Politiek
Bourgondië
Aan het einde van de middeleeuwen werden de Nederlanden geregeerd door de hertog van Bourgondië, Filips de Goede. Hij centraliseerde door stadsrechten en andere privileges in te voeren. Andere methodes die de hertogen van Bourgondië toepasten waren het instellen van de Gewestelijke Staten: een vergadering per gewest (=provincie) van de drie standen (burgerij, adel en geestelijken).Daarnaast werden de Staten-Generaal ingesteld, het overkoepelende overheidsorgaan van de Nederlanden. De Staten-Generaal wordt gezien als een uitwerking van de centralisatiepolitiek. De gewesten in de Nederlanden waren echter fel tegen deze centralisatiepolitiek, zij zochten hun heil in het particularisme: het opkomen voor de eigen belangen en privileges.
Habsburgers
Nadat Filips de Goede overleed zette zijn zonen Filips de Stoute de centralisatiepolitiek voort maar hij overleed snel. Door huwelijken behoorden de Nederlanden uiteindelijk tot Karel V, keizer van het Duitse Rijk. Karel V was in Brugge opgegroeid en bestuurde het rijk vanuit Brussel waardoor hij een affiniteit had laten ontwikkelen met de Nederlanden. Karel V centraliseerde verder, zo stelde hij in 1531 de Collaterale Raden in, welke inhielden dat gelden als de centrale bestuursraden van de Nederlanden, waaronder de landvoogd, de Raad van Financiën en de Geheime Raad behoorden.
Reformatie
De hervormingen van Luther hadden ook gevolg voor de politiek. Door Luthers daden nodigde Karel V Luther in 1521 uit op de Rijksdag in Worms, waar Luther voor de laatste keer zijn woorden terug mocht nemen. Toen hij dit niet deed, belandde Karel V in een serie godsdienstoorlogen. In de Nederlanden groeide de aanhang voor het Lutheranisme, waardoor Karel V de Bloedplakkaten van 1550 instelden. Met deze plakkaten werden ketters door de inquisitie (de moordploeg van de kerk) vermoord. De instelling van deze Bloedplakkaten komt overeen met de centralisatiepolitiek van Karel V. De godsdienstoorlogen kwamen in 1555 ook ten einde met de vrede van Augsburg. Karel V had de oorlogen verloren en dus moest hij toestaan dat koningen en vorsten zelf mochten bepalen welk geloof zij aanhingen. Het was een religieuze (Karel was streng katholiek) en een politieke nederlaag (Karel moest macht afstaan aan de vorsten). In datzelfde jaar (1555) trad Karel V af, hij werd opgevolgd door zijn zoon Filips II.
Onder Filips II tot aan de hertog van Alva
Filips II had zeer weinig met de Nederlanden, hij was er zelfs nog nooit geweest. Onder Filips II werd de centralisatiepolitiek voortgezet, zo kregen de Nederlanden een landvoogdes. Verder waren de bloedplakkaten nog altijd van kracht, veel mensen werden vervolgd vanwege hun geloof. Filips II was een zeer impopulaire vorst. De lage edelen van de Nederlanden vroegen aan de landvoogdes, Margaretha van Parma, of de vervolgingen iets minder konden zijn. De lage edelen dienden dus het Smeekschrift (1566) in. Aangezien Margaretha de goedkeuring nodig had van Filips, keurde ze het schrift voorlopig goed, waardoor er in de Nederlanden hagenpreken ontstonden. Deze hagenpreken zorgden uiteindelijk voor de Beeldenstorm in 1566. Voor Filips was de Beeldenstorm de druppel die de emmer deed overlopen: hij stuurde de hertog van Alva naar het gebied.
Onder de hertog van Alva
Filips II mobiliseerde een groot leger met de hertog van Alva als leider. Veel Nederlandse edelen vluchtten de Nederlanden, waaronder Willem van Oranje. De hertog van Alva werkte de centralisatiepolitiek nog veel verder uit: hij stelde de Raad van Beroerten (ook wel de Bloedraad) in, een rechtbank die Beeldenstormers en de verantwoordelijken hiervan zou straffen. Daarnaast stelde Alva de tiende penning in, waardoor het gewone volk belasting moest betalen. Het leger kostte immers veel geld maar door de Tiende penning werd ook het gewone volk slachtoffer van de opstand.
Eerste jaren van de oorlog
Ondertussen bereidde Willem van Oranje een invasieleger voor tegen Alva. Samen met de geuzen (opstandelingen) waren zij de vijand van Alva. In het begin verliep de oorlog niet zeer rooskleurig voor Willem van Oranje, veel gewesten zagen in dat zij bij voorbaat kansloos waren tegen het Spaanse leger onder Alva. Maar doordat de geuzen in 1572 per toeval het stadje Den Briel innamen, voegden de gewesten Holland en Zeeland bij Willem van Oranje om zodoende Alva te stoppen.
Spanje slaat terug
Door de nederlagen besluit Alva keihard terug te slaan. In 1572 wordt de gehele bevolking van Naarden uitgemoord om te laten zien waar Spanje tot in staat is en dus moesten de Nederlandse steden zich maar overgeven. De uitmoording had echter het omgekeerde effect: mensen werden zo bang voor de Spanjaarden dat zij zich koste wat koste tegen de Spanjaarden gingen verdedigen, anders werden ze misschien ook wel net zo vermoord als de Naardenaren.
Politiek van Willem van Oranje
Willem van Oranje werd door de staat Holland, zonder de goedkeuring van Filips II, benoemd tot stadhouder. Belangrijk was de propaganda die Willem hierbij voerde. Zijn propaganda was tegen het Spaanse leger aangezien zij zorgden voor de verschrikkingen en zij waren de échte vijand, Filips gaf wel de orders, maar zat ver in Spanje. Zo ontstond er een nationaal doel: het verdrijven van het Spaanse leger.
Naar de pacificatie van Gent
De belegeringen van de Nederlandse steden duurden vaak lang voor de Spaanse soldaten en daarnaast kregen ze ook niks betaald. Vaak mislukte een belegering ook nog, zoals het beleg van Leiden in 1574. Dit ongenoegen zorgde uiteindelijk voor de Spaanse Furie, wat als gevolg had dat voornamelijk de steden in de Zuidelijke Nederlanden (België) uitgemoord en geplunderd werden. De Zuidelijke en de Noordelijke Nederlanden sloten daarna met z’n allen de Pacificatie van Gent van 1576 waarin stond dat de Gewesten gezamenlijk zouden gaan proberen om de Spaanse soldaten te verdrijven en er stond in dat zowel het katholicisme als het calvinisme toegelaten werd.
Verschillende unies
In 1579 kregen de Nederlanden te maken met een nieuwe hertog, de hertog van Parma. De hertog van Parma was een slim en vaardig man en het lukte hem dan ook om de Zuidelijke Nederlanden over te halen om in 1579 de Unie van Atrecht te sluiten, het verbond van de Zuidelijke staten dat zij Filips II trouw zouden blijven. Willem van Oranje probeerde ook een dergelijke Unie te vormen bij de Noordelijke Nederlanden, wat uiteindelijk, ondanks het particularisme, lukte. De unie van Utrecht was een reactie op de unie van Atrecht: er was een splitsing ontstaan tussen de Nederlanden. Deze unie van Utrecht leidde uiteindelijk in 1581 tot het Plakkaat van Verlatinghe, waarin stond dat de Nederlanden Filips II afzwoeren als landheer en op zoek gingen naar een nieuwe.
De hertog van Anjou
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden