Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Emoties van het gezinsleven

Beoordeling 8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 3723 woorden
  • 18 januari 2004
  • 44 keer beoordeeld
Cijfer 8
44 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Samenvatting emoties van het gezinsleven. Paragraaf 1 vrijen en trouwen Algemeen huwelijkspatroon: -bijna alle vrouwen trouwen jong -de bruidegom is vaak jaren ouder dan de bruid
westerse huwelijkspatroon (16de eeuw - 19de eeuw ook het uitgestelde huwelijkspatroon genoemd): -een kind dat trouwde verliet en ouderlijk huis samen met de echtgenote en gingen samen-wonen. -een eigen huishouden was duur, jonge mensen wachtten daarom met een huwelijk tot ze een boerderij of bedrijf geërfd of hiervoor genoeg hadden gespaard.(zekere positie in de maatschappij) van uitstel komt soms afstel: ten minste 15% trouwde nooit. Dit huwelijkspatroon had veel gevolgen: -voor de samenleving was het gunstig, want het was een flexibel patroon. -in slechte tijden stelden mensen hun huwelijk uit. -na een epidemie of hongersnood konden de opengevallen plaatsen op boerderijen en bedrijven snel bezet worden. -de groei van de bevolking bleef beperkt. Het belang van het huwelijk: -seks was alleen toegestaan binnen het huwelijk. -huwelijkheid en volwassenheid waren bijna synoniem. -vooral voor vrouwen was trouwen belangrijk, omdat ze moeilijk alleen konden rondkomen.(kregen minder scholing en werden slechter betaald) -als mannen een dochter van een vooraanstaande familie te trouwen konden ze geld, maar ook politieke invloed en belangrijke ambten verwerven. De meeste huizen waren maar klein het werk werd vaak thuis gedaan. Het huishouden wat niet alleen een consumptie-eenheid, waar men samen at, sliep en vrije tijd doorbracht, maar ook een productie-eenheid waar men samen werkte. Mannen en vrouwen hadden verschillende plaatsen. De plaats van de man was in het openbare leven en die van de vrouw was binnen het huishouden. Vrouwen zorgden voor huishouden en de kinderen, maar hielpen soms ook in de werkplaats en bij de verkoop van producten. Mannen konden niet gemakkelijk zonder de vrouw, omdat ze het vrouwenwerk te min voor hen vonden. Trouwen was voor veel mensen een economische noodzaak. Echtscheidingen waren in Nederland bijna onmogelijk. Kerk en wet erkende een huwelijk alleen als wettig wanner mensen uit vrije wil het ja-woord gaven. Wel was de toestemming van ouders nodig. Als men 25 jaar was hoefde dat niet meer, omdat ze dan volgens de wet volwassen waren, maar je kon maar beter niet tegen de wil van de ouders in trouwen. Jongeren kregen volop de kans om elkaar te leren kennen. Ze gingen in groepen naar de kermis of een schaatstocht doen. Als een meisje zwanger werd terwijl ze nog niet getrouwd was dan was het bijna zeker dat de jongen met het meisje trouwde. Een huwelijk van een oudere man met een jongere vrouw werd afgekeurd en van een jongere man met een oudere vrouw nog meer.> zo’n ongelijk huwelijk werd immers alleen gesloten om geld en uit ongepaste seksuele lust. Erg belangrijk was de gelijkheid in godsdienst: -Twee verschillende geloven gingen niet samen. -heftige verliefdheid of seksuele verlangens werden geen goede basis voor een huwelijk
het ideaal was een christelijke, gematigde liefde. Christus> ware huwelijk

Duivel> huwelijk uit hebzucht. Cupido> huwelijk uit begeerte. Cupido, ook Amor of Eros genoemd, is de god van de verliefdheid; moeder is Venus, godin van de minne, lichamelijke liefde. Maagdenkrans= de hoofdtooi van de bruid op haar huwelijksdag. Beelden van het huwelijk: De vele huwelijk- en familieportretten uit die tijd geven in het algemeen de indruk van liefde en saamhorigheid. Zo wilde het echtpaar voor de buitenwereld afgebeeld worden, en misschien is dat ook vaak de waarheid geweest. Goede basis voor het huwelijk: -Huwelijken binnen eigen stand en kerk. -met iemand van wie men de familie en omstandigheden goed kent. Mensen gingen vroeger met hele andere verwachtingen het huwelijk in: -bruid en bruidegom beloofden elkaar trouw en liefde, voor zolang ze leefden en niet voor zolang het duurde. Men had niet de illusie dat het huwelijk een eeuwigdurende verliefdheid was. Op familieportretten staat de man altijd het belangrijkste aangeduid. Naar een romantischer opvatting van het huwelijk: In de tweede helft van de 18de eeuw krijgt de Romantiek ook in Nederland veel invloed en worden de gedachten over liefde en huwelijk romantischer en sentimenteler. In het begin was het argument als een man wou scheiden dat hun vrouw overspel pleegde en het huishouden verwaarloosde. Maar later in de eeuw werden vaak andere gevoelens genoemd. De gemiddelde duur van het huwelijk was nog geen 20jr. Paragraaf 2 Kinderen. Een baby werd thuis geboren, met behulp van een vroedvrouw
De eerste maanden na de geboorte werd het kindje gebakerd, het werd tot aan de oksels stijf in de windsels gewikkeld. Als de vrouw het kind geen borstvoeding wilde geven dan huurde ze daarvoor een min in, tenminste als ze het kon betalen. Kinderen leerden lopen met een valhoedje op. Later gingen ze buiten spelen en speelde dan: Bokspringen, touwtje springen en blindemannetje. Ze hadden ook speelgoed, van een eenvoudige soort, zoals tollen, bikkels en hoepels. Vanaf dat een kind 7jr was kregen ze gewoonlijk eigen taken. Meisjes hielpen in het huishouden. Zoontjes van vissers gingen dan met hun vader naar zee. In de steden werden jongens in de leer gedaan bij een ambachtsman. In veel gezinnen was de bijdrage van de kinderen noodzakelijk en de meeste mensen dachten dat het goed was kinderen te laten werken. De meeste kinderen gingen toch een aantal jaar naar school, en leerden dan een beetje lezen en rekenen. Het belangrijkste was de kennis van de godsdienst. 13 jaar > kinderen waren volledig in het arbeidsproces opgenomen en woonden vaak bij hun werkgever. Jongens uit rijkere standen gingen naar de Latijnse school, de voorloper op het gymnasium, en daarna soms naar de universiteit. Meisjes leerden thuis van hun moeder hoe een huishouden te leiden en vrouwelijke handwerken. Jongeren kregen ook les in muziek, dansen, tekenen, en de jongens leerden schermen. Sterfte van kinderen en ouders: Er stierven veel kinderen in die tijd. Van de 100 geboren kinderen stierven er 25 voor hun 20ste jaar. Baby’s die borstvoeding krijgen hebben de grootste overlevingskans. Alternatief > volle koemelk, meelpap of voorgekauwd brood. Jongeren kinderen waren steeds vaker het slachtoffer van epidemieën : -17de eeuw de pest -18de eeuw de pokken -19de eeuw cholera
er was te weinig medische kennis, en de kennis die er was, was vaak onjuist. De voeding was te eenzijdig en bevatte weinig vitaminen. Bij de arme heerste er een groot gebrek aan hygiëne. Als het kind de ouders verloor kwam het meestal in een weeshuis terecht.. De opvoeding: Mensen dachten dat een kind van nature neigde naar slecht gedrag. De mens, zo leerde de gereformeerde kerk, was van zichzelf slecht. De enige manier was om het christelijke geloof strikt op te volgen en de voorschriften van de kerk en zo werden de kinderen dan ook opgevoed, met de harde hand. Kinderen werden vaak bang gemaakt voor een boeman: ‘haantje pik’ of ‘de zwarte man’ of ‘de bullebak’. De zwarte en de witte legende
Historici meenden dat kinderen in de 18de eeuw het veel slechter hadden dan tegenwoordig. Volgens hen ontbrak moederliefde, moederliefde ontstond pas in de eind 18de eeuw. Dit wordt wel de zwarte legende van de geschiedenis van het kind genoemd. De aanhangers van de witte legende hadden hier veel kritiek op. Men had andere ideeën over de opvoeding in die tijd, maar er was geen gebrek aan zorg en liefde. Ons land was in de vroegmoderne tijd 1 van de welvarendste gebieden van europa.. de gezinsverhoudingen waren relatief ‘modern’: men hield van een huiselijk leven binnen het eigen huis, en het was normaal dat ook de vader betrokken was bij het gezinsleven. Buitenlanders vonden de kinderen hier maar verwend. De emotionele gevolgen van de grote kindersterfte
In die tijd was het normaal dat ouders meerdere kinderen verloren. Ze verwerkten dit makkelijk omdat ouders er al rekening mee houden dat een aantal van hen zou sterven. De aanhangers van de zwarte legende zeiden dat ouders zich niet aan baby’s hechten, juist om zichzelf verdriet te besparen. Ouders vonden vooral troost bij hun geloof
Vooral bij de armen waren lang niet alle kinderen gewenst. Er werden jaarlijks 10 tallen kinderen te vondeling gelegd
Veranderingen in de 18de eeuw. In de 18de eeuw, de tijd van de verlichting, veranderden de ideeën over kinderen en opvoeding. Kinderen moesten juist niet streng aangepakt worden, maar in alle vrijheid de kans krijgen om zichzelf te ontdekken. ‘Vrouwen hoefden zich niet te ontwikkelen, is speciaal gemaakt voor het genoegen van de man.’zei Rousseau. Kinderen moesten niet geslagen of bang gemaakt worden. Liefde was belangrijker dan discipline. Het moederschap werd steeds meer geïdealiseerd. Voor de 18de eeuw waren de kinderen opgenomen in de volwassenen wereld. Ze moesten al jong werken, er bestond nauwelijks kinderkleding. Pas in de 18de eeuw werden er voor het eerst speciale kinderboeken geschreven. Ook de puberteit werd een duidelijk zichtbare levensfase. Jongeren gingen zich onderscheiden door kleding en haardracht. Deze veranderingen waren vooral te zien bij de hogere klassen. Daar was immers voldoende geld om de kinderen zo lang kind te laten blijven. Paragraaf 3 seksualiteit De kerk baseerde zich vooral op de Bijbel. De kerkelijke leer had een uitgesproken negatieve houding tegenover seksualiteit. Opvallend is de misogynie (vrouwenhaat) die vaak uit de kerkelijke ideeën spreekt. Voor alle christelijke kerken gold seks buiten het huwelijk als ‘hoererij’,dat wil zeggen ontucht. Wie seks verlangens had moest maar trouwen: het huwelijk had als eerste doel om ontucht tegen te gaan. In de tweede plaats diende het voor het verwekken en grootbrengen van kinderen. Verder werd benadrukt dat man en vrouw elkaar konden steunen en troosten. Seks versterkte de band binnen het huwelijk, maar ook daar moest men zich matigen. Seks voor het huwelijk

Wie niet getrouwd was, mocht ook geen seks hebben. Elke huwelijksband begon met een trouwbelofte, die vaak schriftelijk werd bevestigd en vergezeld ging van uitwisseling van geschenken. Een trouwbelofte was rechtsgeldig en kon niet door 1 partij verbroken worden. Het meisje kon de man die haar verleid had een proces aandoen om zijn trouwbelofte gestand te doen. Een schriftelijke trouwbelofte was niet altijd nodig. De naam die een ongehuwde moeder tijdens de bevalling noemde als verwekker van haar kind gold voor de rechtbank als juist. Seks buiten het huwelijk
Ontucht door gehuwden werd veel erger gevonden dan ontucht door ongehuwde. Overspel gold als een zware zonde en een ernstig misdrijf. Prostitutie was bij de wet verboden, maar in alle steden van Holland was wel prostitutie te vinden. De overheid probeerde om prostitutie uit te roeien, maar dit lukte niet. Sommige waren van mening dat je het maar gewoon toe moest laten. Werd een gehuwde man in een bordeel aangetroffen, dan wachtte hem een zware straf. Seks en voortplanting waren onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het plegen van abortus en het gebruik van voorbehoedsmiddelen waren dus ernstige misdrijven. De kruiden die soms gebruikt werden om de vrucht af te drijven hielpen meestal niet. Voorbehoedsmiddelen waren er niet. Men probeerde soms door terugtrekking ( coitus interruptus) bevruchting te voorkomen. Het condoom ontstond eind 17de eeuw, maar dit was bedoeld om geslachtsziekten te voorkomen, toch werd het afgekeurd, omdat een geslachtsziekte immers Gods gerechte straf voor ontucht werd geacht en werd dus weinig gebruikt. Mensen maakte wel een probleem van masturbatie (onanie). In de 18de eeuw verkondigden medici en pedagogen dat masturbatie ook zeer slecht voor de gezondheid was. Ouders en opvoeders werd aangeraden hun kinderen voortdurend te controleren, kort te laten slapen, licht verteerbaar voedsel te geven en veel lichaamsbeweging. Deze denkbeelden hebben tot ver in de 19de eeuw geduurd. Het ergste was sodomie, seks tussen twee mannen(homoseksualiteit). Op sodomie stond de doodstraf. Voor 1730 werden zo af en toe ‘sodomieten’ in het geheim berecht. Zo weinig mogelijk mensen mochten ervan weten anders werden ze op ideeën gebracht. In 1730 werden 2 mannen gearresteerd, omdat ze seks met elkaar hadden. Zij noemden tijdens hun verhoor namen van andere ‘sodomieten’ ook die werden gearresteerd en uiteindelijk kwam een heel netwerk van sodomieten met vaste ontmoetingsplaatsen door heel Nederland aan het licht. Van 1730-1732 werden 300 mannen wegens homoseksuele handelingen opgepakt. Meer dan 75 hiervan werden terdoodgebracht . honderden vluchtten het land uit en tientallen pleegden zelfmoord.aan de stilte rond sodomie was een eind gekomen. Seksuele belevingen in de praktijk
Strenge seksuele normen werden gedeeld. De meeste mensen waren gelovig en werden door dominees en pastoors ook persoonlijk aangesproken op hun gedrag. Er was algemeen aanvaard dat seks en voortplanting met elkaar verbonden was. Toch zat er vaan een jaar of 2-3 tussen de geboortes in gezinnen. Het geven van borstvoeding vertraagt het weer op gang komen van de menstruatie en werkt zo enigszins als voorbehoedsmiddel. Men dacht dat seks slecht was voor de kwaliteit van de moedermelk. Er waren weinig buitenechtelijke kinderen geboren, maar wel kwam het eerste kind vaak binnen negen maanden na het huwelijk.(seksuele gedrag v d vrouw) De verspreiding van prostitutie en van geslachtsziekten lijkt erop te duiden dat veel mannen zich niet voor het huwelijk onthielden (seksuele gedrag v d man) Vrouwen konden zich niet hetzelfde permitteren als mannen. De kerk eiste kuis gedrag van mannen en vrouwen, en de overheid vaardigde wetten uit die dat ondersteunden. Veranderingen in de 18de eeuw
De verlichting had ook invloed op het gebied van de seksualiteit. De angst voor god werd niet meer door iedereen gedeeld, discussies gingen steeds minder over wat ‘zondig’ was, maar steeds meer over wat ‘natuurlijk’ en ‘verstandig’ was. De tweede helft van de 18de eeuw was veel preutser dan de 17de eeuw, in de 17de had men wel een open houding tegenover seks. paragraaf 4 het gezin in de Moderne tijd. Huishouden= een leefeenheid van mensen die samenwonen en samenleven. Onze tijd; een huishouden bestaat gewoonlijk uit een kerngezin, dat wil zeggen ouder(s) met kind(eren).het komt hier weinig voor dat in een huishouden ook grootouders, ooms, tantes, neven of nichten te vinden zijn. Buiten west-europa zijn dergelijke familiehuishoudens veel gebruikelijker. Ook in vroegmodern Nederland was het kerngezin de basis van het huishouden. Al in de 16de eeuw betekende een huisgezin een leefeenheid voor ouder(S) en kind(eren). ‘familie’ wordt in ons land aangeduid als een groep bloedverwanten. De omvang van het gezin is in onze tijd kleiner. Dat komt omdat er vroeger geen voorbehoedsmiddelen bestonden. De hoge huwelijksleeftijd van vrouwen, de grote kinder- en oudersterfte en het geven van borstvoeding beperkten het aantal kinderen per voltooid gezin tot 3 of 4 keer. Tot ver in de moderne tijd kwam het veel voor dat personen die geen familielid waren deel uitmaakten van het huishouden. Het huishouden was erg arbeidsintensief en dienstmeiden verdienden weinig. In de 19de eeuw werkte meer dan 1/3 van de vrouwen die werkte als dienstmeid. In de eerste helft van de 20ste eeuw stonden voor vrouwen geleidelijk aan meer soorten opleidingen en werk open. Ze maakten in deze eeuw apparaten als stofzuigers en wasmachines die het huishouden makkelijker maakten. Een vreemde als inwonende werd steeds meer ervaren als een inbreuk op de privacy. In 1900 had nog maar een kwart van de huishoudens een inwonende dienstbode. Arbeis(st)ers in kleine bedrijven woonden soms intern. Tussen boeren bedrijven bestonden grote verschillen. -een veeteelt bedrijf is minder arbeidsintensief dan een akkerbouwbedrijf. -in west -Nederland waren daarom de huishoudens kleiner dan in de rest van Nederland. -in Overijssel en Drenthe was het inwonende personeel vaak familie. -de oudste zoon nam vaak nog tijdens het leven van de ouders de boerderij over. -ouders en ongehuwde broers en zussen bleven dan op de boerderij wonen en werken. Eeuwenlang werd het demografische patroon gekenmerkt door late huwelijken en hoge geboorte- en sterftecijfers. Dit veranderde in de tweede helft van de 19de eeuw, (demografische transitie=overgang) In de 19de eeuw steeg in het algemeen de welvaart. -nieuwe gewassen gaven hogere opbrengsten -de toename van de wereldhandel zorgde ervoor dat voedselvoorraden gemakkelijk door import konden worden aangevuld. -de mensen aten beter, meer weerstand tegen ziekten -toename van hygiëne
door dit alles begon het sterftecijfer te dalen. Door de industrialisatie veranderde het economische leven: -steeds minder mensen hadden een eigen bedrijf -velen werden loonarbeider in dienst van de industrie of de overheid. -voor hen was het niet langer zinvol hun huwelijk uit of af te stellen> meer kinderen werden er geboren. Eind 19de eeuw / begin 20ste eeuw was de tijd van de grote gezinnen. Huwelijksleven: Binnen het gezin moesten deugden als netheid, orde, spaarzaamheid, plichtsbetrachting, gehoorzaamheid, arbeidsdiscipline en het verstandig beheer van goederen worden aangeleerd. Huishouden van Jan Steen= een huishouden waar grote wanorde heerst. Het huishouden werd beschouwd als de kleinste eenheid binnen de staat, en tegelijkertijd als ‘een klein koninkrijk’, een spiegelbeeld van de staat. Wet, kerk en gewoonterecht bepaalden dat de man in gezag boven de vrouw stond. Daarom spreekten historici van het patriarchale gezin; de vader had het voor het zeggen. Westerse huwelijkspatroon: de echtgenote was vaak een volwassen vrouw die al jaren voor zichzelf had moeten zorgen. Het geringe leeftijdsverschil tussen de echtlieden vbevorderde een kameraadschappelijke omgang binnen het huwelijk. Vrouwen werden als groep achtergesteld bij mannen, maar dat betekende niet dat alle vrouwen persoonlijk onder het gezag van alle mannen stonden. In het maatschappelijke leven waren andere gezagsregels belangrijker: - de hogere standen stonden boven de lagere - -de werkgevers boven de werknemers - -de ouders boven de kinderen. Bij deze hiërarchische indeling werden in de Moderne Tijd vraagtekens gezet. Vanaf de 17de eeuw werd in Nederland in beeld en tekst het ‘burgerlijke huisgezin’gepropageerd, een kerngezin waar orde, saamhorigheid en gezelligheid heerst. Daar kwam vanaf het eind van de 18de eeuw het ideaal van de romantische liefde bij. Armen konden zich meestal zo’n levensstijl niet veroorloven. In het burgerlijke gezin werd de rol van de moeder steeds belangrijker. Het moederschap werd sterk geïdealiseerd. In de 19de eeuw was de ‘zogende moeder’ een geliefd thema in de schilderkunst. De maatschappelijke rol van de vrouw werd grotendeels beperkt tot het moederschap. Volgens de huwelijkswetgeving van 1811, die verder was uitgewerkt in het Burgerlijk wetboek van 1838, had de man volledig gezag over zijn vrouw en kinderen. Hij besliste over alle goederen en inkomsten. In 1947 kregen beide ouders de ouderlijke macht- maar bij meningsverschillen besliste nog altijd de man. In 1957 kreeg de gehuwde vrouw handelingsbekwaamheid. Tot dan toe moest ze haar man gehoorzamen en kon ze niet zelfstandig een contract sluiten. De bepaling ‘de man is de hoofd der echtvereniging werd in 1970 uit de wet geschrapt. Echtscheiding was voor protestanten in Nederland al sinds de 17de eeuw mogelijk. Het was zeer ongebruikelijk. De schade van de financiële gevolgen waren ernstig. In 1963 werd de algemene bijstandwet ingevoerd en alle gescheiden vrouwen kregen een uitkering. Kinderen
Vanaf de 18de eeuw veranderden de ideeën over de opvoeding van kinderen. De kinderen van de rijkere standen profiteerden vooral hiervan: -ze gingen steeds langer naar school -lazen boeken en kregen volop aandacht van hun ouders. In 1874 nam de tweede kamer de kinderwet van Van Houten aan, die de kinderarbeid aan banden legde. Steeds meer arme kinderen konden naar school
In 1901 werd de leerplicht ingevoerd. De 20ste eeuw (eeuw van het kind) . Opvoedkundige ideeën van Maria Montessori: Kinderen moesten zich zonder dwang, vanuit hun eigen natuurlijke nieuwsgierigheid ontwikkelen. De leeftijd van meerderjarigheid daalde van 25( 18de eeuw) naar 21(19de eeuw) naar 18 in onze tijd. Naarmate dat kinderen langer thuiswoonden en naar school gingen, ze ook langer onder het gezag van de ouders bleven. Na 1960 veranderde voor de jeugd heel veel. De jongeren genoten van de welvaar die enorm was toegenomen. Via tv kwamen ze in aanraking met andere ideeën. De opvattingen van jongeren en ouderen begonnen uit elkaar te lopen.ze wilden niet langer op hun ouders lijken, ze begonnen zich anders te gedragen, te kleden, luisterden naar eigen muziek en accepteerden gezag niet langer op voorhand. Ouders of leraren moesten hun gezag verdienen. In het gezin werd het ‘onderhandelingshuishouden, waar kinderen recht hebben om mee te praten. Het nieuwe ideaal. Seksualiteit: Sinds1811, bij de invoering van het nieuwe wetboek van strafrecht, waren seksuele zonden als sodomie en prostitutie geen misdrijven meer. Tot ver in de 20ste eeuw golden nog algemeen de oude, kerkelijk geïnspireerde normen. In het wetboek werden in zekere zin de rechten van vrouwen geminderd. Een ongehuwde moeder kon de verwekker niet meer aansprakelijk stellen. Het onderzoek naar het vaderschap van buitenechtelijke kinderen werd verboden. Geneeskundigen zeiden dat mannen van nature meer behoefte aan seks hadden en dus niet konden wachten tot een huwelijk. Onthouding zou voor hen zelfs schadelijk zijn. Hier moesten prostituees uitkomst brengen. De overheid beschouwde prostitutie als een noodzakelijk kwaad. Prostituees hadden een officiële werkvergunning nodig en ze moesten zich elke week op geslachtsziekten laten controleren. Overspel door de vrouw werd veel erger gevonden dan wanneer de man overspel pleegde. Het argument hiervoor was dat een vrouw een kind kon bare wat niet van haar man was. In de tweede helft van de 19de eeuw kwam meer protest tegen het dubbele moraal. Feministes streden tegen de ongelijke behandeling van de mannen en vrouwen.christelijke groeperingen wilden dat iedereen, zich aan strenge zedelijke normen hielden
Socialisten betoogde dat de wet rijke mannen uit vrijbrief gaf rijke meisjes te misbruiken. De had succes. In 1901 werd de vader opnieuw verantwoordelijk gesteld voor zijn buiten de echt verwekte kind. In 1911 werd een nieuwe zedelijkheidswetgeving aangenomen, die het houden van bordelen verbood. In de 17de en 18de eeuw waren de seksuele normen streng > open houding tegenover seks, ook plezier, mits het ging om ‘natuurlijke’ seksuele praktijken, binnen of desnoods voor het huwelijk. In de 19de eeuw verdween deze openheid. De mensen waren preutser geworden. In de 20ste eeuw droegen onder vrouwen emancipatie, medische ontwikkelingen en de socialistische beweging bij aan een meer vrij geëmancipeerde levenshouding. In 1909 werd een geneesmiddel gevonden tegen syfilis, later werd de ontdekking van penicilline alle geslachtziekten de kop indrukte, tot de komst van aids. De seksuele moraal begon vanaf de jaren vijftig snel te veranderen. De rooms-katholieke en de gereformeerde kerken bewaarden traditionele opvattingen, maar steeds minder mensen trokken zich daar iets van aan. Buitenkerkelijke en hervormden hadden al vanaf het begin van de 20ste eeuw aan de geboorte beperking gedaan. Maar pas vanaf de introductie van de pil, in het midden van de jaren zestig, werd anti - conceptie zo eenvoudig en doeltreffend dat seks en kinderen krijgen werden losgekoppeld. Het aantal kinderen per gezin daalde tot een gemiddelde van minder dan 2. de gevolgen voor het seksleven waren enorm. Gevoegd bij de grote welvaart, de emancipatie van de jeugd en de feministische beweging uit diezelfde periode zorgde dit voor een ware seksuele revolutie.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.