Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 2 2.1t/m2.5

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 1771 woorden
  • 3 januari 2016
  • 37 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
37 keer beoordeeld

Geschiedenis hoofdstuk 2 samenvatting

§2.1

Het Spaanse en het Ottomaanse wereldrijk

  • Omstreeks 1500 werd heet Ottomaanse rijk een islamitisch wereldrijk is het oostelijk Middellandse zeegebied. Spanje werd een christelijk wereldrijk in het westen. In de 16e eeuw streden beide rijken om de macht in Europa en maakten de Middellandse Zee onveilig.

 

De slag bij Lepanto

  • 7 oktober 1571 botsten de Turkse en de Christelijke oorlogsvloot op elkaar in de Middellandse Zee.
  • De Turkse vloot was groter maar de christenen brachten met hun kanonnen direct een flink aantal Turkse schepen tot zinken.
  • Soldaten hakten met zwaarden op elkaar in.
  • Spaanse soldaten wisten na een tijdje aan boord te komen van de Sultana, het schip van de Turkse opperbevelhebber Ali Pasha.
  • De Turken sloegen 2 keer Spanje terug maar bij de 3e aanval werd Ali Pasha in het hoofd geschoten, hij viel op het dek en werd door een Spaanse soldaat onthoofd.
  • De Spanjaarden staken zijn hoofd in triomf op een lans, toen de Turken dat zagen, sloegen ze op de vlucht.
  • De christenen hadden gewonnen, in 4 uur waren 30.000 doden gevallen.

 

Het Ottomaanse rijk

  • De slag bij Lepanto was een hoogtepunt in de strijd tussen het Turkse en het Spaanse rijk.
  • Deze 2 grootmachten streden al tientallen jaren om de macht in Europa.
  • Het Ottomaanse rijk was ontstaan uit een staatje dat de Turkse aanvoerder Osman in 1299 had gesticht aan de grens met het Byzantijnse rijk.
  • In 1453 veroverde ze Constantinopel, waarmee na duizend jaar een eind kwam aan het Byzantijnse (Oost-Romeinse) rijk.
  • Voortaan was Constantinopel de hoofdstad van het Ottomaanse rijk.
  • In Azië brachten de Ottomanen Syrië, Palestina, Irak en Arabië onder hun heerschappij.
  • In Afrika veroverde ze Egypte. Hierdoor kreeg de Ottomaanse sultan de titel van kalief, opvolger van Mohammed als wereldlijk en godsdienstig leider.
  • Rond 1520 was het Ottomaanse rijk een wereldrijk geworden.

 

Het Spaanse wereldrijk

  • De staat Spanje ontstond in 1479 toen Isabella van Castilië en Ferdinand van Aragon hun koninkrijken samenvoegden.
  • Het Spaanse rijk is enorm uitgebreid toen Karel V in 1516 koning werd.
  • Van zijn grootouders Isabella en Ferdinand erfde hij Spanje, van zijn andere grootouders Oostenrijk en de Nederlanden.

 

Christenen, Joden en Moslims

  • De Spanjaarden stonden in het rijk alleen het katholieke geloof toe.
  • Na 1492 werden joden en moslims genadeloos door de inquisitie vervolgd.
  • De islamitische Ottomanen stond wel de christenen en de Joden toe.

 

Strijd om Europa

  • Spanje en het Ottomaanse rijk streefden naar de heerschappij over Europa.
  • De Ottomanen wilden met een heilige oorlog hun macht verder naar het westen uitbreiden.
  • In 1532 verschenen ze voor de poorten van Wenen, maar Karel V voorkwam met een grote troepenmacht dat ze die stad innamen.

 

 

§2 De Europese Expansie begint

  • Omstreeks 1500 gingen Portugezen en Spanjaarden op ontdekkingstocht om een eigen zeeroute naar Oost-Azië te vinden. Later volgden de Engelsen, Fransen en Nederlanders. De Europeanen breidden hun activiteiten uit over de hele wereld.

 

De Zee der Duisternis

  • Nog nooit was het iemand geluk verder te varen dan Kaap Bojador, een rots aan de westkust van de Saharawoestijn. Europese zeevaarders waren er doodsbang voor.
  • Ze dachten dat na Kaap Bojador de Zee der duisternis begon. Volgens de verhalen zag je er geen hand voor ogen en waren er monster die schepen verzwolgen (verslinden, opvreten). Het was er zo heet dat de zee van hitte kookte.
  • Sommige zeelui dachten dat de aarde een platte schijf was, maar geleerden wisten wel beter.
  • Volgens de Portugese prins Hendrik de Zeevaarder moest ten zuiden van de Sahara het land liggen waar de Arabieren goud haalden. Daarom stuurde hij vanaf 1422 elk jaar schepen weg met de opdracht voorbij Kaap Bojador te varen. Twaalf keer achterheen mislukte dat.
  • De angst van de kapiteins was te groot. Maar Hendrik gaf niet op.
  • In 1434 passeerden kapitein Gil Eanes en zijn mannen als eerste de kaap en gingen ten zuiden daarvan aan land. Ze zagen er alleen zand, maar Eanes keerde levend terug en vertelde opgelucht dat Kaap Bojador niet het einde van de wereld was.

 

Fort Elmina

  • Eanes had ontdekt hoe Kaap Bojador gepasseerd moest worden. Het was gevaarlijk aan de rand van de kust. Daarom ging Eanes ver de oceaan op en voer met een brede boog om de kaap heen. Op die manier kon hij veilig terugkeren. De weg naar het zuiden was gevonden.
  • Na 1434 volgden meer ontdekkingsreizen. Acht jaar later vonden de Portugezen goud in Ghana.
  • Aan de goudkust, zoals ze dit land noemden, bouwden ze Fort Elmina. Van daaruit kochten ze goud en slaven van Afrikaanse vorsten.
  • Zo begon de Europese expansie, de uitbreiding van de Europese invloed over heel de wereld.
  • De kennis van de Portugezen groeide naarmate ze (de Portugezen) verder de oceaan op gingen.
  • De Portugese koning stelde in 1481 een nieuw doel: het vinden van een zeeroute naar Zuidoost-Azië, dat door de Europeanen Indië werd genoemd.

 

Rijkdommen uit het oosten

  • De Europeanen kenden de rijkdommen uit het oosten al lang. Al in de oudheid kwam uit China en Zuidoost-Azië luxe koopwaar als zijde, parfum en peper.
  • Deze oosterse producten werden met ezels en kamelen vervoerd door onherbergzame (ruige) streken als steppen en woestijnen.
  • Oosterse koopwaar was in Europa extreem duur: peperduur.
  • In de 13e eeuw reisden Europeanen voor het eerst naar het Verre Oosten. Ze schreven er ook boeken over, zoals Marco Polo in 1298.
  • Maar vanaf de 15e eeuw versperden de Ottomanen de weg en konden Europeanen ook niet meer goed handeldrijven via de Middellandse Zee. Door hun zucht naar rijkdom gingen ze opzoek naar andere handelsroutes.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Rijkdommen uit het oosten

  • De Europeanen kenden de rijkdommen uit het oosten al lang. Al in de oudheid kwam uit China en Zuidoost-Azië luxe koopwaar als zijde, parfum en peper.
  • Deze oosterse producten werden met ezels en kamelen vervoerd door onherbergzame (ruige) streken als steppen en woestijnen.
  • Oosterse koopwaar was in Europa extreem duur: peperduur.
  • In de 13e eeuw reisden Europeanen voor het eerst naar het Verre Oosten. Ze schreven er ook boeken over, zoals Marco Polo in 1298.
  • Maar vanaf de 15e eeuw versperden de Ottomanen de weg en konden Europeanen ook niet meer goed handeldrijven via de Middellandse Zee. Door hun zucht naar rijkdom gingen ze opzoek naar andere handelsroutes.

 

De verdeling van de wereld

  • Terwijl de Portugezen langs Afrika naar Azië probeerden te varen, ging de Italiaan Columbus in Spaanse dienst opzoek naar een westelijke route. Daardoor ontdekte hij bij toeval Amerika.
  • In 1494 sloten Spanje en Portugal het Verdrag van Tordesillas (1494). Ze trokken een denkbeeldige lijn van noord naar zuid door de Atlantische oceaan.
  • Ten oosten gingen de Portugezen aan de gang (Afrika, Azië). En ten westen de Spanjaarden. (Amerika)

 

Portugezen in Azië

  • De Portugees Vasco da Gama voer in 1498 als eerste om Afrika heen, naar Azië en bereikte India.
  • Er woonden geen moslims. De Indiërs noemden hun god Krishna, een god uit het Hindoeïsme.
  • Na 1498 drongen de Portugezen verder in Azië door en ontdekten in 1512 de Molukken, de Indonesische eilanden waar kostbare kruidnagelen en nootmuskaat vandaan kwamen.
  • Daarna reisden de Portugezen door naar China en Japan.
  • Langs de Aziatische kust stichtte ze handelsposten. Van waaruit ze oosterse producten naar Europa brachten (peper, kruidnagel en andere specerijen).

 

De route via het noorden

  • In 1580 drongen de Engelsen in oost-Azië door.
  • In 1594 gingen de Nederlanders het proberen.
  • De Nederlanders zochten een noordelijke route.
  • Maar ze liepen vast in het ijs.

 

De Houtman bereikt Java

  • In 1594 probeerden Cornelis de Houtman de weg naar Oost-Azië via Afrika te vinden.
  • Uiteindelijk kwam hij in Sumatra.
  • Ze voerden via de kust verder naar Java. Ze bereikten in 1596 de havenstad Bantam, waar de Portugezen een handelspost hadden.
  • De Portugezen konden niet voorkomen dat de Nederlanders aan land gingen.
  • De Nederlanders kochten peper en keerden daarmee na een reis van 2,5 jaar naar Amsterdam terug.
  • Daarna vertrokken meer schepen naar de Oost. Ze keerden volgeladen met specerijen terug.

 

2.3 Amerika vóór Columbus

  • Vóór de komst van Columbus in 1492 leefden in Amerika veel volkeren in diverse soorten samenlevingen.
  • 1 van die samenlevingen is het Incarijk, dat in 1438 was gesticht in Peru.
  • Het rijk werd bestuurd door de Inca, een keizer die beweerden dat hij afstamde van de zon.
  • Omdat Columbus dacht dat hij in Indië was, noemde hij de autochtone bevolking Indianen.  
  • De eerste indianen kwamen uit Azië naar Alaska. Ze verspreidden zich over het hele continent, waardoor volkeren met verschillende culturen ontstonden.
  • Omstreeks 8000v.C. vond de landbouwrevolutie plaats, waardoor een deel van de Indianen in dorpen gingen leven in landbouwsamenlevingen.
  • De Indianen verbouwden gewassen die buiten Amerika niet voorkwamen, zoals mais, tomaten, tabak en aardappelen.
  • De Indianen gebruikten lama’s als lastdieren. Als trekdieren waren ze ongeschikt.
  • In Midden- en Zuid-Amerika ontstonden later landbouwstedelijke samenlevingen met hoogontwikkelde culturen.
  • De Maya’s (200 tot 900 n.C.) en de Azteken (vanaf de 14e eeuw) waren hoogontwikkelde beschavingen.
  • De Maya’s gebruikten hiërogliefenschrift, sterrenkunde en wiskunde.
  • De Azteken geloofden vele goden en aanbaden vooral de zon.
  • De hoofdstad Tenochtitlan had brede straten en kanalen vol boten, tempels en aquaducten.

 

2.4 Spanjaarden en Portugezen in Amerika

  • Na zijn ontdekking van Amerika in 1492 stichtte Columbus de eerste Europese kolonie in dit werelddeel.
  • Columbus liet een fort bouwen (La Navidad) waar 39 bemanningsleden moesten blijven.
  • De kolonisten waren de eerste allochtone Amerikanen.
  • Columbus moest een grote kolonie stichten en de indianen tot het christendom bekeren.
  • De Italiaan Amerigo Vespucci maakte in Spaanse dienst in de jaren 1498-1501 verkenningstochten langs de kust van Brazilië.
  • Hij kwam erachter dat Columbus een heel werelddeel had ontdekt, dat onbekend was in de Oude Wereld. Vespucci noemde het de Nieuwe Wereld.
  • Later werd de nieuwe wereld Amerika genoemd om Vespucci te eren.
  • In 1519 ging Magellaan vanuit Spanje via het westen op zoek naar Azië.
  • Hij vond diep in het zuiden de zeestraat tussen de Atlantische en de Stille Oceaan. Later arriveerde hij bij de Aziatische kust, waar hij werd gedood.
  • 1 schip keerde via Afrika terug naar Spanje. Na 3 jaar was de eerste reis om de wereld voltooid.
  • Na de ontdekkers kwamen de Spaanse veroveraars naar Amerika, op zoek naar rijkdom en aanzien. In korte tijd namen zij grote delen van Midden- en Zuid-Amerika in bezit.
  • Brazilië werd een Portugese kolonie.
  • Enkele veroveraars (conquistadores) waren; Velázquez, Cortés en Pizarro.
  • De veroveringen waren mogelijk doordat indianen verdeeld waren, geen stalen wapens, geen paarden en geen vuurwapens hadden, maar vooral stierven aan Europese ziektes.

 

§2.5 Kolonialisme en slavernij

  • Na de ontdekking en verovering van gebieden in Amerika kwamen Europese kolonisten en begon het kolonialisme.
  • Grote delen van Midden- en Zuid-Amerika werden door de Spanjaarden gekoloniseerd.
  • De Spaanse koning stelde onderkoningen aan. Vanuit een speciaal ministerie in Madrid werden de kolonies gecontroleerd.
  • Op plantages en in mijnen lieten ze indiaanse slaven werken.
  • Vanaf de 16e eeuw haalden Europeanen miljoenen zwarte slaven uit Afrika voor het werk van kolonies in Amerika.
  • Niet alleen de Spanjaarden maar ook Nederlanders, Fransen en Engelsen vestigden plantages in de West, het Caraïbisch gebied (West-Indië) en de landen er omheen.
  • De trans-Atlantische slavenhandel was onderdeel van de driehoekshandel tussen Europa, Afrika en Amerika.
  • De Europeanen verdienden kapitalen met de driehoekhandel.
  • Door de Europese expansie ontstond ook een uitwisseling van planten en dieren tussen de werelddelen.

REACTIES

F.

F.

Dankje! Ik hoop dat ik hier wat aan heb.

7 jaar geleden

B.

B.

Bedankt hier heb ik zeker wat aan gehad!!!

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.