2.1 samenvatting

2.1   Griekse Stadstaten

Grieken hadden koloniën in het buitenland om voldoende eten te hebben. Als er een oogst mislukte betekende het hongersnood. Daarom vereerden ze de godin Demeter, de godin van de landbouw. Griekenland had koloniën in Spanje, Turkije en Italië.

Eerst was Athene een democratie waar alleen vrije mannen die burger van Athene waren meebeslisten over alles wat met het bestuur te maken had. Ze vergaderden daar ongeveer 40 keer per jaar op een groot plein op de Pynx. Uiteindelijk kwam de Atheense bestuurder Kleisthenes met nieuwe wetten. Hij voerde in Athene een échte democratie in. Kleisthenes wilde voorkomen dat 1 persoon te veel macht zou krijgen, dat was al vaker gebeurd. Daarom mochten Atheners ieder jaar een leider wegstemmen de volgens hen te machtig werd. Had deze leider meer dan de helft van de stemmen, dan was hij 10 jaar verbannen uit de stad. Tijdens deze stemming schreven Atheners de namen op scherven van aardewerk potten. Daarom heet dit ostracisme.