Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 1, Opkomst van het communisme in tsaristisch Rusland

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 1216 woorden
  • 7 januari 2004
  • 42 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
42 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Sprekend verleden H1 H1 Opkomst van het communisme in tsaristisch Rusland Russische revolutie zijn eigenlijk twee revoluties: · maart 1917: de tsaar werd afgezet en Rusland kreeg een democratische regering. · november 1917: communistische partij (Lenin) verdreef regering en ging zelf regeren. In de wereld ontstonden twee grote machtsblokken: · communistische blok (SU, bijna heel Oost Europa en Noord-Korea, China, Vietnam, Laos, Cambodja en Cuba) · westerse blok (VS). Tussen deze twee blokken heerste de koude oorlog. De SU oefende, als grote mogendheid, veel invloed uit in de wereld (1/3 deel was communistisch). In de jaren 1989-1991 kwam er een einde aan het communisme in Europa en viel de SU uiteen in zelfstandige staten. § 1 De tsaren regeren autocratisch Rusland is ontstaan uit het vorstendom Moskou. 1500: vorst Iwan III veroverde zoveel gebieden dat het vorstendom Moskou drie maal zo groot werd. Vorst Iwan III à tsaar (caesar = keizer) = Iwan de Grote. In de loop van de eeuwen: · het Russische rijk breidde zich aan alle kanten uit. · tsaar Iwan III (+ opvolgers) vestigden in Rusland een autocratie (alleenheerschappij). Tsaren van Rusland: Paul à Alexander I à Nicolaas I à Alex II à Alex III à Nicolaas II
§ 2 Diepe kloof tussen bovenlaag en de rest van de bevolking Bovenlaag: adel (eigenaren van bijna de helft van de landbouwgrond) Grootste deel: arme boeren à lijfeigenen (eigendom van adellijke landeigenaren). 1861: afschaffing lijfeigenen. § 3 Oprichting van politieke partijen In het geheim bestonden er politieke partijen die de tsaar door een revolutie wilden afzetten: · 1898: marxisten: Sociaal Democratische Arbeidspartij. Twee groepen: · Mensjewieken (leden van de minderheid) à grote partij opbouwen à toestand Rusland zou op den duur verbeteren. · Bolsjewieken (leden van de meerderheid) à leider: Lenin à macht veroveren en socialisme invoeren m.b.v. revolutie. Uit de groep van de bolsjewieken zou later de communistische partij van de SU ontstaan. · 1901: Socialisten-Revolutionairen à de boeren moesten de revolutie uitvoeren (driekwart was boer). · 1905: Constitutionele Democraten (kadetten) à stap voor stap doel bereiken (een democratische staat met een grondwet -constitutie-, een parlement en kiesrecht. Als stap voor stap niet werkte à wel een revolutie. § 4 De ‘revolutie van 1905’ 1904: Oorlog tussen Rusland en Japan, Rusland leed nederlagen à verzet tegen de regering à tsaar Nicolaas II beloofde meer vrijheid en een grondwet en een parlement (hoopte steun kadetten te krijgen) à de revolutie van 1905. Maar eigenlijk veranderde er helemaal niks: · Het parlement (Doema) kreeg het recht wetten goed of af te keuren. · Tsaar hield het recht de Doema op te heffen en zelf wetten uit te vaardigen. De kadetten waren slechts gedeeltelijk tevreden. De 2 andere partijen gingen door met hun ondergronds verzet. §5 De Eerste Wereldoorlog leidt tot de Februarirevolutie 1914: WO I brak uit. Duitsland en Oost-Hong veroverden een vrij groot gebied van Rusland maar kwamen daarna niet verder. Ze bleven doorvechten. Beide partijen schoten eigenlijk niks op. Wel ontstonden er grote problemen in Rusland: · Russische leger: meeste soldaten waren boeren. Op veel boerderijen waren geen boeren meer à voedseltekort. · Industrie moest wapens en legeruitrusting produceren à tekort aan artikelen voor burgerbevolking. · Uit de frontgebieden waren miljoenen mensen gevlugt à zij moesten allemaal onderdak en voedsel hebben. 1916: Stakingen en demonstraties door gebrek aan voedsel en stijgende prijzen à leger moest van de regering op demonstranten schieten maar het leger weigerde dit à Doema verklaarde regering voor afgezet en benoemde een voorlopige regering à tsaar deed afstand van de troon à einde tsarisme à tsaar en gezin werden gevangen genomen. Voorlopige Regering besloot oorlog voort te zetten maar de voorlopige regering had hiervoor niet genoeg macht doordat: Tijdens de februarirevolutie was er een sovjet (raad) opgericht van arbeiders en soldaten, zij luisterden meer naar deze sovjet dan naar hun bazen en officieren. Eigenlijk had de sovjet dus de macht. De socialist-revolutionair Alexander Kerenski (minister-president Voorlopige Regering) kon toch vaak de sovjet overhalen om te doen wat de regering wilde. § 6 De Oktoberrevolutie van 1917 Tijdens de februarirevolutie: Zeer kleine minderheid van de bolsjewieken, veel leiders waren al naar het buitenland verbannen of gevlucht. Ook Lenin, hij kon na de Februarirevolutie weer terug keren en kreeg de bolsjewieken weer achter zich. De bolsjewieken gingen propaganda voeren met de leuzen: vrede nu, alle macht aan de sovjets, het land voor de boeren, de fabrieken voor de arbeiders. De propaganda sloeg aan bij arbeiders, boeren en soldaten en de bolsjewieken kregen meer invloed in de sovjets. 7 november 1917: Bolsjewieken begonnen revolutie tegen de Voorlopige Regering. Minister-president Kerenski kon nog net in een auto de stad uitkomen en ging tevergeefs op zoek naar legeronderdelen die voor de regering wilden vechten. 8 november 1917: Bolsjewieken vormden een nieuwe regering, genaamd Raad van Volkscommissarissen (minister-president: Lenin, volkscommissaris van buitenlandse zaken/minister: Trotski; volkscommissaris voor de nationaliteiten: Stalin). De mensjewieken en socialisten-revolutionairen vonden dat het niet eerlijk gegaan was (niet democratisch). 25 november 1917: Verkiezingen (bolsjewieken hoopten de overwinning te behalen, maar haalden slechts 23,5 %. De socialisten revolutionairen 49,7 %). De bolsjewieken wilden zelf de macht in handen houden en in de toekomst zouden ze ook nooit meer vrije verkiezingen toestaan.
§ 7 Oorzaken van het succes van de bolsjewieken Gunstige omstandigheden voor het succes van de bolsjewieken: · Er ontstond bij veel bevolkingsgroepen ontevredenheid doordat Tsaar Nicolaas II autocratisch regeerde en zich slecht toonde. · Er was een diepe kloof tussen de kleine rijke bovenlaag en de grote meerderheid van de bevolking, die in armoede leefde. · Doordat na WO I en de februarirevolutie de Voorlopige Regering de macht niet stevig in de hand kon krijgen. Oorzaken van het succes van de bolsjewieken: · De Voorlopige Regering wilde geen eind maken aan de oorlog en kon daardoor andere problemen in Rusland niet oplossen. · De propaganda van de bolsjewieken sloeg aan bij veel soldaten, arbeiders en boeren. · De bolsjewieken waren beter georganiseerd dan de andere partijen en hadden een sterkere leiding (Lenin). · De bolsjewieken konden de twee centra van macht beheersen (Moskou en Petrogad) doordat ze daar verkiezingen wonnen. · De andere partijen onderschatten de kracht van de bolsjewieken. · De grote meerderheid van de bevolking had in het begin niet goed in de gaten wat de plannen van de bolsjewieken waren. · Korte tijd na de revolutie begonnen de bolsjewieken hun tegenstanders te arresteren. § 8 De bolsjewieken krijgen bijna het hele rijk in handen December 1917: de bolsjewieken sloten, na beloften, een wapenstilstand met Duitsland en Oostenrijk-Hongarije. Maart 1918: Er werd vrede gesloten in Brest-Litovsk en Rusland verloor eenderde van zijn bevolking en landbouwgrond en de helft van zijn industrie (Polen, Estland, Letland, Litouwen, Finland en Oekraïne). Een groot deel van Rusland en Engeland en Frankrijk verzetten zich tegen de bolsjewieken. In 1918 was WO I afgelopen en Duitsland en Oostenrijk-Hongarije waren de grote verliezers. Hierdoor stuurden de Engelsen en Fransen geen troepen meer naar Rusland. Zomer 1918: de Witten (adel, generaals, officieren van het leger, kadetten, socialisten-revolutionairen, mensjewieken en veel partijloze burgers) verzetten zich tegen de Bolsjewieken omdat: · De bolsjewieken hadden de vrede van Brest-Litovsk gesloten. · De bolsjewieken waren op een ondemocratische manier aan de macht gekomen. · Veel burgers verloren door de maatregelen van de bolsjewieken hun bezit (landgoederen, fabrieken, bankrekeningen). · De politieke politie arresteerde iedereen die ervan verdacht werd het niet eens te zijn met de bolsjewieken. In de grensgebieden werden Witte legers opgericht maar het Rode leger (Bolsjewieken) versloeg hun één voor één. 1920: Burgeroorlog was voorbij. De bolsjewieken hadden het hele rijk in handen m.u.v. Finland, Polen en de Baltische staten. Tijdens de burgeroorlog had de burgerbevolking veel te lijden (er werd veel verwoest, geplunderd en gemoord). Duizenden tegenstanders van de bolsjewieken vluchtten, als het Rode leger in aantocht was, naar het buitenland en kwamen nooit meer terug. Hierdoor verloor Rusland een groot deel ondernemers, wetenschappers en kunstenaars.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.