Het Midden Oosten; geschiedenis en conflicten

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 1923 woorden
  • 4 november 2006
  • 29 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
29 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Welke studie past bij jou? Doe de studiekeuzetest!

Twijfel je over je studiekeuze? Ontdek in drie minuten welke bacheloropleiding aan de Universiteit Twente het beste bij jouw persoonlijkheid past met de gratis studiekeuzetest.

Start de test
Geschiedenis: samenvatting boekje ‘Het Midden Oosten; geschiedenis en conflicten’
Paragraaf 1: ‘de Islam’

• Arabië was vroeger veel onaantrekkelijker dan nu. Bestond uit steppen en woestijnen en hier en daar een oase. Ook was het dunbevolkt en de meeste bewoners geloofden in natuurgoden.
• Rond 570 na Chr. werd Mohammed in Mekka geboren. Hij werd opgevoed door zijn oom, zijn ouders waren allebei overleden. Hij trok met karavanen mee, in dienst van de rijke weduwe Khadidja, met wie hij later ook trouwde.
• Toen hij ongeveer 40 jaar was, verscheen er een engel van God die hem opriep boodschapper van Allah, de enige God te worden. Dat was het begin van een nieuwe godsdienst (de Islam) en een nieuw rijk (het Arabische rijk).
• Allah had zich al eerder tot mensen gekeerd, eerst tot de Joden en toen tot Christenen. Maar zij hadden hem niet begrepen. Door Mohammed zou de ware bedoeling onder de mensen komen.
• Mohammed had weinig succes met zijn preken en hij werd niet geaccepteerd als profeet. Daarom vluchtte hij in 622 naar Medina, vlak bij Mekka. Dan begint de jaartelling van de Moslims. Ook daar werd hij door de Joden niet goed ontvangen, dis liet hij ze verdrijven en vermoorden. Eerst baden hij en zijn volgelingen naar Jeruzalem, toen werd het Mekka. Maar in 630 werd hij ook in Mekka geaccepteerd. Hij overleed in 632 en toen was het grootste deel van Arabië Islamitisch.
• Koran = alle openbaringen aan Mohammed, de godsdienst van de Moslims. Moslims zijn alle Islamieten. De Koran is een richtsnoer voor het menselijk handelen en gedrag. Naast de Koran bestaat er de Soenna, een aanvulling, verdere uitleg en soms aanpassingen op de Koran.
• Sjarie’a = geheel van wetten en maatschappelijke voorschriften. De Sjarie’a wordt niet meer klakkeloos nageleefd, maar aangepast aan de tijd.
• De 5 zuilen van de Islam:
1. Sjahada = geloofsbelijdenis
2. Salaat = vijf keer bidden per dag in de richting van Mekka
3. Zakaat = liefdadigheid
4. Ramadan = vastenperiode van een maand, bezinning en dankbaarheid
5. Hadj = bedevaart naar Mekka
• Jihaad = heilige oorlog tegen ongelovigen. Verplichting van gemeenschap om voor voldoende strijders te zorgen.
• De ondergeschikte positie v/d vrouw komt niet door de Koran of door de Soenna, maar door de tijd waarin de Islam zijn grondslag vond, door culturele factoren. De positie v/d vrouw komt bijv. naar voren in partnerschap en erfrecht.
• Soennieten (90 % v/d moslims) = groepering binnen de Islam die vindt dat elke afstammeling van Mohammed de nieuwe leider (Kalief, vanaf 661 erfelijk) mag zijn. De Kalief heeft militaire en politieke macht, ‘godsmacht’ ligt bij schriftgeleerden. Scheiding van staat en kerk, kerk (schriftgeleerden) legden de Koran en de Soenna uit, staat (Kalief) was gezagsdrager.
• Sji’ieten = groepering binnen de Islam die vindt dat alleen de Imam (hoogste priester, die altijd een opvolger benoemt) Mohammed mag opvolgen. Maar omdat het fout ging met de opvolging, houden schriftgeleerden (hoogste is Ayatollah) de zaak in de gaten. Kerk en staat zijn niet gescheiden, volgens hen gaat het in tegen de leer.
• Fundamentalisme = Moslims keuren de huidige samenleving af en willen een zuivere Islamitische staat wordt bepaald door de Koran en de Soenna. Fundamentalisme is onverdraagzaam en vijandig en wil terug naar uiterst conservatieve samenleving.
• Oorzaken fundamentalisme:
1. Sociale en liberale regeringen beloofden gouden bergen, die er nooit kwamen. Ze waren loze beloften zat.
2. Afkeer van westerse cultuur, die gelijk staat aan onzedelijkheid, decadentie en materialisme.
3. Afrekening met vroegere Westerse overheersing

Paragraaf 2: ‘Het Arabische rijk in vogelvlucht’.

• Binnen een eeuw na Mohammed’s dood is er een Arabisch wereldrijk. Het bezat welvaart, goede infrastructuur, grote steden, kooplieden en handwerkslieden. Ook blonken ze uit in wi, na en sk. De nieuwe religie gaf inspiratie, de plicht v/d jihaad was een sterke impuls en het verbod op alcoholgebruik versterkte de legers. Gedurende een aantal eeuwen overtroffen Arabieren het westen op diverse terreinen.
• In het begin waren Moslims helemaal geen fanatieke gelovigen. De Arabieren waren verdraagzaam tegenover Joden en Christenen, die volgens de Sjarie’a moesten worden gezien als ‘mensen van het boek’. Onder Arabische overheersing mochten de Joden en Christenen hun eigen godsdienst aanhouden, al werden wel beperkingen opgelegd.
• Omdat Allah de boodschap in het Arabisch doorgaf en het woord van de enige God niet vertaald mocht worden, werd het dé taal.
• In 1301 stichtte de Turkse Soennitische sultan Osman het Ottomaanse rijk. De Turken veroverden heel Arabië, maar Europa niet. Ottomaanse rijk werd geleid door sultans en was streng georganiseerd met een groot ambtenarenapparaat. Op den duur ging het met het Ottomaanse rijk economisch niet goed. In de 19e eeuw werd Turkije ‘de zieke man van Europa’ genoemd. In WO1 ging het Ottomaanse rijk voorgoed ten onder.
• In de 20e eeuw namen Frankrijk en Engeland de heerschappij over. Allebei hadden ze een aantal landen in hun bezit. Alles veranderde door de komst van Europa: kleding, onderwijs en rechtspraak, alles ging op de westerse manier. Er ontstond een tweedeling in het Arabische rijk: de bovenkant (wat maar weinig mensen betrof) was rijk, de onderkant (de ruime meerderheid) was arm. Er vormde zich een nationalistische onderstroom.
De Arabische economische elite werd betrokken bij het bestuur, minderheidsgroepen zoals Christenen en Koerden kregen voorrechten.
• Hoessein, de leider van Mekka (Sjarief), had de Engelsen geholpen in de tijd dat ze aan de macht probeerden te komen. Hem werd een beloning beloofd. Maar Engeland en Frankrijk gooiden het tijdens de conferentie van San Remo op een akkoordje en Hoessein kon fluiten naar z’n beloning. Om het te verdoezelen werd de volkenbond opgericht (later de VN), die toezicht kreeg over Arabische gebieden (mandaatsgebieden). Uiteraard speelden Engeland en Frankrijk de hoofdrol. In WO2 verloren Engeland en Frankrijk de heerschappij.
• In 1945 werd de Arabische Liga opgericht. Ze spraken af dat ze zouden streven naar volledige Arabische onafhankelijkheid en zoveel mogelijk samenwerking. Alle Arabische landen werden zelfstandig, maar de samenwerking bleef uit.
• Arabieren werden zich steeds meer bewust van hun cultuur, van hun mogelijkheden. Eenheidsgevoel werd gevoed, maar ook putte het kracht uit haat voor vroegere overheersers en Israël en bondgenoot VS.
• Nasser pleegde in 1952 een staatsgreep en verdreef de koning. Hij werd populair door:
1. Gaf armen uitzicht op een betere toekomst. Hij was een Arabisch socialist en voerde sociale wetgeving in.
2. Hij streefde naar nationale eenheid.
3. Hij stelde zich onafhankelijk op tegenover grootmachten.
Hij werd in 1958 president van de door Egypte en Syrië opgerichte Verenigde Arabische Republiek.
• In het Arabische rijk zijn politieke tegenstellingen (conservatief – progressief, land inpikken), economische tegenstellingen (rijk – arm) en godsdienstige tegenstellingen (soennieten – sji’ieten).
• De energievoorziening van de westerse wereld is afhankelijk van de oliegebieden in het Midden Oosten. Daarom probeert het Westen contact te houden. Khomeiny (leider van Iran), die VS haatte, probeerde Irak (o.l.v. Hoessein) achter zich te krijgen door minderheden te onderdrukken.
• 1e golfoorlog (1980 – 1988).
Khomeiny verklaarde oorlog aan Hoessein. Irak kreeg zowel Westerse (wapens) als Oosterse steun, maar toen Iran opriep voor een heilige oorlog, liep Irak vast door verzet. De oorlog werd in 1988 gewonnen door Iran, maar Hoessein verloor niet zijn greep op Irak. Khomeiny overleed in 1989, maar het land handhaafde nog steeds dezelfde werkwijze.
2e golfoorlog (1990/1991)
Omdat Hoessein de oorlog had verloren, zat Iran in grote financiële problemen. Daarom bezette Hoessein in 1990 het olierijke buurstaatje Koeweit. Hij dacht dat VS achter hem zouden staan, en anders zouden China en de Sovjetunie hem helpen. Zowel de VS als China als de Sovjetunie hielp hem niet. De VS bouwde zelfs een coalitie van 28 landen op om Koeweit te bevrijden. In 1991 werd Koeweit gebombardeerd en aangevallen door 700.000 man. Irak verloor opnieuw de oorlog en veroorzaakte als wraak een milieuramp door Koeweitse oliebronnen in brand te steken en olie te lozen in de Perzische Golf. Irak moest een schadevergoeding betalen en alle gevaarlijke wapens vernietigen onder toezicht van de VN. Toen bleek dat ze ABC-wapens (atoom- bacteriologische- en chemische wapens) maakten, wat kon door eerdere hulp van VS in 1e Golfoorlog, werd Hoessein gedwongen vredesvoorwaarden uit te voeren.
3e golfoorlog (2003).
Irak werd door de VN gestraft met het verbod om op grote schaal olie te exporteren. In 2003 kwam het conflict over wapens tot een uitbarsting. VS wilde Hoessein uitschakelen. Hij zou contact hebben met Osama Bin Laden, zelfmoordacties in Israël ondersteunen en veel massavernietigingswapens hebben. Irak werd door VS en Engeland veroverd, maar Hoessein is nog steeds niet gepakt.

Paragraaf 3: ‘Israël eb de Arabische wereld’,

• Zionisme = streven naar Joodse staat in Palestina.
Eeuwenlang hadden Joden geloofd dat ze terug zouden keren naar hun land van herkomst, maar zionisten streven naar een eigen staat.
• Diaspora = Verspreiding van de Joden over de wereld, verdrijving uit hun eigen land.
• In 1917 beloofde Engeland de Joden zich te vestigen in Palestina. Ze kregen Palestina als deel v/d Turkse buit alleen als de volkenbond het aan Engeland toewees als mandaatgebied. Omdat een Joodse bankier wilde lenen, deden ze de belofte. Het werd geen staat, maar een nationalistisch tehuis en niet-Joden mochten geen schade ondervinden. Arabieren waren felle tegenstanders omdat ze een bedreiging voor hen vormden, Joden grond opkochten en het een verlengstuk was van de westerse wereld.
In 1922 werd Palestina door Engeland in 2en gedeeld, het ene deel was voor Palestijnen, het andere deel voor Joden. Omdat Palestijnen het er niet mee eens waren, brak er een burgeroorlog uit. Door de oorlog kwamen steeds meer Joden naar Palestina. In 1939 werd de immigratie van Joden aan banden gelegd, er waren 400.000 Joden en er mochten er nog 75.000 bij. Ook verkoop van grond aan Joden werd verboden.
Na de 2e WO wilden zionisten persé een eigen staat en Engeland, die de druk niet meer aankon, droeg het land over aan de VN. In 1948 werd de staat Israël uitgeroepen. Direct werd de staat aangevallen door Arabische landen en Israël breidde zich na een overwinning verder uit.
De haat voor Israël werd nog groter omdat het een herinnering was aan de nederlaag. In 1967 werd het land nog groter door de overwinning in de zesdaagse oorlog tegen Egypte, Jordanië en Syrië. In 1973 sloegen de landen terug, door de olieprijs flink te verhogen en de olieaanvoer voor vrienden van Israël (de hele westerse wereld) af te sluiten. Dat trof de Westerse wereld hard. In 1979 werd er een vredesakkoord gesloten tussen Israël en Egypte.
• De Palestijnen
750.000 vluchtten na de stichting van de Israëlische staat omdat:
1. Dat de strijd met Israeli’s zou vermakkelijken. Na de overwinning zou iedereen weer veilig terug kunnen keren.
2. De intimidatie en terreur v/d Israëlische kant te groot was.
3. Uit paniek.
De gevluchte Arabieren konden alleen in vluchtelingenkampen in de Gazastrook en Westbank terecht. In 1967 eiste de VN dat Israeli’s zich zouden terugtrekken uit de bezette gebieden. Maar op Westbank werd nederzettingspolitiek gehandhaafd, land werd afgepakt en er werden Israëlische nederzettingen van gemaakt. Ze wilden zoveel gebieden afpakken dat Westbank bij Israël zou gaan horen.
In 1964 werd de PLO opgericht, de Palestijnse bevrijdingsorganisatie omdat:
1. Palestijnen onder ellendige omstandigheden leefden in vluchtelingenkampen.
2. Palestijnen waren verbitterd door het onrecht wat hen was aangedaan.
Sinds 1969 werd de PLO geleid door Arafat. De PLO vormde een gevaar voor andere Arabische landen en werd daarom uit de weg gegaan door de Arabische Liga. De PLO kreeg het beeld van een terreurorganisatie en wilde dat kwijt. In 1987 brak een eenvoudige opstand uit die Israël niet aankon. De PLO nam het over en in 1992 werd er ook tussen de PLO en Israël een vredesakkoord gesloten. De PLO zou de Israëlische staat erkennen en andersom, maar de Gaza-strook en Westbank moesten Palestijns worden. Veel mensen waren tegen dit vredesakkoord en probeerden het om zeep te helpen. Toen de leider van Palestina werd vermoord door een rechtse Jood, stond alles weer op losse schroeven.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.