De tijd van burgers en stoommachines
1813. Toen keerde Willem1 terug naar Nederland want rond die tijd waren de Fransen verslagen.
Napoleon veroverde een groot deel van Europa. Nadat hij verslagen was veranderde er veel in Europa. Bijvoorbeeld: Nederland en België werden samen een nieuw land. Willem1 was de eerste koning van dat land.
Constitutionele monarchie. Een land met koning, die zich aan de grondwet moet houden.
Willem1 maakte zelf nieuwe wetten. Willem1 benoemde zelf zijn ministers.
Parlement – Eerste en Tweede kamer.
1848 – Grondwet van Thorbecke.
Monarchie – land met koning(in)
Napoleon – Frankrijk is de baas in Nederland
1815 – Willem1 wordt koning
In 1848 kreeg Nederland een nieuwe grondwet. Het parlement kreeg meer macht dan de koning. Om de vier jaar mochten de rijke mannen stemmen.
1848. Willem1 was toen koning van Nederland. Hij zag dat de rijke en arme mensen in opstand kwamen. Hij liet toen een nieuwe grondwet maken. Daarin stond dat het parlement voortaan meer macht had.
De meeste mensen zijn boer – landbouwstedelijke samenleving
Aanleg wegen en kanalen – aan en afvoer van grondstoffen en producten
Rond 1750 in Engeland – de eerste fabrieken ontstaan
Het gebruik van machines – dorpen en steden groeiden snel
Fabrieken hadden veel arbeiders nodig – het fabriekswerk ging sneller
Je ziet dat veel vrouwen in de fabriek werkten. Voordat er fabrieken waren maakte men thuis allerlei producten. Door de komst van de fabrieken, was er minder huisnijverheid, omdat het werk in fabrieken veel sneller en beter ging dat thuis.
Om de eerste fabrieken te laten draaien gebruikte men wind en watermolens. Soms was er geen wind of water. Dan lag het werk stil. De uitvinding van de stoommachine loste dit probleem op. Nu konden de fabrieken altijd doordraaien.
Werkomstandigheden in de fabriek. Het is vaak gevaarlijk in de fabriek. Je moet de hele dag doorwerken. Lonen zijn laag, er zijn genoeg arbeiders die een baan willen.
Arbeiders gingen bij de fabrieken wonen – industriesteden worden snel groter
Industriële Revolutie in Nederland – na 1850
De bevolking groeide snel – er waren veel mensen die werk zochten
Arbeiders hadden geen rechten – je kon zo ontslagen worden
Industriële Revolutie in Engeland – na 1750
Slechte werkomstandigheden – er was veel lawaai en stof in de fabrieken
In België begon de Industriële Revolutie eerder dan in Nederland
Na 1750 ontstonden in Engeland de eerste fabrieken. Het is het begin van de Industriële Revolutie. In Nederland kam de industrialisatie pas goed op gang vanaf 1850.
Dat Nederland laat fabrieken ging bouwen had te maken met het feit dat België en Nederland tot 1939 bij elkaar hoorden. Tot die tijd stonden de meeste fabrieken op Belgisch grondgebied.
De socialisten wilden dat iedereen gelijk was.
Domela Nieuwenhuis probeerde met zijn krant zoveel mogelijk mensen te bereiken.
De socialisten richtten vakbonden op. Ze wilden daarmee bereiken dat de arbeiders het beter kregen. Ook wilden ze meepraten in de Tweede kamer, om hun situatie te verbeteren.
Vakbond. De lonen moeten hoger. Arbeiders moeten meedelen in de winst. De werkdagen moeten korter.
Politieke partijen – invloed in de Tweede kamer
Stemrecht – alleen rijke mannen mochten stemmen
Vakbonden – kortere werkdagen, hogere lonen
Domela Nieuwenhuis – de krant: ‘recht voor allen’
Sociale wet – de Kinderwet van Van Houten
Nieuwe grondwet – 1848
Omdat de socialisten langzaam maar zeker meer macht kregen, verbeterde de situatie van de arbeiders.
De man is minister Van Houten. Hij was de maker van de Kinderwet. De moeder bedankt hem. Haar kinderen hoeven nu niet meer in de fabriek te werken. Deze wet was de eerste sociale wet.
De Kinderwet kwam in 1874, maar pas in de tweede helft van de twintigste eeuw kun je zeggen dat iedereen het beter begon te krijgen.
Al vanaf 1500 kamen de Europeanen in verre gebieden. Ze veroverden die gebieden niet, dat was veel te duur. Het besturen en verdedigen van zo’n gebied kostte veel geld. Het was hun vooral te doen om specerijen, goud en zilver.
In de tijd van het imperialisme kregen veel gebieden Europese bestuurders.
Europa veroverde grote gebieden in de wereld. De veroverde gebieden noemde men kolonies. Mensen uit Europa voelden zich beter dan andere volken. Dat noemen we racisme. De veroverde gebieden werden steeds armer.
Na 1949 werd Indonesië onafhankelijk. Het was toen een arm land.
Europeanen – ze hadden de beste wapens
Imperialisme – aanzien en macht
Je beter en meer voelen dan anderen – racisme
Veel geld verdienen en uitbuiting – imperialisme
Missionarissen – overwonnen volken werden christen
Vanaf ongeveer 1800 had bijna elk Europees land kolonies, over heel de wereld
1813. Toen keerde Willem1 terug naar Nederland want rond die tijd waren de Fransen verslagen.
Napoleon veroverde een groot deel van Europa. Nadat hij verslagen was veranderde er veel in Europa. Bijvoorbeeld: Nederland en België werden samen een nieuw land. Willem1 was de eerste koning van dat land.
Constitutionele monarchie. Een land met koning, die zich aan de grondwet moet houden.
Willem1 maakte zelf nieuwe wetten. Willem1 benoemde zelf zijn ministers.
1848 – Grondwet van Thorbecke.
Monarchie – land met koning(in)
Napoleon – Frankrijk is de baas in Nederland
1815 – Willem1 wordt koning
In 1848 kreeg Nederland een nieuwe grondwet. Het parlement kreeg meer macht dan de koning. Om de vier jaar mochten de rijke mannen stemmen.
1848. Willem1 was toen koning van Nederland. Hij zag dat de rijke en arme mensen in opstand kwamen. Hij liet toen een nieuwe grondwet maken. Daarin stond dat het parlement voortaan meer macht had.
De meeste mensen zijn boer – landbouwstedelijke samenleving
Aanleg wegen en kanalen – aan en afvoer van grondstoffen en producten
Rond 1750 in Engeland – de eerste fabrieken ontstaan
Het gebruik van machines – dorpen en steden groeiden snel
Fabrieken hadden veel arbeiders nodig – het fabriekswerk ging sneller
Je ziet dat veel vrouwen in de fabriek werkten. Voordat er fabrieken waren maakte men thuis allerlei producten. Door de komst van de fabrieken, was er minder huisnijverheid, omdat het werk in fabrieken veel sneller en beter ging dat thuis.
Om de eerste fabrieken te laten draaien gebruikte men wind en watermolens. Soms was er geen wind of water. Dan lag het werk stil. De uitvinding van de stoommachine loste dit probleem op. Nu konden de fabrieken altijd doordraaien.
Arbeiders gingen bij de fabrieken wonen – industriesteden worden snel groter
Industriële Revolutie in Nederland – na 1850
De bevolking groeide snel – er waren veel mensen die werk zochten
Arbeiders hadden geen rechten – je kon zo ontslagen worden
Industriële Revolutie in Engeland – na 1750
Slechte werkomstandigheden – er was veel lawaai en stof in de fabrieken
In België begon de Industriële Revolutie eerder dan in Nederland
Na 1750 ontstonden in Engeland de eerste fabrieken. Het is het begin van de Industriële Revolutie. In Nederland kam de industrialisatie pas goed op gang vanaf 1850.
Dat Nederland laat fabrieken ging bouwen had te maken met het feit dat België en Nederland tot 1939 bij elkaar hoorden. Tot die tijd stonden de meeste fabrieken op Belgisch grondgebied.
De socialisten wilden dat iedereen gelijk was.
De socialisten richtten vakbonden op. Ze wilden daarmee bereiken dat de arbeiders het beter kregen. Ook wilden ze meepraten in de Tweede kamer, om hun situatie te verbeteren.
Vakbond. De lonen moeten hoger. Arbeiders moeten meedelen in de winst. De werkdagen moeten korter.
Politieke partijen – invloed in de Tweede kamer
Stemrecht – alleen rijke mannen mochten stemmen
Vakbonden – kortere werkdagen, hogere lonen
Domela Nieuwenhuis – de krant: ‘recht voor allen’
Sociale wet – de Kinderwet van Van Houten
Nieuwe grondwet – 1848
Omdat de socialisten langzaam maar zeker meer macht kregen, verbeterde de situatie van de arbeiders.
De man is minister Van Houten. Hij was de maker van de Kinderwet. De moeder bedankt hem. Haar kinderen hoeven nu niet meer in de fabriek te werken. Deze wet was de eerste sociale wet.
De Kinderwet kwam in 1874, maar pas in de tweede helft van de twintigste eeuw kun je zeggen dat iedereen het beter begon te krijgen.
Al vanaf 1500 kamen de Europeanen in verre gebieden. Ze veroverden die gebieden niet, dat was veel te duur. Het besturen en verdedigen van zo’n gebied kostte veel geld. Het was hun vooral te doen om specerijen, goud en zilver.
Europa veroverde grote gebieden in de wereld. De veroverde gebieden noemde men kolonies. Mensen uit Europa voelden zich beter dan andere volken. Dat noemen we racisme. De veroverde gebieden werden steeds armer.
Na 1949 werd Indonesië onafhankelijk. Het was toen een arm land.
Europeanen – ze hadden de beste wapens
Imperialisme – aanzien en macht
Je beter en meer voelen dan anderen – racisme
Veel geld verdienen en uitbuiting – imperialisme
Missionarissen – overwonnen volken werden christen
Vanaf ongeveer 1800 had bijna elk Europees land kolonies, over heel de wereld
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
W.
W.
Ik ben al best een ouwe zak (56), maar dit werkstuk geeft mij weer hoop voor de toekomst. Ik hoop dat iedereen van Celine's leeftijd bereid is zo kritisch naar de geschiedenis te kijken - en daarvan te leren!
13 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
HOoi, Een beetje lang maar opzich heel goed :D Ik kan er heel veel mee :) Xx (L)
13 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
wouw dit is zo fijn het helpt echt want ik heb test week ik had dit net nodig :D
9 jaar geleden
AntwoordenF.
F.
Van welke tot welke paragraaf is dit??
7 jaar geleden
Antwoorden