Geschiedenis samenvatting HC Duitsland (1871-1945)
Intro
In de middeleeuwen bestond Duitsland uit kleine aparte staten onder Karel de Grote. Na zijn dood ontstond het Duitse Rijk waar de keizer maar weinig macht had. In Frankrijk was er wel absolute macht. Het Duitse Rijk bleef verbrokkeld en was zwakker dan Frankrijk. Napoleon kroonde zichzelf als keizer in 1804 en veroverde Europa, inclusief Duitsland. In 1815 werd hij verslagen. In 1871 vormde Duitsland eindelijk één rijk, het Duitse keizerrijk.
Deelcontext 1. Duitse keizerrijk (1871-1918)
Na de Duitse overwinning van de Frans-Duitse oorlog werd in 1871 het Duitse keizerrijk uitgeroepen onder leiding van het koninkrijk Pruisen. In Versailles werd de Pruisische koning tot keizer gekroond, keizer Wilhelm I. En Otto von Bismarck werd de eerste regeringsleider.
- Duitsland onder Bismarck/Wilhelm I
Het nieuwe keizerrijk was politiek, militair en economisch (door de industrialisatie) de sterkste mogendheid. Daarnaast waren Frankrijk en Groot-Brittannië in het westen en Rusland in het oosten ook erg sterk. Bismarck wilde het machtsevenwicht niet verstoren en kwam met een alliantiepolitiek: met verschillende staten bondgenootschappen sluiten om de positie te behouden.
Er waren al veel gebieden gekoloniseerd en om oorlog hierover te voorkomen organiseerde Bismarck de Conferentie van Berlijn (1884-1885) om afspraken te maken over Afrika.
- Duitsland onder Willem II
In 1888 besteeg Wilhelm II de troon en in 1890 volgde het ontslag van Bismarck als rijkskanselier. Willem II voerde een 'Weltpolitik' en wilde een overzees rijk creëren. De industrie had grondstoffen nodig en koloniën waren nuttig als afzetmarkten. Kenmerkend voor het modern imperialisme.
Ook nam het militarisme toe door onder andere de (eerste) Vlootwet (1898). Dit maakte de snelle groei van het aantal oorlogsschepen toe. Dit zorgde voor spanning, bij vooral FR en GB, bondgenootschappen tussen DU en O-H en FR, GB en RUS en een wapenwedloop
In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit, een totale oorlog. Bij de (eerste) Slag bij de Marne in 1914 vielen al veel slachtoffers. Er volgde een uitzichtloze loopgravenoorlog.
In de herfst van 1918 groeide de onvrede onder de Duitse bevolking en dat liep uit tot een revolutie. Het Duitse Rijk had de oorlog verloren. Op 9 nov 1918 werd de republiek (later de Weimarrepubliek) uitgeroepen. Op 11 nov tekende de nieuwe regering de wapenstilstand. WO I was ten einde.
Wilhelm I (1797-1888):
Koning van Pruisen en keizer van het Duitse keizerrijk. Wilde industrialiseren en machtspositie behouden. Werkte nauw samen met Bismarck.
Otto von Bismarck (1815-1898)
Minister-president van Pruisen (1862-1890), bondskanselier van de Noord-Duitse Bond (1867-1871), daarna rijkskanselier van het Duitse keizerrijk tot 1890. Zorgde met de alliantiepolitiek tot het behouden van het machtsevenwicht. Hij was zeer machtig.
Wilhelm II (1859-1941)
Koning van Pruisen en keizer van het Duitse keizerrijk. Kwam na Wilhelm I aan de macht. Hij wilde het Duitse Rijk even machtig als GB maken. Na WO I ging hij in ballingschap in Nederland.
De Conferentie van Berlijn 1884-1885:
Begin jaren 80 wilde de Duitsers dan het Duitse Rijk meer koloniën had. Bismarck was het hier niet mee eens maar stemde toch in. Om oorlog te voorkomen organiseerde Bismarck de conferentie met als doel Afrika te verdelen.
De (eerste) Vlootwet 1898:
De Rijksdag keurde het plan van Wilhelm II goed om 19 slagschepen en 50 oorlogsschepen te bouwen. Veel burgers en organisaties hadden zich aangesloten bij de Duitse Vlootvereniging omdat ook in Duitsland het nationalisme en militarisme sterk waren.
De (eerste) Slag bij de Marne 1914:
Rivier Noord-Frankrijk. Aan het begin van WO I probeerden Duitse troepen via België Frankrijk te veroveren. Aan de Marne werden de Duitse troepen door FR en GB tot stilstand gebracht.
1871: Duitse keizerrijk à 1884: Conferentie van Berlijn à 1888: Wilhelm II à 1890: ontslag Bismarck à 1898: vlootwet à 1914: WO I à 1918: Weimarrepubliek en einde WO I
Deelcontext 2. Republiek van Weimar (1919-1933)
De Weimarrepubliek was onrustig. Plotseling moesten de sociaal-democratische politici het van de keizer overnemen. Het keizerrijk was namelijk geen parlementaire democratie. Er was een democratisch gekozen parlement maar de keizer had de hoogste macht. In de Republiek van Weimar veranderde dat. Volgens de nieuwe grondwet van 1919 bepaalde de Rijksdag wie het land regeerde.
Niet alle Duitsers waren het met de parlementaire democratie eens:
- de communisten wilden dat Duitsland geregeerd werd door raden van arbeiders en soldaten. Alleen zo zou de oude elite uitgeschakeld worden.
- conservatieven
- extreemrechtse groepen.
De communisten wilden de parlementaire democratie voorkomen en er ontstonden revoluties, waaronder Spartakusopstand in Berlijn (1919). Ook daarna was er nog weinig vertrouwen in de leiders van de republiek. Hiervoor waren 3 redenen.
1. Voorstanders van de parlementaire democratie moesten strijden tegen groepen die daar geen vertrouwen in hadden.
2. Veel Duitsers stelden de democratische politici verantwoordelijk voor het verliezen van WO I en het tekenen van de vernederende Vrede van Versailles (12% gebied afstaan, leger niet groter dan 100.00, herstelbetalingen).
3. De politici zorgde niet voor een oplossing voor de grote economische problemen (door herstelbetalingen). In 1923 leidde de achterstallige betalingen tot conflict met FR. BE en FR bezette als straf het Rurhgebied. De arbeiders gingen staken en de regering ging geld bij drukken waardoor enorme inflatie ontstond. Hitler pleegde een mislukte staatsgreep.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden