Inleiding
De tijd van Grieken en Romeinen
Marcus Ulpius Trajanus was de beste keizer van Rome; hij zorgde voor welvaart en vrede.
Over de opvolgers van Trajanus werd gezegd: “Moge hij gelukkiger zijn dan Augustus en beter dan Trajanus.”
Trajanus is geadopteerd in 97 n.Chr. door keizer Nerva. Trajanus was de ideale opvolger: hij was legeraanvoerder en vocht mee aan de Rijn tegen Germaanse stammen.
Enkele maanden na de adoptie van Trajanus sterft Nerva aan beroerte; Trajanus wordt dus keizer.
In de regeerperiode van Trajanus (98-117) was het Romeinse Rijk op haar grootst. Trajanus leidde twee veldtochten tegen de Daciërs, die onder leiding van koning Decebalus op plundertocht in Romeinse Rijk waren. Vier jaar later komen de Daciërs in opstand tegen de overheersende Romeinen. Beide veldslagen worden gewonnen door de Romeinen en bij de tweede werd hoofdstad platgebrand.
Het hoofd en de rechterhand van Decebalus zijn na zijn dood tentoongesteld op het Forum Romanum (centraal plein in Rome).
In Roemenië wordt nog Romaans gesproken.
De oorlogsbuit uit Dacia is schitterende bouwwerken voor Rome.
Op het forum van Trajanus staat een enorme triomfzuil om de oorlog tegen de Daciërs te herdenken.
Wat beeldhouwkunst betreft, leerden de Romeinen veel van de Grieken; de Grieken hadden veel technische vaardigheden. Er zijn 2600 figuranten te zien, zowel Romeinen als Daciërs.
Elf jaar na de overwinning op Dacië sterft Trajanus. De triomfzuil staat nog in Rome, hoewel niet precies hetzelfde.
Trajanus had niet alleen politieke, maar ook culturele macht over het Romeinse Rijk.
Gedurende de laatste eeuwen van de oudheid heersten de Romeinen over een groot gebied rond de Middellandse Zee, met dank aan de Grieken.
Er waren veel Germaanse invallen, wat leidde tot het verval van het Romeinse Rijk in een Oostelijk en een Westelijk deel. Na de ondergang van het West-Romeinse deel, was de Oudheid ten einde.
2.0 De wereld in de tijd van Grieken en Romeinen
Periode: Oudheid
Tijdvak: Grieken en Romeinen (3000 v.Chr. tot 500 n.Chr.)
Belangrijke periodes:
1600 – 1200 v.Chr.: bloeiperiode Myceense cultuur;
525 – 311 v.Chr.: bloeiperiode Perzische rijk;
27 v.Chr. – 476 n.Chr.: bloeiperiode Romeinse Keizerrijk.
Belangrijke jaartallen:
3000 v.Chr.: ontstaan van het hiërogliefenschrift in Egypte;
753 v.Chr.: stichting van Rome;
750 v.Chr.: dood Homerus;
507 v.Chr.: ontstaan van de democratie in Athene;
331 v.Chr.: Alexander de Grote verovert het Perzische rijk;
148 v.Chr.: Rome verovert Macedonië;
30 v.Chr.: Egypte wordt een Romeinse provincie;
112 n.Chr.: Hadrianus' muur wordt gebouwd;
392 n.Chr.: Christendom Romeinse staatsgodsdienst;
395 n.Chr.: splitsing Romeinse rijk.
Europa:
3000 v.Chr.: bloeiperiode Minoïsche cultuur (eerste hoogontwikkelde cultuur) op Kreta;
1600 – 1200 v.Chr.: bloeiperiode Myceense cultuur;
750 v.Chr.: Griekenland ontstaan Griekse landbouwstedelijke samenleving stadstaten in Griekenland (ook langs Zwarte en Middellandse zee);
200 – 100 v.Chr.: Griekenland wordt deel van het Romeinse Rijk;
400 – 300 v.Chr.: Rome groeit van stadstaat uit tot wereldrijk (106 n.Chr. bereikt de stad haar hoogtepunt) als landbouwstedelijke samenleving.
De Germanen in hun landbouwsamenleving ten noorden/oosten van de Rijn:
200 – 300 n.Chr.: het Romeinse Rijk raakt in verval; een volksverhuizing van de Germanen is het gevolg;
395 n.Chr.: splitsing West- en Oost-Romeinse Rijk;
476 n.Chr.: val van het West-Romeinse Rijk (de keizer is afgezet).
Het Oost-Romeinse (Byzantijnse) Rijk (met als hoofdstad Constantinopel) bestaat nog eeuwen.
Wereld:
3000 v.Chr.: hoogontwikkelde culturen langs de oevers van de Nijl/Eufraat/Tigris/Indus/Hoangho ontstaan, evenals stadstaen met vorsten (met politieke/religieuze macht). Sommige stadstaten groeien uit tot grote rijken (Egypte, Babylonië, etc.);
550 v.Chr.: de Perzen veroveren Egypte en Babylonië tot aan de Indus;
34 – 323 v.Chr.: Alexander de Grote (Griekenland) verovert Perzië, waardoor een gemengd Grieks-Perzische cultuur (hellenisme) ontstaat;
1500 v.Chr.: ontstaan van het hindoeïsme in India;
527 v.Chr.: Boeddha sticht in India het boeddhisme (verspreid over Zuidoost-Azië);
221 v.Chr.: China is een groot Keizerrijk (Chinese muur wordt gebouwd).
Nederland:
57 v.Chr.: Romeinen trekken op tot aan de Rijn (de grens met de Keltische/Germaanse volken in Nederland en de Friezen);
50 v.Chr.: de Bataven vestigen zich in Nederland;
100 – 200 n.Chr.: het christendom verspreidt zich in Nederland;
406 n.Chr.: de Franken vestigen zich in Zuid-Nederland; dit betekent het einde van de macht van de Romeinen.
2.1 De ontwikkeling van wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
Hoofdzaken: wetenschappelijk denken/bestuursvormen Grieken
Grieken uit tijd Homerus (750 v.c.): aardbeving: God Poseidon, goede oogsten: Godin Demeter (=mythologisch wereldbeeld)
600 v.c.: filosofen: rationeel denken: met verstand beredeneren
Wis-/natuurkunde/medische-/geschiedeniswetenschap ontstaat:
geen goden/bovennatuurlijke zaken meer
stelling Pythagoras (Griekse wiskundige)
Filosofen Griekse klassieke oudheid: Socrates/Plato/Aristoteles
Plato: ethiek: wat is moreel goed/fout: rechtvaardig
Aristoteles: theorie ontstaan kennis/wetenschap: beschrijven/observeren/groeperen/conclusie trekken: logisch denken
Griekenland: polis: stadstaten (ook bij Zwarte- Middellandse Zee)
- Neapolis = Napels (Zuid-Italië)
- Massalia = Marseille (Zuid-Frankrijk)
- Buzantion = Istanbul (Turkije)
Polis = stad + omliggend land: eigen bestuur/leger/wetten/munten
Athene grootst: 250.000 inwoners
- eerste monarchie (één koning)
- daarna aristocratie of oligarchie (rijke voornaamste familie)
- soms tirannie (één aristocraat grijpt de macht)
- in Athene in 507 v.c. de volksvergadering (eerste democratie)
(Cleisthenes verjaagt in 510 v.c. met volk de laatste tiran)
Athene direct democratie (30.000 mogen stemmen, 6.000 moeten)
Vrouwen/slaven/immigranten uitgesloten van burgerschap
Socrates/Plato/Aristoteles niet vóór democratie:
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden