In China was een burgeroorlog bezig, waarbij Stalin wapens leverde aan de communisten.
1949: Mao Zedong roept communistische Volksrepubliek China uit
Eerst hadden de VS nog verwacht dat er juist strijd zou zijn tussen China en de Sovjet-Unie over wie de macht had in de communistische wereld. Na 1949 zijn de VS echter bang voor een groot communistisch blok in Azië. Daarom werd de containmentpolitiek ook in Azië toegepast.
1950-1953: Korea-oorlog
In 1945 had de Sovjet-Unie het noorden bezet en de VS het zuiden. Ze hadden beide hun legers weggehaald en macht overgedragen aan een Koreaanse regering. Echter wou de Noord-Koreaanse Kim Il-Sung heel Korea veroveren. Eerst mocht dit niet van Stalin, maar nadat China communistisch was geworden wel. Stalin dacht dat de VS niks zouden doen, maar de VS zagen het als een communistisch plan voor wereldheerschappij.
Ondertussen had Stalin de VN geboycot, omdat men weigerde communistisch China toe te laten. Hierdoor verhinderde Stalin niet dat de VN een groot leger o.l.v. de VS stuurde. Bij Noord-Korea vocht China mee en leverde de Sovjet-Unie wapens. In 1953 kwam er een wapenstilstand, maar geen vrede.
Na WO2 was er snelle dekolonisatie, gesteund door de VS en Sovjet-Unie. Hun motieven:
VS: zelf ontstaan uit opstand tegen kolonialisme, voorvechters van vrijheid en onafhankelijkheid
Sovjet-Unie: helpers van onderdrukte volkeren (Amerikanen wilden vroegere kolonies overheersen en uitbuiten, communisme tegenhouden is nieuwe vorm van westers imperialisme)
Beide: invloed krijgen in nieuwe staten, voorkomen dat de vijand invloed kreeg (ontwikkelingshulp, wapens, kennis en adviseurs leveren)
1955-1975: Vietnamoorlog
1945: Vietnamese communisten roepen onafhankelijkheid uit, Frankrijk wil dit niet à koloniale oorlog
China en de Sovjet-Unie leverde wapens en economische steun aan de communisten. De VS steunden de Fransen.
1953: Frankrijk wil weg uit Vietnam, omdat ze het niet onder controle kregen. Er komt een conferentie om met alle grootmachten een oplossing te zoeken.
1954: akkoorden van Genève gesloten na de slag bij Dien Bien Phu
Verdeling van de wereld in twee ideologische blokken en de wapenwedloop
De dekolonisatie
- Veldslag om Frans fort bij Dien Bien Phu, communisten krijgen het in handen
- Communisten lijken heel Vietnam te krijgen, VS wil dit voorkomen
- Eisenhower gelooft in dominotheorie: als Vietnam viel, zullen andere landen volgen
- Eisenhower gebruikt rolling back-theorie (terugdringen) i.p.v. containmentpolitiek (indammen)
- Akkoorden van Genève: Vietnam verdeeld in communistisch Noord-Vietnam en anticommunistisch Zuid-Vietnam
1960: Vietcong (communistisch guerillaleger) begint opstand in Zuid-Vietnam
Noord-Vietnam stuurde guerillastrijders en kreeg wapens en economische hulp van China en de Sovjet-Unie. Kennedy volgde ook de dominotheorie en stuurde militairen.
De Vietcong kreeg steeds meer land, dus Johnson ging nog meer geweld gebruiken.
1964: Noord-Vietname schepen beschadigen Amerikaans oorlogsschip in de Golf van Tonkin à bewijs agressie tegen de VS
Tonkin-resolutie: president krijgt toestemming om in Zuidoost-Azië zonder oorlogsverklaring onbeperkt geweld te gebruiken
Johnson stuurde steeds meer troepen, maar wou geen oorlog met China doet dus geen invasie in Noord-Vietnam, maar bombardeerde het wel.
Er komt steeds meer kritiek op Johnson, vooral door de protestgeneratie. De Vietcong werd sterker en er vielen veel doden, wat ook op tv te zien was.
Nixon voelt de druk van de publieke opinie en zoekt een uitweg. Hij voerde de bombardementen op, maar onderhandelde ook met Noord-Vietnam, China en de Sovjet-Unie. Deze communistische grootmachten stonden inmiddels vijandig tegenover elkaar. Nixon probeerde hen daarom uit elkaar te spelen en goede relaties met hen aan te knopen (driehoekdiplomatie).
1972: bezoek Nixon aan China
Verdeling van de wereld in twee ideologische blokken en de wapenwedloop
- Eerste erkenning van communistisch China door VS
- Nixon hoopte dat Mao Noord-Vietnam onder druk zou zetten om vrede te sluiten, dit gebeurde
- Afspraak: Zuid-Vietnam bleef bestaan, Amerikanen vertrekken
1975: Noord-Vietnam verovert Zuid-Vietnam
In Afrika was dekolonisatie tussen 1956 en 1975, maar Portugal weigerde Angola op te geven.
1961: onafhankelijkheidsbewegingen MPLA en FNLA beginnen guerilla-oorlog tegen Portugezen, maar vechten ook tegen elkaar à Eerste Burgeroorlog (1961-1975)
MPLA: communistsch, geld en wapens van Sovjet-Unie
FNLA: anticommunistsch, geld en wapens van Zuid-Afrika en stiekem VS
1966: UNITA ontstaat uit FNLA, ook gesteund door Westen
1975: burgeroorlog in Angola tussen MPLA en FNLA
Verdeling van de wereld in twee ideologische blokken en de wapenwedloop
De dekolonisatie
Portugal liet Angola onafhankelijk worden (dictator Salazar in Portugal afgezet met anjerrevolutie). Er ontstond een Tweede Burgeroorlog (1975-2002). MPLA nam m.b.v. Cubaanse troepen de hoofstad Luanda in. De communistische eenpartijstaat Volksrepubliek Angola werd uitgeroepen. Tegenstanders van de MPLA hadden m.b.v. Zuid-Afrikaanse troepen ook delen van Angola, dus duurde de burgeroorlog voort.
1988: vredesbesprekingen, vertrek Cubaanse en Zuid-Afrikaanse troepen
MPLA bleef aan de macht, maar nam afscheid van het communisme en voerde een democratie in. Daar kwam niks van terecht en de burgeroorlog laaide weer op.
2002: burgeroorlog definitief voorbij
3.3 Confrontatie en co-existentie (1955 - 1963)
Vanaf 1955 stonden beide Duitsland ook militair tegenover elkaar. Er waren duidelijk twee blokken.
1953: Stalin sterft à eind aan de ergste onderdrukking
Opvolger Chroesjtsjov schilderde Stalin af als misdadige tiran. Kritiek op Stalin was dus mogelijk en in Oost-Europa kwam hoop op meer vrijheid. Er waren hoge verwachtingen door Chroesjtsjov, maar hij wilde nog geen eind maken aan de communistische dictatuur.
1956: Hongaarse Opstand
Dit was een opstand in Boedapest voor democratie en vrijheid van meningsuiting. Een standbeeld van Stalin wordt vernietigd, want Chroesjtsjov had hem indirect bekritiseerd in een toespraak. De communistische leider Nagy beloofde onderhandelingen. Veel studenten en arbeiders gingen de straat op. Nagy doet beloftes:
- Einde aan machtsmonopolie communistische partij
- Democratie met meer partijen
- Vertrek Sovjettroepen
- Hongarije uit het Warschaupact, neutraal
Chroesjtsjov laat het Rode Leger de orde herstellen. Er kwamen straatgevechten omdat Nagy het volk opriep tot verzet. De opstand was snel neergeslagen. Dit leidde tot verontwaardiging in Nederland.
1956: bestorming van Felix Meritis in Amsterdam
Propaganda- en communicatiemiddelen en massaorganisatie
Verdeling van de wereld in twee ideologische blokken en de wapenwedloop
- Anticommunistische gevoelens door neerslaan Hongaarse Opstand
- Felix Meritis is het hoofdkwartier van de CPN
- Anticommunisten bestormen dit gebouw
- Communisten gaan in de tegenaanval
- Communisten (krant De Waarheid) schreven hierna dat de Hongaarse Opstand werk was van fascisten die hun verdiende loon krijgen
De VS hadden niet geholpen in Hongarije omdat men had besloten dat er geen militaire interventie zou komen voor de bevrijding van Oost-Europa. Het risico op WO3 was te groot. De Hongaren hadden dit wel gehoopt, omdat de VS verzet hadden aangemoedigd via Radio Free Europe. De Sovjet-Unie kon dus in haar invloedssfeer doen wat ze wilde.
De Sovjet-Unie wou ook geen WO3. Stalin vond oorlog onvermijdelijk, maar Chroesjtsjov wilde vreedzame co-existentie: communisme en kapitalisme moesten naast elkaar bestaan. Door de kernwapens betekende oorlog zelfvernietiging.
West-Berlijn was het enige gat in het IJzeren Gordijn. Veel mensen vluchtten zo uit de DDR.
1961: Chroesjtsjov eist van Kennedy dat alle westerse troepen Berlijn verlieten
Kennedy wil dit niet en wil West-Berlijn verdedigen met kernwapens.
1961: Bouw Berlijnse Muur
1963: ‘Ich bin ein Berliner’-toespraak van president Kennedy in Berlijn
Propaganda- en communicatiemiddelen en massaorganisatie
Verdeling van de wereld in twee ideologische blokken en de wapenwedloop
Kennedy vond de muur beter dan oorlog of Berlijn opgeven. In West-Duitsland vreesde men echter dat de Amerikanen hen in de steek zouden laten en niks zouden doen als de communisten West-Berlijn toch innamen.
In deze toespraak verzekerde Kennedy dat hij Berlijn niet in de steek zou laten, want het stond symbool voor de westerse vrijheid. Hij noemde alle vrije mensen burgers van Berlijn. Het verschil tussen vrijheid en onvrijheid is nergens zo duidelijk als in Berlijn.
1962: Cubacrisis
In 1959 hadden rebellen op Cuba de pro-Amerikaanse regering verjaagd. Fidel Castro vestigde een communistische eenpartijstaat (nadat VS weigerde hem steunen). In 1961 doet de VS een mislukte invasie door anticommunistische Cubanen (Varkensbaai-invasie). Chroesjtsjov dacht dat de VS niet zou rusten voor ze Cuba weer in hun greep hadden en beschermde Castro daarom met kernwapens.
Chroesjtsjov vond het niet fijn dat de VS raketten in Turkije hadden gezet. Daarom zette hij ook raketten in Cuba. In 1962 ontdekten de VS dit. Kennedy eiste dat Chroesjtsjov ze weghaalde. Hij legt een blokkade om Cuba heen. Russische schepen met raketten gingen terug, maar de raketten werden niet weggehaald.
Chroesjtsjov zou de raketten weghalen als Kennedy Castro met rust zou laten en de raketten uit Turkije weghaalde. Kennedy beloofde alleen het eerste. Chroesjtsjov gaf toe, leek de verliezer, maar stiekem hadden de VS hem zijn zin gegeven. De VS haalden hun raketten uit Turkije weg.
3.4 Ontspanning (1963 - 1991)
Na de Cubacrisis kwam er ontspanning/detente. Men wou een atoomoorlog voorkomen en hierbij was betere communicatie belangrijk. Daarom kwam er een hotline tussen Moskou en Washington. Vanaf 1969 kwamen er onderhandelingen over wapenbeheersing.
1972: SALT I ondertekend
Verdeling van de wereld in twee ideologische blokken en de wapenwedloop
- Raketten waren steeds beter en intercontinentaal geworden
- SALT = Strategic Arms Limitation Talks
- Niet nog meer intercontinentale raketten en luchtverdedigingssystemen maken
- Ondertekend door Nixon en Breznjev
- Niet ten koste van de ander voordeel proberen te halen
De grootmachten bemoeiden zich niet meer met elkaars invloedssferen, maar hielden wel controle over hun eigen invloedssfeer.
1968: Praagse Lente
De totalitaire ideologieën: communisme, fascisme en nationaalsocialisme
Verdeling van de wereld in twee ideologische blokken en de wapenwedloop
Welvaart en sociaal-culturele veranderingen vanaf de jaren 1960
In Tsjecho-Slowakije was een nieuwe generatie communisten o.l.v. Alexander Dubcek aan de macht gekomen. Zij wilden democratisch communisme met vrijheid van meningsuiting en vrije verkiezingen en werden gesteund door studenten en intellectuelen die de onderdrukking zat waren. Hiermee begon de Praagse Lente: veel hervormingen en optimisme.
Andere Oostbloklanden waren bang dat dit naar hun over zou slaan en vroegen de Sovjet-Unie om hulp. Breznjev begon met de Breznjevdoctrine: Sovjet-Unie moet ingrijpen als een communistisch land dreigt af te glijden naar het kapitalisme.
Daarom vielen troepen van het Warschaupact Tsjecho-Slowakije binnen, wat alleen vreedzaam verzet bood. Ze wisten dat er geen hulp zou komen, want de VS wou de relatie met Moskou niet op het spel zetten. Zo werd de totalitaire communistische partijdictatuur hersteld.
Vanaf 1975 neemt de spanning weer toe met een nieuwe kernwapenwedloop. De Sovjet-Unie plaatste middellange afstandsraketten. De NAVO plaatste deze ook in West-Europa. In Europa was men bang voor een kernoorlog.
Europese regeerders hadden zelf om de raketten gevraagd als tegenwicht tegen de Sovjetraketten. Echter wantrouwde men de regeerders en was er een protestgeneratie.
1981: demonstratie tegen kernwapens in Amsterdam
Propaganda- en communicatiemiddelen en massaorganisatie
Verdeling van de wereld in twee ideologische blokken en de wapenwedloop
Welvaart en sociaal-culturele veranderingen vanaf de jaren 1960
- Tegen middellangeafstandsraketten
Ook was er angst omdat Reagan heel vijandig sprak over de Sovjet-Unie, als een evil empire. Hij bedacht de SDI (strategisch defensie initiatief): ruimteschild met raketten die kernraketten uit de lucht konden schieten.
1985: Michaïl Gorbatsjov aan de macht
Hij beseft dat de Sovjet-Unie geen ruimteschild kon betalen en wou de kosten van de bewapening verminderen. Ook ging het slecht met de economieën in het Oostblok.
1987: verdrag waarin werd afgesproken de kernraketten voor de middellange afstand te vernietigen
Gorbatsjov wou het communisme laten overleven en vond hervormingen nodig.
Glasnost (openheid): overal moet vrij kunnen worden gesproken
Perestrojka (verbouwing): economie moet anders worden georganiseerd (ook particulier initiatief)
Hiermee wordt de ondergang van het communisme versneld. De economie ging achteruit, er kwam meer armoede en critici van het communisme kregen meer ruimte.
Hiermee wordt de ondergang van het communisme versneld. De economie ging achteruit, er kwam meer armoede en critici van het communisme kregen meer ruimte.
1988: Gorbatsjov laat Breznjev-doctrine los: volkeren mogen eigen keuzes maken
1989: communisme gaat in veel landen ten onder
- Onder druk bevolking vrije verkiezingen in Polen
- Partij hief communisme zelf op in Polen
Veel Oost-Duitsers vluchten via Hongarije naar het Westen. In de DDR waren demonstraties voor reisvrijheid en hervormingen. Zonder Sovjet-steun durft men de protesten niet neer te slaan.
Een hoge functionaris zei op tv dat iedereen de grens mocht oversteken. Hierdoor komt er een run op de Berlijnse muur. De grensposten werden geopend en de muur werd gesloopt.
1990: eenwording Duitsland
1991: Sovjet-Unie valt uiteen
- Baltische staten scheidden zich als eerste af
- Gorbatsjov raakte greep kwijt
- Macht kwam in handen van rivaal Boris Jeltsin
- Gorbatsjov afgezet, Sovjet-Unie opgeheven, communistische partij verboden
Na de Koude Oorlog kwam er meer Europese samenwerking. Veel Europese landen waren bang dat herenigd Duitsland weer zou proberen Europa te overheersen. Om dit te voorkomen ging men nauwer samenwerken, zodat Duitsland sterker aan Europa gebonden zou zijn.
1992: Verdrag van Maastricht
- Oprichting EU
- Afspraken over invoering Europese munt en samenwerking op andere gebieden
2004: Uitbreiding EU met veel Oost-Europese landen
Amerikaanse presidenten
Roosevelt: kan het nog vrij goed vinden met Stalin, conferentie van Jalta
Truman: conferentie van Potsdam, wantrouwen Stalin, Trumandoctrine, begin containmentpolitiek
Eisenhower: dominotheorie (Vietnam), rolling back-theorie
Kennedy: houdt vast aan dominotheorie, luchtbrug, Ich bin ein Berliner, Cubacrisis
Johnson: Tonkin-resolutie, meer geweld
Nixon: voelt druk publieke opinie, bezoekt China, driehoekdiplomatie, einde Vietnamoorlog, SALT I
Reagan: vijandig tegenover Sovjet-Unie, nieuwe wapenwedloop, ruimteschild
Leiders Sovjet-Unie
Lenin: wereldrevolutie
Stalin: strenge communist, vereerd
Chroesjtsjov: ziet Stalin als misdadige tiran, vreedzame co-existentie, sluit Transitweg af, Cubacrisis
Breznjev: SALT I, Breznjevdoctrine
Gorbatsjov: glasnost en perestrojka, ontwapening
Jelstin: zet Gorbatsjov af, hief Sovjet-Unie op, verbood communistische partij
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden