Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 1, paragraaf 1 en 2

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 749 woorden
  • 1 november 2010
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
11 keer beoordeeld

Geschiedenis hoofdstuk 1

Paragraaf 1:

Er waren allerlei uitvindingen rond 1900, zoals een telegraaf, elektrische tram, telefoon en een auto. Mensen konden op grote afstand met elkaar spreken door de uitvinding van de telefoon. In steeds meer huizen brandde elektrisch licht. De gebroeders Wright hielden in 1903 voor het eerst kort een vliegtuig in de lucht, en Henri Ford introduceerde in 1913 in zijn autofabriek een lopende band. Iedere arbeider zette een klein onderdeel in elkaar en uiteindelijk rolde er een complete auto van de band. De massaproductie van goederen kwam op gang. Voor de burgerij die in economisch opzicht de touwtjes in handen had, waren het zorgeloze en opwindende jaren. Optimisme over de vooruitgang vierde hoogtij. Later kreeg deze tijd dan ook de naam ‘la belle epoque’ (de mooie eeuw).

De industrialisatie ging hand in hand met een snelle urbanisatie. In de 19e eeuw waren rond fabrieken goedkope arbeiderswijken gebouwd. De leefomstandigheden waren verre van ideaal. De Nederlandse regering kwam in 1901 met de woningwet, die een einde moest maken aan de krotbewoning. Stadsuitbreiding werd vanaf nu anders aangepakt. De bebouwing werd ruimer van opzet en er kwam meer groen tussen de huizen. Tussen de woonblokken werden gemeenschappelijke tuinen aangelegd. Bedrijfsterreinen en woonwijken werden van elkaar gescheiden. De elektrische tram zorgde ervoor dat je snel op je werk of in het centrum van de stad kon komen.

Vooral in Duitsland was de industrialisatie in hoog tempo verlopen. De Duitse industrie kon in 1900 gemakkelijk wedijveren met de Engelse en de Franse. Vanaf 1890 ging Duitsland meedoen in de race om koloniën. Duitsland begon in 1898 ook met de bouw van een grote oorlogsvloot. Duits militarisme bracht Engeland en Frankrijk ertoe in 1904 een vriendschapsverdrag te sluiten.

Ook in centraal Europa en op de Balkan namen de spanningen toe. In Oostenrijk-Hongarije op werden verschillende volken die er woonden steeds nationalistischer. De annexatie van Bosnië-Herzegovina in 1900 bracht Oostenrijk-Hongarije op voet van oorlog met Servië. Dat streefde naar één groot Zuid-Slavisch rijk. Rusland steunde de Serven. De spanningen in Europa wakkerden het patriottisme aan. Op school kregen kinderen al vroeg les in vaderlandsliefde.

Paragraaf 2:

Na de oorlogsverklaring aan Servië, begon Rusland met een complete mobilisatie. Duitsland eiste van Rusland stopzetting van deze mobilisatie en van Frankrijk een neutraliteitsverklaring. Toen beide uitbleven verklaarde Duitsland aan Rusland en Frankrijk de oorlog. Duitse troepen trokken via België noord-frankrijk binnen. Hierop verklaarde Groot-Brittannië Duitsland de oorlog. Een complex van oorzaken zorgde voor de eerste wereld oorlog. Het Duitse imperialisme en de bouw van een grote oorlogsvloot hadden de rivaliteit tussen landen in Europa verhoogd en een wapenwedloop ontketend. Het bevorderde bovendien de vorming van bondgenootschappen. Zo vormden Rusland, Groot-Brittannië en Frankrijk samen een bondgenootschap tegen de centralen: Duitsland en Oostenrijk-Hongarije. Groot-Brittannië wilde niet dat Duitsland de machtigste staat van Europa zou worde. De fransen wilden ook wraak voor de smadelijke nederlaag tegen Duitsland in 1871 waarbij ze Elzas-Lotharingen kwijtraakten. Door de bondgenootschappen werden langen meegesleurd in de oorlog die daardoor een wereldoorlog werd.

Alle partijen traden de oorlog met optimisme tegemoet. Duitsers spraken over een ‘fröhlicher krieg’ waarin ze voor kerst de vijand zouden verslaan. De Duitsers veroverden in rap tempo delen van België en naderden Parijs. Maar toen opende de russen de aanval in het oosten en begon een twee-frontenoorlog. Hierdoor waren de fransen gered. In de slag aan de Marne in september 1914 drongen ze het Duitse leger terug. Hierdoor graafden de Duitsers loopgraven. De geallieerden konden geen doorbraak forceren en moesten zich ook ingraven. Ondanks de inzet van nieuwe wapens zoals machinegeweren en gifgas, bleef het loopgravenfront vier jaar lang nagenoeg ongewijzigd. De tien maanden durende slag om de stad Verdun in 1916, door soldaten het abattoir genoemd, werd niks mee gewonnen. In het oosten wist het Duitse leger, dat daar vocht met het Oostenrijks-Hongaarse leger, wel grote gebieden op Rusland te veroveren.

Groot-Brittannië stelde eind 1914 een economische blokkade in tegen Duitsland. Vervolgens probeerde Duitsland ieder schip dat van en naar Groot-Brittannië voer te torpederen. Dit was het begin van de onbeperkte duikbotenoorlog in 1917. Deze politiek was de belangrijkste reden voor de oorlogsverklaring van de Verenigde Staten aan Duitsland op 6 april 1917, o.l.v. Wilson. Enkele maanden later trokken de russen zich na de revolutie in november 1917 terug uitgeput terug uit de oorlog. In het voorjaar van 1918 tekende Rusland in Brest-Litovsk een door Duitsland opgelegde vrede. Dit hielp de Duitsers echt niet, en in september 1918 adviseerde de Duitse legerleiding de regering onderhandelingen te beginnen over een wapenstilstand. In het voorjaar van 1919 kwamen de geallieerden in Versailles bijeen om vredesvoorwaarden op te stellen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.