Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 2

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1950 woorden
  • 15 november 2016
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
12 keer beoordeeld

Inleiding
De tijd van Grieken en Romeinen

Marcus Ulpius Trajanus was de beste keizer van Rome; hij zorgde voor welvaart en vrede.

Over de opvolgers van Trajanus werd gezegd: “Moge hij gelukkiger zijn dan Augustus en beter dan Trajanus.”

Trajanus is geadopteerd in 97 n.Chr. door keizer Nerva. Trajanus was de ideale opvolger: hij was legeraanvoerder en vocht mee aan de Rijn tegen Germaanse stammen.

Enkele maanden na de adoptie van Trajanus sterft Nerva aan beroerte; Trajanus wordt dus keizer.

In de regeerperiode van Trajanus (98-117) was het Romeinse Rijk op haar grootst. Trajanus leidde twee veldtochten tegen de Daciërs, die onder leiding van koning Decebalus op plundertocht in Romeinse Rijk waren. Vier jaar later komen de Daciërs in opstand tegen de overheersende Romeinen. Beide veldslagen worden gewonnen door de Romeinen en bij de tweede werd hoofdstad platgebrand.

Het hoofd en de rechterhand van Decebalus zijn na zijn dood tentoongesteld op het Forum Romanum (centraal plein in Rome).

In Roemenië wordt nog Romaans gesproken.

De oorlogsbuit uit Dacia is schitterende bouwwerken voor Rome.

Op het forum van Trajanus staat een enorme triomfzuil om de oorlog tegen de Daciërs te herdenken.

Wat beeldhouwkunst betreft, leerden de Romeinen veel van de Grieken; de Grieken hadden veel technische vaardigheden. Er zijn 2600 figuranten te zien, zowel Romeinen als Daciërs.

Elf jaar na de overwinning op Dacië sterft Trajanus. De triomfzuil staat nog in Rome, hoewel niet precies hetzelfde.

Trajanus had niet alleen politieke, maar ook culturele macht over het Romeinse Rijk.

Gedurende de laatste eeuwen van de oudheid heersten de Romeinen over een groot gebied rond de Middellandse Zee, met dank aan de Grieken.

Er waren veel Germaanse invallen, wat leidde tot het verval van het Romeinse Rijk in een Oostelijk en een Westelijk deel. Na de ondergang van het West-Romeinse deel, was de Oudheid ten einde.

2.0 De wereld in de tijd van Grieken en Romeinen
Periode: Oudheid
Tijdvak: Grieken en Romeinen (3000 v.Chr. tot 500 n.Chr.)

Belangrijke periodes:
1600 – 1200 v.Chr.: bloeiperiode Myceense cultuur;
525 – 311 v.Chr.: bloeiperiode Perzische rijk;
27 v.Chr. – 476 n.Chr.: bloeiperiode Romeinse Keizerrijk.

Belangrijke jaartallen:
3000 v.Chr.: ontstaan van het hiërogliefenschrift in Egypte;
753 v.Chr.: stichting van Rome;
750 v.Chr.: dood Homerus;
507 v.Chr.: ontstaan van de democratie in Athene;
331 v.Chr.: Alexander de Grote verovert het Perzische rijk;
148 v.Chr.: Rome verovert Macedonië;
30 v.Chr.: Egypte wordt een Romeinse provincie;
112 n.Chr.: Hadrianus' muur wordt gebouwd;
392 n.Chr.: Christendom Romeinse staatsgodsdienst;
395 n.Chr.: splitsing Romeinse rijk.

Europa:
3000 v.Chr.: bloeiperiode Minoïsche cultuur (eerste hoogontwikkelde cultuur) op Kreta;
1600 – 1200 v.Chr.: bloeiperiode Myceense cultuur;
750 v.Chr.: Griekenland ontstaan Griekse landbouwstedelijke samenleving stadstaten in Griekenland (ook langs Zwarte en Middellandse zee);
200 – 100 v.Chr.: Griekenland wordt deel van het Romeinse Rijk;
400 – 300 v.Chr.: Rome groeit van stadstaat uit tot wereldrijk (106 n.Chr. bereikt de stad haar hoogtepunt) als landbouwstedelijke samenleving.

De Germanen in hun landbouwsamenleving ten noorden/oosten van de Rijn:
200 – 300 n.Chr.:  het Romeinse Rijk raakt in verval; een volksverhuizing van de Germanen is het gevolg;
395 n.Chr.: splitsing West- en Oost-Romeinse Rijk;
476 n.Chr.: val van het West-Romeinse Rijk (de keizer is afgezet).

Het Oost-Romeinse (Byzantijnse) Rijk (met als hoofdstad Constantinopel) bestaat nog eeuwen.

Wereld:
3000 v.Chr.: hoogontwikkelde culturen langs de oevers van de Nijl/Eufraat/Tigris/Indus/Hoangho ontstaan, evenals stadstaen met vorsten (met politieke/religieuze macht). Sommige stadstaten groeien uit tot grote rijken (Egypte, Babylonië, etc.);
550 v.Chr.:  de Perzen veroveren Egypte en Babylonië tot aan de Indus;
34 – 323 v.Chr.: Alexander de Grote (Griekenland) verovert Perzië, waardoor een gemengd Grieks-Perzische cultuur (hellenisme) ontstaat;
1500 v.Chr.: ontstaan van het hindoeïsme in India;
527 v.Chr.: Boeddha sticht in India het boeddhisme (verspreid over Zuidoost-Azië);
221 v.Chr.: China is een groot Keizerrijk (Chinese muur wordt gebouwd).

Nederland:
57 v.Chr.: Romeinen trekken op tot aan de Rijn (de grens met de Keltische/Germaanse volken in Nederland en de Friezen);
50 v.Chr.: de Bataven vestigen zich in Nederland;
100 – 200 n.Chr.: het christendom verspreidt zich in Nederland;
406 n.Chr.: de Franken vestigen zich in Zuid-Nederland; dit betekent het einde van de macht van de Romeinen.

2.1 De ontwikkeling van wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat

Hoofdzaken: wetenschappelijk denken/bestuursvormen Grieken

Grieken uit tijd Homerus (750 v.c.): aardbeving: God Poseidon, goede oogsten: Godin Demeter (=mythologisch wereldbeeld)

600 v.c.: filosofen: rationeel denken: met verstand beredeneren

Wis-/natuurkunde/medische-/geschiedeniswetenschap ontstaat:

geen goden/bovennatuurlijke zaken meer

stelling Pythagoras (Griekse wiskundige)

Filosofen Griekse klassieke oudheid: Socrates/Plato/Aristoteles

Plato: ethiek: wat is moreel goed/fout: rechtvaardig

Aristoteles: theorie ontstaan kennis/wetenschap: beschrijven/observeren/groeperen/conclusie trekken: logisch denken

Griekenland: polis: stadstaten (ook bij Zwarte- Middellandse Zee)

- Neapolis = Napels (Zuid-Italië)

- Massalia = Marseille (Zuid-Frankrijk)

- Buzantion = Istanbul (Turkije)

Polis = stad + omliggend land: eigen bestuur/leger/wetten/munten

Athene grootst: 250.000 inwoners

- eerste monarchie (één koning)

- daarna aristocratie of oligarchie (rijke voornaamste familie)

- soms tirannie (één aristocraat grijpt de macht)

- in Athene in 507 v.c. de volksvergadering (eerste democratie)

(Cleisthenes verjaagt in 510 v.c. met volk de laatste tiran)

Athene direct democratie (30.000 mogen stemmen, 6.000 moeten)

Vrouwen/slaven/immigranten uitgesloten van burgerschap

Socrates/Plato/Aristoteles niet vóór democratie:

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Geen verstand van zaken? Niet stemmen!

Sparta (machtige polis) ook tegen: voor aristocratie

431 v.c. 30 jaar oorlog Sparta-Athene, democratie hield stand’

338 v.c. Griekenland veroverd door vader Alexander de Grote

Socrates (470-399 v.c.) vriend/leerling Alcibiades: lelijk als zwever, maar kan boeiend denken/spreken: altijd speurtocht naar inzicht, altijd kritisch denken: fataal: gearresteerd: goddeloze ideeën: gifbeker

Geengeschriften overgebleven: werk bekend via Plato

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.2 Het Romeinse imperium en verspreiding van de Griek-Romeinse cultuur

Hoofdzaken: groei Romeinse rijk/organisatie keizerrijk/Griekse invloed op Romeinse cultuur/Romeinse invloed andere culturen

1000 v.c.: al mensen in latere Rome

500 v.c.: Rome stadstaat, monarchie wordt republiek: macht in handen senaat (rijke en voorname families)

Heel Italië veroverd

264 v.c.: expansie naar buiten, eerst Carthago (stadstaat Tunesië)

Daarna Spanje/Griekenland/Turkije/Syrië/delen West-Azië

Burgeroorlogen tussen legeraanvoerders: succesvolst: Caesar

58-50 v.c.: Gallië (Frankrijk/België/Zuid-Nederland) veroverd

48 v.c.: alleenheerser (dictator)

44 v.c.: vermoord door senatoren

Dan: burgeroorlog: Caesar achterneef Octavianus wint:

Noemt zich caesar (keizer) Augustus (de Verhevene)

Brittannië/Dacia (Roemenië) veroverd: 106 v.c.: Imperium grootst Rijn en Donau natuurlijke grenzen, in Brittannië Muur Hadrianus, Afrika tot woestijn, Azië tot Eufraat

Waarom van stadstaat tot wereldrijk?

Organisatietalent en militaire kracht: gedisciplineerde strijdwijze: voetsoldaten/borstplaat/helm/beenkap/schild vechten in rijen

Later beroepsleger: 30 legioenen (6000 man) bij grens (verharde weg)

Romeinen respecteren cultuur/godsdienst overwonnen volken

Rust en welvaart in rijk: pak Romana

Rome neemt cultuur Grieken over: godin jacht/vruchtbaarheid = Romeinse godin Diana = Griekse Artemis

Verhaal Homerus over held Aeneas overgenomen: Romeinse schrijvers: Aeneas na val Troje naar Italië: nakomelingen stichten Rome

Oosten: voertaal Grieks, Grieks-Romeinse cultuur in het hele rijk: aquaduct/brug/triomfboog/amfitheater

Volken Westen (Kelten) geromatiseerd (taal/cultuur/Latijns schrift/ goden/gewoontes)

Lutetie (Parijs) en Londinium (Londen): typische Romeinse steden: plein/tempels/kaarsrechte straten landbouwstedelijke samenleving met geldeconomie

Bij romanisering leger belangrijk: na diensttijd (25 jaar) namen Kelten romeinse gebruikten/Latijns over

Keltische talen verdwijnen: Latijnse dialecten worden Romaanse talen: Frans en Spaans

Cleopatra (69-30 v.c.) laatste faroa Egypte, trouwt met broertje (macht in familie) bijna burgeroorlog: Rome grijpt in: graantoevoer

Caesar/Cleopatra zoon: Caesarion (caesartje)

Na dood Caesar: generaal Marcus Antonius trouwt met Cleopatra

31 v.c.: verslagen Octavianus: Marcus Antonius zelfmoord, Cleopatra ook: doden door slang, Egypte: Romeinse provincie

 

2.3 De vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur

Hoofdzaken: Griekse/Romeinse beeldhouwkunst/bouwkunst

Griekenland veroverd: beeld naar Rome, Dichter Horatius: zo overwon het veldslagen Griekenland zijn wilde veroveraar

Griekenland beïnvloed door Egypte: beelden stijf en plat

Griekse klassieke periode (500-300 v.c.) natuurlijke verhoudingen van lichaam, vormentaal van perfecte schoonheid

Voorstelling van goden/half goden en helden

Zuilen Egypte ook overgenomen door Grieken: zevende eeuw v.c.: Dorische zuilen

(sober/strak/robuust)

Daarna: Ionische (ranker, boven- en onderkant versierd)

Tenslotte: Korintische stijl: versieringen nog uitbundiger

Hoogtepunt tempelbouw: Parthenon/Akropolis (platte rots Athene) voor bescherm godin: Athene Partenos (maagd Athene) goud/ivoor/nike (=overwinning)/lans/slang 11,5 meter hoog

Griekse beeldhouwer/architecten mee naar Rome

Romeinen: realistische stijl (uiterlijk Keizer Augustus/Nero bekend)

Romeinse architect: bogen/gewelven/koepels van beton/baksteen/zachte steensoort

Mooiste voorbeeld: Pantheon (huis van goden in Rome) voorkant Griekse tempel, daarachter enorme koepel (43,5 meter)

Ook: fonteinen/triomfbogen/thermen (badhuizen)/basilicas (hal voor marktplaats/rechtszaal)/aquaducten/amfitheaters

Aquaduct: voorschoon water, eerste: 332 v.c. (16 km)

Soms bovengronds: boogconstructie (Pont du Gard) 46 meter boven rivier (hardon, 50 km lang bij Nemausus (Nimes, Zuid FR))

Theater overgenomen van Grieken (halfronde vorm)

Afitheater (helemaal rond): gladiatoren/dieren gevechten

Grootste: Colosseum Rome 50.000, opnieuw Griekse vromentaal: Dorische/Ionische/Korinthische pilasters

(platte, zuilvormige, ornamenten)

Atheense beeldhouwer Phidas (480-430 v.c.) vader Griekse klassieke kunst

Vriend Perikles (machtigste politicus Athene) beelden voor Parthenon: 12 meter hoge Zeus (1 van de 7 wereldwonderen)

Beeld Athene met goud, beeld niet bewaard, wel kopieën

Tegenstanders: Phidas heeft geld gestolen

Gevlucht? Vermoord?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.4 ka: De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse en Germaanse cultuur

Hoofzaken: strijd Romeinen – Germanen/contact-uitwisseling Romeinse-Germaanse culturen

Romeinse historicus Tacitus: Germanen zijn primitieve barbaren

Germanen: oorspronkelijk Oostzee gebied

600 v.c.: Noordwest- Europa (Teutonen/alemannen/Friezen/Goten) talen, verwant, geen schrift

Landbouwsamenleving: graan, vee, krijgskunst belangrijk

Keizer Augustus: Romeinen tot Elbe (Oost-Duitsland): fel verzet Germanen: slecht georganiseerd/bewapend, maar vanuit bossen

9 n.c.: 3 legioenen (1800 man) verslagen Teutoburgerwald

Allen gesneuveld/gekruisigd/levend begraven/geofferd goden

Romeinen terug achter Rijn = Limes (grens)

Romeinen ontzag moed Germaanse stammen: bondgenoten, in leger Rome

Germanen ruilen: huiden/slaven tegen glas/aardewerk/luxe

Latijn overgenomen: oudste tekst Nl: Tolsum (friesland)

23-2-29: geld ontvangen van Carus, slaaf van Julia Secunda

Germaanse krijgsheren eigen koninkrijken: latijn

Germaanse talen blijven: Angelen/Saksen veroveren Brittannië: Engels ontstaat

Julius Civilis (Germaanse bataaf) uit betuwe (50 v.c.)

69 n.c.: bergeroorlog Rome, Julis met Bataven in opstand

(Romeinse naam: staatsburger: 25 jaar in leger geweest)

Veroverd Rijn gebied tot keulen, na jaar verslagen

Bataven: eerste Nederlanders, Bataafse opstand: vrijheidsstijl

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.5De ontwikkeling van Jodendom en Christendom

Hoofdzaken: ontstaan-ontwikkelen Jodendom/ontstaan Christendom/Christendom in Romeinse Rijk

Volkeren oudheid: polytheïsme

Joden: monotheïsme: vastgelegd in heilig boek: Tenach: wetten/leefregels/10 geboden

Geschiedenis joden ook in Tenach: aartsvader Abraham gaat naar Kanaän (Israël-Palestina), joden slaven in Egypte, door Mozes bevrijd, 1000 v.Chr.: Koning David in Jeruzalem

587 v.Chr.: Jeruzalem verwoest, joden naar Babylonische rijk (Irak): Diaspora (=verspreiding) tot 539 v.Chr.: Perzen veroveren Babylonië

Grieks/Romeinse overheersing: joodse gemeenschappen in Alexandrië/Rome

Grieks/Romeinse overheersing: joodse gemeenschappen in Alexandrië/Rome

Uit Jodendom: Christendom: nakomeling David zal rijk herstellen

30 n.Chr: Jezus van Nazareth predikend door Palestina

Aanhangers: Godszoon: Messias/Christos(Grieks)

50 n.Chr.: onder prediker Paulus los van Jodendom: trekt door het Oost Romeinse Rijk, Petrus en Paulus: martelaren tijdens eerste christenvervolgingen (64 n.Chr.): weigerde keizer te vereren, veel christenen rond 250 n.Chr. vermoord

Toch opmars: 300 n.Chr.: 10-25% Romeinse Rijk christen

313 n.Chr.: keizer Constantinopel christen: einde vervolging

400 n.Chr.: staatsgodsdienst: heiligdommen andere godsdiensten: verwoest of werden kerken

Orthodoxe geloofsleer:

Christus = godenmens

4 levensbeschrijvingen (evangeliën) in Bijbel = Nieuwe Testament Tenach = oude Testament

Jezus van Nazareth: Godszoon, evangeliën negatief over Joden

Jaren na Jezus dood geschreven, maar één kende Jezus

Oorspronkelijke teksten verloren, huidige evangeliën: kopieën uit vierde eeuw: kerkleiders bestreden Joden.


 


 


 


 


 


 


 


 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.