GS H3: EGYPTE
Egypte wordt al eeuwenlang gezien als de voedschuur van Europa. Dat kwam doordat ze naast de Nijl wonen en als de Nijl overstroomde werd de grond goed vruchtbaar.
De natte moesson = de regentijd in tropische gebieden
Slib = een modder die bestaat uit voedingsstoffen waar vissen gek op zijn: mineralen en organisch materiaal
Staat = grondgebied
Konings-insigne = dingen die een koning altijd heeft (op afbeeldingen). Zoals: dubbele kroon, sikje, hoofddoek
De Egyptenaren geschiedenis kan je in ongeveer 30 dynastieën verdelen.
1) OUDE RIJK: rondom 2500 v. Chr.
- Menfis ( bij huidig Cairo )
Grote Piramides: Vlakte van Gizer o.a. de Grote Piramide van Cheops/Koefoe
Vlakte van Sakkara had de eerste grote piramide
Vlakte van Sakkara zijn ingestorte piramides want ze moesten nog experimenteren.
2) Middenrijk: rond 2000 v. Chr.
- wisselende hoofdsteden
Kleine Piramides. Vele zijn nog niet opgegraven. Sommige waren nog niet af. Middenrijk is minder achtig dan aan het Oude Rijk.
3) Nieuwe Rijk: rond 1300 v. Chr.
- Thebe (Karnak en Luxor)
Vallei der koningen. Daar werden koningen in de grond verstopt. Er moeten nog steeds graven zijn.
In tussen periode is het onrustig.
Karnak = religieus centrum
Luxor = politiek centrum -> paleizen
Piramides = ingang niet zichtbaar want de Egyptenaren dachten dat je verder leefde als je dood was.
Grafrovers = zijn mensen die graven leegroven en alle offers en dingen stelen. Alle piramiden waren al leeg. De Egyptenaren deden wel valstrikken en zo maar het werkte niet altijd.
Misoogst = bij een misoogst was natuurlijk de oogst mislukt en er was dan dus geen eten. Omdat mensen niet dood wilden gaan werden ze grafrovers en gingen ze stelen.
Vaak werden de mensen die de piramides hadden gebouwd grafrovers want zij wisten precies hoe ze erin moesten komen.
Alleen bij Toetanchamon was het niet leeggeroofd.
De piramides werden ook hoger gebouwd =
Ideaal voor een Piramide is ongeveer 52 graden
Sfinx = een fabeldier = ½ leeuw en ½ mens ( hoofd van Cheops )
Piramides = Waarom niet op één lijn?
Theorie = Dat de Egyptenaren bij het bouwen van een piramide een weerspiegeling van de hemel maakten. Ze dachten dat de sterren de goden waren en omdat de farao’s ook goden waren ze daardoor in verbind zouden staan.
De Nijl was een weerspiegeling van de Melkweg.
Farao = een levende god
Farao moest vanuit zijn kamer de hemel in kunnen. Zijn Ka (geest) moest ontsnappen via een klein tunneltje in de piramide.
Wie waren de mannen en vrouwen die een piramide bouwden?
Een piramide = ongeschreven primaire bron
Gangster = bendelid
Geuzennaam = een scheldwoord je eigen maken – bijvoorbeeld als lesbiennes ‘pot’ zeggen.
Asterisk = *
Obelisk = oude Egyptische grote zonnewijzer
Dienstplicht = voor een deel van het jaar
Dwangarbeid = gedwongen worden
Slaven = je komt eraan door =
- Slavenhandel
Hoe je slaaf werd
- Krijgsgevangene
- Rooftochten, expedities, slavenjacht
- Schuldslavernij (geld)
- Kinderen van slaven
- Misdaad, veroordeeld voor criminaliteit
Kaffer = scheldwoord, afgeleid uit het Arabisch = niet gelovige
Gerangschikt = kwalitatieve ordening, van hoog naar laag
1) Farao
2) vizier: hoogste ambtenaar
3) hoge ambtenaren: priesters
4) lage ambtenaren: waaronder schrijvers
5) ambachtslieden, kooplieden en opzichters
6) boeren, landarbeiders
7) slaven
Alleenheerschappij = één iemand bepaald
Bestuursapparaat = alle ambtenaren bij elkaar van
een staat
Ambtenaar = iemand die in dienst is bij de staat,
mensen die de regering helpen voor hun werk.
De God = van Christenen enz. (Allah)
Een God = voor Egyptenaren
Atheïsten = geen geloof
Monotheïsten = één god (Joden, Christenen enz.)
Polytheïsten = meerdere goden
-isme = verschijnsel/fenomeen (een ding)
Mythologie = oude verhalen van een volk
Dodenboek = soort reisgids voor naar het dodenrijk
Koningen (farao’s) trouwden vaak met hun zussen
Bijv. Osiris en Isis
Broer = Seth= god van chaos
Inteelt/incest = broer en zus die kinderen krijgen
Seth vermoorde Osiris en hakte hem in 14 stukken. Die verspreidde hij over de aarde. Isis was verdrietig en zocht de stukken op. Ze gebruikte magie want ze is een godin. Maar Osiris kon niet meer terug naar de aarde, dus hij werd de koning van het dodenrijk.
God/Godin
Functie
Kenmerk
Osiris
God van het Dodenrijk
Groen hoofd, Mummie etc.
Isis
Godin van de vruchtbaarheid
Troontje boven het hoofd
Seth
God van de Chaos/Wanorde
Het Sethdier
Anubis
Hij begeleidt je naar Dodenrijk
Jakhals hoofd, mensen lichaam
Nephthys
Godin van de vruchtbaarheid
Valkje boven het hoofd
Thot
God van de kennis/schrift
Ibishoofd
Sobek
God van het water
Hij is een krokodil
Ra/Re
Zonnegod
Valkenkop en zonneschijf
Horus
God van de lucht
Valk
Ma’at
Godin van de waarheid
Veer op haar hoofd
Zoals je ziet hebben de Egyptenaren veel goden. Maar de Romeinen hadden wel veel last van die goden.
Ankteken = leven (sandaalriem ->)
Balsemer = als beroep een mummie maken, zalfjes insmeren (toverspreuken uitspreken) en in windels leggen.
Klerk = iemand die als beroep schrijft.
Farao Achnaton & Nefretete
Farao Achnaton start een nieuwe zonnegod genaamd ATON ( de oude zonnegod was Amon).
De Amon priesters waren heel machtig. Achnaton zei dat de enige god Aton was en dat er niet meer waren. Alle Amon tempels gingen dicht. Het was ook een middel om de Amon priesters te breken.
De Amon priesters hadden heel veel vruchtbare grond die ze verhuurde (voor geld) aan boeren.
Radicaal = heel ver gaand
Er komt een nieuwe hoofdstad. (Amarna)
Toet-Ankh-Aton beveelt het Aton geloof weg te halen en
veranderd zijn naam in: Toet-Ankh-Amon
Ook steigers worden weer verboden, alles van
Achnaton wordt verboden.
Damnatio memoriae = uitwissen van herinneringen van iemand
Inscriptie = in steen gehakte tekst.
1798/1799 = Napoleon in Egypte
Ar Rachid = ‘Rosetta” (steen van Rose) in 3 talen geschreven
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden