Griekenland Module 1, Hoofdstuk 1

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • vwo | 1099 woorden
  • 14 december 2007
  • 14 keer beoordeeld
Cijfer 7
14 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
Griekenland, Hoofdstuk 1 - 1.1: Bronnen van Kennis

Kennis over de vroegste geschiedenis van Griekenland:
Archeologische opgravingen
Orale cultuur (mondelinge overgeleverde verhalen die later zijn opgeschreven. vb: Homerus)
Geschreven bronnen. (heel weinig, vb: Herodutus zijn boek)

Minoïsche beschaving: (1800-1550 v.Chr.)
Eerste Griekse bloeiperiode op Kreta, Koning Minos regeerde vanuit zijn paleis in Knossos.
Kreta had vele handelscontacten, langs de Middellandse Zee tot aan Sicilië. (Hielden hun handel bij op kleitabletten)
Grondstoffen uit het Midden-Oosten werden geruild voor landbouwproducten.
Mensen leefden in rust & vrede. (De paleizen waren niet versterkt, en er zijn weinig wapens gevonden).
Men vereerde verschillende goden.
*Er kwam een einde aan door de inval van de Myceners.
* Vulkaanuitbarsting op santorini stuurde een vloedgolf over Kreta

Myceense Beschaving: (1400 - 1200 v.Chr.)
Myceners zijn Kreta binnengevallen..
Veel Minoïsche paleizen en spullen werden verwoest.
Myceners namen kennis en kunst uit Kreta, Egypte etc.. over.
Myceners waren oorlogszuchtig. (vochten veel/vaak, en woonden in sterke ommuurde burchten)
Ze namen de plaats in de handel tussen oost-west van Kreta in.
* Er kwam een einde aan door de inval van volken van buitenaf

Donkere eeuwen: (1200 - 800 v.Chr.)
Aan de Myceense beschaving kwam een einde door binnenvallende volkeren.
Steden en burchten werden verwoest
Kennis van het schrift raakt verloren.
Periode waarin er niets is opgeschreven, maar er werden wel veel verhalen en mythen verteld.

De Ilias = een epos, (heldendicht) dat eeuwenlang is doorgezongen en doorverteld.
Zijn verhalen over Griekse Koningen en halfgoden, geschreven door Homerus (750 v.Chr.)
Homerus was geen Griek en geen geschiedschrijver maar hij schreef orale cultuur op. (zanger van heldendicht)
. * De Duitser Heinrich Schliemann ging onderzoeken of de strijd om Troje had plaatsgevonden m.b.v. de Ilias vond hij de plaats en vond hij die stad die verschillende keren verwoest en afgebrand was.

De Historiën = een boek geschreven door Herodotus (rond 450 v.Chr.)
Hij wilde de oorlogen tussen de Grieken en de Perzen (barbaren) van verschillende kanten bekijken.
Hij reisde veel rond en overal waar hij kwam schreef hij gewoonten, tradities en de bestuursvorm van de plaatselijke bevolking op.
Herodotus wordt de eerste geschiedschrijver genoemd omdat hij onderwerpen opschreef die nu nog voorkomen bij historisch onderzoek.

Hoofdstuk 1 - 1.2: de Griekse stadstaat

Griekenland bestond uit 750 verschillende poleis, die allen overeenkomsten hadden in taal, geloof, politiek en technische & economische ontwikkeling
Polis = een kleine Griekste staat, met eigen bestuur, maakte zijn eigen wetten en vocht voor zijn vrijheid
Acropolis = een verhoogde stadstaat, meestal op en berg. (vb: Athene)

1200 v.Chr kregen alle vrije inwoners van een stadstaat die land bezaten en konden vechten: het burgerrecht.
Daarna erfde je het als je beide ouders het hadden.
Alleen mannen met burgerrecht mochten bijeenkomen in de volksvergadering (2x per jaar)

1200 - 800 v.Chr: Monarchie
Polis werd bestuurd door leider/koning
Kregen advies van Raad der Ouden & Volksvergadering

800 - 550 v.Chr: Aristocratie
Koning werd vervangen door de regering van de besten.
Voerden muntgeld in als betaalmiddel
Inwoners uit poleis verhuisden naar kolonies op de handelsroutes.

Er was veel handel met Klein-Azië. De Griekse boeren gingen overschakelen naar wijn en olijven. Er ontstond veel sociale onrust, doordat de olfijbomen en wijnranken in de eerste jaren geen vruchten dragen.

550 v.Chr: Tiran
is één man die alleen regeerde. (werd gekozen)
Hij moest tegenstelling tussen arm & rijk oplossen
* Tirannen werden vaak onderdrukkers en werden verdreven.

Na tiran: Oligarchie
is een regering van weinigen.
2 uitzonderingen:
- Sparta: mix van 2 koningen, een oligarchie en een volksvergadering.
- Athene: democratie (regering van de burgers)

Atheense democratie (armen hadden nauwelijks inspraak daardoor ontstond er onrust)
500 v.Chr: Tiran Cleisthenes kwam met een plan om de onrust tegen te gaan.
Alle burgers, rijk of arm, moesten gelijke rechten hebben. (mochten mening geven in de volksvergadering, 1x per 10dagen)
Het volk moest samen de belangrijke beslissingen nemen
Ostracisme = schervenrecht, elke burger in de volksvergadering schreef elk jaar op een scherf wie er verbannen moest worden.

500 v.Chr: de strateeg Pericles.
Alle burgers moesten evenveel aandacht geven aan politiek als aan huishouden.
burgers kregen een halve dagloon voor het bijwonen van de volksvergadering.
* alleen mannen met burgerrecht mochten deelnemen aan een volksvergadering. (geen vrouwen, slaven, mensen zonder burgerrecht)

Bestuuders kwamen aan hun functie door:
Burgerrecht erfing van je ouders, als je vader burgerrecht had.
Als je land bezit, en kon vechten in een oorlog
Gekozen door de volksvertegenwoordiging

490 v.Chr: De atheners versloegen de Perzen bij Marathon. De athener die van het slagveld terug naar Athene liep om het goede nieuws te melden, liep de eerste marathonloop.
Grieken waren de belangrijkste handelsmacht in die tijd. Grieken voelden zich superieur aan andere volkeren. (Perzen: minderwaardige, niet-ontwikkelde vreemdelingen, barbaren)

Hoofdstuk 1 - 1.3: de Griekse cultuur

495 - 406 v.Chr: Sophocles
Tragediedichter
'er zijn vele wonderen op aarde maar niets is zo verwonderlijk als de mens'
Griekse interesse: De mens en de wereld om hem heen.

Tragedies
Menselijke grenzen of menselijk overmoed centraal staat.
In het verleden, ongelukkige afloop
Tonen menselijke zwaktes en emoties.
Les: mensen moeten leren van hun fouten
Oedipus de tiran, van Sophocles: de held, doodt zijn vader (zonder het te weten) en trouwt met zijn moeder. Als hij doorheeft wat hij heeft gedaan, gaat hij in ballingsschap en straft hij zichzelf door zijn ogen uit te steken.
Komedies
Geven humoristisch commentaar op het leven in de stad
Speelt zich af in het heden, tegenwoordige tijd.
Vrouwen & armen spelen een belangrijke rol.
Lysistrata, van Aristophanes: gaat over Athene tijdens een oorlog. Griekse vrouwen proberen gezamenlijk de oorlog te stoppen: 'seksstaking'. Hierdoor worden de mannen gedwongen om vrede te sluiten.

De grieken gingen steeds meer zelf op zoek naar oplossingen voor vraagstukken, i.p.v. terug te vallen op de goden. ('wijze mannen' , 'liefhebbers van wijsheid')

Natuurfilosofen
Aarde bestaat uit 4 belangrijke elementen: vuur, water, lucht & aarde
Heraclitus: natuur is voortdurend in beweging, alles stroomt en niets blijft.
Pythagoras: slaagde erin toonhoogtes wiskundig te verklaren. Aarde & natuur moesten volgens een 'theorie' of wetenschap worden verklaard.
Sofisten
Zetten zich af tegen godenwereld
Vrije meningsuiting is van belang. (retorica = welsprekendheid, leren mensen verwoorden van hun standpunten)
Protogoras: de mens is de maatstaf van alle dingen
Hippocrates: onderzoek naar het functioneren van het menselijke lichaam--> basis v/d geneeskunst
Filosofen
Denkers die elementaire vragen stellen over het leven van de mens
Socrates: kennis is de sleutel tot de goede mens, hij had kritiek op de goden (veroordeeld tot de gifbeker)
Plato: (leerling van Socrates) ontwikkelde het ideeënleer uit de filosofie van Socrates. (schreef zijn filosofie op)
Aristoteles: (leerling van Plato) kennis moest volgens hem gebaseerd worden op waarneming & onderzoek, praktische denker.

Grieken vonden de mannen sterk, dapper en door de goden gebouwd waren om te vechten & te reizen. Vrouwen waren banger en gebouwd om binnenshuis te blijven en het huidhouden te doen en kinderen te krijgen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.