Doe mee met Markteffect's studiekeuze-onderzoek
Maakt niet uit of je je studie al gekozen hebt. Win één van de 200 (!) cadeaubonnen van €25

Meedoen

samenvatting geschiedenis bronwijzer H6

Beoordeling 5
Foto van Nellianne
  • Samenvatting door Nellianne
  • 2e klas havo/vwo | 973 woorden
  • 27 juni 2022
  • 1 keer beoordeeld
Cijfer 5
1 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Check check, dubbelcheck!

Heb jij tweestapsverificatie al ingesteld op je accounts? Tweestapsverificatie is jouw tweede slot op de deur šŸ”. Met tweestapsverificatie heb je 99,9 procent minder kans dat je account gehackt wordt. Check hoe jij je accounts beter kunt beveiligen!

Meer informatie

Geschiedenis Hoofdstuk 6 :

Par1.

Deelvraag: Welke veranderingen vonden er plaats in Nederland tijdens de regering van de koning Willem I? Beperkte vrijheid van godsdienst en drukpers,

(verenigde) Koninkrijk der Nederlanden = Samenvoeging van de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden tussen 1815 en 1839 onder leiding van de koning Willem I

Conservatieven = aanhangers van een politieke stroming die dingen graag bij het ouden willen laten en zich keren tegen een te grote volksinvloednop het bestuur

Nederland Hervormde kerk = vanaf 1816 de naam van de vroegere ‘Gereformeerde Kerk’

Afscheiding = groep christenen die in 1834 buiten de Nederlandse Hervormde Kerk terecht kwam

1795 = Stadthouder Willem V vluchtte vanuit Scheveningen naar Engeland

1815 = Koninkrijk der Nederlanden

1816 = Willem I stelde het algemeen regelement op voor de Nederlandse Hervormde kerk

1830 = revolutie in Frankrijk

1832 = België werd een onafhankelijke staat

1834 = afscheiding en provinciale kerkbestuur schorste DS. De Cock

1839 = België als zelfstandige staat erkend door Willem I. Een Duitse bedrijf legde de eerste spoorlijn aan, van Amsterdam naar Regelement

1930 = Er kwam een Belgische opstand door onvrede

Koning

Ministers Benoemt

2e kamer 1e kamer

Kiest

Provinciale staten Kiest

Kiest

Kiezers

Koning Willem I was op politieke ouderwets/conservatief. Hij vond dat hij een wijze landvader was en die moest goed voor zijn kinderen zorgen, en wilde geen tegenspraak

Willem I werd ook de ‘de koning-koopman’ genoemd omdat hij maakte koloniën voor winst.

Willem I liet wegen en kanalen aanleggen daardoor kreeg hij de bijnaam ‘kanalen-koning’ voorbeeld van kanalen is Het Noordhollandsch Kanaal, van Amsterdam naar Den Helder

Par 2:

Deelvraag: Wat waren de gevolgen van de nieuwe grondwet van 1848?

Constitutie = Grondwet

Bijzondere scholen = Scholen die onderwijs geven vanuit een bepaald geloof of bepaalde levensovertuiging, bijvoorbeeld Protestant of Rooms-Katholiek

Constitutionele parlementaire monarchie = koninkrijk met een grondwet waar het parlement de grootste macht heeft

Censuskiesrecht = Je mag pas stemmen als je een bepaalde hoeveelheid belasting betaalt

Antirevolutionairen = Aanhangers van de 1e politieke partij die onder leiding van Abraham Kuyper opgericht werd in 1879 en zich verzette tegen ideeën van de Franse Revolutie

Confessionelen = Politieke stroming bestaande uit antirevolutionairen en rooms-katholieken, die in de 19e eeuw ontstond / gebaseerd op geloof

Algemeen kiesrecht = iedere volwassen burger heeft stemrecht

Liberalen = rijke burgers

Socialisten = arbeiders en armen

Antirevolutionairen = onderkant middenklassen

1848 = Liberale grondwet van Thorbecke ingevoerd. Een ware revolutiegolf door Europa. Slechts 7% van de volwassen mannen mochten stemmen

1887 = Grondwet werd veranderd. Eerste socialist in de kamer

1894 = Vereniging voor vrouwenkiesrecht opgericht, zij wouden dat vrouwen ook kiesrecht hadden alleen de socialisten vonden dit goed.

1900 = Helft mannen stemmen

1917 = Algemeen mannenkiesrecht

1919 = Kiesrecht voor iedereen. Vrouwen niet alleen las kamerlid gekozen konden worden(passief kiesrecht), maar ook zelf mochten stemmen(actief kiesrecht)

Par 3:

Deelvraag: Op welke manier ontwikkelde Nederland zich tot een eenheidsstaat?

Eenheidsstaat = Een land met een grondwet en centrale regering. Vanaf de Bataafse Republiek (1795) was Nederland een eenheidsstaat. Er was een gelijke rechtspraak voor het hele land

Volk = Een groep mensen met een gemeenschappelijke taal, cultuur en geschiedenis

Nationalisme = Gevoel van eenheid tussen mensen die Samen een staat vormen of een staat willen vormen

1795 = Patriotten riepen de Bataafse Republiek uit en Nederland kreeg een grondwet en het land werd een eenheidsstaat.

1815 = Na de samenvoeging van de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden bleef de eenheidsstaat in stand

1816 = invoering van de Muntwet. Alleen noch maar guldens en centen

1817 = Koning Willem I alle maten en gewichten voor het hele land gelijkgemaakt.

1839 = België als zelfstandige staat erkend door Willem I. Amsterdamse tijd, alle treinstationsklokken liepen gelijk.

1850 = 60% leefde op het plattenland.

1852 = Weefmachine werd in Enschede aangedreven door stoomkracht

Voor 1800 waren de maten en gewichten in alle gewichten verschillend en ook daar binnen waren er verschillende

1892 = Nederland sprak in Europees verband af dat het net als Engeland tot de West-Europese tijdzone zou behoren(normaaltijd). Mensen op het platteland gebruikte de ‘Ware tijd’ opstaan als de zon opging, naar bed als de zon ondergaat.

1899 = De eerste mijnwerkers daalden af om kolen te winnen.

1940 = Duitsers verplichtten dat alle Nederlandse klokken gelijkliepen.

Par 4:

Deelvraag: Hoe beleefden de Nederlanders de veranderingen in de negentiende eeuw?

Schoolstrijd = Strijd van de Confessionelen om bijzondere scholen te mogen oprichten (eerste fase), die door de overheid gefinancierd worden (tweede fase)

Vrijheid van onderwijs = Het recht om bijzondere scholen op te richten, in 1848 in de grondwet vastgelegd

1806 = De onderwijswet van toen zouden kinderen opgeleid worden tot deugdzame burgers en verlichte denkers

1848 = Vrijheid van onderwijs

1863 = Tweede kamer nam een wet aan over de oprichting van de Rijks Hogere Burgerscholen

1878 = de antirevolutionaren en rooms-katholieken in het parlement samenwerken om samen de schoolstrijd te winnen.

1900 = het beschavingsideaal kwam op

1917 = Einde schoolstrijd. Openbaar en bijzonder onderwijs werden financieel gelijkgesteeld

Isaac da Costa = was een Messiasbelijdende jood, en verzette zich tegen het verlichtingsdenken en het beschavingsideaal. Hij schreef toen ‘Bezwaren tegen de geest der eeuw’(1823).

Neutraal onderwijswet

o Alleen openbare scholen voor alle kinderen gelovig of niet

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Online oplichting

Tips en trucs om geen slachtoffer te worden van online oplichting

o Alleen openbare scholen voor alle kinderen gelovig of niet

o Onderwijs opvoeden tot ‘alle Maatschappelijke en Christelijke deugden’

o Onderwijs zo neutraal mogelijk, alle kerkgenootschappen moesten zich thuis voelen

Jezus was een Vriend van de deugdzamen en niet een Verlosser van de zonden

Par 5:

Deelvraag: Hoe oordeelde Groen van Prinsterer als christen over de veranderingen in zijn tijd?

Guillaume Groen van Prinsterer leefde in 1801 tot 1876. Hij werd thuis Willem genoemd. Volgens hem openbaarde God Zich in de Bijbel en Thorbecke geloofde dat God ook Zich buiten de Bijbel om aan mensen kon openbaren. Hij werd actief in een kring van Christelijke Vrienden’ later het Reveil. Hij gaf het blad Nederlandsche gedachten uit.

1823 = Groen/Willem promoveerde als doctor in de rechten en doctor in de filosofie

1830 = opstand Belgen

1831 = Kwam tot persoonlijk geloof.

Het Reveil verzette zich tegen rationele verlichtingsdenken, innerlijk veranderingen door geloof stonden centraal.

1834 = De leervrijheid in de Nederlandse Hervormde Kerk betekende bijvoorbeeld dat de afscheidenen vervolgd zouden worden van af nu.

1847 = Groen schreef ‘Ongeloof en Revolutie’, waarin hij schreef de wortel van de revolutie ongeloof was

1848 = Revolutie jaar. Groen schreef ‘Vrijheid, gelijkheid en broederschap’, zonder God konden mensen geen betere wereld bouwen.

1850-1865= Groen van Prinsterer zat toen vaak in de Tweede Kamer

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.