Hoofdstuk 3 monniken en ridders
Paragraaf 1: ontstaan en verspreiding van de islam
Islam: gd van de moslims . Gesticht door Mohammed
- hij kreeg de opdracht van Allah om zijn profeet te worden.
- Gabriel zou hem verzen doorgeven van Allah Mohammed zijn volgelingen zetten het in de koran: heilige boek vd moslims.
- wereldlijk machthebber
- geboren in Mekka verdreven toen naar Medina daar de macht en schiereiland en mekka veroverd.
na dood Mohammed volgelingen kozen kalief: opvolger snel uitbreiden
Overeenkomst christendom en islam: boodschap voor de hele mensheid. Christenen hele wereld willen bekeren en moslims jihad: streven naar uitbreiding islam.
Soennieten Sjiieten
Na dood laatste kalief omayyaden aan de macht titel vader zoon soennieten steunden
Sjiieten niet mee eens. Nakomelingen Ali moeten aan de macht. Minderheid
Europa: soennieten verbreiden islam, franken maakten eind aan Arabisch islamitisch wereldrijk, viel uiteen in kleine staten, bestuurd door vorsten sultan emir : islamitische vorst.
Islamitische wereld bleef eenheid incl. moren Spanje Portugal veroverden veel delen.
Reconquista: Christelijke vorsten heroverden granada (z-spanje)
Arabieren tolerant, maakten gebruik van Romeinse cultuur moskeeën
Paragraaf 2 ontwikkeling in west eu van landbouwstedelijk naar landbouwsamenleving
Na ondergang Romeinse rijk grote delen europa overwoekerd.
Samenleving in west europa: agrarisch, leefden van opbrengst landbouw en geen handel = autarkisch.
eerst Romeinse rijk landbouwbedrijven met slaven, boeren met eigen land. 3e en e eeuw productie gedaald. Boeren moesten op land blijven. Overheid kon boeren niet meer beschermen. Boeren zoeken hulp bij heren. Horigheid: vrije boeren naar horigen geen slaven maar land niet verlaten van heer!
Hofstelsel: horige boeren wonen op domein van heer of klooster. Domein in 2en verdeeld: vroonland: akkers,visvijver, groentetuin. Hoeve: van boeren, woeste bossen voor dieren en hout.
Daarvoor wel enkele dagen werken op land of timmerman enz. = herendiensten
Mensen met veel domeinen hadden rentmeesters: beheerde voor heer een land.
Paragraaf 3 feodale verhoudingen in het bestuur
Karel de grote heerser. Had zijn wetten uitgevaardigd dat was bijzonder bijna niemand kon lezen/schrijven.
Frankenrijk: west europa veel Germaanse koningen. Clovis: koning gebiedje in België. Hij had Gallië helemaal veroverd. Rijk werd verdeeld over 4 zoons. 1 zoon doodde de andere 3. Hij ook 4 zonen, zorgde voor nieuwe oorlog. Frankenrijk bleef ondanks alle oorlogen een geheel. Karel martel de macht, kleinzoon: Karel de grote veroverde veel landen. Paus kroonde hem tot keizer.
Karel en andere koningen afhankelijk van lagere heren. Beloonde ze. Binde adel tot zich door eed van wederzijdse trouw. Hierdoor nieuw besturingssysteem: feodale/leenstelsel: niet gebasseerd op wetten maar pers. Banden. Koning gaf gebied in leen aan leenman en beloofde om te beschermen in ruil zwoer de leenheer levenslange trouw aan de koning.
Karel verdeelde rijk in graafschappen en hertogdommen onderleiding van graven en hertogen, moesten namens hem rechtspreken enz.
Leenmannen na karels dood gedroegen als zelfstandige machthebbers, werd erfelijk. Gingen zelf land en ambt in leen uitgeven en die ook erfelijk. Frankische rijk uiteengevallen in Duitsland en Frankrijk.
Er werden ridderschappen opgericht. Elke kasteelheer had er eentje.
Paragraaf 4 verspreiding christendom in europa
Roomse katholieke kerk:
- geleid vanuit Rome
- bisschoppen leiding
- bisschoppen benoemde in bisdom
lager geestelijken
- hoogste geestelijke is paus: kerk leiden
Byzanthijnse/orthodoxe kerk hadden wereldlijke macht:staat leiden
Tweezwaardenleer: geestelijke en wereldlijke macht elk eigen gebied waarover ze heersen
Hierdoor schisma: scheuring van Latijnse rooms-katholieke christendom en Griekse christendom.
Geestelijken die zich van de wereld afzonderden: monniken en nonnen woonden in kloosters. Hoofd van t klooster is abt. Moesten alles volgens strak schema doen en er voor eeuwig in blijven
Bekering clovis: Ierland is het eerste gekerstende gebied: bekeren tot chr. Dom. Nadat clovis in een veldslag god de nood aanriep had hij gewonnen en daarom wilde hij gedoopt worden.
Missionarissen: is er op uit heidenen tot het christendom te bekeren. De friezen en de Saksen verzetten zich tegen de bekering. Karel de grote is het gelukt om te bekeren.
1000 jaar na het ontstaan vh christendom was bijna heel europa christelijk geworden.
Heidenen makkelijker laten bekeren: heidense gebruiken overnemen bv: Pasen vieren op lentefeest van Germanen.
Hoofdstuk 4 steden en staten
Paragraaf 1 opkomst handel&ambacht en herleving landbouwstedelijke samenleving
Dordrecht oudste stad van Holland. Holland kreeg laat steden. De steden in eu bleven klein. Hadden stadsmuren en kerken.
Waardoor weer steden? Er werden geen plaatsen meer geplunderd en kregen kans om te groeien bevolking verdubbelde.
Ze gingen de natuur verbouwen, bomen kappen moerassen droogleggen enz. landbouwmethodes ook verbeterd drieslagstelsel: 1/3 vh landbraak 1/3 met wintergraan en 1/3 met zomergraan.
Daardoor overvloed en overvloed is de basis van ontwikkeling! Door overvloeden markten. En ambachten.
Steden groeiden en daardoor ook de welvaart handel over grote afstanden. Specialiseren. Handelen over de hele wereld. Rijke handelaren werden bankiers
Duitse Hanze: organisatie van handelssteden bij elkaar.
Ze maakten gebruik van een wisselbrief: brief waarmee handelaren geld konden opnemen bij een bank in een andere stad. Zo konden ze reizen zonder grote zakken geld mee te nemen.
Paragraaf 4 conflict tussen geestelijke en wereldlijke macht
Paus Bonifatius overvallen door militairen van franse koning, gevolg = overleden. Pausen altijd al ruzie over wie het primaat had : oppergezag. Pausen zeiden: koningen en keizers met wereldlijke macht wereld bewaren en zijzelf en de bisschoppen de geestelijke macht moesten beslissen over alle geloofszaken.
Paus Gregorius vond dat hij boven de wereldlijke heersers stond en dat hij ze kon afzetten.
Leken: (behoort niet tot geestelijkheid, geen deskundige) mogen zich niet met de kerk bemoeien. Alleen hij mag bisschoppen benoemen vind hij. Komt ruzie over. Keizer hendrik had toch een bisschop benoemd. Deed hem in de ban: uit de kerk gezet. Na drie dagen in de kou heeft Gregorius hem toch vergeven.
Ruzie tussen franse koning en paus Bonifatius, over bisschoppen benoemen. Iedereen moet zich onderwerpen aan de paus, ook koningen. Filips, de koningen liet paus gevangennemen en hij stierf. Bonifatius de laatste paus die probeerde de koning aan zich te onderwerpen, koning had blijkbaar teveel macht. Toch bleef de paus de hoogste geestelijke machthebber!
Paus bepaalde wat het juiste geloof was. Niet aan houden = ketter. Ketterij wilde hij uitroeien door inquisitie: monniken zoeken ketters op en veroordeelde ze. Brandstapel als je je niet onderwierp. Inquisitie ging ook heksen opzoeken later.
Paragraaf 5 de expansie van de christelijke wereld
Oproep paus Urbanus voor christenen: niet tegen elkaar vechten maar tegen islamitische turken. Jeruzalem heroveren. Pelgrims: gelovige reist naar heilige plaats. De eerste kruistocht was een succes.
Hoe was dit mogelijk?: verdeeldheid onder de moslims ze hadden onenigheid.
Is lang goed gegaan en Jeruzalem en andere veroverde delen waren de kern van christelijke staatjes.
Maar in Egypte kwam een greep een soenniet de macht, saladin. Hij slaagde erin Jeruzalem in te nemen. Leidde tot een nieuwe kruistocht, fransen Engelsen en Duitsers deden nu ook mee. Maar helaas niet succesvol.
Christenen veel bezig met expansie = uitbereiding. En dat ging goed het christendom werd steeds verder uitgebreid. Christelijke ridders zetten koloniën op en slaven aan het werk.
Azie: mogolen veroverden islamitische gebieden in azie. Na de verovering vrede en rust. Met toestemming van Mongoolse keizer mochten christelijke handelaren en missionarissen naar China reizen.
Marco polo: bekendste reiziger, boek over geschreven.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden