Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Handboek Hoofdstuk 2 Paragraaf 2.1 (1.1 en 1.2)

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 608 woorden
  • 3 januari 2010
  • 30 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
30 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Samenvatting Geschiedenis:

Hoofdstuk 2:

Par 2.1 Europa voor de grote oorlog
De stakers eisten:
- vrijlating van politieke gevangen
- afschaffing van de doodstraf
- aftreden van de regering
- ministeriële verantwoordelijkheid
- stakingsrecht
- democratische verkiezingen

Par 1.1(van 2.1) Tsaren onder vuur
De familie Romanov was sinds 1613 de baas over Rusland. De tsaren waren alleenheersers. Zij beweerden dat hun macht van God kwam. Op economisch en sociaal gebied had Rusland een achterstand. Tot het einde van de 19de eeuw was 80 % van de 128 miljoen Russen boer.
De meeste boeren waren lijfeigenen. Zij deden onbetaald werk voor een grootgrondbezitter en konden zelfs samen met de grond worden verkocht. In 1861 werd de lijfeigenschap afgeschaft. De boeren waren nu vrij, maar ze gingen er niet op vooruit. Het stukje grond dat zij kregen, moesten ze afbetalen aan de staat. Er was ook te weinig vruchtbare grond. Dat kwam doordat de bevolking op het platteland steeds groeide. Eind 19de eeuw begon Rusland te industrialiseren.

Slechte arbeidsomstandigheden:
- lange werkdagen
- lage lonen
- woontoestanden onmenselijk
Karl Marx(1818-1883) schreef dat er een einde zou komen aan de uitbuiting van de arbeiders. De arbeidersklasse(proletariaat) zou de macht grijpen en de ideale samenleving invoeren. Marx noemde zijn leer het communisme en zijn aanhangers communisten. Maar iedereen sprak over socialisten i.p.v. communisten.
De bolsjewieken(geleid door Lenin(1870-1924) wilden zo snel mogelijk een revolutie beginnen. Daarvoor was een kleine groep ‘beroeprevolutionairen’ nodig. De mensjewieken wilden wachten tot ze meer aanhangers hadden. En ze wilden steun zoeken bij de tsaar. In januari 1905 schoten soldaten ongewapende burgers neer die in Sint-Petersburg bij het paleis demonstreerden. Deze Bloedige Zondag wekte grote woede en in het hele land ontstond onrust.
Uiteindelijk gaf tsaar Nicolaas II(1868-19180 toe. Er kwam een volksvertegenwoordiging. In deze Doema zaten vooral liberalen en mensjewieken. Zij vroegen om een grondwet en kiesrecht.
Sovjets waren vergaderingen van arbeiders. Zij organiseerden stakingen ter verbetering van de werkomstandigheden.

Par 1.2(van 2.1)Het vaderland roept
Rond 1900 was het de tijd van het imperialisme. Rusland besloeg 1/6 deel van het aardoppervlak. Het Britse rijk of imperium, met al zijn kolonies, was net zo groot. Ook Frankrijk deed mee met de verdeling van gebieden in Afrika en Azië. Het bezit van kolonies gaf een land aanzien. Dat had te maken met het nationalisme in die dagen. Andere volken werden vaak gezien als een bedreiging. Heel wat mensen in Frankrijk waren bijvoorbeeld anti-Duits en heel wat Duitsers anti-Frans.
Directe oorzaak van de 1ste Wereldoorlog:

- Prins Ferdinand werd doodgeschoten door de zwarte hand uit Servië in Sarajevo op 28 juni 1914
Indirecte oorzaken van de 1ste Wereldoorlog:
- imperialisme
- nationalisme
- Fransen wouden Elzas Lotharingen terug
- Frankrijk en Duitsland wouden de Balkan
- Onderlinge conflicten tussen Centralen en de Triple Entente
De problemen op de Balkan(Zuidoost-Europa) waren niet goed voor de vrede in Europa. Officieel ware de Turken daar de baas, maar hun militaire macht was sterk verminderd. Toen het Turkse rijk uiteen viel, grepen de volken op de Balkan hun kans.
Volken die in de Balkan woonden:
- Tsjechen
- Slowaken
- Roemenen
- Italianen
- Polen
- Duitsers
- Slovenen
- Kroaten
- Serven
- Oekraïners
- Hongaren
De Servische inwoners van Bosnië en Hercegovina wilden zich aansluiten bij het nieuwe koningrijk Servië. Beide gebieden weden in 1908 in bezit genomen door de Donaumonarchie. Dit was een groot rijk in het midden van Europa, waarvan de kern bestond uit Oostenrijk en Hongarije. In de Donaumonarchie woonden veel volken die in taal en gewoontes nogal van elkaar verschilden. Volken zie hierboven. Deze volken wilden onafhankelijkheid of, zoals de inwoners van Bosnië en Hercegovina, aansluiting bij Servië. Rusland wilden zelf ook profiteren van de zwakte van het Turkse rijk. Het wilde een hoofdrol spelen op de Balkan. De Russische tsaar steunde de Balkanvolken tegen de Turken en de Oostenrijkers.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.