Samenvatting Geschiedenis H2
De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) wordt ook wel de Grote Oorlog genoemd. Modern in zijn tijd, allesverwoestend, maar ook een totale oorlog, omdat de economieën van complete samenlevingen gericht waren op de oorlogsvoering. Niet alleen soldaten maar ook burgers raakten bij de strijd betrokken. Vaak namen vrouwen de rol over van de mannen door in (wapen)fabrieken te gaan werken. Propaganda en censuur speelden een belangrijke rol om de bevolkingen strijdbaar te houden.
De basis van de oorlog ligt in Duitsland, waar Wilhelm II, de keizer met het korte armpje, jaloers zag hoe andere landen als Engeland en Frankrijk complete wereldrijken uit de grond stampten, door elders in de wereld tal van kolonies te stichten. Dat is imperialisme. Kolonies gaven aanzien, macht en rijkdom. De Duitse keizer wilde dat ook, want Duitsland had bijna geen kolonies. Met name de supermachten van voor de Eerste Wereldoorlog, Engeland en Frankrijk, kregen het hier benauwd van en dat leidde ertoe dat de Europese landen elkaar steeds meer wantrouwden.
Oorzaken van de Eerste Wereldoorlog liggen onder andere in het:
- Opkomende nationalisme. Nationalisme is het creëren van trots op het eigen volk. Die trots is nogal overdreven, want het leidde ertoe dat andere volken als vijanden werden gezien. Een belangrijke vijand van Duitsland was Frankrijk. Frankrijk was woest op Duitsland, omdat zij de Frans-Duitse oorlog van 1870-1871 hadden gewonnen en het gebied Elzas-Lotharingen, rijk aan grondstoffen, van de Fransen hadden afgepakt.
- De Fransen wilden wraak (revanchegedachte).
- De Duitsers hadden ook problemen met Groot-Brittannië (= Engeland, Wales, Schotland en Ierland samen), omdat vooral Groot-Brittannië bang was dat Duitsland kolonies wilde inpikken (imperialisme). Ook de Fransen en enkele andere landen waren hier bang voor.
- Onrust op de Balkan. De Balkan had honderden jaren bij het Ottomaanse Rijk (Turkije) gehoord. Maar de Balkan bestond feitelijk uit verschillende landen. Ook daar stak het nationalisme de kop op en de inwoners verjoegen de Turken en riepen daarna zelfstandige staten uit. Turkije verloor zo ook Bosnië-Hercegovina en de inwoners daarvan wilden zich bij Servië aansluiten. Maar Oostenrijk-Hongarije (de dubbelmonarchie van Frans Joseph I) pikte Bosnië-Hercegovina snel in. Nationalistische Serviërs waren hier woedend over en koesterden haat tegen Oostenrijk-Hongarije.
- Ondertussen waren ook bondgenootschappen Aan de ene kant had je de centralen (want deze landen lagen centraal in Europa): In 1879 vormde Oostenrijk-Hongarije een bondgenootschap met Duitsland en daar kwam in 1882 ook Italië bij. We noemen dit ook wel de Driebond. Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, trok Italië zich terug om zich in 1915 bij de geallieerden aan te sluiten, maar de Turken en de Bulgaren sloten zich weer aan bij de centralen, die nu dus bestonden uit: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Turkije en Bulgarije.
Rusland steunde Servië én landen die zich bij Servië wilden aansluiten, want via die landen kon Rusland proberen voor zijn schepen een doorgang te krijgen naar de Middellandse Zee, want in het noorden waren de havens namelijk vaak dichtgevroren. Deze Russische wens leidde tot spanningen tussen Rusland en Oostenrijk-Hongarije. Maar hierdoor kwam ook de relatie tussen Duitsland en Rusland onder druk te staan, immers, Duitsland was bondgenoot van Oostenrijk-Hongarije. Er volgde in 1894 een nieuw bondgenootschap, namelijk tussen de Fransen en de Russen. De Fransen hadden nog een appeltje te schillen met de Duitsers vanwege het inpikken van Elzas-Lotharingen, bovendien gaf een bondgenootschap met de Russen een tegenwicht tegen het steeds sterker wordende Duitse leger omdat Duitsland door zijn industrialisatie een sterk leger kon opbouwen. In 1904 sloten de Fransen óók een verbond met de Engelsen, waar Rusland zich in 1907 bij aansloot. Deze landen samen noemen we de geallieerden (ook wel Triple Entente genoemd). Omdat bij een oorlog de aangesloten landen verplicht waren elkaar te helpen, sleepten ze elkaar uiteindelijk mee in de oorlog, waarmee de bondgenootschappen zelf ook een oorzaak van de oorlog zijn. Dus je had voor de oorlog de Centralen (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië) en de geallieerden: (Rusland, Frankrijk en Engeland). Italië (1915) en Amerika (1917) sloten zich pas in de oorlog bij de geallieerden aan. Tot slot kun je als laatste oorzaak (f) de wapenwedloop tussen de beide bondgenootschappen als oorzaak van de Eerste wereldoorlog noemen.
De directe aanleiding tot de oorlog vormt de moord op de Oostenrijks-Hongaarse kroonprins Frans Ferdinand en zijn vrouw. Het echtpaar werd vermoord op 28 juni 1914, toen zij een bezoek brachten aan Sarajevo, de hoofdstad van Bosnië-Hercegovina. Servische nationalisten, die vonden dat Bosnië-Hercegovina bij Servië hoorde en niet bij Oostenrijk-Hongarije, vermoordden het echtpaar. De uiteindelijke moordenaar was de Serviër Gavrillo Princip. Oostenrijk-Hongarije wilde het lastige Servië hiervoor zwaar straffen en de Duitse Keizer, die bondgenoot was, steunde dat idee. Rusland wilde Servië juist helpen en mobiliseerde zijn leger, waardoor de spanning nu ook opliep tussen Rusland en Duitsland. Duitsland verklaarde uiteindelijk de oorlog aan Rusland en zijn bondgenoot Frankrijk en op 4 augustus 1914 vielen de Duitsers aan en begon de Eerste Wereldoorlog. Omdat de Duitsers Frankrijk via het kleine België aanvielen, schoot nu ook Engeland te hulp. Iedereen rekende op een korte oorlog maar het werd een verschrikkelijke tweefrontenoorlog die jaren zou duren en zich vooral in loopgraven afspeelde aan het westfront, het oostfront (en op de grens tussen Oostenrijk en Italië).
Aan de Russische kant was de wapentechnologie nog niet heel modern, mede daardoor verloren 4 miljoen Russen hun leven op het slagveld en het volk was hierover boos op de Russische tsaar. Dit leidde in 1917 tot twee opstanden die maakten dat de tsaar in februari werd verdreven en dat in een tweede opstand de communisten (daar zijn ze, dit is de oorsprong van het communisme in Europa!) onder leiding van Lenin de macht grepen. Eind april 1917 stopten de communisten met de strijd tegen de Duitsers en sloten ze in maart 1918 vrede met de Duitsers. Aan het oostfront was nu geen strijd meer. In datzelfde jaar treden de Amerikanen toe tot de oorlog aan het westfront, omdat steeds schepen van hen door Duitse onderzeeboten tot zinken werden gebracht.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
E.
E.
goed hoor, dankjewel!!
3 jaar geleden
Antwoorden