Hoofdstuk 1

1.0

• Gouden eeuw Welvaart in Nederland tussen 1600 en 1700.

1.1

• 1596: Het lukt Willem Barentsz en Jacob van Heemskerck niet om via het noorden Indië te bereiken. Kwamen vast te zitten in ijs en moesten overwinteren op Nova Zembla.
• Hugen van Linschoten bewees dat de route om Afrika de beste was.
• 1602: Hollandse kooplieden gaan samenwerken in een handelsonderneming: De VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie)
• 1621: Een aparte handelsmaatschappij wordt opgericht (voor handel op Amerika): de WIC (West-Indische Compagnie), belangrijkste taak: Spaanse schepen dwarszitten.
• 1628: Een WIC schip (onder leiding van Piet Heyn) veroverd bij Cuba Spaanse schepen vol met zilver.

1.2

• Rond 1600 was de tulp uit Turkije een zeldzaamheid.
• 1636-1637: De tulphandel bereikt zijn hoogtepunt.
• Voorjaar 1637: tulpenhandel stort in.
• Er werd goedkoop graan ingevoerd vanuit de landen rondom de Oostzee, daardoor konden boeren zich specialiseren in zuivel (Boter, melk, kaas).
• Het beste van de zuivel werd verkocht aan het buitenland en zelf importeerde we het goedkoopste weer in.
• Het maken en verven van stof was een specialiteit van de Republiek.
• 5 februari 1637: Het nalatenschap van de rijke cafébaas, Wouter Winkel wordt geveild.

De Admirael van Enckhuysen (tulpenbol) wordt voor veel geveild.

1.3

• Een aantal schilders uit de 17e eeuw: Rembrandt van Rijn, Johannes Vermeer, Frans Hals en Jan Steen. In de Gouden eeuw waren duizenden schilders actief, bij elkaar hebben die zo’n 5 miljoen schilderijen gemaakt.
• Door stijgende welvaart in de zeventiende eeuw konden steeds meer mensen zich luxe spullen veroorloven.
• Frederik Hendrik stadhouder van 1625 tot 1647, gaf veel geld uit aan kunst.

Hij was erg onder de indruk van de prachtige versierde paleizen van het Franse hof (daar was hij ook opgegroeid), hij liet enkele paleizen bouwen en gaf kunstenaars de opdracht de gebouwen in te richten. (Zoals Huis ten Bosch in Den Haag)

• Frederik Hendrik kreeg van zijn secretaris: Constatijn Huygens, de beroemde dichter.
• Bekendste schuttersstuk: De nachtwacht van Rembrandt van Rijn.

1.4

• De ideale vrouw in de zeventiende eeuw was voor veel mannen een vrouw die gehoorzaam was en het huis en het gezin verzorgde.
• Buitenlanders vonden dat de Nederlandse vrouwen best veel vrijheid hadden en soms zelfs ronduit brutaal waren.
• Rijke vrouwen hadden meer kans om zichzelf te ontplooien dan arme vrouwen.

1.5

• Standenmaatschappij:

-          De adel (Geestelijk)

-          De burgerij (Regenten, patriciërs, ambachtslieden, de middenstand)

-          De armen (Boeren)

-          Het gemeen (Zwervers en bedelaars)

• Bij welke stand je hoorde werd bepaald door: Afkomst, scholing en inkomsten.