Duitsland en Europa

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 4542 woorden
  • 16 februari 2011
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
11 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie


Geschiedenis samenvatting Duitsland en Europa


Hoofdstuk 1 Duitsland verdeeld


1.1 Duitsland na de nederlaag


Verklaringen waarom de Duitsers verbijsterd en apathisch reageren op de nederlaag:

- De verwachtingen die ze hadden door de nazi-propaganda kwamen niet uit.

- De heropvoeding van de Geallieerden werkte averechts. Veel Duitsers wilden nergens meer mee te maken hebben.

- Onder miljoenen Duitsers die waren gevlucht of waren verdreven uit hun geboortestreek hadden niet meer het gevoel alsof ze thuis waren.


Er was altijd al wantrouwen tussen het kapitalistische Westen en de SU. Die is niet weggegaan tijdens de samenwerking in de WO2. In het laatste gedeelte van de oorlog verdacht men elkaar van machtsuitbreiding.


De grote drie (Roosevelt, Churchill en Stalin) hadden al voor 1945 vage ideeën over de opsplitsing van Duitsland. In 1943-1944 besloot men Duitsland voorlopig op te delen in bezettingszones. Tijdens de conferentie van Jalta (februari 1945) kwam het definitieve besluit om Duitsland op te delen in 4 bezettingszones (Frankrijk deed nu ook mee). Ook Berlijn werd opgedeeld in vier stukken.


De grote drie bestaat sinds eind juli 1945 nu uit: Truman, Atlee en Stalin.

Tijdens de conferentie van Potsdam ging men bekijken wat men met Duitsland ging doen:

- Du moest al zijn gebieden ten oosten van de Oder-Neisse-lijn afstaan aan Polen en SU.

- Oostenrijk zou weer een eigen land worden

- Er zou een democratische politiek komen.

- Er zou denazificatie komen en oorlogsmisdadigers zou worden berecht.

- Du zou volledig worden ontwapend

- Du zou herstelbetalingen moeten doen.

- Tijdens de bezetting zou DU als economische eenheid worden gezien.


Dit waren maar tijdelijke maatregelen. De beslissingen over de lange termijn zou op een definitieve vredesconferentie worden uitgesteld. Alleen die kwam er nooit.


Sommige afspraken waren niet straight to the point en konden naar eigen interpretatie worden ingevuld:

- De afspreek over de economische eenheid waren vaag

- De afspreken over de hertelbetalingen waren niet duidelijk omdat men er niet over eens kon worden.

- De afspraak over de denazificatie kon verschillend zijn. Stalin wilde de bedrijven onteigenen en de leidingen straffen.


1.2 internationale ontwikkelingen bevorderen de Duitse deling (1945-1949)


De angst voor het communisme in het Westen groeide na 1945 door de volgende zaken:

- In Oost-Europese landen die door het Sovjetleger waren veroverd, hielp Stalin communistische regimes aan de macht en voerde het stalinistische systeem in.

- Contact met West-Europa werden onmogelijk gemaakt, het IJzeren Gordijn.

- Communistische partijen in Frankrijk en Italië kragen grote winst.



In 1947 komt Truman met de containment-politiek (Trumandoctrine). De bedoeling hiervan is om het communisme in te dammen. Dit is als gevolg op de Griekse burgeroorlog. De conservatieve regering werd gesteund door Engeland en de communisten werden gesteund door de communistische landen Albanië, Joegoslavië en Bulgarije. In 1947 kon Engeland de regering niet meer steunen. De VS nam het over, Truman vond het een plicht om het te doen.


Truman wilde ook dat het Amerikaanse Congres de Marshallhulp goed zou keuren. Elk Europees land moest dan een programma voor economisch herstel ontwerpen, de VS zou dit dan financieren.

Stalin sloeg de hulp af. Alle communistische landen behalve Joegoslavië gingen Stalin achterna. Deze hulp zorgde voor een grote economische opbloei in het Westen.


De containment-politiek en de Marshallhulp zorgden voor meer tegenstellingen tussen Oost en West, en droeg zo bij aan de verdeling van DU.


Tsjacgo-Slowakije was het enige communistische land waar niet alleen de communisten reageerden. Het bestond uit een coalitie met ook andere niet-communistische partijen. Deze werden in februari 1948 tot aftreden gedwongen. Hierdoor wilden het Westen militair gaan samenwerken. Het Amerikaanse Congres keurde het Marshallplan goed. Men zag dit als containment.


Dit alles zorgde voor de voor de Koude Oorlog.


1.3 Nationale ontwikkelingen bevorderen Duitse deling (1945-1949)


In 1947 gingen de drie westelijke mogendheden van Duitsland samenwerken, als gevolg dat Oost tegen West kwam te staan.


De samenwerking binnen de Geallieerde Controleraad ging steeds slechter. Al snel kwamen er in 1945 economische verschillen:

- Stalin schafte het particulieren bezit af, het Westen hield dat in stand.

- Stalin liet als herstelbetalingen alles uit de Oostzone alen om het in zijn land weer op te zetten. De Westzone had meer oog voor de wederopbouw van de economie.

- Stalin weigerde de westelijke zones van genoeg graan te voorzien.

- De inwoners van het Oostblok vluchten naar het Westblok wat de economische problemen vergrootte.


De samenwerking tussen de westelijke zones leed ook tot de D-Mark die gelijk stond aan de dollar(1948). Dit zorgde voor de economische deling van Duitsland.


Stalin vond dit een schending van de afspraken in Postdam. Als antwoord op deze ‘inddammingspolitiek’ verzorgde hij de blokkade van Berlijn. Hiermee probeerde Stalin verschillende dingen mee te bereiken:

- Hij vind dit als een lekdichter van de vluchtelingen van Oost naar West. Stalin wilde niet meer gebonden zijn aan West DU.

- SU wilde de blokkade gebruiken als chantagemiddel, om een neutraal Duitsland te creëren zonder bezetters.

Al deze doelen zouden niet bereikt worden.


Niet bedoelde gevolgen van de blokkade:

- De luchtbrug

- Na de staatsgreep gingen de Westerse landen nauwer samenwerken. De NAVO werd dan ook opgericht in 1949.

- De blokkade versterkte de saamhoorigheid avn de West-Duitsers. Deze Duitsers waren in een pro-Amerikaanse stemming.

- De blokkade bevorderde de oprichting van de Bondsrepubliek.


De BRD (De Bondsrepubliek Duitsland) werd op 23 mei 1949 opgericht doordat de grondwet, die onder toezicht van de westelijke Geallieerden werd opgesteld, door de vertegenwoordigers van de 10 westelijke deelstaten werd goedgekeurd.

Konrad Adenauer werd bondskanselier.


Punten die op communistisch gebied werd ingevoerd door de SU:

- Fabrieken, banken, verzekeringsmaatschappijen en later ook grootgrondbezitters werden onteigend.

- De planeconomie werd in de SU-zone van DU ingevoerd. Een groot deel van de Oost-Duitse productie werd als herstelbetalingen naar SU afgevoerd.

- De SED (Sozialistische Einheitspartei Deutschlands) was de enige partij in Oost-Duitsland. Hij bestond eerst uit de SPD en de KPD. Maar de communisten(KPD) gingen, met steun van de SU, in die partij overheersen. De partijleider werd Walter Ulbricht

- De opbouw van het communistische model, eek het zelfde als wat er in andere Oost-Europese staten gebeurden. Alleen ging het in DU geleidelijker omdat niet iedereen deze plannen steunden.


In oktober 1949 werd de DDR opgericht met toestemming van Stalin.


DDR BRD

Stalin (SU) Engeland, VS, Frankrijk

Communistisch Kapitalistisch

Ulbricht Adenauer

Anti-facistisch ‘Fascistisch en imperialistisch’

Oktober 1949 Augustus 1949


Belangrijkste kenmerken van de DDR:

- De DDR was een boeren- en arbeidersstaat. Eigenlijk was de DDR een volksdemocratie maar in de werkelijkheid stond de SED aan de macht. Het volk zou een einde maken aan uitbuiting en onrecht en een socialistische maatschappij stichten, wat dus eigenlijk de SED deed. Maar de SED stond weer onder de SU. Dus uiteindelijk stond de SU in de DDR aan de macht.

- De economie moest volgens dit model ook volkseigendom worden:

 Industrieële bedrijven werden VEB’s (volkseigen bedrijven) wat in feite staatsbedrijven werden.

 Landbouwbedrijven werden gecollectiviseerd tot een LPG (Landwirtschaftliche Produktionsgenossenschaften) en bevatte ongeveer 53 boerderijen.

 De planeconomie werd voortgezet en uitgebouwd.


Op papier stond er dat de DDR democratisch was. Maar in feite was dit het niet. De SED had als enige macht. Je kon ook niet je mening uiten want anders werd je gestraft.



Twee initiatieven van de Franse regering in 1950 om de kans te vergroten op een snellere integratie van de BRD in het Westen:



Hoofdstuk 2 De BRD en de DDR groeien uit erlkaar


2.1 Internationale ontwikkelingen die de integratie van de BRD in het Westen bevorderen (1949-1955)


Korea werd net als DU verdeeld in twee staten:

- Noord-Korea, gesteund door de SU

- Zuid-Korea gesteund door de VS


In 1949 gingen allebei de landen (SU en VS) weg uit Korea. In 1950 viel het communistische Noord-Korea Zuid-Korea aan. De VN ging op voorstel van de VS Zuid-Korea helpen. De Opperbevelhebber was de Amerikaanse generaal Mac Arthur.

Het leger van de VN dreef de Noord-Koreanen terug naar de Chinese grens. Mede dankzij China dreef Noord-Korea het VN-leger terug naar de 38 breedte graad (waar de strijd begon).

In 1953 kwam er een wapenstilstand.

In het Westen dacht men dat Stalin de aanstichter was van de Koreaanse Oorlog, wat niet bewezen is. Maar het wantrouwen tussen Oost en West was wel vergroot.


Overeenkomsten tussen Korea en Duitsland:

- Allebei waren ze gesplitst in communistisch en niet-communistisch.

- Er waren meer SU legers in de DDR dan VS, EN en FA-legers in de BRD.

- De SU had al veel staten van Oost-EU veroverd. En werden satellietstaten genoemd.

- Er was veel propaganda tegen elkaar.


Men was bang dat de SU kon rekenen op de steun van communistische partijen in FA en Italië.


Men was bang dat er een kernoorlog kwam omdat de SU sinds 1949 ook over atoombommen beschikte.


Adenauer stelde voor om de BRD te herbewapenen. Eerst was men fel tegen, maar later zag men in dat het goed was. Truman en Engeland steunde Adenauers voorstel. Het duurde tot eind 1955 tot er begonnen werd met de opbouw van de Bundswehr. Want de BRD zou eerst tot de Navo toe moeten treden.


De toetreding van de BRD tot de NAVO bevorderde de volgende factoren:

- Na de WO2 kwam er een bewapeningswedloop tussen de SU en de VS. De BRD kon voor conventionele troepen zorgen.

- De SU had vele meer wapens en mankracht dan het Westen. De NAVO kon de BRD z’n leger erg goed gebruiken.

- Eisenhower volgde Truman in 1952 op als president van de VS. Hij vond de conventionele aanpak van Truman te duur en kwam zelf met een nieuwe strategie: massive retaliation. Als de SU agressie zou tonen, zou dit worden beantwoord met atoombommen op een stad van de SU, als afschrikking.

De Europese NAVO-landen waren hier tegen. Zij wilden de conventionele troepen versterken zodat zij ook zonder kernwapens een Russische aanval zouden kunnen opvangen. De BRD kon versterking bieden.



Frans-Duitse toenadering zorgt voor integratie van de BRD in het Westen:

- Franse minister van buitenlands
e zaken Robert Schuman kwam met de EGKS. Dit werd een succes. In 1952 trad dit in werking. De landen Italië en de Benelux traden ook toe.

- Frankrijk kwam met de EDC. Want niet een succes werd, want het Franse parlement was het er niet mee eens.


Nota van Stalin bevordert ombedoeld de integratie van de BRD:

Stalin schreef in 1952 een nota met daarin de bezwaren tegen de EDG en de herbewapening van de BRD naar de Geallieerden. Hij wilde DUI herenigen en te neutraliseren. Dus geen bondgenootschappen met het Westen.

Hij kreeg meer macht door zijn positie in de DDR als er geen vrije verkiezingen waren.

Adenauer wilde niet dat de VS en de SU beslisten zonder hem, en drong de Geallieerden aan om vrije verkiezingen te eisen.

Stalin wilde het niet, en zijn plan ging dus niet door.



2.2 Nationale ontwikkelingen die de integratie van de BRD in het Westen belemmeren (1949-1955)


Verdeeldheid tussen de politieke patijen:

De twee grote partijen in DU, de CDU/CSU en de SPD. Zij waren op twee kwesties verdeeld:

- De economisch-sociale inrichting van de samenleving.

De SPD tot 1959: marxistisch beginselprogram

De CDU: vrijheid voor het bedrijfsleven. De overheid moet zorgen voor sociale woningbouw en wetgeving.

- Buitenlandse politiek:

SPD: neutrale eenheidsstaat

CDU: integratie in het Westen.


De angst voor een (kern)oorlog zorgde voor de verdeelde meningen over de herbewapening van DU en daarbij ook de integratie van de BRD in het Westen.


Voorstanders herbewapening:

Oorlog voorkomen door een sterk leger, om de SU bang te maken.

Tegenstanders herbewapening:

Ze wilden niet dat zij de grond werden van het conflict tussen de SU en de VS. ‘Ohne-Mich’

Ook zou het een hinderpaal worden voor de hereniging van DU. (SPD was hier ook tegen).


Men was bang dat de West-Duitse democratie en economie zou inzakken als Adenauer zou overlijden.


2.3 Politiek van Adenauer bevordert integratie van de BRD in het Westen


Adenauers politiek was gericht op de Westbindung en wilde dit bereiken:

- De BRD als soevereine staat.

- Vergroten van de veiligheid

- Geleidelijke opbouw van de democratie

- Opbouwen voor van een sterk West-Duitsland, want nodig was voor de hereniging van DU. Zo zouden ze de SU en daarmee de DDR tot concessies kunnen overhalen.

Dit werd de ‘Politik der Stärke’ genoemd.


Adenauers partije de CDU/CSU kregen steeds meer stemmen. De binnenlandse politiek kreeg ook successen:

- In 1949 werd Luwig Erhard tot minister van economische zaken benoemd. Er kwam een grote exporteconomie. Zo werd de economie van de BRD een van de sterkste economie. De maatschappij werd tevreden.

- De integratie van de Heimatvertriebenen verliep goed toen Adenauer ze financieel ging steunen en ging verspreiden over het land.


2.4 De DDR wordt een sovjetsatellietstaat (1949-1955)


De immigratie van de DDR in het Oosten was er geen sprake van ontwikkelingen.

Stappen van de integratie van de DDR in het Oosten:

- Volksdemocratie werd ingevoerd.

- Dissidenten werden vervolgd.

- De dood van Stalin (1953) bracht geen versoepeling. De SED ging zich na de arbeidersopstand nog meer aan de richtlijnen houden.

- De toetreding tot het Warschau Pact in 1955 maakte de integratie in het Oostblok compleet.


2.5 Internationale ontwikkelingen die de bouw van de muur bevorderen (1955-1961)


FA zocht toenadering met de BRD zonder de VS.

De EGKS werd in maart 1957 uitgebreid tot de EEG. Wat in de Westbindung en de Politik der Stärke paste. Hierdoor voelde burgers van de DDR zich aangetrokken tot de BRD maar het Oostblok zag deze samenwerking als bedreigend.


In 1953 kwam Chroesjtsjov aan de macht in de SU. Hij probeerde de ‘destalinisatie’ in te voeren:

- Hij bekritiseerde Stalin

- Terreurmaatregelen werden terug gedraaid

- Politiek van vreedzame coëxistentie met de kapitalistische landen, wat leidde tot een beetje ontspanning. Maar hij wilde toch een communistische wereld.


Problemen van Chroesjtsjov:

- De samenwerking van West-Europa zorgde voor bedreiging

- In 1949 kwam Mao Zhedong, de leider van de Chinese communisten, aan de macht. Hij wilde niet meet doen aan de destalinisatie, en de andere plannen van Chroesjtsjov.

- Er waren veel vluchtelingen die van de DDR naar de BRD vluchten. De DDR liep leeg.


Chroesjtsjov stelde in 1958 een ultimatum. Hij wilde dat de 3 bezettingsmachten uit West-Berlijn vertrokken om Berlijn in eigenhanden te krijgen. De bezettingsmachten gaven niet toe. Adenauer was bang dat de VS en EN wilde gaan praten over de status van Berlijn.

Adenauer was bang dat de VS zou toegeven. In 1961 kwam Kennedy aan de macht in de VS en kwam met de three essentials:

- Het recht van de Geallieerden op de aanwezigheid in Berlijn

- Toegang van West-Du naar West-Berlijn.

- Het recht van de bevolking van West-Berlijn om zelf haar toekomst te bepalen en haar levenswijze vrij te kiezen.


In 1961 kwam de Berlijnse Muur tot stand, met toestemming van Chroesjtsjov en andere leden van het Warschau Pact.


Kennedy ging hier niet opin want zijn three essentials werden niet geschonden.


2.6 Nationale ontwikkelingen die (1955-1961) de bouw van de Muur bevorderen.


De redenen om te vluchten van de DDR naar de BRD:

- De welvaart van de BRD nam toe. Er was daar veel werk. Hier was ook geen politieke onderdrukking.

- De planeconomie van de DDR faalde. Er was geen kapitaal en ook te weinig arbeidskrachten.

- Men wilde politieke vrijheid.





Hoofdstuk 3 De Ostpolitik van de bondskanselier Brandt


1.1 Internationale ontwikkelingen (1961-1969) en de ‘Ostpolitik’


In 1959-1961 werd Cuba communistisch door Fidel Castro. In 1962 deden tegenstanders en de VS een mislukte inval op Cuba. In 1962 plaatste Chroesjtsjov kernraketten op Cuba:

- Hij probeerde Cuba te beschermen voor de VS

- Hij voerde de militaire druk op op de VS.

Kennedy’s antwoord was de blokkade van Cuba. Ook verklaarde Kennedy dat elke raketaanval vanaf Cuba vergolden zou worden met een kernaanval op de SU. Een keroorlog leek dichtbij. Maar de Russische schepen keerden om en Kennedy en Chroesjtsjov kwamen tot een akkoord:

De VS zou Cuba nooit aanvallen en Chroesjtsjov haalde de raketten en de bases weg.


De BRD verloor de vertrouwen van de VS door hun armoedige optreden bij de bouw van de Muur. Ze wilden daarom een eigenbeleid met Oost-Europa.


Er kwam ontspanning omdat de SU en de VS inzagen dat een kernoorlog geen winnaars telt. De BRD wilden dan ook voorzichtig contact maken met de DDR.


In 1968 kwam in Tsjecho-Slowakije de hervormingsgezinde communist Alexander Dubeck aan de macht. Hij kwam met de Praagse Lente (hervormingsvoorstellen).

Ulbricht zag dit als gevaar. In aug. 1968 vielen de troepen van het Warschau Pact Tsjecho-Slowakije binnen.

Ook kwamen ze met de Brezjnevdoctrine: als het communisme in een Oostblokland gevaar liep moeten de andere communistische landen te hulp komen.

Brandt zag , voor een verbetering van de relatie tussen de DDR en de BRD, dat hij moest beginnen bij Moskou. De Ostpolitik: de BRD was niet op agressie uit.


De VS wantrouwde de Ostpolitik. Maar Brandt nam die wantrouwen weg door de VS uitvoerig in te lichten. Ook de was West-EU wantrouwend. Maar Brandt nam ook die argwaan weg.

Ook was man argwanend in het Oostblok tegenover de Ostpolitik. Brandt nam die weg door in 1969 het non-proliferatie verdrag met de SU te sluiten: tegen de verpreiding van kernwapens. Ook maakte hij verdragen met de andere Oostbloklanden.

Hij kreeg steun van Brezjnev:

- Brandt zou een veiligheidsconferentie organiseren om grenzen vast te leggen.

- Hij zou ook de SU economische en technologische hulp aan bieden.


3.2 Nationale ontwikkelingen (1961-1969) en de ‘Ostpolitik’


Adenauer verloor zijn gezag. Hij moest zich in 1963 terugtreden uit de politiek door zijn optreden in de Spiegel-affaire.

De economie ging er op achteruit en mensen werden ontevreden:

- De Spiegel-affaire toonde aan dat er iets mis was met de democratie

- Er kwamen vragen over de nazi’s en er kwam bekritisering op de rol van politici in het Derde Rijk.

- Men was tegen de plaatsing van atoomwapens op Duits grondgebied.

- Ze waren tegen de Amerikaanse oorlog tegen Vietnam

Communistische leiders werden als helden gezien. Men noemde deze jongeren beweging de APO.

De SPD ging rekening houden met de kritiek, en wilde hun land meer democratisch maken. Dit paste tot de betrekking met communistische Oost-Europese landen wat voordeliger zou zijn voor de economie.


Ulbricht was tegen de toenadering van de BRD. Zijn machtspositie legde in het Oostblok gewicht in de schaal, wat kwam door die toenemende economie in de jaren ’60.:

- Productiviteit nam toe

- Basislonen werden verhoogd

- Levensmiddelenbonnen werden afgeschaft

- Stijging van het niveau van openbare voorzieningen.

De economie van de DDR ging steeds beter. Alleen zakte het eind jaren ’60 weer in door:

- Door dat de besluitvorming door de Oost-Duitse bureaucratie onmogelijk werd

- Er gebrek was aan kapitaal voor investeringen in de industrie


Ulbricht bleef negatief tegenover de BRD. Brandt behaalde succes met het tekenen van het verdrag van Moskou in 1970 met de SU.

De SU vond Ulbricht een hinderpaal tot de toenadering van de BRD met de DDR en de SU. Hij werd in 1970 vervangen door Erich Honecker.











Hoofdstuk 4 De Bondsrepubliek op de voorgrond in Europa


4.1 Internationale ontwikkelingen (1969-1979) en de toenemende invloed van de BRD


De BRD zorgt voor ontspanning. De BRD erkent de Poolse westgrens in 1970.

Gevolgen na de ontspanning:

- BRD verleende D-markkredieten aan de SU, Polen en de DDR

- De westerse landen gingen na de BRD de DDR als zelfstandige staat erkennen

- De BRD en DDR worden lid van de VN in 1973

- De BRD en de DDR sloten overeenkomsten, zodat mensen uit West Berlijn naar West Duitsland mochten, het zelfde geld voor het Oost gedeelte.


De BRD wordt politiek-economische spil in EU doordat:

- De Ostpolitik algemeen aanvaard werd in het Westen

- Duitsland binnen de EMS de belangrijkste plaats in ging nemen.


Helmut Schmidt volgde Brandt op en kon het goed vinden met de nieuwe president Giscard d’Estaing van Frankrijk.


In 1973 liet de VS de vaste koers los. De koersen gingen zweven. Schmidt en Gisgard vonden stabiele prijzen belangrijk. De Duitse mark werd de nieuwe spil. In 1979 ging het EMS van start.

De toenadering tot Oost-Europa kon alleen met een sterke onderhandelingspositie volgens Schmidt. De BRD was volledig opgenomen in het Westen. En zat nu ook bij de NAVO.



De leider van het Westen na 1945 was de VS, maar in de jaren 70’ werd dit niet meer vanzelfsprekend.

Europa twijfelt aan de inzet van de VS voor de verdediging van het Westen:

- De VS en de SU ondertekenden het SALT-1-akkoord in 1972. Men vroeg af of de VS wel West-Europa zou helpen met een oorlog. De VS vertrouwde op ‘massale vergelding’ als afschrikking

- Er was veel kritiek over de Vietnam oorlos, ook binnen de VS. Men besloot terug te trekken. Men was weer ongerust op de VS hun wel zou komen helpen.

- De nieuwe president van de VS ,Carter(1977), weigerde om het neutronenwapen aan de NAVO ter beschikking te stellen. Men vond dat de VS hun in de steek liet.

Andere oorzaken:

- De VS was niet meer het middelpunt in de Westerse economie

- Het Watergate-schandaal leidde een in de VS de aandacht af van de buitenlandse politiek. En het was slacht voor hun imago

- De nieuwe politiek van Carter vond men nadelig tegenover West-Europa en de ontspanning.


In 1975 werd er in de CVSE (Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa) afspraken gemaakt over grenzen en mensenrechten. Maar in 1976 kwam de SU met de SS-20-raketten die mobiel waren. Dit was tegenstrijdig met de CVSE.

In 1977 kwam Schmidt met een rede waarin stond dat de NAVO-bewapening moesten worden vernieuwd en dat de SU de SS-20-raketten moest terug trekken. Dit leide in 1979 tot het NAVO-dubbelbesluit.


4.2 Nationale ontwikkelingen (1969-1979) en de toenemende invloed van de BRD


De verdragen die Brandt had gesloten mesten nog goedgekeurd worden. Men was eerst tegen omdat de mensen in de DDR juist voor hereniging waren. Later waren de verdragen goedgekeurd.

In 1972 kwam de SPD uit de verkiezingen, men steunde de Ostpolitik.


Schmidt kreeg steeds meer kritiek van de BRD:

- De vredesbeweging werd steeds groter, men was tegen het plaatsen van NAVO-raketten.

- De RAF kon niet snel worden onderdrukt en bracht de regering in moeilijkheden.

- Door de economische crisis ,door de olie crisis, werd Schmidt minder populair.


Schmidt zorgde voor een grotere positie van de BRD:

- Schmidts optreden leidde tot het NAVO-dubbelbesluit. Ook kwam hij met de G-7-conferenties.

- Hij bestreed de RAF.

- En maakte de BRD weer economisch stabiel, eerder dan de andere Westerse landen.


RAF

Het studentenverzet van de jaren ’60 werd in 1970 de RAF (de Rote Armee Fraktion). De RAF was tegen het kapitalistische en de imperialistische maatschappij, de oplossing was stadsguerrilla. De RAF hoopte dat de overheid maatregelen gingen nemen op de stadsguerrilla, dan zou de overheid zijn ware fascistische gezicht laten zien. Dan zouden de arbeiders in opstand komen. Na 1977 nam de activiteiten van de RAF af. Na de opheffing van de DDR kwam er een einde aan. In 1998 hief de RAF zichzelf op.



Hoofdstuk 5 Duitsland Herenigd


5.1 Internationale ontwikkelingen (1979-1989) en de val van de Muur


Doordat Johannes Paulus II in 1978 paus werd, en de bevolking massaal was betrokken, betekende dit het einde voor het communistische bewind in Polen.


Ontwikkelingen begin jaren ’80 die duidelijk makten dat het communisme niet onaantastbaar was:

1. Economisch stond Polen er slecht voor.

Er was veel inflatie en de regering had veel schuldenlast.

2. In 1980 ontstond een stakinggolf met eisen tot hervorming.

Overal werd er gestaakt. De leider was Lech Walesa

3. De oprichting van de vrije vakbond Solidariteit, die eisen ging stellen aan de regering.

De belangrijkste eisen waren:

- Toekenning tot stakingsrecht

- Afschaffing van censuur

- Het recht om onafhankelijke vakbonden te stichten

4. De Poolse regering geeft toe aan de stakers.

Eind 1980 gaf de regering toe. De vakbond Solidariteit werd erkend.


Iedereen werd nu lid van de vakbond Solidariteit. De regering probeerde er weer tussenuit te komen, wat leidde tot irritatie.

In 1981 eiste Solidariteit voor vrije verkiezingen en een meerpartijenstelsel. Ook wilden ze dat de rest van de Oostbloklanden hun voorbeeld zou volgen. De SU wilde dat de Poolse leiders radicaal maatregelen moest nemen. Op 13 december riep generaal Jaruzelski de staat van beleg uit. Die nam alle macht in handen. Solidariteit werd verboden, en werd nu illegaal. Maar de regering moest steeds toegeven.

Begin 1989 probeerde de regering en Solidariteit tot een overeenkomst te komen over de toekomst van Polen.

Wat er in Polen afspeelde had ook effect op andere Oostbloklanden. De DDR sloot wegen naar Polen af om zo de Poolse ideeën daar te houden.


In begin jaren ’80 heerste een crisissfeer in de SU, wat kwam door:

- De bewapeningswedloop kosten werden te hoog. Ook zag de SU haar plicht om overal socialistische organisaties en groeperingen militair en financieel te steunen.

- In 1979 deed de SU een militaire inval in Afghanistan, dit koste veel geld, en was een uitzichtloze put.

- Er was geen krachtig leiderschap. Het was meer vriendjespolitiek en stilstand.


In 1985 kwam Gorbatsjov in de SU aan de macht. Hij had veel hervormingsplannen:

- Perestroka (hervorming): diepgaande hervormingen op het terrein van de economie, de politiek en de rest van de samenleving.

- Glasnost(mondigheid): men mocht kritiek leveren op de maatschappij, regering en de planeconomie.


De mondigheid leidde tot eisen die niet in Gorbasjovs plan paste. De republieken kwamen nu ook in opstand en wilden zelfstandigheid (Estland, Letland, Litouwen).

Gorbatsjov stimuleerden de Oostbloklanden om ook te hervormen, maar kon hen er niet toe dwingen. Hij zou ze niet meer helpen als er problemen waren. Het Brezjnev-doctrine behoorde nu tot het verleden, en het Warschau Pact ook.

Gorbatsjov maakte een einde aan de Koude Oorlog. Ook sloot hij het INF-akkoord, het akkoord dat er voor zorgde dat de SU en de VS al hun kernwapens terug moest trekken.

Eerst was er nog onzekerheid over het INF-akkoord, maar in 1989 maakte Gorbatsjov duidelijk dat hij een einde aan de Koude Oorlog wilde maken.

Ook voelde hij zich niet meer geroepen om de DDR tot stand te houden.

Gorbatsjov zorgde voor een einde aan de Koude Oorlog, de Oostbloklanden, en de SU viel uit elkaar. Allemaal ongewild.


5.2 Nationale ontwikkelingen (1979-1989) en de val van de Muur


Begin jaren ’80 kreeg de DDR financieële steun van de nieuwe leider Kohl van de BRD. Ook kreeg de DDR beperkt toegang tot de EG-markt via de BRD. Veel meer lander werden lid van de EG.


De DDR raakte toch in financiële crisis doordat:

- Opbrengsten van de export tegenvielen

- De DDR-economie afhankelijk was van de import van de Russische energie, alleen die prijs werd steeds hoger.

- De DDR steeds meer gedwongen werd om geld te lenen om de staatssubsidies te kunnen betalen.


De communistische regeringen van Polen en Hongarije lieten steeds meer toe. Honecker wilde dit niet, dit zou dan tot het einde van het bewind worden. Waakzaamheid was vereist wat uitgevoerd werd door de Stasi.

Kritiek was alleen mogelijk in kerkelijk verband. De bekendste groep noemde zich in 1989 de ‘Neues Forum’ ze wilde het socialisme niet afschaffen maar het een menselijker gezicht geven.

De kritische groepen lieten zien dat er activiteiten buiten de grens mogelijk waren, en dat het politiek-moreel terrein tekortschoot. Ze werden de wegbereiders van de Wende genoemd eind 1989.

De mensen in de DDR kon West-Duitse televisie bekijken en konden zien dat ze tekort schoten.


In de zomer van 1989 dreigde de DDR ondanks de Muur leeg te lopen doordat:

- De DDR werd geïsoleerd doordat de leiders het communisme vasthielden.

- Er was een nieuwe vluchtroute die van Tsjecho-Slowakije naar Hongarije ging. Hongarije hield niet langer de grens naar Oostenrijk gesloten.


Sinds juni 1953 werd er voor het eerst geprotesteerd, vanaf september deed men dit elke maandag. De DDR-leiders verloren hun respect en gezag. Hun machtspositie werd verzwakt, wat leidde tot de val van de Muur.

YEEEY men was bevrijd! Dikke Partyy!!!



REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.