Paragraaf 4.4, 5.2, 5.2 en 6.1

4.4 de Islam

• Moskee is gebedshuis van moslims
• is gesticht in Saoudi Arabië

Arabisch Schiereiland

In de 7^e eeuw is de islam gesticht. Op dat schiereiland is de bevolking polytheïstisch. ( meerdere goden hebben). Er waren daar meerderen nomadenstammen die allemaal andere goden hadden. ( nomaden= rondtrekken). Die trokken rond met een karavaan (kamelen in een rijtje) voor handel. De routes die ze telkens deden heten de karavaan routes. In dat gebied ligt ook Mekka, een belangrijke stad. Medina is een andere grote stad in dat gebied.

Mohammed was een handelaar en leefde in Mekka. Het verhaal: Mohammed zat op een berg en kreeg bezoek van aardsengel Jibriël (Gabriël). De engel zegt: ‘er is maar 1 Allah/god en jij bent zijn profeet.’ Een profeet ben je op aarde om de boodschap van god verder te verspreiden. Mohammed gaat deze boodschap verspreiden en al snel gaan anderen de verhalen opschrijven en dat wordt gebundeld in de Koran. Mohammed kon zelf niet lezen en schrijven. In 622 wordt Mohammed verdreven uit Mekka. (verbannen). Hij gaat naar Medina (die andere grote stad): Hedsjra. Dan is het begin van de islamitische jaartelling. In Medina groeit de aanhang van Mohammed. In 630 doet Mohammed iets wonderlijks: Mohammed gaat namelijk terug naar Mekka en verovert deze stad. -> Jihad (een gewapende, heilige strijd.) in mekka is een huge moskee en daar staat ook een heilige kubus in die Ka’aba genoemd wordt. Die Ka’aba bestond al voordat Mohammed geboren was. De Ka’aba is een pelgrimsoord (waar je heen gaat  om te bidden ofzo). De moslims respecteerden het bestaan van joden en christenen, maar je moest als jood of christen wel extra belasting betalen. Dat is ook een reden van mensen om zich te keren naar de islam. In 632 overlijdt Mohammed. Na zijn dood wordt de islam meer uitgebreid. Midden oosten, Noord-Afrika en Spanje.

Zijn erfenis wordt over gediscussieerd. De neef van Mohammed krijgt het of de schoonvader. De schoonvader is natuurlijk geen bloedverwant, maar hij maakt een regel dat je geen bloedverwant hoeft te zijn om macht te erven. De mensen die daarin geloven heten Soennieten. 90% van de moslims is Soenniet. De mensen die geloven dat je bloedverwant moet zijn heten Sji’iten. 10% van de moslims is Sji’it.

5.2 en 5.3

In west-europa zijn ze rooms-katholiek. Ze luisteren dus naar Rome en de paus. In het Byzantijnse rijk geloven ze in het oosters-orthodox. De  baas van het byzantijnse rijk vindt de seldsjoeken heel erg vervelend, omdat de seldsjoeken hun land willen uitbreiden en het byzantijnse rijk ligt daarnaast. De baas heet Keizer Alexius. In 1094 hebben de seldsjoeken onderling ruzie. Die ruzie gaat over macht. Keizer Alexius ziet dat ze daardoor zwak worden en vraagt hulp aan de paus om aan te vallen. Hij praat over dat hij christelijk was en de moslims wilt verslaan, maar in de werkelijkheid wilt hij gewoon hun macht afnemen. De paus zegt tegen west-europa en de byzantijnen dat ze het heilige land Christelijk gaan maken. Dat doen ze via de pelgrimstocht. Die tochten heten nu kruistochten. In het byzantijnse rijk worden heel veel joodse dorpen uitgemoord. Dat doen ze omdat ze geloven dat de joden Jezus hebben vermoord. De kruistocht begint in het jaar 1096 en het eindigt in 1099. Edelmannen wilden ook mee, zodat ze land konden veroveren. In 1099 wordt het eerste stuk land veroverd in het heilige land. Keizer Alexius is niet per se blij ermee, omdat die kruisridders toch wel zijn land hebben geplunderd.

6.1 (laatste paragraaf) de stad

+/- 1000

Hoe komen de steden weer terug? Landbouwsamenleving-> landbouwstedelijke samenleving (landbouw= agrarisch, landbouwstedelijk= agrarisch urbane). Landbouw overschot, -> specialisatie

De eerste specialisten zijn ambachtslieden. Landbouw overschot, -> specialisatie -> markt -> stad waarom komt er een landbouw overschot rond het jaar 1000?

1. Landontginning (meer akkers)
2. Werktuigen van ijzer ipv hout (ijzeren ploeg)
3. Paarden ipv ossen trekken ploegen
4. Mest van vee op het land (vruchtbaardere akkers)
5. Tweeslagstelstel-> drieslagstelsel

LET OP: JE MOET DEZE REDENEN UIT JE HOOFD LEREN

Je gebruikt dus nu 2/3 van je akker ipv 1/2 , dat betekent dat je ong 17% meer oogst hebt. Dus uiteindelijk kan een stad veel groter worden. Door de pest had je meer land: als je buurman dood ging aan de pest, stal je zijn akker.

Steden

Dit wil je ook lezen:

Online oplichting

Wat gebeurt er met de steden?

Al het land in west- europa is in handen van de adel of de kerk (geestelijkheid). Steden komen op, en worden welvarend. -> zij willen eigenlijk niet langer naar een heer luisteren, ze willen zelfstandig zijn. Steden kochten hun onafhankelijkheid, ze betaalden de heer voor stadsrechten. Stadsrechten:

1. Eigen bestuur
2. Eigen wetten
3. Eigen rechtspraak

de heer komt ook niet meer naar de stad, omdat de bewoners hem een bemoeial vonden. Je moet dus eigenlijk met veel zijn om de heet af te betalen. Anders heb je bij elkaar niet genoeg geld. Dorpen zijn dus vaak zonder stadsrechten. Horigen vluchten ook naar de stad, omdat ze dan niet meer naar een heer moeten luisteren. De mensen in de stad vinden dat de horigen 1 jaar en 1 dag met goed gedrag in de stad moeten blijven en daarna pas werd je poorter. Poorter= bewoner van de stad. Het gezegde dat hierbij hoort: stadslucht maakt vrij. In de periode 1300-1500 wordt muntgeld belangrijk. Muntgeld neemt de handel in nature over. Bij de waag werd alles gewogen, zodat je geen nep geld had ofzo.

Gilden

Gilden zijn verenigingen van mensen die in hetzelfde vak gespecialiseerd waren. Je moest bij een gilde zitten, als je dat vak wou doen. In het gilde doen ze:

1. Prijs afspraken maken
2. Kwaliteitsafspraken
3. Keurmeesters
4. Keurmerk
5. Sociaal vangnet-> contributie (betalen dat je daarbij wilt zitten)