Feniks 4/5 havo Tijdvak 2: ''Grieken en Romeinen''

Beoordeling 7.5
Foto van Levi
  • Samenvatting door Levi
  • 4e klas havo | 1228 woorden
  • 9 november 2022
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
2 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

ADVERTENTIE
Stap in jouw toekomst

Kom naar de Open Avond van Inholland op woensdagavond 29 maart van 17:00 - 20:00 uur. Proef de sfeer en ontdek onze opleidingen.

Meld je aan!

Tijd van Grieken en Romeinen

  • De Griekse wereld:
  • Deze wereld bestond uit verschillende stadstaten (polis)
  • Deze waren onafhankelijk, en vochten ook tegen elkaar.
  • Maar ze deelden ook zaken als:
    • Goden
    • Kunst
    • Olympische spelen

Hoe werd de polis bestuurd?

  • 1) In eerste instantie door een koning. Als een vorst regeert noemen we dit een monarchie (Erfopvolging)
  • 2) In de loop van de tijd zien we dat de koning verjaagd wordt en hij plaatsmaakt voor een Aristocratie. Een aristocratie is een bestuursvorm waarin edelen het voor het zeggen hebben.
  • Edelen zijn mensen met veel geld die veel aanzien hebben door hun rol in het leger. Omdat zij een belangrijke rol in het leger hebben mogen zij regeren.
  • 3) De derde bestuursvorm in tirannie. Een Tiran komt vaak aan de macht door geweld een onderdrukt het volk. Dit is dus vaak een wrede leider.
  • Tegenwoordig wordt zo’n leider ook wel een dictator genoemd.
  • 4) In de polis Athene ontstaat in 509 . Chr. De democratie. ‘Het volk’ heeft de macht en mag stemmen.
  • ‘Het volk’ heeft de macht, maar niet iedereen.
    • Vrouwen mogen niet stemmen
    • Slaven hebben geen stemrecht
  • Je mag alleen stemmen als je man bent, uit Athene komt en vrij bent. Mensen die mogen stemmen hebben Burgerschap.
    • Of je rijk of arm bent, maakt niet uit!!
  • Athene is een directe democratie.
    • Als burger moet je aanwezig zijn tijdens de volksvergadering om te mogen stemmen.
  • Schervengericht: wegstemmen van gevaarlijke politicus

Mythe: Verhaal waarin een Griekse god of held voorkomt

  • Mythisch denken: Goden verantwoordelijk houden voor natuurverschijnselen en ziektes.
  • Iemand ziek? Offeren bij de god van de geneeskunde.
  • Goede oogst? Offeren bij de godin van het graan.

Wetenschappelijk Denken

  • Sommige geleerden krijgen kritiek op deze manier van denken en gingen opzoek naar logische oorzaken voor verschijnselen.
  • Deze denkers noemen we filosofen (houden zich bezig met wetenschap).
  • De Arts Hippocrates kwam tot de ontdekking dar er allerlei natuurlijke oorzaken zijn voor ziektes.
    • Water koken voor je het drinkt!
  • Een school voor artsen in Athene

Filosofen

  • Filosofen gaan zich niet alleen richten op natuurverschijnselen, maar ook op de samenleving.
  • De Griekse filosofen komen in contact met andere volkeren en constateren dat deze volkeren hele andere gewoontes en waarden hebben.
  • Geluk. Is geluk voor iedereen hetzelfde?
  • Filosofen stellen dus vragen en proberen zo achter de werkelijkheid te komen.

Romeinse Rijk

  • Rome begint als stad/stadstaat
  • Tot 509 v.Chr. werd Rome bestuurd door een koning.
    • Bestuursvorm: Monarchie
  • Vanaf 509 v.Chr. wordt Rome een Republiek
    • Land/rijk zonder koning
  • Adellijke families hebben de macht. Deze families kwamen samen in de senaat.
    • In de senaat overlegden deze families over het bestuur.

Romeinse overheersing

  • Redenen voor uitbreiding grondgebied:
    • Meer landbouwgrond
    • Meer inwoners = meer belastinginkomsten
    • Troepen tevreden houden (meedelen in de buit)
    • Honger naar macht
  • Romeinen waren mild voor de overwonnen volkeren zolang de overwonnen volkeren de Romeinse overheersing accepteerden
  • Sommige overwonnen volkeren namen zelfs deel in het leger van de Romeinen.
  • De Romeinen stichtten een Imperium.
    • Meerdere volkeren worden door één volk bestuurd.

Romeinen komen in aanraking met de Grieken

Dit wil je ook lezen:
  • Romeinen nemen cultuur over van Grieken en verspreiden die over Europa.
    • Beelhouwkunst
    • Architectuur
    • Kennis
  • Romeinen nemen veel klassieke aspecten van de Grieken over, maar komen ook met verbeteringen:
    • Koepels
    • Boogconstructies
    • Gebruik van beton

Van Republiek naar keizerrijk

  • De generaals hadden veel aanzien in het Romeinse Rijk
    • Soldaten vochten met name voor hun generaal en voelden zich verbonden aan de generaal
  • Een bekende generaal is Julius Caesar. Hij is gelief onder zijn soldaten.
    • Zorgt voor buit voor zijn soldaten
  • Caesar probeert de macht naar zich toe te trekken, maar wordt vermoord.
  • Er ontstaat een periode van chaos in het Romeinse Rijk (veel burgeroorlogen, oorlog binnen rijk)
  • Geadopteerde zoon van Caesar en grijpt de macht en wordt de eerste keizer: Augustus.

Romeins Imperium = Rijk

  • Groot rijk door:
    • Goed geleid leider
    • Sterke grenzen (limes). In vredestijd waren deze grenzen open en handelen Romeinen met andere volkeren
  • Vanaf het jaar 0 tot het jaar 200 spreken we over de Romeinse vrede: Pax Romana. Er waren weinig oorlogen binnen het rijk.

Romeinen zorgden voor:

  • Landbouwstedelijkesamenleving: Een samenleving waarin zowel mensen leven die op het platteland wonen als in de stad.
    • Romeinen stichtten veel steden
  • Goede wegen.
    • Gevolg: goed voor handel en het leger
  • Veiligheid
    • Door een sterk leger
  • Goed bestuur
    • Wetgeving: duidelijke wetten waaraan mensen zich moesten houden

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen

Romeinen zorgden voor:

  • Landbouwstedelijkesamenleving: Een samenleving waarin zowel mensen leven die op het platteland wonen als in de stad.
    • Romeinen stichtten veel steden
  • Goede wegen.
    • Gevolg: goed voor handel en het leger
  • Veiligheid
    • Door een sterk leger
  • Goed bestuur
    • Wetgeving: duidelijke wetten waaraan mensen zich moesten houden

Verschil tussen Oost en West

  • In het Oosten zijn er al grote steden. De romeinen nemen hier juist zaken over van de Grieken.
    • Bouwkunst (verbeteringen)
    • Kunst
    • Filosofie
  • In het Westen stichten de Romeinen steden, theaters en badhuizen. Daarnaast nemen de Germanen gebruiken en cultuur over als:
    • Taal (Latijns)
    • Kleding (toga)
  • Dit overnemen van de Romeinse cultuur noemen we Romanisering.

Jodendom

  • Jodendom is de eerste monotheïstische godsdienst. Ontstaat waarschijnlijk 3000-4000 jaar geleden.
  • Aanbidden één god: Jahweh
  • Heilige boek: ‘Tenach’
  • De joden zijn het uitverkorene volk (speciale band met god)
  • Volgens de Tenach zouden de joden rond 600 v.Chr. zijn verdreven uit het heilige land (Palestina). Zij zouden nu verspreid leven, dit noemen we de Diaspora.
  • De Joden wachten op de Messias (verlosser). De verlosser moet de joden bevrijden en naar het beloofde land leiden.

Jezus van Nazareth

  • Jezus van Nazareth
    • Liefde en verdraagzaamheid
    • Opkomen voor armen en zwakke mensen
    • Status en rijkdom niet belangrijk
    • Hiernamaals is belangrijk
  • De volgers van Jezus gaan in hem de verlosser (Messias/Joodse verhaal) zien.
  • Verhaal over Jezus staat in de Evangeliën: Nieuwe testament
    • Tientallen jaren na zijn dood opgeschreven.
  • Uiteindelijk wordt Jezus gekruisigd

Eerste Christenen

  • Veel aantrekkingskracht, een toegankelijke
    • Iedereen welkom (arm/rijk)
  • Volgers van Jezus gaan zijn boodschap verkondigen.
  • Keizers bang dat dit ten koste gaat van hun macht.
    • Christenen willen ook niet offeren bij de Romeinse goden.
  • Christenen gebruikt als Zondebok
    • Verantwoordelijk voor nederlagen
    • Verantwoordelijk voor ziektes
    • In brand steken van een stad
  • Vervolgingen van Christenen in het Romeinse Rijk

Christendom in het Romeinse Rijk

  • Keizer Constantijn staat het christendom in 313 toe, deze beslissing wordt het edict van Milaan
  • Christendom wordt vooral gebruikt om eenheid binnen het rijk te krijgen.
  • Keizer ging zich intensief met de kerk bemoeien om zo invloed uit te oefenen.
  • Constantijn vertrekt uit Rome en maakt van Constantinopel de nieuwe hoofdstad.
  • 391: keizer Theodosius maakt van het Christendom de staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk.
    • Andere religies verboden!
  • In 395 volgt er een scheiding van het Romeinse rijk:
  • West- en Oost-Romeinse(byzantijnse Rijk).
  • Het oosten is veel welvarender en is beter instaat om de vijandige stammen buiten de deur te houden.

In 476 valt het West-Romeinse Rijk uit elkaar

  • Externe oorzaken: Vanaf 200 na christus plunderen Germaanse stammen steeds vaker delen van het romeinse rijk (volksverhuizing).
  • Om deze plunderingen te voorkomen, kopen de Romeinen deze stammen af, dit kost veel geld waardoor het Romeinse Rijk steeds minder geld heeft.
  • Interne oorzaken: ook bestuurlijk waren er veel problemen. Veel generaals proberen de macht te grijpen waardoor er veel instabiliteit is in het bestuur.
  • Veel incapabele keizers komen aan de macht en dit resulteert ook in instabiliteit.

Volksverhuizing

  • Vanaf de vierde eeuw trekken steeds veel Germaanse stammen het West-Romeinse Rijk binnen. Dit noemen we de volksverhuizing.

Kenmerken West-Romeinse Rijk

  • Politiek
  • Over het algemeen goed bestuurd (Pax Romana)
  • Militair
  • Sterk leger dat goed gedisciplineerd was => Veiligheid!
  • Hoe kwamen mensen aan hun voedsel en geld
  • Landbouw stedelijke samenleving: meeste mensen leefden op het platteland van de landbouw, maar ook grote steden waar mensen woonden en werkten in de nijverheid.
  • Cultureel / Religieus
  • Romeinse goden (polytheïsme), maar steeds meer geloven in het christendom (monotheïsme), wordt de staatsgodsdienst.

REACTIES

Diede

Diede

Erg goed!

3 maanden geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Levi