11.1 – Een moderne wereld
Een nieuwe eeuw breekt aan
- In 1900 zag de wereld er heel anders uit door 3 ontwikkelingen
- Er was een grote bevolkingsgroei door betere hygiëne
- Er was stromend water, een riool en artsen begonnen te opereren
- Mensen konden steeds sneller grote afstanden overbruggen
- Er waren nieuwe vervoersmiddelen à auto, metro, tram en vliegtuig.
- Daarnaast werd er geïnvesteerd in een groot spoorwegennetwerk.
- Dit betekende een enorme besparing van tijd en brandstof
- Er waren nieuwe communicatiemiddelen.
- Informatie kon op een snellere manier een groot publiek overbrengen.
- Uitvindingen zoals radio, telefoon en film maakte dit mogelijk.
- Er was een grote bevolkingsgroei door betere hygiëne
- Op deze manieren werd het makkelijker om kennis te verspreiden op grote afstanden.
- We spreken daarom van een moderne samenleving, later ook een massasamenleving.
De invloed van nieuwe technieken
- Rond 1875 kwam er een technologische ontwikkeling in een stroomversnelling
- Deze werd aangeduid als Tweede Industriële Revolutie.
- Deze revolutie onderscheidde zich door gebruik van elektriciteit, staal en verbrandingsmotoren op diesel of benzine (in plaats van stoommachines).
- Er ontstond chemische en elektrotechnische industrie.
- Produceren werd sneller en goedkoper door de lopende band.
- Al de producten hadden invloed op het dagelijks leven in West- Europa en VS.
- Er kwamen handige producten en snellere vervoersmiddelen.
- De vooruitgang in wetenschap en techniek leidde tot groot optimisme.
- Het leek alsof de mogelijkheden van de mens onbegrensd waren.
- In de eerste 10 jaar van de 20e eeuw werden radio en bioscoop belangrijk.
- De verspreiding van cultuur ging door de radio veel sneller.
- De bioscoop zorgde ervoor dat mensen naar bewegende beelden konden kijken en in aanraking kwamen met andere ideeën en culturen.
- Echter waren radio en bioscoop ook aantrekkelijk voor partijen en regeringen
- Zij maakten reclame en hoopten miljoenen mensen te overtuigen van hun ideeën.
- In de 20e eeuw werd op die manier propaganda gebruikt.
- Er waren ook nadelen aan de Tweede Industriële Revolutie, er werden wapens gemaakt.
- Engeland had aan het begin van de 20e eeuw een koloniaal rijk.
- Ook Duitsland liet de industrie op volle kracht draaien.
- De wapenindustrie werd hierbij niet vergeten.
11.2 – De Eerste Wereldoorlog
Een nieuw soort oorlog
- In 1914 was een oorlog uitgebroken tussen de centralen (Duitsland en Oostenrijk-Hongarije) en de geallieerden (Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland). NL à neutraal.
- De partijen dachten dat alles snel voorbij zou zijn, echter was het ‘t tegenovergestelde.
- De snelle Europese oorlog werd een slopende wereldoorlog, ruim 4 jaar lang.
- De oorlog onderscheidde zich door de grote hoeveelheid moderne wapens.
- Deze werden letterlijk aan de lopende band gemaakt.
- Soldaten kregen te maken met gifgas, mitrailleurs en kanonnen in loopgraven.
- De aanvallende partij werd blootgesteld aan een regen van kogels en granaten.
- Ook waren er nieuwe uitvindingen à de tank en het vliegtuig
- De wapens waren wel modern, maar de tactiek van oorlog voeren niet.
- Beide partijen gingen voortdurend aanvallen op de loopgraven.
- De oorlog raakte de burgerbevolking meer dan ooit.
- Miljoenen mannen moesten de loopgraven in
- Kou, vocht, honger, ongedierte zorgde voor een traumatische ervaring.
- Velen kregen bij thuiskomt een zenuwaandoening als gevolg hiervan.
- Ook de gewone burgers hadden direct iets te maken met de strijd.
- Dorpen werden beschadigd en soms vernietigd.
- Vrouwen moesten werken in de wapenindustrie
- De regeringen wilden dat de bevolking een positief beeld kreeg door propaganda.
- De miljoenen soldaten kwamen ook uit de koloniën van Europa
- Vanaf 1917 vochten ook Amerikaanse soldaten mee met de geallieerden
- Op 11 november 1918 werd er een wapenstilstand gesloten.
Het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog
- De Eerste Wereldoorlog had verschillende oorzaken:
- De Europese landen waren bezig met de strijd voor koloniën.
- Overzeese gebieden zorgden voor grondstoffen voor de industrie maar gaven ook status en macht.
- De spanningen hadden te maken met veranderende machtsverhoudingen.
- De strijd ging gepaard met sterke vijandbeelden en het ophemelen van eigen natie
- Frankrijk wilde wraak tegen Duitsland voor Frans-Duitse oorlog 1870-1871
- Een oorlog werd zeker niet vermeden
- Veel geld, veel wapens en een groot leger zorgde voor meer spanningen.
- Daarom zijn nationalisme en militairisme ook belangrijke oorzaken.
- De concurrentie zorgde dat Europese landen bondgenootschappen gingen vorm
- Later spraken ze af elkaar te helpen in tijden van oorlog.
- Zo ontstonden de Triple Alliantie (DU + OOSTENR.-HONG + IT)
- En Triple Entente (FR – EN – GB – RU)
- In 1914 bleek het hebben van de bondgenootschappen rampzalig te zijn.
- Dit kleine conflict groeide uit tot een grote oorlog.
- Het conflict begon met de moord op Frans Ferdinand à kroonprins OOST-HNG.
- Dader à Gavrillo Princip à Bosnische nationalist die in Servië woonde.
- Hij vond dat Bosnië bij Servië hoorde en niet bij Oostenrijk-Hongarije.
- Als eerste werden Duitsland en Rusland betrokken bij de oorlog.
- Daarna volgden de andere bondgenoten.
- De Europese landen waren bezig met de strijd voor koloniën.
- Na 4 jaar oorlog sloten de verliezers verschillende vredesverdragen met de overwinnaars.
- Met Duitsland werd het Verdrag van Versailles gesloten (zij was de hoofdschuldige).
- Het waren schadevergoedingen, het moest ontwapenen en een gebied afstaan.
- Frankrijk wilde Duitsland voor een lange tijd uitschakelen als machtig land.
- De afhandeling van de oorlog legde de basis voor nieuwe spanningen in Europa.
11.3 – De Sovjet-Unie
Een communistische samenleving
- De Sovjet-Unie bestond tussen 1922 en 1991. De leiders volgden het communisme.
- Marx voorspelde dat de arbeidersklasse in opstand zou komen tegen fabriekseigenaren
- Deze arbeidsrevolutie zou een nieuwe fase in de geschiedenis inluiden.
- De arbeiders zouden de macht overnemen à er zou een ideale samenleving zijn.
- Deze gedachten leidden tot de communistische ideologie.
- Josef Stalin, leidde tussen 1928 en 1953, probeerde de gelijkheid te vergroten.
- Dat deed hij door de economie verder aan de band te leggen.
- Bedrijven werden onteigend, particulier eigendom werd verboden.
- Stalin wilde de staat leiding geven en liet vijfjarenplannen opstellen.
- In die plannen stond de snelle opbouw van zware industrie.
- Er kwamen collectieve machinefabrieken, hoogovens en scheepswerven.
- Er bestond geen vrije concurrentie.
- De staat bepaalde de hoogte van lonen en prijzen.
- Verder werden zelfstandige boeren samengevoegd tot staatslandbouwbedrijven.
- Ze werden gecollectiviseerd, en moesten een groot deel van de opbrengst afstaan aan de staat.
- De landbouw moest gemoderniseerd en productiever worden.
- Veel boeren waren hiertegen (volgens Stalin de ‘koelakken’)
- In die plannen stond de snelle opbouw van zware industrie.
- De samenleving had ook duistere kanten, die voor buitenland verborgen waren
- Arbeiders of boeren die zich verzetten, werden hard aangepakt.
- Ze belandden in strafkampen in Siberië.
- Ze moesten dwangarbeid verrichtten en velen stierven daar.
- In Oekraïne (een van de staten in de Sovjet-Unie) werd de bevolking bewust uitgehongerd om verzet tegen de collectivisatie te breken.
- Arbeiders of boeren die zich verzetten, werden hard aangepakt.
- Stalin ontwikkelde zich tot alleenheerser en probeerde de samenleving te beheersen.
- Dit totalitarisme (Stalinisme) betekende ook geen politieke vrijheid.
- De communistische partij was de enige toegestane partij.
- Vrijheid van meningsuiting en persvrijheid bestonden niet.
- Met propaganda verspreidde de communistische partij hun ideeën.
- Met terreur werd gehoorzaamheid gedwongen.
- Ondanks alle onderdrukking hebben vele geloofd dat het communisme goed zou zijn.
- Veel jongeren raakten betrokken bij verschillende massaorganisaties.
- Ze werkten vol overtuiging mee aan de opbouw van de Sovjet-Unie.
De eerste communistische staat: oorzaken en gevolgen
- Aan het einde van de 20e eeuw was er onvrede onder de bevolking
- In Rusland bestond grote armoede en de bevolking had weinig invloed op politiek.
- In 1917 leidde dat tot revolutie.
- Belangrijke oorzaak onvrede à Rusland leed tijdens WO I zware verliezen.
- De revolutie van 1917 begon in februari met massale stakingen en demonstraties.
- Tsaar Nicolaas II moest daardoor wel aftreden. (^Februarirevolutie)
- Er trad een Voorlopige Regering aan, bestaande uit allerlei politieke partijen.
- In oktober 1917 pleegden de bolsjewieken (com.) een staatsgreep à Oktoberrevolutie.
- De belangrijkste leider was Vladimir Lenin (tot zijn dood aan de macht, 1924)
- Na een machtsstrijd nam Stalin in 1928 de macht van de communistische partij.
- De Sovjet-Unie was een combinatie van idealisme, machtspolitiek en terreur.
- De economische hervormingen lukten niet à vijfjarenplannen niet gehaald.
- Arbeiders maakten evenveel producten + collectivisatie mislukt.
- Er ontstonden hongersnoden à productie afstaan à arbeiders geen macht.
- Hoge functionarissen hadden wel voldoende eten en woonden in villa’s.
- Industrialisatie gelukt (vooral wapens) à werd machtig land.
11.4 – De Verenigde Staten
Een vrij en welvarend land
- Het vertrouwen in de Amerikaanse economie steeg in de jaren ’20 heel erg.
- Veel mensen profiteerden van grote welvaart en kochten allerlei producten.
- Het waren de ‘roaring twenties’ – de uitbundige jaren ’20.
- Een belangrijke oorzaak van de bloeiperiode was de vrijemarkteconomie (kapitalisme).
- Vraag en aanbod bepaalde de prijs en hoeveelheid producten.
- Dankzij de vrije concurrentie konden ondernemers goed en goedkoop produceren.
- De Amerikaanse droom à van krantenjongen tot miljonair.
- Om rijk te worden moesten ondernemers hun producten steeds verbeteren.
- Dit leidde tot technologische ontwikkelingen à lopende band à Henry Ford
- Het resultaat was een consumptiemaatschappij.
- Door lage prijzen konden veel Amerikanen luxeproducten kopen.
- Zij vormden een brede middenklasse in de samenleving.
- Al sinds de 18e eeuw zijn Amerikanen tegen veel bemoeienis en macht van de overheid.
- Zelf je eigen leven bepalen, dat is wat mensen wilden.
- Rond 1930 kozen burgers al bijna 150 jaar hun Congres.
- Deze volksvertegenwoordiging bepaalde welke wetten zouden gelden.
- Een samenleving zoals deze (gebaseerd op democratie en kapitalisme) kan alleen met vertrouwen van het volk.
- Als dit vertrouwen er niet was, zou het hele systeem instorten.
Economische crisis: een uitslaande brand
- De Amerikaanse welvaart van de jaren 20 bleek erg kwetsbaar.
- Het ging helemaal niet zo goed met de economie à twee redenen.
- Veel mensen betaalden producten met geleend geld (dus terug moeten betalen)
- Er was een crisis in de landbouw. De export nam sterk af à boeren in problemen.
- Ondanks dit alles bleef de aandelenkoers op de beurs stijgen. à kopen met geleend geld
- Uiteindelijk verloren sommigen het vertrouwen à instorting New Yorkse Beurs Wall Street in oktober 1929.
- De Verenigde Staten waren in een enorme economische crisis beland.
- Ook Europa kreeg te maken met de crisis.
- De VS wilde het geld terug dat ze aan Europa geleend hadden.
- De economie kon dit niet aan en stortte in à andere landen volgden
- De Amerikaanse regering (president Herbert Hoover) deed bijna niks.
- Hij dacht dat de economie vanzelf zou herstellen.
- Maar het aantal werklozen steeg à de overheid moest iets gaan ondernemen.
- In 1932 werd Franklin Roosevelt gekozen tot president.
- Hij pleitte voor overheidsingrijpen in de economie en hij zou een groot pakket maatregelen nemen à New Deal
- Roosevelt wilde met de New Deal voedsel geven aan de werklozen
- Verder wilde hij de koopkracht bevorderen en industriële productie bevorderen
- Hij gebruikte overheidsgeld om werklozen aan het werk te zetten voor algemeen nut à stuwdammen of scholen bouwen.
- Met hun loon kochten ze producten van fabrieken à goede koopkracht
- Door de devaluatie van de dollar werden Amerikaanse producten in het buitenland goedkoper en werden buitenlandse producten duurder in de VS.
- Tot 1936 hadden deze maatregelen veel succes.
- Miljoenen mensen vonden werk en gaven voorzichtig meer geld uit.
- De werkloosheid loste pas echt op tijdens WO II, toen de vraag naar wapens steeg.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden