Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 1 en 2

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 4282 woorden
  • 8 januari 2008
  • 211 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
211 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Samenvatting Geschiedenis

Handboek hoofdstuk 1: van jagen en verzamelen naar landbouw
§1: De Prehistorie: Tijd van jagen en verzamelen
Prehistorie: De tijd waarin er niet over of door een bepaald volk geschreven werd. Rond 3000 voor Chr. Ontstond het schrift.
Ontstaan mens: Mensen zijn volgens onderzoekers ontstaan uit apen, die 2 miljoen jaar geleden een aparte ontwikkeling doormaakten. Dit kwam door het klimaat waardoor het landschap er ook anders uitzag. Hier hebben die apen zich toen aan aangepast en zijn gaan lopen. Ook de hersenpan van deze eerste mensen nam toe. Ze worden ook wel de “Australopithecinen” genoemd.
Etnische verschillen: Onder een etnische groep verstaan we: Een groep mensen met lichamelijke kenmerken die anders zijn dan bij andere groepen mensen. Deze kenmerken zijn erfelijk (huidskleur).

Verschillende culturen: Onder een cultuur verstaan we het denken en doen van een bepaalde bevolkingsgroep. Tot cultuur behoren:
- Hoe mensen in hun levensonderhoud voorzien en hun inkomsten verdelen: Economie;
- Hoe mensen zich gedragen en met elkaar omgaan: Sociale omstandigheden;
- Hoe mensen de macht onder elkaar verdelen: Politiek;
- Andere onderdelen –of uitingen van een cultuur zoals godsdienst, taal, onderwijs en wetenschap, kunst rechtspraak, sport.
Cultuurverschillen ontstaan doordat mensen in verschillende leefomstandigheden opgroeien en dus andere gewoontes hebben. Hier kan men iets heel normaal vinden terwijl dat in Amerika juist weer heel vreemd is en andersom.
Hoe beginnen alle groepen: In het begin leefden alle mensen in kleine groepen verspreid over de aarde, met dus allemaal een eigen cultuur. Maar ze hadden één ding gemeen: Het jagen en verzamelen. Mannen vingen het vlees terwijl de vrouwen vruchten verzamelden. Ze leefden in grotten of in zeer eenvoudige hutten omdat ze veel rondtrokken. Het was onbekend hoe de groepen bestuurd werden.
Magie en geloof: Op veel plaatsen zijn aanwijzingen gevonden dat mensen probeerden de natuur door magie te beheersen.
Magie: iets doen waarvan men denkt dat het een geheimzinnige kracht heeft.
Voor deze mensen was dan ook veel onbegrijpelijk:
- Leven en dood;
- Dag en nacht;
- Wisseling van seizoenen;
- Goed en slecht weer.
Hierom bedacht men toen goden om het alsnog te verklaren. Een god voor het weer, een god voor de jacht etc. Dit gaf hun een gevoel van veiligheid.

§2: Ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
De overgang van jagen en verzamelen naar de landbouw vond in Europa plaats in de periode tussen 7000 en 3000 voor Chr.

Akkerbouw en veeteelt werden voor het eerst ongeveer 7000 voor Chr. Bedreven in het Midden-Oosten.
Ontstaan van steden: Ook werd in het Midden-Oosten het eerst uitgevonden dat bepaalde dieren getemd konden worden en als huisdieren konden worden gehouden.
Dorp: Een kleine nederzetting waar de meeste inwoners leven van akkerbouw en veeteelt. Er ontstonden ambachten doordat de oogst genoeg opbracht dat niet iedereen meer in de landbouw hoefde te werken. Toen de samenleving ingewikkelder werd ontstonden er naast ambachten nieuwe beroepen zoals:
- Huisbediende;
- Koopman;
- Kunstenaar;
- Geleerde;
- Soldaat;
- Bestuurder;
- Priester.
Steden: Een nederzetting waar de meeste mensen niet meer in de landbouw werken.
Staten: Een land met duidelijke grenzen waarin een kleine groep mensen de rest van de bevolking bestuurt. Als voorbeeld kun je hier nemen: Soemerië en Babylonië.
Het schrift: In de nieuwe staten kregen bestuurders en handelaren behoefte aan een schrift, dit gebeurde ong. 5000 jaar geleden (Midden-Oosten het eerst). Het schrift was van groot belang voor een gelaagde samenleving. Ze konden nu namelijk overal hun wetten bekend maken en laten vastleggen hoeveel belasting er binnen moest komen en dat er binnen kwam. Handelaren hielden bij wat ze verkochten en legden handelsafspraken schriftelijk vast. In Babylonië is het oudste wetboek gevonden.
Hunebedden: Graven voor mensen van een heel dorp. Hiermee wilden de mensen hun ouders een huis geven en vereren (circa 3500 tot 2700 voor Chr.) Ook kregen de mensen grafgeschenken mee.

De hunebedbouwers waren landbouwers. Zij gingen als eersten in ons land van jagen en verzamelen over op akkerbouw en veeteelt. Ze bouwden lemen boerderijen gebruikten houten en stenen werktuigen en maakten potten om voorraden in te bewaren. We weten weinig over deze samenleving omdat het schriftloos was.

§3: Het oude Egypte
Waterhuishouding: De Egyptenaren leerden de rivier beheersen met dammen, dijken en sloten. Als de Nijl zijn hoogste punt had bereikt, staken ze de dijken door en lieten ze land onder water lopen. Als het waterpeil weer hoog genoeg was werden de dijken afgesloten, zo bleef er vruchtbaar slib over. Via sloten en openingen in dammen werd het water daarna afgevoerd.
Ontstaan Egypte: Voor de waterhuishouding waren echter wel veel werkkrachten en een goede organisatie nodig. In elk dorp waren daarom een paar bestuurders aan de macht. Er ontstonden grotere gebieden doordat dorpen veroverd werden door andere dorpen. Elk gebied werd geleid door een koning. Rond 3100 voor Chr. waren er nog maar 2 gebieden over: Boven – Egypte en Beneden – Egypte. Koning Menes van Boven – Egypte wist deze gebieden samen te voegen tot een staat. En werd zo de eerste farao van Egypte.
Ambtenaren: De farao had geen tijd om alle besluiten zelf te nemen, dus nam hij ambtenaren in dienst. Dat zijn mensen die de farao hielpen bij het besturen van de staat. Alle ambtenaren samen vormen het bestuursapparaat.
Bestuursapparaat: Deze vorm van besturen was heel nadelig voor de gewone man in Egypte, omdat hij:
- Belasting moest afstaan;
- Werkzaamheden moest verrichten voor de waterhuishouding;
- Andere werkzaamheden moest verrichten (wegen aanleggen, graf voor farao bouwen).
- In oorlogstijd vaak moest dienen als soldaat;
- Geen invloed had op het bestuur.
Er waren ook wel wat voordelen:
- De waterhuishouding werd goed geregeld;
- Men werd beschermd tegen vijanden;
- Er waren veel meer beroepen.
Oorlogen tussen staten: Met de komst van staten ontstonden er ook oorlogen. In 30 voor Chr. kwam er voor lange tijd een eind aan Egypte als zelfstandige staat. Het Romeinse leger was Egypte te sterk af. De laatste farao ‘Cleopatra’ pleegde hierom zelfmoord.
Gelaagde samenleving: Toen de dorpen verenigd werden tot een staat, werden de problemen van het samenleven ingewikkelder. Zo kregen sommige mensen meer macht dan andere. De samenleving raakte toen verdeeld in verschillende lagen. Iedereen komt door zijn geboorte in een laag terecht. De lagen verschillen altijd van elkaar in aanzien, bezit en macht.

De Farao:
- Werd als een god vereerd;
- Was de oorlogsleider.
Priesters:
- Verzorgden de tempels;
- Leidden de verering van de goden;
- Bezaten rond de tempels veel grond, waar de boeren op werkten;
- Bestuurden hun bezittingen zelf.
Mythen: Verhalen over goden en sterfelijke helden als de farao’s die steeds worden doorverteld. Een verzameling van die verhalen van een volk noemen we een mythologie.
Piramiden: Huizen werden gemaakt van in de zon gedroogde klei en riet, waardoor er nu niet veel meer van over is. Piramiden waren wel heel stevig:
- Kolossale spits toelopende graven van Egyptische koningen;
- Werden gemaakt van harde, uit rots gehouwen steenblokken.

Het schrift: het oude Egypte had als schrift ‘hiërogliefen. Dat zijn tekens van mensen, dieren en dingen. Ze schreven met een pen gesneden uit een bies op papyrus. Mesopotamiërs schreven een spijkerschrift op kleitabletten en op steen. Deze schriften waren moeilijk te leren, daarom was een schrijver een belangrijk persoon in de samenleving.
Door de komst van het christendom ging de kennis van het hiërogliefenschrift verloren. Het Romeinse schrift werd na de verovering namelijk geleidelijk ingevoerd.

Werkboek hoofdstuk 1
Man - vrouw verhouding in het oude Egypte
- Een vrouw nam al haar bezittingen mee;
- Geen bruidsjurk, trouwring of naamverandering voor vrouw;
- Weinig vrouwen gingen naar school;
- Een slaaf of slavin kon ook als huwelijkspartner worden uitgekozen;
- Jongens uit alle lagen van de bevolking waren welkom op school.

Handboek hoofdstuk 2: De Grieks - Romeinse wereld
§1: Het ontstaan van de polis, Athene als voorbeeld
Polis: Aparte staatjes in Griekenland werden een polis genoemd. Het middelpunt van bijna elke polis was een versterkte heuvel (acropolis). Als de polis werd aangevallen vluchtten alle burgers hier naar toe om bescherming te zoeken. Op de acropolis was ook vaak een tempel te vinden. Daarin werd de belangrijkste god van die polis vereerd.
Agora: In een polis was ook een agora (een plein waar de burgers elkaar ontmoeten, handel dreven en het bestuur van de polis bespraken).

Rondom de agora/acropolis ontstonden steeds grotere nederzettingen, waar de meeste mensen niet meer van de landbouw leefden (stad). Mensen waren hier dan:
- Kunstenaar;
- Ambachtslieden;
- Kooplieden;
- Soldaat etc.
In de verschillende stadstaten ontstonden allerlei bestuursvormen:
- Autocratie (alleenheersers);
- Oligarchie (alleen aanzienlijke burgers nemen deel aan bestuur);
- Democratie (alle burgers kunnen deelnemen aan bestuur).
In het begin had de adel vooral de macht (vooral geselecteerd op grondbezit). Een raad van edelen nam alle beslissingen. Er was dan wel een volksvergadering, maar die stond sterk onder invloed van de adel. Dit veranderde toen er een nieuwe bevolkingsgroep ontstond: De handelaren.
Kolonie: Omdat de bevolking alsmaar groeide en er te weinig vruchtbare grond was, besloot men in het Middellandse-Zeegebied nieuwe nederzettingen te stichtten (750-550 voor Chr.) De handelaren werden zo belangrijk omdat zij ervoor zorgden dat er voedsel uitgewisseld werd tussen de koloniën en hun moederstad. Echte democratie kwam er niet omdat alleen mannen kiesrecht kregen.

Directe democratie: Alle belangrijke beslissingen worden genomen door de volksvergadering (burgers). Alle mannen vanaf 18 hadden kiesrecht. De vergaderingen werden voorbereid door de “Raad van 500.” Deze werden door een loting voor 1 jaar aangewezen. Het dagelijks bestuur was in handen van een telkens wisselende groep van 50 leden van de Raad van 500. De volksvergadering koos tien leiders van leger en vloot.

§2: Sparta, een andere polis
De Spartanen stichtten in tegenstelling tot de Atheners geen kolonies, in plaats daarvan veroverden ze hun buurland: de Messeniërs. Omdat de Spartanen ook een voedseltekort hadden moesten de Messeniërs een deel van hun oogst afstaan aan de Spartanen waardoor ze zelf in voedselnood kwamen. De Spartanen hadden een heel sterk leger, dit kwam door verschillende factoren:
- Spartaanse mannen hoefden niet als boer te werken;
- Op 7-jarige leeftijd werden jongens al uit hun familie gehaald en in een soort kazerne geplaatst;
- Tot hun 20e kregen zij een militaire opleiding;
- Er werd hun geleerd dat niets boven Sparta stond.
Het dagelijks bestuur was in handen van 5 ephoren. Zij werden jaarlijks gekozen door de volksvergadering. Ze hadden grote macht omdat ze voorzitters waren van de raad van edelen en de volksvergadering en bepaalden de buitenlandse politiek. Het leger werd aangevoerd door 2 (erfelijke) koningen. Zij stonden onder toezicht van de ephoren. De Spartanen stammen af van de Doriërs.

§3: De Grieken verslaan de Perzen
Het Perzische rijk:

- Een man aan de macht (koning).
In 500 voor Chr. kwam een kleine groep Griekse kolonisten in opstand om te proberen zich onafhankelijk te maken van de Perzische koning. Deze opstand werd de aanleiding tot de Perzische Oorlogen. Darius (de Perzische koning) besloot als strafmaatregel wegens hulp aan de opstandelingen, Griekenland te veroveren. De Griekse staatjes waren op tijd op de hoogte van de aanval, maar tot een goede samenwerking kwam het niet. Eerst vielen de Perzen binnen over Zee. Op het laatste moment besloten de Griekse staatjes (waaronder Sparta en Athene) toch samen te werken. Bij de laatste veldslag bij Marathon kwamen de Spartanen pas opdagen, nadat de Atheners de overwinning al hadden behaald.
10 jaar later in 480 voor Chr. Vielen de Perzen, onder leiding van koning Xerxes opnieuw binnen, dit keer over land en over zee. Het Perzische leger veroverde heel Griekenland behalve de Peloponnesus. De Griekse vloot versloeg echter de Perzische vloot bij het eiland Salamis. In 479 werd bij Plataeae ook het Perzische landleger verslagen.

§4: De Grieken strijden onderling
Uit angst voor een nieuwe Perzische aanval besloten veel Griekse staatjes te gaan samenwerken. Er ontstonden 2 groeperingen onder leiding van:
- Athene;
- Sparta.
Ze probeerden bondgenoten te winnen en van elkaar af te pakken.
De Peloponnesische oorlog: (431 tot 404 voor Chr.) Oorlog tussen Athene en Sparta. Griekenland had sterke vloot, Sparta had sterk leger en geen vloot. Uiteindelijk won Sparta de oorlog, maar de Atheense democratie bleef bestaan tot het eind van de 4e eeuw.

§5: Het Griekse wereld –en mensbeeld
Verandering denken over ontstaan wereld:
- Eerst mythologische verklaring;
- Later kwam natuurwetenschappelijk wereldbeeld;

- Vooral dankzij: Filosoof Aristoteles, wiskundige en astronoom Ptolemaeus;
- Hun waren de eersten die dachten dat de aarde rond was;
- Hier gebruikten ze ook al berekeningen voor;
- Dit beeld drong echter nog maar bij weinig mensen door.
Verandering denken over ontstaan mens:
- Eerst ook mythologische verklaring;
- Geleerden gingen vanaf de 6e eeuw voor Chr. mensen zien als zelfstandig wezen;
- In het begin de gemeenschap belangrijk, niet het individu. Later andersom.
Vragen en zoeken naar nieuwe kennis:
- Onderzoekers gingen onderzoeken hoe de wereld echt in elkaar zat;
- Ze geloofden niet dat natuurrampen door goden werden veroorzaakt;
- Dat was het gevolg van bepaalde krachten in de natuur;
- Hierdoor kwam de wetenschap in Griekenland in hoog aanzien te staan.
Geneeskunde: Hippocrates zocht de verklaring voor het ziek zijn in de natuur zelf. Hij schreef het verloop van de ziekte op. Zo probeerde hij erachter te komen hoe de ziekte ontstond en hoe die genezen kon worden.
Geschiedenis: Herodotus was de eerste geschiedschrijver. Hij beschreef niet alleen de gebeurtenissen maar probeerde ze ook te verklaren en gaf zijn eigen mening eraan.

Filosofie: Dit houdt zich bezig met de diepe levensvragen, zoals over geluk en ongeluk. Socrates (beroemd filosoof) meende dat mensen alleen slechte dingen deden omdat ze te weinig nadachten. Het theater was de belangrijkste plaats waar de filosofische vragen aan de orde werden gesteld.
Wedstrijd: Voor de Grieken was het leven, net zoals voor de goden één grote wedstrijd om rijk en succesvol te worden.
Onderwijs: De ideale Griek moest niet alleen handel kunnen drijven, maar ook goed kunnen deelnemen aan de democratie en goed zijn in sport en muziek.
Sport: Het belang hiervan kwam tot uiting d.m.v. veel sportwedstrijden (de Olympische Spelen bijvoorbeeld).
Politiek: Alle burgers moesten volgens de Grieken deelnemen aan het bestuur. Zoals de volksvergadering.
Kunst: Kunstwerken moesten aan een maatgetal, een grondregel/canon beantwoorden. Anders was het geen kunst. Kunstwerken moesten dus dezelfde verhouding hebben.
Bouwkunst: Tempels en theaters het belangrijkst. Omdat tempels huizen waren voor goden. Het altaar diende voor offers om de goden gunstig te stemmen. Het belangrijkste kenmerk van een tempel waren de zuilen (ook in perfecte verhouding).

§6: Alexander de Grote, veroveraar en verbreider van de Griekse cultuur
Alexander de Grote versloeg het Perzische leger met een veel kleiner leger. Hiermee wilde hij het vertrouwen van de Grieken winnen, omdat zijn vader Griekenland veroverd had. Na de verovering van Perzische rijk werd de Griekse taal, kunst en cultuur in het Midden-Oosten het belangrijkst. Hij probeerde de Grieken en Perzen met elkaar te verenigen. Er was bijvoorbeeld geen onderscheid tussen de Perzen en Grieken. Nadat Alexander de Grote stierf viel het rijk uiteen, doordat de verschillende generalen niet goed konden samenwerken.
Alexander de Grote was vooral zo beroemd omdat hij zo’n goede legeraanvoerder was en omdat door hem de Griekse cultuur over een groter gebied werd verbreid.


§7: Rome verovert heel Italië
De inwoners van Rome leefden eerst van de landbouw. Nadat de Etrusken (Midden-Oosten) Rome had verovert, nam de handel sterk toe. Als gevolg hiervan groeiden Rome en andere dorpen uit tot steden. Rond 500 voor Chr. kwamen de inwoners van een aantal steden in opstand tegen de Etrusken (waaronder Rome).
In de 2e eeuwen daarna veroverde Rome heel Italië (behalve het uiterste noorden). De Romeinen zouden Italië bijna duizend jaar regeren.
Republiek: Eerst werd Rome geregeerd door koningen, maar al snel veranderde dat en werd Rome een republiek. Dit is een regeringsvorm waarin telkens na verloop van tijd nieuwe bestuurders worden gekozen.
De bestuurders:
- 2 consuls (elk jaar nieuwe, legeraanvoerders);
- De Senaat (raad van ouderen, hierin zaten mensen die vroeger bestuurder waren geweest, deze gaven raad aan de bestuurders);
- Volksvergadering (De Romeinse mannen, maar die hadden weinig invloed op het bestuur).

§8: De republiek, een gelaagde samenleving
Patriciërs: De rijke Romeinen die aan de macht kwamen nadat de Etrusken waren verdreven. Alleen zij kregen leidinggevende functies in het bestuur van de stad of in het leger.
Plebejers: Alle niet rijke Romeinen.
Afkomst bepaalde of iemand patriciër of plebejer was. Huwelijken tussen de 2 groepen was verboden. Sommige plebejers lukte het om even rijk te worden als de patriciërs. Zij moesten dan ook evenveel belasting betalen.
Alle plebejers waren eigenlijk ontevreden. Zij mochten wel stemmen in de volksvergadering en bestuurders kiezen. Maar als ze geld wilden lenen werden er altijd woekerrentes gevraagd.

Uiteindelijk moesten de patriciërs de macht wel gaan delen, omdat ze de hulp van plebejers hard nodig hadden voor verdere veroveringen. De patriciërs leverden het geld, de plebejers de soldaten. De rijke plebejers waren nu wel tevreden omdat ze ook tot de bovenlaag behoorden, maar de arme plebejers hadden het nog steeds slecht. Ze moesten namelijk nog steeds hoge rentes betalen, ze mochten geen hoge ambten betreden en moeilijk om aan stuk land of bedrijfje te komen.

§9: De Romeinen stichten een imperium
Nadat de Romeinen Italië hadden veroverd, veroverden de Romeinen een imperium dat bestond uit het Middellandse Zeegebied en een groot deel van de rest van Europa, dit nam bijna 300 jaar in beslag. Het was geen plan, maar elk land had een andere reden (aanval bondgenoten van Romeinen, handel bedreigend, groter grondgebied).
Gevolgen veroveringen Romeinen:
- Provincies, elk onder leiding van een gouverneur, elk jaar moest er belasting betaald worden;
- De senaat werd machtiger in het bestuur. Hun raad werd nu bijna altijd opgevolgd, omdat ze veel ervaring hadden;
- De invloed van de Griekse cultuur werd sterker. De Romeinen namen er veel van over (godsdienst, wetenschap, bouwkunst). De oppergod Zeus kreeg wel een andere naam: Jupiter;
- Veel boeren raakten hun bedrijf kwijt en trokken naar de stad, de overgebleven familieleden konden het zware werk namelijk vaak niet aan, als de man in de oorlog moest dienen. Proletariër: Iemand die alleen kinderen bezat;
- Ook het aantal rijke mensen nam toe. Door de buit tijdens veldtochten, groeiende handel, te veel belasting heffen in veroverde gebieden;
- Veel slaven buit maken. Veel daarvan moesten werken bij grootgrondbezitters in Italië. Ze werden als vee behandeld. Overdag werkten ze met kettingen en ’s nachts sliepen de meesten in ondergrondse gevangenissen;
- Doordat steeds meer boeren proletariërs werden werd het Romeinse leger minder sterk. Romeinse soldaten moesten namelijk zelf hun uitrusting/wapens betalen.



§10: De Romeinse republiek wordt een keizerrijk
Tiberius en Gaius Gracchus (rijke burgers) wilden het land van de staat onder de armen verdelen. 2 voordelen:
- Werklozen konden opnieuw boer worden;
- Er zouden weer sterke boerenlegers komen.
Tiberius en Gaius Gracchus kwamen bij gevechten om het leven tussen voor –en tegenstanders van hun ideeën. De tegenstanders kregen grotendeels hun zin.
Proletariërs konden als vrijwilliger 16 jaar dienst nemen in het beroepsleger dat op voorstel van een consul was doorgevoerd. Na hun diensttijd kregen ze een stukje grond in een provincie. Hun bevelhebber zorgde voor het stukje grond, dus ze waren trouwer aan hun bevelhebber dan aan Rome. Soms trok een bevelhebber naar Rome om de macht in handen te krijgen, onder hen: Julius Caesar.
Om de macht van de senaat te herstellen pleegden enkele senatoren een moordaanslag op Caesar. Maar de senaat kreeg hierna nieuwe tegenstanders. Er ontstond een burgeroorlog, waar Caesars achterneef Octavianus uiteindelijk als winner uit kwam. Hij liet zich Augustus noemen (verhevene). Hij werd eerste keizer van het Romeinse rijk.
Pax Romana: Augustus en zijn opvolgers zorgden voor enkele eeuwen vrede in het Romeinse keizerrijk. De oorzaken van die lange vrede:
- Het leger bleef trouw aan de keizers (de soldaten kregen betere grond of meer geld na hun diensttijd);
- Er kon goed handel worden gedreven, omdat wegen werden verbeterd betere havens, overal dezelfde munt);
- Geen krachtige vijanden.
Colloseum: Beroemdste amfitheater van Rome, waar gladiatorengevechten werden gehouden. In het Colloseum zijn ook christenen gedood.
De meeste mensen werkten echter nog in de landbouw. Het grootste deel van het land was in handen van grootgrondbezitters. Deze lieten hun grond bewerken door slaven en vrije pachters.

De verschillende lagen:
- de rijken: Wie lid wilde worden van de senaat moest vier miljoen sestertiën (Romeinse munt) betalen, voor de minder hoge functies in het bestuur was een bezit van 400.000 sestertiën vereist en voor een functie in het bestuur van een stad 100.000 sestertiën;
- De mensen met enig bezit: De vrije boeren met een klein stuk grond, waarvan zij konden bestaan;
- De armen: Deze hadden bijna geen bezit behalve hun kleding en wat huisraad;
- De slaven.
Romanisering: Iedereen in het Romeinse keizerrijk kon het Romeinse burgerrecht krijgen. De Romeinse rechtspraak was zo goed dat veel volken later dezelfde rechtsregels toepasten. Met romanisering wordt bedoeld: Inburgering, je moest laten zien dat je de Romeinse cultuur had overgenomen (taal, godsdienst, literatuur, kleding).

§11: Het Romeinse wereld –en mensbeeld
Voor veel Romeinen was de aarde nog steeds een zwevende platte schijf, ook nadat veel Romeinse geleerden het wereldbeeld van de Grieken over hadden genomen.
Er waren wel verschillen tussen het Griekse en Romeinse Wereldbeeld:
- De Romeinen hadden een meer militaire kijk op de mens dan de Grieken;
- Ook de Romeinen bouwden tempels en theaters. Maar ze waren vooral bekend om hun amfitheaters. Er waren vooral militaire monumenten.
De Romeinen hadden een meer praktische kijk op de mens dan de Grieken:

- De mens was volgens de Romeinen een burger met rechten en plichten. Dus veel belang bij wetten en regels. De Basilicae was het belangrijkste gebouw waar werd rechtgesproken.
- Romeinen waren voor het verbeteren van de kwaliteit van het dagelijks leven, niet om filosofische problemen op te lossen. Daarom gebruikten zij de natuur om het leven aangenamer te maken (badhuizen).
Bouwkunst verschillen:
- Bij de Romeinen was het theater niet mooi op een heuvel neergezet. Maar het was meer een vrijstaande constructie;
- Bij de Romeinen was de tempel ook niet zo als bij de Grieken. De Romeinen maakten eigenlijk alleen alles mooi wat in het zicht van de mensen kwam.
De Romeinse rechtspraak was uniek voor die tijd. Belangrijke regels waren:
- Iemand is onschuldig tot zijn schuld is bewezen;
- Iemand die ergens van is beschuldigd, moet de kans krijgen zich te verdedigen;
- Niemand mag worden gestraft voor wat hij denkt;
- De bestuurders van een land mogen zich niet met de rechtspraak bemoeien, dat mogen alleen de rechters.

§12: Opkomst van het christendom
Jodendom: De joden geloofden maar in één god. De joden hadden regels waarnaar de mens moest leven. De Tien geboden zijn de bekendste. Het belangrijkste heiligdom van de Joden is de tempel in Jeruzalem.
Tanach: De Joodse bijbel. De christenen noemen dit: Het oude testament.

Het is een verzameling van boeken, waarvan de eerste 5 de belangrijksten zijn. Die heten samen de Torah (de wet).
Onder de koningen David en Salomon (1000 voor Chr.) Leefden de Joden in een onafhankelijk koninkrijk, maar ze werden overheerst omdat ze een klein volk vormden door de o.a. de Egyptenaren en de Perzen. Een verlosser was toen nodig die het koninkrijk van David weer moest herstellen. Nadat de Joden een opstand tegen het Romeinse rijk (ze waren inmiddels ingelijfd) zagen mislukken vluchtten de joden naar andere gebieden in het Midden-Oosten.
Jezus van Nazareth:
- Hij was een leraar in de tijd van keizer Augustus;
- Sommigen gingen hem zien als de verlosser, die hun ging bevrijden van de Romeinen;
- Hierdoor werd hij veroordeeld door de Romeinse gouverneur: Pontius Pilatus. En aan het kruis gehangen;
- Zijn ideeën werden na zijn kruisiging echter nog steeds verspreid, door zijn leerlingen.

Het Oude en het Nieuwe testament vormen samen de Bijbel van de christenen.
Het laatste Oordeel: Niet gelovigen komen in de hel en gelovigen in de hemel volgens het christendom.
De belangrijkste en oudste sacramenten (heilige handelingen) van het christendom zijn:
- de doop;
- De eucharistie;
- De biecht.
Romeinse bestuurders vonden het niet erg als er andere goden werden aanbaden. Maar het christendom was lange tijd verboden. De Romeinse bestuurders vonden namelijk dat de christenen meer trouw toonden aan hun geloof dan aan de Romeinse keizer.
In 313 werd het christendom toegestaan door keizer Constantijn, die zelf ook christen werd. In 394 maakte keizer Theodosius het christendom zelfs tot enig toegestane godsdienst.

Toen het Romeinse rijk in de 5e eeuw na Christus op bestuurlijk gebied uiteenviel. Bleef de kerkelijke organisatie voor een groot deel gehandhaafd.
Bisschoppen: Deze stonden centraal in de kerkelijke organisatie.
Paus: Deze stond aan het hoofd van de West-Europese bisdommen.

§13: Het West - Romeinse rijk valt uiteen in Germaanse staten
Tijdens de laatste eeuwen van het Romeinse rijk trokken Germaanse volken het rijk binnen. Een deel van de Germanen die zich in het Romeinse rijk vestigden, romaniseerde, het merendeel niet.
Elk Germaans volk was verdeeld in verschillende stammen. In iedere stam had de vergadering van vrije mannen de meeste macht. Slaven vormden de onderste laag. Vrijgelatenen de middelste laag en vrije mannen in de bovenlaag. Vrouwen en kinderen moesten hun man of vader volledig gehoorzamen.
Verschillen godsdienst Germanen/christendom:
- De Germanen vereerden meer goden (verbeeldden vaak natuurkrachten);
- Elke Germaanse stam gaf zijn goden een naam;
- Elke Germaanse stam had ook weer een andere oppergod die verbonden was met iets;
- Er was ook een overeenkomst: christenen en Germanen geloofden in leven na de dood.
- Er bestonden andere waarden in de Germaanse godsdienst (eren van voorvaderen, stamland verdedigen, het welzijn van familie).
In de 5e eeuw werd de invloed van de Franken steeds groter en de Romeinse invloed steeds minder. De Romeinen trokken zich terug. De Romeinen die zich niet terugtrokken vermengden zich met de Franken. Romeinse bouwwerken werden verwoest of vervielen. Clovis werd in 481 koning van één van de Frankische stammen omdat ze een leider nodig hadden. Met hem begonnen de Middeleeuwen.

REACTIES

S.

S.

goed gedaan

13 jaar geleden

F.

F.

Thanks! :D

12 jaar geleden

Y.

Y.

ik kan er veel in vinden voor mijn examen van geschiedenis :D

11 jaar geleden

N.

N.

Super handig! thank you :)

11 jaar geleden

M.

M.

Handig! maar jammer dat ik een ander hoofdstuk moet leren... :-(

11 jaar geleden

G.

G.

Goede samenvatting & bedankt :) Er zitten wel een paar kleine spelfoutjes in, maar voor de rest geweldig :D

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.