Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De wereld in de tijd van Grieken en Romeinen

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 2103 woorden
  • 5 februari 2012
  • 34 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
34 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De wereld in de tijd van Grieken en Romeinen
Vanaf 3000 v.C. ontstonden hoogontwikkelde culturen langs grote rivieren: de Nijl, de Eufraat en de Tigris, de Indus en de Hoangho in China. In de vruchtbare rivierdalen ontwikkelden landbouwsamenlevingen zich tot landbouwsteden (agrarisch-urbane) samenlevingen. Er ontstonden stadstaten, bestuurd door vorsten, vaak met zowel politieke als religieuze macht. Kenmerkend voor deze culturen waren de sociale hiërarchie, de polytheïstische godsdiensten en het gebruik van het schrift. Sommige stadstaten groeiden uit tot grote rijken, zoals Egypte en het Babylonische Rijk.

Europa
Omstreeks 2000 v.C. ontstond op Kreta de Minoïsche cultuur, de eerste hoogontwikkelde cultuur in Europa.


2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
De staat, dat zijn wij
Hellas (zo noemden de Grieken hun leefwereld), was niet één centraal geregeerd rijk, maar een lappendeken van stafstaten (poleis) met een landbouwstedelijke (agrarisch-urbane) samenleving. Volgens de filosoof Aristoteles waren er in de 4e eeuw v.C. 150 van zulke staten, die meestal bestonden uit een stad en het omliggende land.

Er waren tal van regeringsvormen. Sommigen waren een monarchie, andere een tirannie, weer andere een aristocratie, oligarchie of democratie.

Vaak wisselden regeringsvormen elkaar af. Athene was eerst een monarchie, daarna een aristocratie, toen een tirannie, tot Kleistenes de macht greep. Hij wierp zich op als volksleider en veroverde met steun van het Atheense volk de acropolis, de citadel boven de stad. Daarna voerde hij in 507 v.C. de democratie in. Hij gaf de al bestaande volksvergadering (ekklesia) de hoogste macht. Alle vrije Atheense mannen kregen stemrecht. De ekklesia besliste over wetten, koos de militaire commandant en andere hoge functionarissen, en controleerde de ambtenaren en bestuurders. Wegens corruptie of wanprestaties konden die worden ontslagen.

Liefhebbers van de wijsheid
De Atheense democratie hield bijna 200 jaar stand. Maar voor de Grieken was de democratie niet vanzelfsprekend het beste politieke systeem. Het duidelijkste was Sparta, dat een strak georganiseerde, militaire aristocratie was. De veelheid en voordurende afwisseling van regeringsvormen leidde ertoe dat de Grieken volop discussieerden over de voor- en nadelen van de diverse politieke systemen.

Plato bewonderde Sparta, omdat het een geordende, stabiele staat was. Maar zijn ideale staat was een republiek waarin filosofen de totale macht hadden. De filosofen moesten zich volledig inzetten voor de staat. Ze mochten geen vrouw of kinderen hebben of wat voor andere binding dan met de staat dan ook. Die ideale staat is er nooit gekomen.

2.2 Het Romeinse imperium
Het ontstaan
Volgens de archeologen: Rome dateert van ±800 v.C.
Volgens de legende: 754 v.C. – stichting van Rome.

Het Romeinse Rijk begon in Latium (gebied rondom Rome).

Tussen ±700 en 400 v.C. veroverden de Romeinen stukje bij beetje het tegenwoordige Italië. Hoe deden ze dat?
1. Romeinen hadden hun legertjes goed georganiseerd – slagkracht was groot.
2. Veroverde volken mochten hun eigen gewoontes en bestuur houden.
3. De volken moesten wel Tribuut (= belasting) betalen en mannen voor het Romeinse Rijk leveren.
Toch nemen de overwonnen volken al snel de Romeinse taal en cultuur over. Dit noemen we het begin van de ‘Romanisering’. In de 1e eeuw v.C. onder Julius Caesar werden de grootste veroveringen gedaan. Zijn opvolger: Augustus wordt de eerste Romeinse keizer.

44 v.C. : Julius Caesar werd vermoord (door z’n zoon Brutus???)

Grote veroveraar; groot staatsman.
27 v.C.: Augustus werd Rome’s 1e keizer. ‘De verhevene’
- Caesar – keizer ( ±50 n.C. Nero) (‘zo wreed als Nero)

Rond 150 n.C. is het Romeinse Rijk op z’n grootst en op z’n machtigst.

Hoe hielden de Romeinen dit grote rijk in stand?
Er werden, vanuit Rome, duizenden kilometers verharde wegen aangelegd – goede communicatie en vervoer.

Overal in het Romeinse Rijk waren zogenaamde legerplaatsen opgericht. (steden – handel, godsdienst cultuur) In NL: Maastricht, Leiden, Nijmegen.
Centra van Romeinse macht maar ook taal en cultuur.


Romeinen zorgden voor: goede rechtspraak, orde en rust, welvaart, goed bestuur, discipline. Hielden het Rijk bij elkaar.

Pax Romana: = de Romeinse vrede/orde & rust. Binnen het Romeinse Rijk (= Imperium Romanum)

Romeinse soldaten/ambtenaren/handelaren/kunstenaars en geestelijken – ze reisden/vestigden zich over het hele Romeinse Rijk en namen hun taal/cultuur/gewoontes/normen en waarden/rechtspraak en ideeën mee over het gehele Romeinse Rijk.

Vele mensen in het Romeinse Rijk namen deze ogenschijnlijke superieure cultuur over – Romanisering

De Romeinse talen | Levende talen
Frans – Italiaans – Spaans – Portugees – Roemeens

Germaanse talen
Duits – Nederlands – Fries – Engels – Scandinavische (niet Fins)

Slavische talen
Russisch – Servisch – Pools – Kroatisch – Slowaaks – Sloveens – Tsjechies – Bulgaars

Fin-orische talen
Fins – Hongaars – Estisch

Celtische talen
Gaelit – Schots – Iers

2.3 De Grieks-Romeinse cultuur
Strakke lijnen en sierlijke krullen.
De Griekse architectuur en beeldhouwkunst waren aanvankelijk sterk beïnvloed door de Egyptische kunst. De vroege beelden waren stijf en plat, maar geleidelijk gingen de Griekse beeldhouwers zelf nieuwe dingen uitproberen. Ze ontdekten dat beelden er beweeglijker uitzagen als de benen niet al te vast op de grond stonden en dat een gezicht levendiger werd met een glimlach erop.
De beeldhouwers gingen nauwkeurig de menselijke anatomie bestuderen en pasten de kennis die ze zo kregen toe in hun werk. Beelden werden mooier en perfecter gemaakt. Perfectie zagen de Grieke als teken van goddelijkheid. Zo ontwikkelde de beeldhouwkunst zich van primitief en statisch naar verfijnd en beweeglijk. Hoogtepunt vormen de beelden die in de tweede helft van de 5e eeuw v.C. werden gemaakt. Dit werd later de klassieke periode genoemd.


In 447 v.C. ging in Athene een prestigieus bouwproj4ect van start. Het Atheense volk besloot op initiatief van de staatsman Perikles tot de wederopbouw van de tempels e de gebouwen in de stad. Dertig jaar eerder waren die verwoest door de Perzen, met wie de Grieken Langdurig in oorlog waren. Ze wilden een grootsere en mooiere stad bouwen dan de wereld ooit had gezien.

De beeldhouwer Phidias en de bouwmeesters Kallikrates en Ictinos kregen opdracht voor de bouw van een tempel voor de Godin Athena Parthenos op de akropolis. In 432 v.C. was het Parthenon af.

Op en in de tempel zat beeldhouwwerk dat tot het mooiste wordt gerekend dat de Grieken hebben gemaakt.
In de 10 meter hoge Dorische zuilen werden kanppe optische trucs verwerkt. Ze leken voor de toeschouwer recht, maar stonden in werkelijkheid een beetje schuin. Als ze gewoon recht waren neergezet, hadden ze voor de toeschouwer die pal voor het gebouw stond, juist scheef geleken. Op de zuilen werd een dwarsbalk geplaatst waar de dakconstructie op rustte, de architraaf. Boven de architraaf zat de fries, een horizontale band met schilder- en beeldhouwwerk, waarop mytische oorlogen waren afgebeeld. Op de voor- en achtergrond zat een driehoekig fronton waarop ook weer mythische figuren te zien waren.

Romeinse ateliers
De Romeinse kooplieden konden in de 1e eeuw v.C. de vraag naar Griekse beelden nauwelijks aan. Waarschijnlijk waren het zakenlieden die op het idee kwamen in Rome ateliers in te richten waar getalenteerde beeldhouwers Griekse ‘originelen’ konden produceren. Dankzij deze kopieën weten we hoe de Griekse beelden eruit zagen, want veel van de oorspronkelijke beelden zijn verloren gegaan.

Na een periode van kopiëren ontwikkelden de Romeinse beeldhouwers een eigen stijl. De Griekse beeldhouwers hadden een ideaal nagestreefd; de Romeinen gingen juist heel realistische protretten uit steen houwen.

2.4 Romeinen en Germanen
De limes
De Germaanse stammen in het noorden van Europa kregen halverwege de eerste eeuw v.C. voor het eerst te maken met de Romeinen. Caesar begon in 58 v.C. een bloedige oorlog in Gallië. 7 jaar later maakten de Provincie Gallia en een deel van Germania deel uit van het Romeinse Rijk. Gallia omvatte Frankrijk en België en delen van Nederland, Duitsland, Zwitserland. Het werd bevolkt door Keltische stammen. Die door de Romeinen Galliërs werden genoemd. Germania was het land aan de andere kant van de Rijn, waar de Germanen woonden. In 12 v.C. trokken Romeinse troepen Nederland binnen. Keizer Augustus wilde het rijk uitbreiden tot aan de Elbe.

De Germanen leefden in stamverband in een landbouwsamenleving. In het grensgebied dreven ze handel met de Romeinen, aan wie ze onder meer huiden leverden. De Romeinen noemden hen barbaren, zoals ze alle volken noemden waarvan ze de taal niet verstonden. Het woord kwam van de Grieken, die naar veemde talen verwezen als ‘bar-bar’ en alle andere volkeren als onbeschaafde woestelingen zagen. De Germanen kenden volgens Romeinse schrijvers geen luxe en leken daaraan ook geen behoefte te hebben.


2.5 Jodendom en christendom
Jodendom + Christendom + Islam
- Monotheïstische godsdiensten. Mono = één of alleen.
Theo = god

Klassieke oudheid
Polytheïstische godsdienst
Poly = meer of veel

Animisme = vereren van bomen, zon, geesten en goden in een niet-menselijke verschijningsvorm.

Joden: O.T. = Tenach – Geloofsboek
Christenen: N.T. – eerste 4 evangelieën

Christelijke jaartelling: Geboorte van Christus.
Geboorte van Christus: 4 – 6 v.C.
Verkeerd teruggeteld rond 500.
525: nieuwe kalender

Hoe komen we aan onze feestdagen?
Kerstmis (25 + 26 december) – Geboorte van Christus. Totdat West-Europa tussen 600 en 750 n.C. werd bekeerd, vierde men in Europa het midwinterfeest.

Heidense feestdagen kregen een nieuwe christelijke betekenis. Heidense offerplaatsen werden vernietigd en op deze plaatsen werden de eerste houten kerken gebouwd.


Terug naar ’t Jodendom
Voor Christenen waren vooral de eerste 4 evangelieën van belang. Deze werden geschreven tussen 60 en 110 n.C. De gehele christelijke bijbel werd definitief samengesteld rond 200 – 250 n.C.

Uit deze periode komen ook de eerste pausen. – Joden erkennen Christus niet als de verlosser. Voor sommige Joden was Christus een politieke revolutionair die een einde aan het Romeinse Rijk zou maken.

De kruisiging van Christus zou in 30 n.C. hebben plaatsgevonden.

In 70 n.C. volgde een grote Joodse opstand. De tempel werd vernietigd en alle Joden werden Palestina uitgezet. Deze uitzetting noemen we de Diaspora van het Joodse volk. Deze einigde in 1948 met de stichting van de staat Israël.

Het begin van de ruzie tussen Palestijnen en Israëliërs – want: van wie is het grondgebied eigenlijk?

Aristoteles
Filosoof van de filosofie
Aristoteles werd rond 384 v.C. geboren in Stagrya in het noorden van Griekenland. Zijn vader Nicomachus was lijfarts van de koning van Macedonië en Aristoteles zou ongetwijfeld ook arts zijn geworden als zijn vader niet vroegtijdig was overleden. Medische kennis was in die tijd een goed bewaard geheim dat alleen van vader op zoon werd overgedragen. Zijn ook stuurde Aristoteles op zijn 17e naar Athene om aan de Academie van Plato verder te studeren. 20 jaar lang bleef hij Plato’s leerling. Na diens dood ging hij eerst op reis en daarna haalde de Macedonische koning hen naar zijn hof om op de 13-jarige kroonprins Alexander (de Grote) les te geven. Toen Alexander volwassen was geworden, keerde hij terug naar Athene. Daar braken de productiefste jaren van zijn leven aan. Hij gaf les in de wandelgangen van het Lyceum en schreef een groot aantal teksten. Aristoteles is wel de filosoof van de filosofie genoemd. Filosofie betekende voor hem vooral ook nadenken over het denken. Hij hechtte grote waarde aan de waarneming bij het verwerven van kennis. Hierin verschilde hij fundamenteel van mening met Platoll die materie te veranderlijk vond om bron te kunnen zijn van ware kennis. Volgens Aristoteles moest wetenschap beginnen met het observeren en nauwkeurig beschrijven van verschijnselen. Daarna kwam het verklaren. Op grond van de waarneming moesten de juiste verbanden worden gelegd en logische conclusies worden getrokken.

De Bello Gallico

Geschiedschrijving of propaganda
In 52 v.C. publiceerde Julius Caesar Commentarii de Bello Gallico. In 7 delen beschrijft hij de oorlog tussen 58 tot 52 v.C. in Gallië. Het boek is een belangrijke historische bron, maar wel een die met de nodige voorzichtigheid moeten worden gebruikt Het diende namelijk in de eerste plaats een politiek doel.

De ondergang van het Romeinse Rijk
Geduld en vrees
De eerste historicus die op grond van oorspronkelijke bronnen het verval en de ondergang van het Romeinse Rijk beschreef, was Edward Gibbon Tussen 1776 en 1788 publiceerde hij in 7 delen The history of the Decline and Fall of the Roman Empire. Het eerste deel was onmiddellijk uitverkocht. Gibbon beschrijft meerdere oorzaken voor de ondergang van het rijk. De lange periode van vrede, de Pax Romana, werkte volgens hem als een langzaam en geheim vergif op de vitale delen van het rijk.

Na Gibbon hebben nog vele historici zich beziggehouden met het Romeinse rijk.

Jaartallen
Tot 3000 v.C.: laatste ijstijd
Tot 10 000 v.C.: tijd van jagers en boeren.
23 000 v.C.: Venus van Willfendorf
15 000 v.C.: grotschilderingen van Lascaux
10 000 v.C.: Landbouwrevolutie in Midden-Oosten
8350 v.C.: Ontstaan van Jericho
6500 v.C.: ontstaan van Catal Hüyük
6000 v.C.: eerste landbouw in Griekenland
5000 v.C.: eerste landbouw in Nederland
3000 – 1600 v.C.: bouw aan Stonehenge
3000 – 525 v.C.: Oud-Egyptische Rijken
3000 v.C. – 500 n.C.: tijd van Grieken en Romeinen

3000 v.C.: uitvinding van spijkerschrift in Irak en hiërogliefenschrift in Egypte.
1750 v.C.: Abraham reist van irak naar Israël/Palestina
507 v.C.: begin democratie in Athene
525 v.C. – 331 v.C.: Perzische Rijk
331 v.C.: Alexander de Grote verovert het Perzische Rijk
148 v.C.: Rome verovert Macedonië
30 v.C.: Egypte wordt Romeinse provincie
47 v.C.: 476 n.C.: Romeinse keizerrijk
112 n.C.: muur van Hadrianus
394 n.C.: Christendok wordt Romeinse staatsgodsdienst
395 n.C.: splitsing van Romeinse Rijk

REACTIES

L.

L.

Niks over de gebouwen?
SLECHTT!!

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.