Samenvatting: Israël en de Arabische wereld
Nadat in 70 jaar n.C. de Romeinen de tempel hadden verwoest leefden de Joden buiten Palestina. Elke jaar met Pasen zieden ze:"Volgend jaar in Jeruzalem." In bijna alle landen was er sprake van antisemitisme met als dieptepunt de holocaust (6 miljoen vermoorde joden). Door de opkomst v/h nationalisme werd het de joden goed duidelijk gemaakt dat ze geen eigen land hadden. Hierdoor ontstond het zionisme. De zionisten gingen in groepjes naar Palestina. Na 1914 kwamen er duizenden per jaar. De zionisten woonden in kiboetsim om zo de problemen v/h land te overwinnen. De eerste kibboets stond op de plaats van ziekmakende moerassen. Na een paar jaar was het vruchtbaar land. Een kibboets is geen privé-bezit, je leeft er samen en je hebt geen salaris, maar iedereen heeft wel inspraak. De taken worden regelmatig verdeeld. De zionisten streven naar gelijkheid en daar leek de kibboets de ideale vorm voor. De zionisten namen het moderne Hebreeuws als joodse taal. Ze stichtten scholen, een universiteit een partij en een vakbond en dat zonder politieke macht. Op zich wilden de Palestijnen hun land wel kwijt, maar zoveel joden vonden ze niet zo fijn; in 1919 protesteerden ze voor het eerst. In het volgende jaar liep dat uit op geweld, op oorlog. De Engelsen probeerden de joodse immigratie tegen te gaan. De joden die ontsnapt waren, na 1945, uit de gaskamers wilden een eigen plekje, weg uit Europa. Ook nu probeerden de Engelsen de joden weg te houden, want de Arabieren beheerden namelijk de olievoorraad en die waren niet zo pro-joods. De illegale immigranten werden naar kampen in Cyprus gebracht. De joden zetten een eigen leger op; de Engelsen tegen de joden. De VN besliste in 1947 (november) dat Palestina in een joodse en een arabische staat zou worden verdeeld. De joden waren het hier mee eens, maar de Arabieren niet. In 1948 (mei) trok Engeland zich terug uit Palestina. En op 14 mei riep David Ben Goerion de Israëlische staat uit. De volgende dag vielen de buurlanden binnen.
Het land moest opgebouwd worden, er kwamen heel veel immigranten en er wat oorlog. Een moeilijke situatie dus. De oorspronkelijke joden waren orthodox. Zij hielden de wetten van Mozes. Maar de zionisten waren beïnvloed door Europa. Het resultaat: een compromis: een democratie, maar geen grondwet (dat zou de wet van Mozes aantasten). De Arbeiderspartij (regeerde van 1948-1977) is de partij van de zionisten van voor de W.O.II, met president David Ben Goerion. Deze socialistische partij wil wel land afstaan voor veiligheid. Het Likoedblok is zeer behoudend. De grenzen v/h land moeten overeenkomen met de grenzen van het bijbelse land: het is door God gegeven. Er zijn nog een paar religieuze partijen en wat Arabische. Ongeveer 1 miljoen mensen hoort bij de Arabieren. Lang werden zij als tweederangs gezien. Inmiddels hebben ze met hun Israëlische nationaliteit ook kiesrecht gekregen, maar ze mogen niet in het leger. De Arbeiderspartij en het Likoedblok zijn ongeveer even sterk. In de Knesset, het parlement, hebben ze geen van beide een meerderheid. Ze hebben de religieuze partijen nodig en dat is de kracht van deze kleinere partijen. 20-25% v.d. bevolking is orthodox, maar deze groep joden is beslist geen eenheid. Sommige orthodoxen zijn zelfs tegen de Israëlische staat, want die zou pas horen te komen met de komst van de Messias. Dan heb je nog de liberalen. Maar de meeste Israëli's zijn helemaal niet godsdienstig. Toch heeft de godsdienst veel invloed; op de sabbat, zaterdag, is het rustig, de godsdienstige feestdagen worden in het hele land gevierd en alle restaurants zijn kosjer. En je kunt alleen trouwen bij een rabbijn, dit voorkomt veel gemengde huwelijken. De jeugd komt in opstand tegen de grote invloed van de rabbijnen. Minder dan 3% is christen, de meeste daarvan zijn Palestijnen, want christelijke Joden worden door andere joden niet meer als echte joden gezien. Er is zelfs een organisatie tegen de zending. Elke jood is welkom in Israël. Elke jood neemt zijn eigen cultuur mee. In 1948 waren de westerse joden in de meerderheid. Zij hadden de belangrijkste functies: het eerste Israël. Nu zijn het vooral de oosterse joden: het tweede Israël. Zij hebben een minder goede opleiding/minder goede banen. In de jaren '80 kwamen er veel joden uit Oost-Europa en de Sovjet-Unie. De kloof tussen traditie en vernieuwing wordt steeds groter, door de invloed van Amerika. Op het platteland (10%) heerst nog wel een beetje de pioniersgeest, maar ook daar neemt het individualisme toe. Omdat er zoveel mensen komen blijft de economie niet echt stabiel: iedereen heeft een woonplaats en werk nodig. Eerst zorgde de landbouw daar wel voor, maar rond 1960 werd de industrie steeds belangrijker. Dit geeft aan dat Israël veel westerser is dan de buurlanden. Vooral op het punt van elektronica en wapens. De industrie was vooral op de export gericht, zo werd de economie stabieler. Maar Israël had continu geldgebrek door de defensie-uitgaven. Vooral de steun v.d. V.S. is erg belangrijk. De financiële steun van Duitsland wordt afgebouwd sinds 1996. De mooie natuur, de archeologische vondsten zorgen voor behoorlijk wat toerisme, wat weer zorgt voor veel inkomsten en werkgelegenheid.
De Arabieren behoorden tot het Otmaanse Rijk, bestuurd vanuit Turkije. De W.O.I maakte aan dit rijk een einde. Na de W.O. II gingen de Arabische staten samenwerken: de Liga. Die samenwerking was mogelijk door de islam, de taal en de haat tegen Israël, Europa (imperialistisch) en de VS( bondgenoot van Israël). President Nasser (1952- 1970).wilde nog meer samenwerking, onder zijn leiding. President Nasser was erg populair bij het gewone volk, door zijn maatregelen die positief waren voor de gewone man: het land van de grootgrondbezitters verdelen). Maar de andere arabische leiders wilden niet hun plaatsen afgeven. Nasser van Egypte, Kadafie (1969) van Libië, Assad (1970) van Syrië en Saddam Hoessein (1979) van Irak waren/zijn allemaal machtige leiders. Ze legden beslag op al het westerse. Ze gaven veel geld uit aan leger/onderwijs/gezondheidszorg/sociale voorzieningen. Ze kozen partij voor de Sovjet Unie in de Koude Oorlog. In Marokko/Jordanië/Saoedië-Arabië/ Golfstaten is er meer vrijheid, omdat het land wordt geregeerd door oude Arabische geslachten. De regering bemoeit zich niet zoveel met de economie, zijn waren meer voor de VS. De grenzen tussen de landen zijn zomaar getrokken. Nu leven de Koerden tussen Turkije, Irak en Iran. Ze komen regelmatig in opstand, maar ze hebben nog geen eigen staat. Na Mohammeds dood vonden de sji'ieten dat alleen nakomelingen van de profeet leiding mochten geven. De soennieten vonden dat iedereen uit de stam van Mohammed leider mocht worden. De soennieten (90%) vinden dat volk en staat elkaar niet mogen beïnvloeden, maar de sji'ieten willen dat de islam de basis is. Dit zorgt voor moslimfundamentalisme, want er is veel armoede en het onderwijs en de gezondheidszorg is er slecht. Fundamentalisten geloven niet in hun leiders, ze willen terug naar de koran. In Iran zijn ze sinds 1979 zelfs aan de macht. Terreur en onverzoenlijkheid zijn de begrippen voor deze groeperingen.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
A.
A.
hallo
ik heb hier een rep over.
BEDANGT DAT JE deze op de sit heb gezet:)
heeeeel erg bedankt
k hoop dat ik er een goed cijver door haal
(K) arjan
17 jaar geleden
AntwoordenN.
N.
thanks voor deze samenvatting
ik had helemaal geen puf meer om een samenvatting te maken en wij hebben hier morgen een GPW over dussh iig thanks
11 jaar geleden
Antwoorden..
..
thanks.... had ik net ff nodig...
khoop dat ik een goed cijfer haal...XD
11 jaar geleden
Antwoorden