Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Fascisme

Beoordeling 5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 563 woorden
  • 31 oktober 2001
  • 41 keer beoordeeld
Cijfer 5
41 keer beoordeeld

Sprekend Verleden Hoofdstuk 1: Duitsland: Parlementaire democratie en Nationaal- Socialisme Paragraaf 1: Fascisme:  Ontstond na 1ste wereldoorlog (1914-1918) in Italië  Eerste Fascistische leider: Benito Mussolini (Duce)  Hij richte knokploegen op: Fasci di Combattimento  Fascistische groepen: Nederland: NSB (Nederlandse Socialistische Beweging) Duitsland: NSDAP (Nationaal Socialitstische Arbeiderspartij)  Kenmerken Facisme
o Nadruk op waar men tegen is.  Tegen democratische rechten zoals vrijheid van meningsuiting, tegen socialisme en communisme, tegen alles wat als ‘vreemd’ word gezien en tegen mensen van andere culturen. o Nationalistisch  Belang van eigen groep en eigen volk boven anderen. o Ongelijkheid van mensen  Hoger ontwikkelde moeten leiding geven aan lager ontwikkelde. o Leiderbeginsel  Een leider staat bovenaan. Die geeft de leiding aan mensen die daaronder staan. Die geven de leiding aan mensen die daaronder staan enz. o Totalitair  Staat controleert en regelt het leven van de bevolking. Alleen Fascistische vereniggingen zijn toegestaan. Anderen zijn verboden

o Gevoel belangrijker als verstand  Een goede fascist voelt aan dat de leider altijd gelijk heeft
o Verheerlijking van geweld  Geen woorden maar daden  Mannen doen aan oorlog
o Vrouw krijgt ondergeschikte plaats
o Duitsland moet Raszuiver worden  Blanken waren het beste ras. o Leefruimte  Duitsers hadden het recht grondgebied te veroveren in Oost- Europa. Paragraaf 2:  1870- 1919: Duitse Keizerrijk  1919- 1933: Republiek van Weimar  Rijksdag: Duitse Parlemen  Rijkskansalier: Minister- President  6 grote partijen waren vertegenwoordigd: Socialisten, communisten, vooruitstrevende liberalen, behoudende liberalen, katholieken en consorvatieven.  Waarom was de positie van de Republiek van Weimar niet sterk? 4 punten: o Socialisten en Katholieken mochten elkaar niet
o Vooruitstrevende Liberalen wouden met Socialisten samenwerken maar de behoudende liberalen niet. o Conservatieven wouden keizerrijk herstellen en waren tegen parlementaire democratie. o Communisten wouden een communistische samenleving  Waarom hadden de Nationaal Socialisten succesen? 6 punten: o Economische Crisis
o Manier van het uitvoeren van propaganda (vergroten van aanhang) o Persoonlijkheid van Hitler
o Beloftes van Nazi’s. o Partijlegers van de NSDAP
o Een zondebok  30 Januari 1933: Hitler Rijkskansalier Paragraaf 3  Duitsland moest zelf wapens en voedsel produceren  Waarom werkte de gelijkschakeling zo goed?: o Duitse Arbeidsfront
o Kraft durch Freude: Zorgde voor ontspanning
o Hitlerjugend: Jeugdorganisatie, Bund deutscher Mädel was een afdeling voor meisjes. Verplicht van 10 tot 18 jaar
o Rijksarbeidsdienst. Alle 18 jarigen moesten een arbeidsdienst vervullen

o Onderwijs in de geest van het Nationaal Socialisme
o Joshep Goebbels: Hoofd Volksvoorlichting en propaganda. o Rijkscultuurkamer. Iedereen die werkzaam was bij de media of in de kunst zat moest hier lid van worden. Opgericht door Goebbels.  Heinrich Himmler: Leider van de SS, kreeg in 1936 leiding over de politie. Werd na Hitler de machtigste man in Duitsland.  Hoe werd het leven voor Joden zo ongemakkelijk gemaakt? o Duitsers mochten niet in Joodse winkels kopen
o Joden werden uit alle beroepen ontslagen
o Joden werden het Duitse staatsburgerschap ontnomen
o Joden mochten geen gebruik maken van openbare gelegenheden (zwembaden, biosscopen, theaters, trams, bussen enz) Paragraaf 4  Concentratie kampen. Opgericht omdat de gevangennissen te vol raakten. o Doorgangskampen: Westerbork
o Werkkampen: Vught, Buchenwald, Bergen- Welsen
o Werk- en vernietigingskampen: Auschwitz- Birkenau
o Vernietigingskampen: Treblinke
o Modelkamp: Theresienstadt
o Speciaal vrouwenkamp: Ravensbrück  Waarom was verzet tegen de Nazi’s zo moeilijk in Duitsland? o Een zeer groot deel van de Duitse bevolking stond achter Hitler
o Duitsers die niet meer in het Nationaal Socialisme geloofde werden gezien als landveraders  Waarvoor zorgte verzetsgroepen? o Door politie gezochte personen konden onderduiken
o Anti- Hitler Pamfletten werden verspreid

o Inlichtingen werden doorgegeven  1944: Von Strauffenberg pleegde aanslag op Hitler.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.