Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

China confucianisme

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 976 woorden
  • 26 maart 2005
  • 36 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
36 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Confucianisme Ontstaan: China was in het tijdperk van de Strijdende Staten, verschillende staten waren met elkaar in oorlog. Wijsgeren trokken langs de verschillende koningen met hun ideeën over de ordening van de maatschappij. Een ervan was meester Kong. Wat houd het in: Ordening van de maatschappij: er heerst deugdzaam en wijs vorst, iedereen kent zijn plaats en neemt juiste omgangsvormen in acht. Om te komen tot orde: 5 soorten relaties. - Ren: gunst van de hogergeplaatste aan de lagere: liefde, medemenselijkheid - Yi: plicht van de lagere aan de hogere: ken je plaats, dien de hogere. 1) Vorst en onderdaan
2) Vader en zoon: Kinderlijke Piëteit. 3) Man en vrouw

4) Relatie tussen broers
5) Vrienden
Het confucianisme werd de staatsideologie, tot aan de val van het keizerrijk in 1912. Confucianisme en het volk: 4 standen: 1) Ambtenaren
2) Boeren (belangrijk omdat ze voedsel produceerden, mankracht leverden voor openbare werken en belasting betaalden, boeren hadden het heel zwaar) 3) Ambachtslieden
4) Handelaren (werden gezien als profiteurs van de gedane arbeid van boeren en ambachtslieden) Familie: belangrijkste bouwsteen van de samenleving: gehoorzaamheid aan de hogergeplaatste werd geoefend: net als de staat: hiërarchisch en totalitair. - Gouden Lotus: ingebonden voet
Ontsnappingswegen uit het Confucianisme en de verstikkende atmosfeer van het Chinese keizerrijk. Boeddhisme en taoïsme
Taoïsme: Leer die vindt dat de menselijke geest vrij moet zijn. Een teveel aan regels maakt de mens krankzinnig. Een waarlijk vrij mens probeert te streven naar eenwording met de eeuwigdurende levensstroom, de Tao, en geeft niet om geld of goederen. Eeuwen van confucianistisch bestuur hadden gezorgd voor continuïteit en stabiliteit en opbloei economie. Bedreigingen: - Binnenuit: wanorde, natuurrampen - Buitenaf: niet-Chinese volkeren Hemels mandaat Hoe ontstaan: De meest wijze en deugdzame man zou keizer moeten zijn, maar er ontstond erfopvolging. Niet wijsheid en deugd, maar geboorterecht. Rechtvaardiging: leer van het Hemels Mandaat. Keizer was de Zoon des Hemels, had volmacht van de hemel om bestuur over aarde te voeren. Wanorde, natuurrampen, hongersnoden etc: teken slecht bestuur, Hemels Mandaat verloren. Volk in opstand => brengt vorstenhuis ten val => brengt nieuwe dynastie, vervuld van nieuwe deugd, aan de macht. - Mandarijnen: besturende ambtenaren. Eerst waren ze vooral afkomstig uit de klasse van rijke grootgrondbezitters. Dat veranderde: je moest de Klassieken (Confucius en Mencius) bestuderen, hierin stond het juiste gedrag, bestuur en ordening van de maatschappij verwoord, en staatsexamens afleggen. Mandarijnen regelden als een soort managers de hele economie. Chinese muur: Zhonguo; Chinese naam voor China; Rijk van het midden. - Gekookte barbaren: randvolkeren die qua cultuur en gebruiken op de Chinezen leken - Rauwe barbaren: degenen die hun eigen weg bleven gaan

De eerste keizer van China gaf rond 200 v.Chr. opdracht bestaande stukken muur aaneen te voegen en te versterken => bescherming van de Chinese Confucianistische cultuur tegen de buitenwereld. Op de noordelijke steppes achter de muur: Nomaden die soms op veroveringstocht gingen, er werden allerlei methoden bedacht om ze op hun steppes te houden: vrede afgekocht, uithuwelijken, titels verleden aan barbaren. Song-Dynastie: 960: Machtswisseling: een belangrijk militair, Zhao Kuangyin, greep de hoogste macht. Confucianistische staatsexamens. De te grote macht van regionale commandanten had geleid tot opstanden: maatregel: burgerambtenaren geplaatst boven militaire commandanten => soldaten, leger telden minder mee => Maakte zichzelf kwetsbaar voor indringers aan de grenzen. - Stedelijke cultuur ontwikkelde doordat: wijkmuren doorbroken, avondklok afgeschaft, handel vrijgelaten; steden tot leven. Toenemende handel + betere infrastructuur = specialisatie. Rijkdom lokte niet-Chinese volkeren die aan de noordgrens leefden naar China => onder Djengis Chan begonnen grote Mongoolse veroveringen. Zijn kleinzoon: Koebilai Chan, veroverde in 1276-79 heel China => Yuan Dynastie
uitgeroepen: Marco Polo een van de bestuurders. Mongools rijk was groot: Chinese Uitvindingen zoals, boekdrukkunst, bustruit, kompas bereikten Europa. De mongolen waren niet in staat hun eigen bestuur te voeren, ze moesten terug naar HET effectieve bestuurssysteem van het Confucianisme. Sinificatie: assimilatie van en aanpassing aan de Chinese cultuur door niet-Chinese volkeren. Midden 14e eeuw: overstromingen, hongersnoden, epidemieen: opstanden: Zhu Yanzhang: verjoeg Mongolen uit China en stichtte in 1338: Ming-Dynastie werd in 1644 opgevolgd door
Qing-Dynastie. Peking werd weer de echte hoofdstad, afkeer barbaren was versterkt: nadruk op behoud eigen culturele en ideologische verleden. Muur versterkt, handel: tribuutstelsel. - Tribuutgezantschappen: Traditionele benaming voor buitenlands gezantschap dat verwacht werd geschenken mee te brengen en zich aan de Chinese regels voor een dergelijk bezoek te houden. Enige toegestane vorm van handel tijdens de Ming en Qing-dynastie. Omvang en toevloed stelde het hof paal en perk. In Europa brak juist de tijd aan van de ontdekkingsreizen => China zag de Europeanen als rauwe barbaren die nog veel te leren hadden. Omdat Chinezen zoveel weerstand boden: Studie naar China. Centrum voor studie werd Macao, handelssteunpunt van Portugal. De beste docenten en leerlingen: Jezuïeten, zij werden de eerste Sinologen. Matteo Ricci ontwikkelde de Accomodatio: missiemethodiek om mandarijnen voor zich te winnen: Jezuïeten pasten zich aan, aan de gewoontes van de mandarijnenklasse. Ze kregen een beetje aanhang doordat ze westerse wetenschap meebrachten, maar hun prediking had weinig effect: ze werden alleen gebruikt als handige raadgevers, keizers lieten zich niet inpalmen door christelijke leer. China geen belangstelling voor Europa. Europa wel voor China: Chinoiserie: modieuze belangstelling vor China en de chinese cultuur in Europa. Confucianistisch succes: - Mongolen die China hadden veroverd konden niets anders dan verchinezen (Sinificatie) - De komst van Europeaanse handelaars en de Jezuïeten ging haast onopgemerkt voorbij - Muur: ging invloeden vanuit het noorden tegen - Met bedreiging vanuit zee hebben ze nooit rekening mee gehouden. Einde van het keizerrijk: moderne tijden breken aan - Bedreiging van het bestuur van binnenuit: bevolkingsgroei: beperkte oppervlakte aan te bebouwen lang: bestaansminimum: opstanden. - Industriële revolutie: eco en militaire kracht van Engeland nam toe: wilden af van tribuutverhouding, en over op vrije handel en internationale betrekkingen op basis van gelijkwaardigheid. China alleen belangstelling voor opium. EIC East India Company smokkelde het binnen. Opbrengst: Thee. Zilver stroomde China uit: negatieve handelsbalans => druk op boeren, belastingen in zilveren munten. - Ambtenaren en klerken werden vers

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.