Hoofdstuk 1 De eerste wereldoorlog ,fascisme en democratie
§1 De tijd van de wereldoorlogen
Enkele belangrijke kenmerken van de oorlogvoering sinds eind 18e eeuw
1) Een groot belang van de economie.
Oorlogvoeren kost veel geld. Wie het grootste leger met de beste wapens kan betalen, en wie dat betalen het langst kan volhouden, heeft de meeste kans om te winnen. Generaals en politici gingen in oorlogen grote aandacht geven aan het beschermen van de eigen en het beschadigen van de vijandelijke economie
2) Groot belang van de technologie.
In oorlogen is het belang van de technologie van grote invloed. Door technologische ontwikkelingen tijdens de industrialisatie kwamen er veel nieuwe en duurdere wapens. Ook niet militairtechnologie is altijd van invloed op de oorlogvoering. Door de uitvinding van de stoommachine (stoomboot en trein) konden in de negentiende eeuw meer troepen sneller worden verplaatst dan vroeger.
3) Groot belang van het leiderschap
In oorlogen is het leiderschap van grote invloed. Sommige leiders onderscheiden zich alleen op militair gebied. Maar de meesten zijn zowel politieke als militaire leiders.
4) Groot belang van strategie en tactiek
De strategie van een oorlog wordt gewoonlijk bepaald door de politieke leiders. Met de strategie wordt bedoeld wat de leiders met de oorlog willen bereiken en hoe die in grote lijn moet worden gevoerd. De manier waarop die grote lijn door de militaire leiders aan het front wordt uitgevoerd, is de tactiek. Soms zijn de strategie en de tactiek in handen van één man.
5) Grote invloed van de publieke opinie
In de 18e eeuw deed in de meeste Europese staten alleen de mening van de koningen ertoe. Maar sinds de Franse revolutie leerden steeds meer mensen lezen en schrijven. Er ontstond een massapers en steeds meer mensen kregen kiesrecht. Een oorlog beginnen zonder steun van de meerderheid van de bevolking werd daardoor voor regeringen steeds moeilijker
§2 De Eerste wereldoorlog(1914-1918)
● Oorzaken en omstandigheden
De belangrijkste oorzaken voor de oorlog waren:
-1- De Franse revanchegedachte
Frankrijk wilde zich wreken voor de nederlaag in de Frans-Duitse oorlog uit 1870.
Frankrijk was toen in een korte veldslag verslagen en moest de oost-provincies (Elzas en Lotharingen) aan de Duitsers afstaan. Ze bouwden een sterk leger op om - zo gauw de gelegenheid zich voor deed - wraak te nemen op de Duitsers.
-2- De Duitse vlootbouw werd steeds meer een bedreiging voor de Engelsen
Hoe groter de Duitse vloot werd, hoe bedreigender dit werd voor de Engelsen. Tot op dat moment was Groot-Brittannië op zee alle anderen de baas.
-3- Het ongelijke aandeel van Duitsland in het bezit van koloniën
De Duitse eis om ook koloniën te mogen hebben was een bedreiging voor zowel Engeland als Frankrijk. Deze laatste twee hadden veel overzeese koloniën.
-4- De rivaliteit tussen de Engelse en de Duitse industrie
Met andere woorden: wie is (wordt) het machtigste industrieland.
De snel groeiende Duitse industrie deed de Engelse fabrieken concurrentie aan. Daardoor ontstond in Engeland een anti-Duitse stemming.
-5- Het toenemende nationalisme
Het nationalisme (= liefde voor het eigen land) wakkerde in elk land de strijdlust aan. In de 19e eeuw was het nationalisme sterk gegroeid. Ieder land wilde het machtigste zijn. Daarom werden andere landen als gevaarlijke ‘concurrenten’ gezien.
-6- Bestaan van verschillende bondgenootschappen Tegen het einde van de 19e eeuw sloten veel staten bondgenootschappen met één of enkele andere staten. Dat deed men omdat men dacht dat bondgenootschappen de kans op een oorlog zouden verkleinen. Maar in 1914 bleek die gedachte niet te kloppen. Het ene land sleepte de bondgenoot mee in de oorlog.
In 1914 werd de troonopvolger van het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije, aartshertog Frans-Ferdinand, samen met zijn vrouw in Sarajevo (Bosnië) vermoord door Servische nationalisten. Deze nationalisten wilden verschillende Slavische volken op de Balkan in een grote nationale staat verenigen. Als reactie op de moord stelde Oostenrijk-Hongarije een ultimatum aan Servië. Toen Servië op dit ultimatum niet reageerde verklaarde Oostenrijk-Hongarije de oorlog aan Servië (28 juli 1914).
• Rusland ging Servië helpen.
• Duitsland steunde Oostenrijk-Hongarije.
• Frankrijk steunde Rusland weer.
• Groot-Brittannië had een bondgenootschap met België. Toen Duitsland België in 1914 binnenviel, om sneller Frankrijk te kunnen veroveren, verklaarde Groot-Brittannië aan Duitsland de oorlog.
Wat veranderde in de Eerste Wereldoorlog in de oorlogvoering?
1) De eerste oorlog die een wereldoorlog kon worden genoemd
In de Eerste Wereldoorlog werd vooral in Europa gevochten. Buiten Europa werd gevochten in het Midden-Oosten en in Afrika. De koloniën vochten mee aan de kant van de moederlanden. Ook werd er gevochten op de Atlantische Oceaan en Stille Oceaan en de Noordzee.
2) Industriële oorlog op veel grotere schaal dan tevoren met nieuwe en verbeterde wapens
Er werden meer wapens gemaakt. Talloze mannen en vrouwen werkten in de oorlogsindustrie. Nieuwe wapens zoals chemische wapens, tanks en onderzeeboten.
3) Nieuwe tactiek: de loopgravenoorlog
De loopgraven liepen langs het gehele westelijke front en een groot deel van het oostelijk front. Beide partijen probeerden elkaar uit te putten. Door de patstelling (= men veroverde geen terrein en men verloor geen terrein) kwam de nachtmerrie van het Duitse strategisch denken uit: een 'twee-frontenoorlog'. Snel Frankrijk veroveren lukte dus namelijk niet, en Rusland kon daardoor op tijd een leger op de been brengen tegen Duitsland aan de andere kant (het oostfront).
4) Veel meer propaganda
Er was nu niet alleen propaganda door politieke leiders maar ook door de bevoling zelf, in kerken en op scholen.
5) Betere medische zorg voor de soldaten
De Eerste Wereldoorlog was de eerste oorlog waarin meer soldaten stierven als gevolg van oorlogswonden dan als gevolg van ziekten opgedaan in het leger. Naast de betere medische zorg kwam dat ook doordat in de 19e eeuw belangrijke ontdekkingen waren gedaan in de medische wetenschap. Soldaten werden nu ingeënt tegen tyfus en tetanus.
6) De eerste totale oorlog
de Eerste Wereldoorlog kregen voor het eerst alle mensen in de oorlogvoerende staten met de oorlog te maken.
• Alle jongemannen moesten hun dienstplicht vervullen
• Talloze mannen en vrouwen werkten in fabrieken die de soldaten moesten bevoorraden.
• Voedsel en andere producten gingen vaak op de bon.
• In de massapers en bioscoopfilms werd opgeroepen om de troepen te steunen.
• Het aantal slachtoffers was massaal.
De Eerste Wereldoorlog heeft naast nieuwe ook oude kenmerken
1) Economische oorlogvoering ook nu belangrijk
Omdat Engeland en Frankrijk koloniën hadden had men een groot voordeel op Duitsland en Oostenrijk-Hongarije. Daardoor hadden ze meer soldaten, grondstoffen en producten ter beschikking. Duitsland werd ook getroffen door de economische blokkade van de Engelse marine.
2) Oude wapens hebben de meest vernietigende invloed
Oude inmiddels verbeterde wapen zoals geweren, kanonnen en mitrailleurs hadden de meest vernietigende werking.
3) Zijn de leiders slagers of ezels?
Door de grote verliezen die er werden geleden noemde men de generaals wel slagers of ezels. Er kwam kritiek op de generaals wegens de enorme verliezen(ruim 8 miljoen soldaten gesneuveld ruim21 miljoen gewond)
Gevolgen van de oorlog
Naast het feit dat miljoenen soldaten het leven verloren of gewond raakten werd de burgerbevolking ook zwaar getroffen.
• De kaart van Europa verandert grondig
Er ontstonden nieuwe staten zoals Tjecho-Slowakije en Joegoslavie.
• Grote verbittering onder de Duitse bevolking
De Duitse bevolking vond de bepalingen van het verdrag van Versailles onrechtvaardig. Duitsland moest naast het afstaan van gebieden o.a Elzas Lotharingen aan Frankrijk, Eupen-Malmedy aan België en Silezié aan Polen ook alle oorlogsschade betalen terwijl het zich niet als enige schuldig voelde. De schadevergoeding was zo hoog dat men heel lang zou moeten betalen. Andere volken kregen zelfbeschikkingsrecht (in Europa), maar de Duitsers niet.
§3 Democratie maakt plaats voor fascisme
Ontstaan van het fascisme
Na de Eerste Wereldoorlog ontstond het fascisme. Net als het communisme wilde ook het fascisme de parlementaire democratie afschaffen. De eerste fascistische leider was de Italiaan Benito Mussolini.
Kenmerken van het fascisme
1)Het fascisme legt vooral de nadruk op waar men tegen is
Tegen parlementaire democratie; tegen democratische rechten; tegen socialisme en communisme; tegen alles wat als ‘vreemd’ werd gezien, tegen mensen van andere culturen.
2) Het fascisme is nationalistisch
Het belang van het eigen volk staat voorop en de eigen staat boven andere. De macht en roem van het eigen volk en de eigen staat moeten worden vergroot.
3) Het fascisme gaat uit van de ongelijkheid van de mensen
Fascisten delen de mensen in naar ‘hoger ontwikkelden’ en ‘lager ontwikkelden’. De ‘hoger ontwikkelden’ moeten een partij vormen en leiding geven aan de ‘lager ontwikkelden’.
4) Het fascisme kent het leidersbeginsel
De leider neemt alle beslissingen. Iedereen heeft zich daaraan te houden omdat de leider weet wat goed is voor het volk.
5) Het fascisme is totalitair
Volgens fascisten moet de staat het leven van iedere mens regelen en controleren (onderwijs, werk,vrije tijd,kunst, media) Iedereen moet lid zijn van fascistische organisaties. Andere organisaties worden verboden.
6) Het fascisme gaat meer uit van het gevoel dan van het verstand
Fascisten vinden dat aan het verstand te veel en aan het gevoel te weinig waarde wordt gehecht. Niet alles hoeft bewezen te worden.
7) Het fascisme verheerlijkt vooral de daad van geweld
In een fascistische staat moet er gehandeld worden: geen woorden maar daden. Vooral daden waarbij kracht en geweld te pas komen, staan hoog aangeschreven. de oorlog wordt verheerlijkt als een mannelijke strijd.
8) Het fascisme geeft aan de vrouw een ondergeschikte en aparte plaats
Kinderen krijgen en voor het gezin zorgen, dat zijn hun taken. het moederschap wordt verheerlijkt.
Aparte kenmerken van het Duitse Fascisme
1) Het Duitse volk moest 'raszuiver' gehouden worden
Etnische groepen in de wereld waren ongelijk. Het blanke ras waren de beste mensen. de Slavische volken in oost Europa werden als minderwaardig gezien evenals gekleurde mensen. Nog lager stonden volgens deze rassenleer de joden en zigeuners.
2) Het Duitse volk heeft leefruimte nodig
De nazi’s erkenden de bestaande grenzen niet. Duitsers hadden volgens hen het recht om grondgebied te veroveren.
Democratie moet plaats maken voor fascisme
• Het Duitse keizerrijk valt, democratie ontstaat in de Republiek van Weimar.
De Duitse regering moest uiteindelijk een wapenstilstand sluiten op 11 november 1918 omdat een overwinning niet meer mogelijk was. In Rusland had al een communistische revolutie plaatsgevonden en ook in Duitsland leek dat te gaan gebeuren. Met steun van de Duitse Rijkskanselier(minister president) namen de socialisten de regering over en riepen de Republiek uit. Keizer Wilhelm II vluchtte naar het neutrale Nederland. Er was nu een einde gekomen aan de 1e Wereldoorlog. Omdat de politieke situatie in de hoofdstad Berlijn nog niet rustig was kwam het nieuw gekozen parlement bijeen in Weimar. De nieuwe staat werd daarom Republiek van Weimar genoemd.
• Tijdens de economische crisis wordt de NSDAP de grootste partij
De eerste tien jaar bleef de partij klein maar dat veranderde door de economische crisis van 1929 die ontstond door het ineenstorten van de effectenbeurs op Wall Street in de Verenigde Staten. Omdat de Duitse economie was opgebouwd met geleend Amerikaans geld moest men door de crisis het geleende geld teruggeven en kreeg men ook geen leningen meer. Hierdoor gingen vel bedrijven failliet en ontstond er massale werkeloosheid. Dat liep op van 2 miljoen in 1929 naar 6 miljoen in 1932. Dat nu leidde er toe dat de NSDAP fors aan aanhang ging winnen.
Andere oorzaken van het succes van de nationaalsocialisten
a) Zwakke plakken van de Republiek van Weimar
1) De socialisten en de katholieken wantrouwden elkaar.
2) De vooruitstrevende liberalen wilden met de socialisten samenwerken maar de behoudende liberalen wilden dat niet.
3) De conservatieven waren tegen de parlementaire democratie. Zij wilden het keizerrijk herstellen. Zij gaven de schuld van de Duitse nederlaag in de Eerste Wereldoorlog aan de socialisten.
4) De communisten waren ook tegen de parlementaire democratie. Zij wilden net als in Rusland een communistische samenleving. Met de socialisten wilden ze niet samenwerken.
Doordat de socialisten, katholieken en vooruitstrevende liberalen er niet in slaagden het eens te worden over het oplossen van de economische crisis sloten veel ontevreden kiezers zich aan bij de communisten en de NSDAP.
b) Ook het optreden van de nazi's draagt bij tot het succes
1) Dat kwam door de manier waarop de partij propaganda voerde met behulp van moderne communicatiemiddelen.
2) Hitler, de leider van de NSDAP, bleek in staat veel mensen voor zich te winnen door zijn optreden. Er ontstond een Führer verering.
3) De mensen werd beloofd wat ze graag wilden zoals werk en grond voor de boeren.
4) De partijlegers van de NSDAP, de SA(Sturm-Abteilung) en de SS(Schutz-Staffel, oorspronkelijk een beschermingsleger voor Adolf Hitler) straalden kracht en zelfvertrouwen uit.
5) De Joden werden tot zondebok gemaakt. Zij kregen de schuld van alle economische ellende.
Hitler wordt Rijkskanselier
Omdat de conservatieven bereid waren met Hitler samen te werken werd Hitler tot Rijkskanselier benoemd op 30 januari 1933. Ze dachten dat ze hem wel in het gareel zouden kunnen houden. De communisten en socialisten werden buiten spel gezet en binnen een half jaar speelde Hitler het klaar om alle macht in handen te krijgen.
Het nationaal socialisme in de praktijk
De periode dat de nationaal - socialisten in Duitsland aan de macht waren wordt het derde Rijk genoemd. In plaats van 1000 jaar duurde de periode 12 jaar van 1933 tot 1945. Onder het eerste rijk verstonden zij het middeleeuwse Duitse keizerrijk, onder het tweede het keizerrijk van 1870 tot 1918.
Industrie en landbouw in dienst van de oorlogsvoorbereiding
Hitler wilde 'leefruimte' (gebieden in Oost-Europa) voor het Duitse volk veroveren. Daarom moest Duitsland zich op een oorlog voorbereiden. Het land mocht daarom niet afhankelijk zijn van import. Duitsland zou zelf zijn voedsel en wapens moeten produceren (autarkie).
• Het hele volk wordt 'gelijkgeschakeld'
Het volk moest een hechte eenheid vormen onder leiding van de Fürher. Daarvoor moest het hele Duitse volk worden 'gelijkgeschakeld' om deel te worden van een 'volksgemeenschap'. Om de gelijkschakeling te bereiken werden mensen in allerlei naziorganisaties bijeengebracht:
1. Werkgevers en werknemers werden in het Duitse Arbeidsfront gereorganiseerd.
2. Kraft durch Freude zorgde voor ontspanning.
3. De jongens werden lid van de Hitelerjugend(HJ) en de meisjes van de Bund deutscher Mädel(BdM)
4. Na de HJ en de BdM kwam de Rijksarbeidsdienst waar elke 18 jarige een jaar 'arbeidsdienst' moesten verrichten.
Een ander middel tot gelijkschakeling was de beheersing van het onderwijs en de media:
1. De scholen moesten de jeugd opvoeden in de geest van het nationaal-socialisme.
2. Er kwam een nieuw ministerie: het ministerie van Voorlichting en Propaganda onder leiding van Joseph Goebbels.
3. Goebbels stelde een rijkscultuurkamer in iedereen die werkzaam was bij de media of in de kunst, moest hiervan lid zijn.
• SS wordt beruchtste terreurorganisatie
De SS, oorspronkelijk een persoonlijk opgericht om Adolf Hitler te beschermen, kreeg steeds meer taken en steeds meer macht. Een van de belangrijkste taken was het uitschakelen van tegenstanders van het nationaal-socialisme.
Vooral de Joden werden vervolgd
Vanaf 1933 werden er maatregelen genomen om het leven van de Joden in Duitsland onmogelijk te maken:
1) Joden mochten geen gebruik maken van openbare voorzieningen en werden uit allerlei beroepen ontslagen
2) In 1935 werden de Neurenburger Wetten aangenomen. Hierbij werd aan de Joden het Duitse staatsburgerschap ontnomen en huwelijken tussen Joden en niet-Joden verboden
3) In de landen die tijdens de Tweede Wereldoorlog werden veroverd in het oosten van Europa werden met Einsatzgruppen meer dan 1,5 miljoen Joden massaal gedood.
4) Op de Wansee conferentie werd besloten om alle Joden in Europa te vernietigen. Daarvoor werden vernietigingskampen opgericht in Polen waar men met behulp van gaskamers massaal mensen ombracht. Dit staat bekend als de Holocaust.
§4 Verzet in Duitsland
Tegenstanders komen in concentratiekampen terecht
Al vanaf 1933 werden concentratiekampen opgericht. Kampen als Dachau, Buchenwald en Mauthausen zijn in ieders geheugen gegrift. Naast politieke tegenstanders werden hierin ook langgestraften, homoseksuelen, Joden zwervers, zigeuners en Jehova's getuigen gevangengezet. De discipline in de kampen was zeer streng en mensen moesten veel ontberingen doorstaan waaronder mishandeling, hoger en velen kwamen dan ook om. In ons land werden bijvoorbeeld Vught en Amersfoort bekend.
Activiteiten van verzetsgroepen
Verzet tegen Hitler en de nazi's was moeilijk vooral in Duitsland:
• Een zeer groot deel van de bevolking stond achter Hitler.
• Men zag verzet tegen Hitler als landverraad.
Desondanks ontstonden er in Duitsland toch verzetsgroepen. Bekend werd "Die Weisse Rose" en de aanslag op Hitler op 20 juli 1944 door luitenant-kolonel graaf Von Stauffenberg.
Vier vormen van verzet tegen Hitler in Duitsland waren:
Door politie gezochte personen helpen onderduiken
Verspreiden van anti-Hitler pamfletten
Inlichtingen doorgeven aan de tegenstanders van Duitsland
Een pogging tot een staatsgreep met een aanslag op Hitler
§5 Fascisme en later ook communisme maken plaats voor democratie
In mei 1945 kwam er een einde aan het derde Rijk van de nazi's. Het grootste deel van Oost-Europa kwam onder invloed van de Sovjet-Unie te staan. Duitsland werd in 4 bezettingszones verdeeld. Daarnaast verloor Duitsland veel grondgebied aan Polen.
In West-Duitsland wordt de democratie hersteld
In 1949 kwam de BRD(Bondsrepubliek Duitsland) tot stand. Er kwam een grondwet met als belangrijkste bepalingen:
• De Bondsrepubliek is een parlementaire democratie.
• De Bondsrepubliek is een federatie die bestaat uit een aantal deelstaten die een eigen parlement en regering hebben.
• Het hoogste orgaan in de Bondsrepubliek is de Bondsdag(Parlement).
• De Bondsregering wordt geleid door de Bondskanselier (eerste minister die door de Bondsdag kan worden afgezet) en houdt zich bezig met buitenlandse zaken en defensie.
• Staatshoofd is de bondspresident die echter beperkte bevoegdheden heeft.
§1 De tijd van de wereldoorlogen
Enkele belangrijke kenmerken van de oorlogvoering sinds eind 18e eeuw
1) Een groot belang van de economie.
Oorlogvoeren kost veel geld. Wie het grootste leger met de beste wapens kan betalen, en wie dat betalen het langst kan volhouden, heeft de meeste kans om te winnen. Generaals en politici gingen in oorlogen grote aandacht geven aan het beschermen van de eigen en het beschadigen van de vijandelijke economie
2) Groot belang van de technologie.
3) Groot belang van het leiderschap
In oorlogen is het leiderschap van grote invloed. Sommige leiders onderscheiden zich alleen op militair gebied. Maar de meesten zijn zowel politieke als militaire leiders.
4) Groot belang van strategie en tactiek
De strategie van een oorlog wordt gewoonlijk bepaald door de politieke leiders. Met de strategie wordt bedoeld wat de leiders met de oorlog willen bereiken en hoe die in grote lijn moet worden gevoerd. De manier waarop die grote lijn door de militaire leiders aan het front wordt uitgevoerd, is de tactiek. Soms zijn de strategie en de tactiek in handen van één man.
5) Grote invloed van de publieke opinie
In de 18e eeuw deed in de meeste Europese staten alleen de mening van de koningen ertoe. Maar sinds de Franse revolutie leerden steeds meer mensen lezen en schrijven. Er ontstond een massapers en steeds meer mensen kregen kiesrecht. Een oorlog beginnen zonder steun van de meerderheid van de bevolking werd daardoor voor regeringen steeds moeilijker
§2 De Eerste wereldoorlog(1914-1918)
● Oorzaken en omstandigheden
De belangrijkste oorzaken voor de oorlog waren:
-1- De Franse revanchegedachte
Frankrijk wilde zich wreken voor de nederlaag in de Frans-Duitse oorlog uit 1870.
Frankrijk was toen in een korte veldslag verslagen en moest de oost-provincies (Elzas en Lotharingen) aan de Duitsers afstaan. Ze bouwden een sterk leger op om - zo gauw de gelegenheid zich voor deed - wraak te nemen op de Duitsers.
-2- De Duitse vlootbouw werd steeds meer een bedreiging voor de Engelsen
-3- Het ongelijke aandeel van Duitsland in het bezit van koloniën
De Duitse eis om ook koloniën te mogen hebben was een bedreiging voor zowel Engeland als Frankrijk. Deze laatste twee hadden veel overzeese koloniën.
-4- De rivaliteit tussen de Engelse en de Duitse industrie
Met andere woorden: wie is (wordt) het machtigste industrieland.
De snel groeiende Duitse industrie deed de Engelse fabrieken concurrentie aan. Daardoor ontstond in Engeland een anti-Duitse stemming.
-5- Het toenemende nationalisme
Het nationalisme (= liefde voor het eigen land) wakkerde in elk land de strijdlust aan. In de 19e eeuw was het nationalisme sterk gegroeid. Ieder land wilde het machtigste zijn. Daarom werden andere landen als gevaarlijke ‘concurrenten’ gezien.
-6- Bestaan van verschillende bondgenootschappen Tegen het einde van de 19e eeuw sloten veel staten bondgenootschappen met één of enkele andere staten. Dat deed men omdat men dacht dat bondgenootschappen de kans op een oorlog zouden verkleinen. Maar in 1914 bleek die gedachte niet te kloppen. Het ene land sleepte de bondgenoot mee in de oorlog.
In 1914 werd de troonopvolger van het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije, aartshertog Frans-Ferdinand, samen met zijn vrouw in Sarajevo (Bosnië) vermoord door Servische nationalisten. Deze nationalisten wilden verschillende Slavische volken op de Balkan in een grote nationale staat verenigen. Als reactie op de moord stelde Oostenrijk-Hongarije een ultimatum aan Servië. Toen Servië op dit ultimatum niet reageerde verklaarde Oostenrijk-Hongarije de oorlog aan Servië (28 juli 1914).
• Duitsland steunde Oostenrijk-Hongarije.
• Frankrijk steunde Rusland weer.
• Groot-Brittannië had een bondgenootschap met België. Toen Duitsland België in 1914 binnenviel, om sneller Frankrijk te kunnen veroveren, verklaarde Groot-Brittannië aan Duitsland de oorlog.
Wat veranderde in de Eerste Wereldoorlog in de oorlogvoering?
1) De eerste oorlog die een wereldoorlog kon worden genoemd
In de Eerste Wereldoorlog werd vooral in Europa gevochten. Buiten Europa werd gevochten in het Midden-Oosten en in Afrika. De koloniën vochten mee aan de kant van de moederlanden. Ook werd er gevochten op de Atlantische Oceaan en Stille Oceaan en de Noordzee.
2) Industriële oorlog op veel grotere schaal dan tevoren met nieuwe en verbeterde wapens
Er werden meer wapens gemaakt. Talloze mannen en vrouwen werkten in de oorlogsindustrie. Nieuwe wapens zoals chemische wapens, tanks en onderzeeboten.
3) Nieuwe tactiek: de loopgravenoorlog
De loopgraven liepen langs het gehele westelijke front en een groot deel van het oostelijk front. Beide partijen probeerden elkaar uit te putten. Door de patstelling (= men veroverde geen terrein en men verloor geen terrein) kwam de nachtmerrie van het Duitse strategisch denken uit: een 'twee-frontenoorlog'. Snel Frankrijk veroveren lukte dus namelijk niet, en Rusland kon daardoor op tijd een leger op de been brengen tegen Duitsland aan de andere kant (het oostfront).
4) Veel meer propaganda
5) Betere medische zorg voor de soldaten
De Eerste Wereldoorlog was de eerste oorlog waarin meer soldaten stierven als gevolg van oorlogswonden dan als gevolg van ziekten opgedaan in het leger. Naast de betere medische zorg kwam dat ook doordat in de 19e eeuw belangrijke ontdekkingen waren gedaan in de medische wetenschap. Soldaten werden nu ingeënt tegen tyfus en tetanus.
6) De eerste totale oorlog
de Eerste Wereldoorlog kregen voor het eerst alle mensen in de oorlogvoerende staten met de oorlog te maken.
• Alle jongemannen moesten hun dienstplicht vervullen
• Talloze mannen en vrouwen werkten in fabrieken die de soldaten moesten bevoorraden.
• Voedsel en andere producten gingen vaak op de bon.
• In de massapers en bioscoopfilms werd opgeroepen om de troepen te steunen.
• Het aantal slachtoffers was massaal.
De Eerste Wereldoorlog heeft naast nieuwe ook oude kenmerken
1) Economische oorlogvoering ook nu belangrijk
Omdat Engeland en Frankrijk koloniën hadden had men een groot voordeel op Duitsland en Oostenrijk-Hongarije. Daardoor hadden ze meer soldaten, grondstoffen en producten ter beschikking. Duitsland werd ook getroffen door de economische blokkade van de Engelse marine.
2) Oude wapens hebben de meest vernietigende invloed
3) Zijn de leiders slagers of ezels?
Door de grote verliezen die er werden geleden noemde men de generaals wel slagers of ezels. Er kwam kritiek op de generaals wegens de enorme verliezen(ruim 8 miljoen soldaten gesneuveld ruim21 miljoen gewond)
Gevolgen van de oorlog
Naast het feit dat miljoenen soldaten het leven verloren of gewond raakten werd de burgerbevolking ook zwaar getroffen.
• De kaart van Europa verandert grondig
Er ontstonden nieuwe staten zoals Tjecho-Slowakije en Joegoslavie.
• Grote verbittering onder de Duitse bevolking
De Duitse bevolking vond de bepalingen van het verdrag van Versailles onrechtvaardig. Duitsland moest naast het afstaan van gebieden o.a Elzas Lotharingen aan Frankrijk, Eupen-Malmedy aan België en Silezié aan Polen ook alle oorlogsschade betalen terwijl het zich niet als enige schuldig voelde. De schadevergoeding was zo hoog dat men heel lang zou moeten betalen. Andere volken kregen zelfbeschikkingsrecht (in Europa), maar de Duitsers niet.
§3 Democratie maakt plaats voor fascisme
Ontstaan van het fascisme
Kenmerken van het fascisme
1)Het fascisme legt vooral de nadruk op waar men tegen is
Tegen parlementaire democratie; tegen democratische rechten; tegen socialisme en communisme; tegen alles wat als ‘vreemd’ werd gezien, tegen mensen van andere culturen.
2) Het fascisme is nationalistisch
Het belang van het eigen volk staat voorop en de eigen staat boven andere. De macht en roem van het eigen volk en de eigen staat moeten worden vergroot.
3) Het fascisme gaat uit van de ongelijkheid van de mensen
Fascisten delen de mensen in naar ‘hoger ontwikkelden’ en ‘lager ontwikkelden’. De ‘hoger ontwikkelden’ moeten een partij vormen en leiding geven aan de ‘lager ontwikkelden’.
4) Het fascisme kent het leidersbeginsel
De leider neemt alle beslissingen. Iedereen heeft zich daaraan te houden omdat de leider weet wat goed is voor het volk.
5) Het fascisme is totalitair
Volgens fascisten moet de staat het leven van iedere mens regelen en controleren (onderwijs, werk,vrije tijd,kunst, media) Iedereen moet lid zijn van fascistische organisaties. Andere organisaties worden verboden.
6) Het fascisme gaat meer uit van het gevoel dan van het verstand
7) Het fascisme verheerlijkt vooral de daad van geweld
In een fascistische staat moet er gehandeld worden: geen woorden maar daden. Vooral daden waarbij kracht en geweld te pas komen, staan hoog aangeschreven. de oorlog wordt verheerlijkt als een mannelijke strijd.
8) Het fascisme geeft aan de vrouw een ondergeschikte en aparte plaats
Kinderen krijgen en voor het gezin zorgen, dat zijn hun taken. het moederschap wordt verheerlijkt.
Aparte kenmerken van het Duitse Fascisme
1) Het Duitse volk moest 'raszuiver' gehouden worden
Etnische groepen in de wereld waren ongelijk. Het blanke ras waren de beste mensen. de Slavische volken in oost Europa werden als minderwaardig gezien evenals gekleurde mensen. Nog lager stonden volgens deze rassenleer de joden en zigeuners.
2) Het Duitse volk heeft leefruimte nodig
De nazi’s erkenden de bestaande grenzen niet. Duitsers hadden volgens hen het recht om grondgebied te veroveren.
Democratie moet plaats maken voor fascisme
• Het Duitse keizerrijk valt, democratie ontstaat in de Republiek van Weimar.
• Tijdens de economische crisis wordt de NSDAP de grootste partij
De eerste tien jaar bleef de partij klein maar dat veranderde door de economische crisis van 1929 die ontstond door het ineenstorten van de effectenbeurs op Wall Street in de Verenigde Staten. Omdat de Duitse economie was opgebouwd met geleend Amerikaans geld moest men door de crisis het geleende geld teruggeven en kreeg men ook geen leningen meer. Hierdoor gingen vel bedrijven failliet en ontstond er massale werkeloosheid. Dat liep op van 2 miljoen in 1929 naar 6 miljoen in 1932. Dat nu leidde er toe dat de NSDAP fors aan aanhang ging winnen.
Andere oorzaken van het succes van de nationaalsocialisten
a) Zwakke plakken van de Republiek van Weimar
1) De socialisten en de katholieken wantrouwden elkaar.
2) De vooruitstrevende liberalen wilden met de socialisten samenwerken maar de behoudende liberalen wilden dat niet.
3) De conservatieven waren tegen de parlementaire democratie. Zij wilden het keizerrijk herstellen. Zij gaven de schuld van de Duitse nederlaag in de Eerste Wereldoorlog aan de socialisten.
4) De communisten waren ook tegen de parlementaire democratie. Zij wilden net als in Rusland een communistische samenleving. Met de socialisten wilden ze niet samenwerken.
Doordat de socialisten, katholieken en vooruitstrevende liberalen er niet in slaagden het eens te worden over het oplossen van de economische crisis sloten veel ontevreden kiezers zich aan bij de communisten en de NSDAP.
b) Ook het optreden van de nazi's draagt bij tot het succes
2) Hitler, de leider van de NSDAP, bleek in staat veel mensen voor zich te winnen door zijn optreden. Er ontstond een Führer verering.
3) De mensen werd beloofd wat ze graag wilden zoals werk en grond voor de boeren.
4) De partijlegers van de NSDAP, de SA(Sturm-Abteilung) en de SS(Schutz-Staffel, oorspronkelijk een beschermingsleger voor Adolf Hitler) straalden kracht en zelfvertrouwen uit.
5) De Joden werden tot zondebok gemaakt. Zij kregen de schuld van alle economische ellende.
Hitler wordt Rijkskanselier
Omdat de conservatieven bereid waren met Hitler samen te werken werd Hitler tot Rijkskanselier benoemd op 30 januari 1933. Ze dachten dat ze hem wel in het gareel zouden kunnen houden. De communisten en socialisten werden buiten spel gezet en binnen een half jaar speelde Hitler het klaar om alle macht in handen te krijgen.
Het nationaal socialisme in de praktijk
De periode dat de nationaal - socialisten in Duitsland aan de macht waren wordt het derde Rijk genoemd. In plaats van 1000 jaar duurde de periode 12 jaar van 1933 tot 1945. Onder het eerste rijk verstonden zij het middeleeuwse Duitse keizerrijk, onder het tweede het keizerrijk van 1870 tot 1918.
Industrie en landbouw in dienst van de oorlogsvoorbereiding
Hitler wilde 'leefruimte' (gebieden in Oost-Europa) voor het Duitse volk veroveren. Daarom moest Duitsland zich op een oorlog voorbereiden. Het land mocht daarom niet afhankelijk zijn van import. Duitsland zou zelf zijn voedsel en wapens moeten produceren (autarkie).
• Het hele volk wordt 'gelijkgeschakeld'
1. Werkgevers en werknemers werden in het Duitse Arbeidsfront gereorganiseerd.
2. Kraft durch Freude zorgde voor ontspanning.
3. De jongens werden lid van de Hitelerjugend(HJ) en de meisjes van de Bund deutscher Mädel(BdM)
4. Na de HJ en de BdM kwam de Rijksarbeidsdienst waar elke 18 jarige een jaar 'arbeidsdienst' moesten verrichten.
Een ander middel tot gelijkschakeling was de beheersing van het onderwijs en de media:
1. De scholen moesten de jeugd opvoeden in de geest van het nationaal-socialisme.
2. Er kwam een nieuw ministerie: het ministerie van Voorlichting en Propaganda onder leiding van Joseph Goebbels.
3. Goebbels stelde een rijkscultuurkamer in iedereen die werkzaam was bij de media of in de kunst, moest hiervan lid zijn.
• SS wordt beruchtste terreurorganisatie
De SS, oorspronkelijk een persoonlijk opgericht om Adolf Hitler te beschermen, kreeg steeds meer taken en steeds meer macht. Een van de belangrijkste taken was het uitschakelen van tegenstanders van het nationaal-socialisme.
Vooral de Joden werden vervolgd
1) Joden mochten geen gebruik maken van openbare voorzieningen en werden uit allerlei beroepen ontslagen
2) In 1935 werden de Neurenburger Wetten aangenomen. Hierbij werd aan de Joden het Duitse staatsburgerschap ontnomen en huwelijken tussen Joden en niet-Joden verboden
3) In de landen die tijdens de Tweede Wereldoorlog werden veroverd in het oosten van Europa werden met Einsatzgruppen meer dan 1,5 miljoen Joden massaal gedood.
4) Op de Wansee conferentie werd besloten om alle Joden in Europa te vernietigen. Daarvoor werden vernietigingskampen opgericht in Polen waar men met behulp van gaskamers massaal mensen ombracht. Dit staat bekend als de Holocaust.
§4 Verzet in Duitsland
Tegenstanders komen in concentratiekampen terecht
Al vanaf 1933 werden concentratiekampen opgericht. Kampen als Dachau, Buchenwald en Mauthausen zijn in ieders geheugen gegrift. Naast politieke tegenstanders werden hierin ook langgestraften, homoseksuelen, Joden zwervers, zigeuners en Jehova's getuigen gevangengezet. De discipline in de kampen was zeer streng en mensen moesten veel ontberingen doorstaan waaronder mishandeling, hoger en velen kwamen dan ook om. In ons land werden bijvoorbeeld Vught en Amersfoort bekend.
Activiteiten van verzetsgroepen
• Een zeer groot deel van de bevolking stond achter Hitler.
• Men zag verzet tegen Hitler als landverraad.
Desondanks ontstonden er in Duitsland toch verzetsgroepen. Bekend werd "Die Weisse Rose" en de aanslag op Hitler op 20 juli 1944 door luitenant-kolonel graaf Von Stauffenberg.
Vier vormen van verzet tegen Hitler in Duitsland waren:
Door politie gezochte personen helpen onderduiken
Verspreiden van anti-Hitler pamfletten
Inlichtingen doorgeven aan de tegenstanders van Duitsland
Een pogging tot een staatsgreep met een aanslag op Hitler
§5 Fascisme en later ook communisme maken plaats voor democratie
In mei 1945 kwam er een einde aan het derde Rijk van de nazi's. Het grootste deel van Oost-Europa kwam onder invloed van de Sovjet-Unie te staan. Duitsland werd in 4 bezettingszones verdeeld. Daarnaast verloor Duitsland veel grondgebied aan Polen.
In West-Duitsland wordt de democratie hersteld
• De Bondsrepubliek is een parlementaire democratie.
• De Bondsrepubliek is een federatie die bestaat uit een aantal deelstaten die een eigen parlement en regering hebben.
• Het hoogste orgaan in de Bondsrepubliek is de Bondsdag(Parlement).
• De Bondsregering wordt geleid door de Bondskanselier (eerste minister die door de Bondsdag kan worden afgezet) en houdt zich bezig met buitenlandse zaken en defensie.
• Staatshoofd is de bondspresident die echter beperkte bevoegdheden heeft.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden