een communistische regering. Vanaf 1923 het het geen Rusland meer maar de USSR (Unie van Socialistische Sovjet Republieken). Het heeft een landklimaat (Zuiden en Oosten), Zwarte zee (subtropisch). In het zuiden hebben ze een woestijn (in het zand kan je een eitje bakken). En in het Noorden is het zo koud dat je er bijna niet kan leven. De Ob (rivier) is 36180 km. lang en de Lena (rivier) is 4265 km. lang. Murmansk is de enige ijsvrije haven. Rusland is zeer rijk aan grondstoffen, steenkool, aardolie, ijzer, koper en andere metalen. Rusland economische ontwikkeling is sterk bepaald door de natuur. Regenval is onregelmatig, er zijn grote droogten à voedseltekorten. De landbouw is het zorgenkind van de economie. Siberië is superrijk aan delfstoffen, maar door de barre weersomstandigheiden wordt de winning ervan bemoeilijkt. Tussen de Kankasus en China probeert men door middel van irrigatie de grond geschikt te maken voor land- en tuinbouw. Expirimenten om met chemische stoffen die door vliegtuigen over wolken worden gestrooid om zo regen op te wekken hebben effect. De belangrijkste volkeren: · Russen } In totaal wonen er in Rusland zo`n 169 volkeren. · Oekraieners · Oezbeken · Wit-Russen · Tartaren · Kazachen · Adjzerbadjanen · Armeniërs. · Georgiërs · Moldaviërs. · Litouwers · Joden · Tadjiken · Duitsers · Letten · Polen

Rusland is als groot gebied moeilijk te besturen. Zonder strenge alleenheersers valt het rijk uit elkaar. Russische vorsten heb probeerden een Russische cultuur op te leggen. Elke deelstaat in Rusland heeft een zelfbestuur, daardoor kunnen eigen taal en gewoontes behouden blijven terwijl er één centrale taal belangrijk blijft. De autocratie van de Tsaren, Tartaren die vanuit Azië kwamen lieten het toe dat de vorsten regeerden. Ze eisten dat de Tartaarse heerschapperij werd herkend en dat de Russische vorsten belasting aan de Tartaren betaalden. Daarnaast trokken de Tartaarse bende plunderend door het Russische rijk. Iwan III regeerde van 1462 tot 1505 en liet zich tsaar noemen, komt van Ceasar à betekent keizer, hij streed tegen de tartaren en verdreef ze en word nu in de geschiedenis, Iwan de Grote genoemd. Denk je aan Russische Tsaren, dan is Iwan de verschrikkelijke, de Tsaar die regeerde van 1530 tot 1584, de man die een niets ontziende terreur uitoefende. 10.000-en Russen werden vermoord. Tot 1917 waren de Tsaren alleenheersers in naam van God. In Nederland in 1581: Filips de 2e verloor zijn macht van het koningsschap. 1689: Jacobus II, vervallen van de troon. 1792: Lodewijk XVI regeert niet meer. De Vladimirskaja geldt eeuwenlang als icoon die Rusland beschermde in tijden van nood. Het Russische volk noemde deze icoon: moeder van de Russische aarde. Ieder kerkgebouw had zijn eigen icoon. Deze was geplaatst op een houten wand met deuren tussen het altaar en de kerkbanken. Het Russische schrift lijkt op het Griekse schrift. De bouwstijlen zijn overgenomen van de bizantijnen en die zijn weer gebonden met de Grieken. Vroeger was de bovenlaag van de bevolking van adel en ook de hoge geestelijkeheid. Ze krijgen hun inkomsten uit grootgrondbezit. Rusland in de tijd van het communisme: 1917 – 1991. Wat is communisme? Een leer die stelt dat: 1. Productiemiddelen (grond, fabrieken, machines, grondstoffen) in handen zijn van de gemeenschap (arbeiders) en eerlijk verdeeld moeten worden. 2. Het stelt ook: Klassen tegenstellingen moeten worden opgeheven door een revolutie (iedereen is gelijk). Nederland heeft geen communisme, het is een democratie en een socialistische staatsgreep. Socialisme wil hetzelfde als communisme, maar op een vreedzamere manier d.w.z. meeregeren. Het communisme is een pseudoreligie het ontstaat door klassestrijd en revolutie, men noemt dit de heilstaat en een verloste mensheid. De Russische overheersers zeiden, ‘Het kapitalisme is de onderdrukking van de mensheid’, Marxisme ( Karl Marx: 1818 – 1883). Grondlegger van het moderne socialisme, zij leer werd Marxisme genoemd in z`n boek, ‘Das Kapital’. 1867: Hij voorspelde de loop van de geschiedenis als volgt: 1. Omdat de rijken steeds rijker worden en de armen steeds armer, neemt de armoede en ellende alleen maar toe. Hij vond, ‘hoe slechter het gaat hoe eerder er een revolutie uitbreekt’. 2. Het kapitalistische systeem moet ineenstorten. 3. Door middel van een revolutie grijpen de arbeiders de macht. 4. Er komt een dictatuur van het proletariaat, proletariaat komt uit het Latijn dat bezitloos betekent. 5. Nadat de rijken zijn uitgeschakeld breekt de fase van de communistische heilstaat aan met daarin de bevrijde mens. Die heilstaat is een klasseloze maatschappij. Want de productiemiddelen zijn gemeenschapsbezit. Er is loon naar behoefte i.p.v. prestatie. De staat sterft af en er ontstaat een nieuwe mens. Die mens is vrij van egoisme en als je in die staat woont heerst er welvaart, vrijheid, geluk en vrede. Het gevaar van Marx is dat hij wilt dat de burgers geen bezit hebben. Lenin probeerde dit zelf ook toe te passen. Dictatuur= Regeersysteem waarbij één persoon de macht heeft, niemand mag hem tegenspreken. Toen de Tsaren aan de macht waren, hadden ze absolute macht en hoeften met niemand te overleggen. Lenin heeft de revolutie veroorzaakt. Sovjet = een raad van arbeiders en soldaten, raad van vergaderingen. Stalin wilde met de opbrengst van de landbouw, wilde hij de industriële ontwikkeling bekostigen, zodat hij zijn leger kon voorzien van voedsel, kleren, wapens enz. en ook om de productie op te voeren van steenkool, ijzer en alles dat te maken heeft met het bekostigen van het leger. Geschiedenis: Hoofdstuk 2: Paragraaf 1: Het communisme: Het communisme: De afgevaardigden uit Boerjat-Mongolië danken, volgens henzelf, hun welvarende en gelukkige leven aan Josef Stalin. Met ‘socialisme’ werd in Rusland in de tijd van Stalin het communisme bedoeld. Dat was afgeleid van denkbeelden van Karl Marx. 1848: Marx had voorspeld dat er een revolutie zou komen, waardoor de arbeiders de macht zouden overnemen. Dan zouden alle fabrieken, winkels en bedrijven eigendom van de staat worden. Dat zou ervoor zorgen dat de rijkdommen eerlijk verdeeld zouden worden. De aanhangers van Marx keken verlangend uit naar het moment waarop de arbeiders de macht zouden overnemen. Aan alle armoede en ellende zou dan een eind kunnen worden gemaakt. De arbeiders zouden een ‘dictatuur van het proletariaat’ instellen had Marx geegd. Met ‘proletariaat’ bedoelde hij: arbeidersklasse. Maar hoe kun je een dictatuur uitoefenen met een hele massa arbeiders, met honderdduizenden of miljoenen mensen? Hoe gaat dat in de praktijk? Voor dat probleem had Marx nog geen duidelijke oplossing bedacht. 1917: Eerste communistische revolutie in Rusland. Toen moest de dictatuur van proletariaat dus voor het eerst, echt in de praktijk worden gebracht. Lenin: In 1917 was Lenin de leider van de Russische communisten. Volgens hem kon de dictatuur van het proletariaat het best worden uitgeoefend door de leiders van de communistische partij. De partijleiders deden dat dan namens de arbeiders, die lid waren van de partij. Omdat Lenin zelf de belangrijkste leider was, kreeg hij veel macht in Rusland. Andere partijen werden verboden, want anders was er geen echte dictatuur. En een strenge dictatuur was volgens Lenin nodig om de bezitters van fabrieken, winkels, bedrijven en landbouwgrond te dwingen hun bezit af te staan. Deze kapitaalbezitters behoorden tot de bourgeoisie, de rijke burgerij. Zij waren volgens de communisten de vijanden van de arbeidersklasse. Zij moesten met harde hand worden onderdrukt. Reacties op de revolutie: In de tijd van de Russische revolutie waren er veel socialisten en communisten in Europa. Vaak waren ze erg blij en enthousiast over de gebeurtenissen in Rusland. Dit zijn een paar uitspraken van Nederlanders die in 1917 ongeveer 20 jaar oud waren. Marxisme-leninisme: De manier waarop Lenin de denkbeelden van Marx had uitgewerkt, noemen we marxisme-leninisme. Vanaf 1917 moest iedereen in Rusland leren denken volgend die ideologe. Om de marxistische-leninistische (of: communistische) ideologie overal overal bekend te maken, werd veel gebruikt gemaakt van propaganda. Het verspreiden van andere denkbeelden werd verboden. Er was een strenge censuur, die alles wat geschreven en gedrukt werd controleerde. Een geheime politie spoorde mensen op die het niet eens waren met de communistische partijleiding. Zij werden opgesloten in gevangenissen en werkkampen. Buiten Rusland werd hiervan weinig bekend gemaakt. De communisten wekten de indruk dat in Rusland het paradijs op aarde was ontstaan. Atheistische propaganda: Bij de communistische ideologie hoorde ook het atheisme. Een atheist is iemand die niet geloofd dat er één of meerdere goden bestaan. Volgens de communistische ideologie waren godsdiensten alleen maar bedoeld om arme arbeiders en boeren zoet te houden; hier op aarde hadden ze het wel slecht, maar straks is het hiernamaals, in de hemel, zouden ze het goed krijgen. Als mensen dat geloofden, zouden ze niet in opstand komen tegen de rijken. In de tijd van Stalin was er veel propaganda tegen het Christendom en de Islam. Het werd gelovigen erg moeilijk gemaakt. Toch bleven veel mensen aanhangers van de Russisch-orthodoxe kerk of van de Islam. Paragraaf 2: Kameraad Stalin, de grote Leider en Leraar: Vanaf 1928 tot zijn dood in 1953 was Stalin in Rusland een zeer machtige dictator. Stalin besliste letterlijk over leven en dood van miljoenen mensen. Hoe kwam hij aan die enorme macht? De tsaren: Vanaf de 16e eeuw heersten in Rusland vorsten die zich tsaar noemden, dat betekent keizer. De tsaren hadden absolute macht. Dat bleef zo tot het begin van de 20e eeuw. Tsaren overlegden niet met een volksvertegenwoordiging; evenmin was er een grond die hun macht beperkte. In de 19e eeuw hadden de tsaren een geheim politie, waarmee ze politieke tegenstanders opspoorden. Die kwamen in werkkampen in Siberië terecht. Verreweg de meeste Russen in de tijd van de tsaren waren arme boeren. Ze bewerkten grond die was van adelijke grootgrondbezitters. Tot 1861 waren de boeren een soort middeleeuwse horigen. In 1861 werden ze officiaal wel vrij verklaard, maar daardoor veranderde er in leven niet echt veel. De revolutie: De Russische revolutie begon in februari 1917, toen het erg slecht ging met Rusland in de Eerste Wereldoorlog. In de Russische steden heersten honger en gebrek. De slecht bewapende soldaten leden de ene nederlaag na de andere. Veel mensen werden steeds ontevredener over de regering. Door het verzet van allerlei tegenstanders werd tsaar Nicolaas II gedwongen af te treden. Rusland werd een republiek. Ondertussen ging de oorlog gewoon door. De enigen die brood en vrede beloofden, waren de communisten. In de zomer van 1917 groeide hun aanhang. Maar andere partijen hadden toch meer aanhangers. Het werd een zomer vol verwarring en partijstrijd. Tenslotte pleegden de communisten onder leiding van Lenin een staatsgreep. Daarmee bedoelen we, dat een vrij kleine groep mensen plotseling de regering gevangen neemt om zelf aan de macht te komen. Zo werd Rusland een eenpartijdictatuur. Door Lenin werd opnieuw een geheime politie ingesteld, dit keer om de tegenstanders van de communisten op te sporen en gevangen te nemen. Verandering en continuiteit: Als ergens in een land grote veranderingen plaatsvinden, wordt dat vaak een revolutie genoemd. Geschiedenisboeken besteden veel aandacht aan veranderingen, omdat die meer opvallen dan dingen die hetzelfde blijven. Tijdens de Russische is er heel wat veranderd. Maar veel dingen na de revolutie leken ook precies op de toestand voor de revolutie. Als iets in de geschiedenis hetzelfde blijft, noem je dat continuitieit. De sovjets: Heel wat communisten dachten in 1917 dat de arbeiders echt zelf aan de macht zouden komen. Op veel plaatsen werden raden van arbeiders en soldaten gevormd: vergaderingen die arbeiders en soldaten zelf bijeenriepen. Zo`n raad heet in het Russisch ‘sovjet’. In stadswijken kwamen de bewoners bijeen om hun zaken te regelen. In fabrieken vormden de arbeiders sovjets om zelf hun bedrijf te besturen. Andere sovjets probeerden in de steden en dorpen het bestuur over te nemen. Zo werd door velen enthousiast gewerkt aan een nieuwe maatschappij. Maar Lenin voelde daar niets voor. Al gauw werden de sovjets onder centrale leiding geplaatst: ze moesten precies doen wat de partijleiding zei. Verzet werd met geweld neergeslagen. Er werden wel verkiezingen gehouden voor de sovjets, maar alleen trouwe aanhangers van lenin mochten zich kandidaat stellen. Er was dus niet veel te kiezen. Wel werd de naam van het land in 1922 veranderd in Sovjetunie. Stalin aan de macht: Toen Lenin in 1924 stierf, ontstond er binnen de communistische partij strijd over de opvolging. Na enkele jaren lukte het Stalin om de leiding in handen te krijgen. Om er zeker van te zijn dat dat zo zou blijven, ruimde Stalin tegenstanders binnen en buiten de partij uit de weg. De geheime politie werd door hem ook tegen communisten ingezet, niet alleen tegen vijanden van communisten. Terreur, zuiveringen: Stalin wantrouwde iedereen binnen en buiten de partij die ook maar een beetje invloed of macht had. Daarom begon hij een enorme terreur tegen die mensen. Steeds opnieuw werd de partij ‘gezuiverd’ van ‘volksvijanden’ en ‘verraders’. Miljoenen mensen verdwenen in strafkampen in Siberië, of werden na een ‘showproces’ doodgeschoten. De gegevens over aantallen slachtoffers werden zorgvuldig geheim gehouden. Daarom bestaan er alleen schattingen over die aantallen: tussen 1936 en 1950 ongeveer 12 miljoen mensen. Showprocessen: Tegenstanders van Stalin werden veroordeeld in ‘showprocessen’. Dat zijn rechtzaken die voor de vorm worden gehouden, maar waarvan de uitslag al van te voren vaststaat. Eigenlijk zijn het dus geen echt processen: ze zijn letterlijk ‘voor de show’. Paragraaf 3: Grote plannen voor de economie: Een economische revolutie: Omstreeks 1925 woonde en werkte driekwart van de bevolking van de Sovjetunie op het platteland; omstreeks 1950 leefde twee derde van de bevolking in steden. In de tijd van Stalin is de economie van de Sovjetunie ingrijpend veranderd: een tweede Russische revolutie. De Sovjetunie werd hierdoor de tweede industriële mogendheid van de wereld, na de VS van Amerika. Een planeconomie: De modernisering werd aangepakt met vijfjarenplannen. In zo`n plan stond precies hoeveel van welk product door welke bedrijven moest worden gemaakt. Het doel van de plannen was, dat in vijf jaar de produktie flink zou stijgen. Hierbij werd er niet opgelet of er vraag was naar een produkt. Ook speelde de kwaliteit van produkten geen rol, als de hoeveelheid maar groot genoeg was. Als de hele economie door de regering wordt geregeld, noem je dat een planeconomie het tegenovergestelde is een vrije-markteconomie. Het eerste vijfjarenplan: Het eerste plan zou lopen van eind 1928 tot eind 1933. In hoog tempo moest een zware industrie worden opgebouwd: kolenmijnen, hoogovens, machinebouw, elektriciteitscentrales. Het geld daarvoor moest verdiend worden door export van voedsel. Ook de groeiende stadsbevolking had voedsel nodig. De landbouw moest dus veel meer gaan opbrengen. Daarom werd besloten de kleine boerderijen samen te voegen tot grote bedrijven, die gezamenlijk beheerd werden door een aantal boeren. Zo`n bedrijf heet in het Russisch: Kolchoz. Het samenvoegen van boerderijen heet collectivisatie (collectief = gezamenlijk). Toen het plan op gang was, besloot Stalin: ‘Wij zullen het vijfjarenplan in vier jaar voltooien!’. Eind 1932 verklaarde hij dat de doelen van het plan waren bereikt. Was het inderdaad gelukt? 50/50, het was een beetje een succes, maar het was ook niet helemaal mislukt. Paragraaf 4: Een arbeiders- en boerenstaat: De Sovjetunie werd een arbeiders-en boerenstaat genoemd. De armen en bezitlozen (de proletariërs) zouden na de overwinning van het communisme immers de toon aangeven. In deze paragraaf gaan we bekijken hoe het in de praktijk ging met de arbeiders en de boeren. Gaven zij echt de toon aan? De arbeiders: In de jaren tussen 1928 en 1940 groeide het aantal arbeiders van 4,5 miljoen naar 12,5miljoen: drie maal zoveel in 12 jaar! Geen wonder dat huisvesting in de steden een probleem werd. In één woning woonden verschillende gezinnen, elk op een kamer; keuken en wc moesten ze delen. Op verschillende plaatsen werden nieuwe industriesteden gesticht. Het bouwen van de fabrieken kreeg voorrang boven het bouwen van huizen. Daarom woonden de arbeiders soms in barakken of tentenkampen. De meeste nieuwe arbeiders kwamen van het het platteland. Ze wisten niet hoe ze met techniek en machines moesten omgaan. Ze werden gedwongen ontzettend hard te werken. Arbeidersadel: In 1935 slaagde de mijnwerker Stachanov erin bijna vijftien keer zoveel steenkool te winnen als voor één dag was voorgeschreven. Hij deed dat met hulp van anderen. Toch werd hij voor alle arbeiders als voorbeeld gesteld. Arbeiders die hun best deden; kwamen in de krant, kregen een medaille, een hoger loon; maar wat belangrijker was ze kregen voldoende voedselrantsoen, soms ook een woning alleen voor het gezin. Als ze heel goed hun best deden konden ze een hogere functie krijgen in de partij. Ze vormden onder de arbeiders een soort adel, zo werden ze ook genoemd. Hun mede arbeiders waren niet zo blij met dit soort uitslovers; sommigen werden zelfs vermoord. De kolchozboeren: Tijdens de revolutie van 1917 was de landbouwgrond afgenomen van de grootgrondbezitters en aan de boeren gegeven. Zo waren miljoenen kleine boerenbedrijfjes ontstaan. In 1929 begon de massale collectivisatie (= dat alles eigendom wordt van de staat). De boeren moesten hun grond en vee weer afstaan om kolchozen te vormen. Hun loon hing af van de opbrengst van de hele kolchoz; soms verdienden ze bijna niets. Waarom kreeg een kolchozboer zo weinig? Een belangrijke oorzaak was, dat de staat de kolchozen dwong om graan in te leveren voor een zeer lage prijs. De staat betaalde zo weinig, dat de kolchozboeren weinig zin hadden om ervoor te werken. Soms eiste de staat zoveel graan op, dat er niets overbleef om weer in te zaaien. Geen wonder dat er in 1931 en 1932 een ernstige hongersnood ontstond. Ambtenaren schreven aan Stalen dat hij echt te veel van de boeren eiste. Maar Stalin antwoorde dat ze ‘geen fabeltjes moesten verzinnen over hongersnood’. In 1935 kregen de boeren toestemming om een klein stukje grond voor zichzelf te houden en de opbrengst ervan te verkopen. Op die kleine stukjes (1 tot 2% van de landbouwgrond) werkten de boeren erg hard. Op den duur kwam de helft van alle groente, twee derde van het vlees, de melk en de aardappelen, en bijna 90% van de eieren daar vandaan. Boeren in verzet: Tegen de collectivisatie kwamen veel boeren in verzet. Zulke boeren werden door Stalin als vijanden beschouwd. ‘Wie niet in een kolchoz wil, is een vijand van de sovjetmacht.’ De ‘vijanden’ werden ‘koelakken’ genoemd, dat is Russisch voor ‘rijke boeren’. Maar veel van de zogenaamde koelakken waren helemaal niet zo rijk. De zogenaamde koelakken werden massaal weggevoerd naar onbewoonde eilanden of strafkampen. Zeker een miljoen boerenfamilies is hiervan het slachtoffer geworden. De bevoorrechten: Leden van de communistische partij, vooral de hogere functionarissen, hadden veel voorrechten: ruime woningen, speciale gezondheidszorg, speciale winkels waar zij alleeen michten kopen en waar van alles te koop was, gratis vakanties, soms auto met chauffeur en een huisje op het platteland. In een vijfjarenplan staat precies hoeveel van welk product door welke bedrijven werden gemaakt. Het doel hiervan was dat de productie omhoog zou gaan. Er werd niet opgelet of er vraag was naar het product en de kwaliteit was niet belangrijk als er maar genoeg van het product was. Het eerste vijfjarenplan was van 1928 t/m 1933. De landbouw moest veel meer gaan opbrengen daarom werd besloten om de kleine boerderijen samen te voegen tot grote boerderijen (kolchozen). Dat was nodig, omdat een groot deel van de voedselproductie werd geëxporteerd en daar mee werd geld verdiend om machines, kolenmijnen, hoogovens en elektriciteit centrales konden worden gebouwd. Het andere deel van de voedselproductie was nodig om de groeiende stadsbevolking te eten kunnen geven. Wat was het belangrijkste doel van het vijfjarenplan? Het belangrijkste doel van het vijfjarenplan is dat Stalin wilde dat Rusland niet meer als de ‘achterblijver’ beschouwd werd. Hij had daarom een vijfjarenplan gemaakt zodat alles vast stond van wat ze moesten produceren. Het was eigenlijk een vijfjarenplan maar hij wou het in vier jaar volbrengen en dat was ook gelukt. Om het doel te laten lukken moesten er in de landbouw alle kleine boerderijtjes samen gaan om meer gaan te produceren. En in de fabrieken hadden de arbeiders lange zware dagen en een laag loon. Hoe reageerde de privé boeren en de arbeiders op het eerste vijfjarenplan? Over het algemeen reageerden de boeren zoals de boer op werkblad 15.De boeren werden gedwongen op de kolchozen in te gaan, maar dat is niet waar. Als iemand toch tegen sprak werd die bedreigd met arrestatie en dwangarbeid. Hij zegt ook dat hij de kolchozen uit eeuwige slavernij bestaan, maar hij wil zijn armzalige hut niet verlaten want het is zijn hut hij heeft dan een armzalig paard het is zijn paard dus hij blijft liever zijn eigen hut en paard behouden ook al zijn ze armoedig maar het is zijn bezit en als die in een kolchoz zou gaan werken had hij goede spullen maar het was niet zijn bezit. Dus de boeren waren niet zo blij met het vijfjarenplan en vooral omdat de landbouw veel meer moest gaan produceren en er dus was besloten om de kleine boerderijtjes samen te voegen tot grote boerderijen waar veel meer geproduceerd kon worden (collectivisatie). De arbeiders waren ook niet echt blij met de komst van het vijfjarenplan. Ze moesten nu veel harder werken als eerst. Ze werden uitgebuit. De primaire levensbehoefte waren heel erg schaars alles wat de arbeider nodig had was er niet meer. Wat had de collectivisatie met het vijfjarenplan te maken? In het vijfjarenplan is de collectivisatie erg belangrijk. Er wordt samengewerkt aan een “betere toekomst”. Dit betekent dat kleine boerderijen zich samenvoegden tot grote boerderijen, die gezamenlijk beheerd werden door een aantal boeren. (vroeger waren zij voornamelijk privé boeren) Het eerste vijfjarenplan duurde van 1928 tot eind 1933. De bedoeling was om zoveel mogelijk te produceren in korte tijd, zodat Rusland niet achter zou blijven op de andere landen, en ze niet als de ‘achterblijvers’ beschouwd zouden worden. Hiervoor was het stijgen van bijvoorbeeld de voedselproductie nodig, het meeste voedsel ging naar de mensen in de stad die weer in de zware industrie werkten. Er werd veel geld verdiend doordat een groot deel van het voedsel geëxporteerd werd, maar de boeren waren hier niet blij mee, want zo moesten zij heel hard gaan werken in kolchozen. En zelf hielden ze nauwelijks genoeg over om te overleven. Hoe ging het met de zware, lichte industrie en de landbouw? De zware industrie van 1928 naar 1930 is bij aardolie en elektriciteit meer als de helft gestegen en steenkool is meer als 30% gestegen. Steenkool, elektriciteit en aardolie zijn van 1930 naar 1931 ook weer gestegen. De ijzer industrie is daarin tegen wel gedaald van 5.8 naar 5.6. van 1931 naar 1932 zijn steenkool elektriciteit en ijzer weer gestegen en aardolie is nu gedaald. Als je kijkt van 1928 t/m 1931 zijn elektriciteit, aardolie, ijzer en steenkool allemaal gestegen. Als je daarna kijkt naar het plan hoeveel van alles zou moeten geproduceerd worden zie je dat het niet echt behaald is want ze hebben maar tussen de 65% en 80% van het plan bereikt. De lichte industrie (producten die mensen gelijk nodig hebben) de wol productie was in 1928 nog 97 miljoen meter en in 1930 en 1931 was er helemaal geen wol productie en in 1932 was de wol productie gedaald naar 93,3 miljoen meter. De katoen productie was in 1930 2,3 miljard meter en dat daalde in 1932 naar 2,2 miljard meter en in 1932 steeg het weer tot 2,7 miljard meter. Terwijl er juist veel kleding nodig was, was de productie van wol en katoen toch heel laag, daarom konden veel mensen niet veel kleding kopen

De landbouw terwijl het juist het idee was om meer te gaan produceren is in het vijfjarenplan de productie van landbouw best wel sterk gedaald dus heeft de collectivisatie eigenlijk geen nut gehad. Is het belangrijkste doel van het vijfjarenplan bereikt? Dit doel is bereikt als je kijkt naar het doel van Stalin. De Sovjet Unie werd een “Industrieel land” dat niet meer achter lag op de rest van de wereld. Maar als je kijkt naar de boeren en arbeiders is het vijfjarenplan niet geslaagd, want zij waren niet blij met het vijfjarenplan. Ze hadden lange, zware werkdagen, slechte woonomstandigheden, lage lonen en ze konden niet in opstand komen omdat Stalin ze onderdrukte met geweld en deed alsof er niets aan de hand was. Conclusie In deze conclusie hebben wij het antwoord op de hoofdvraag zo goed mogelijk beantwoord. Was het eerste vijfjarenplan een succes? De ene kant was het wel succesvol, het doel van Stalin was bereikt, en er was in korte tijd veel geproduceerd, als je kijkt naar de bronnen in het werkblok, zij laten zien dat de productie in de zware en de lichte industrie goed was, in de meeste gevallen steeg deze. Door het vijfjaren plan kwamen er in korte tijd veel industrie steden bij. Maar aan de andere kant waar het vijfjarenplan niet zo succesvol was; de boeren en arbeiders hadden het erg moeilijk. Zij moesten al hun grond en vee afstaan (waar ze hard voor hadden gewerkt) aan de overheid en moesten hard werken in de kolchozen, ze hadden een laag inkomen, lange werkdagen, weinig voedsel omdat het grootste deel ervan werd geëxporteerd en ze moesten veel produceren tegen een lage prijs. Daardoor hielden de boeren zelf vaak weinig over.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.