Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Bronwijzer hoofdstuk 1

Beoordeling 8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 1849 woorden
  • 14 januari 2018
  • 34 keer beoordeeld
Cijfer 8
34 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

1.1 Een strijd voor geloof en  zelfstandigheid

 

Waarom staat de Nederlanden in het meervoud?  De Nederlanden bestond uit zeventien zelfstandige ministaatjes. Dat heette een gewest. Ze waren ongeveer net zo groot als onze tegenwoordige provincies. Het waren er zeventien omdat België ook bij Nederland hoorde.

3 belangrijke gewesten:

  1. Vlaanderen
  2. Brabant
  3. Holland.

De zeventien gewesten hadden dezelfde vorst. Sinds 1515 was dit Karel V, afkomstig uit de familie van de Habsburgers. Hij bepaalde als heer der Nederlanden oom de buitenlandse politiek. En hij bepaalde wanneer er oorlog gevoerd moest worden. De gewesten hadden zelf hun eigen bestuur en de heer had daar niet zoveel in te zeggen. Ze regelden ook zelf hun rechtspraak en hadden het recht om inwoners belasting te laten betalen. Deze rechten worden privileges genoemd. Wanneer de heer met alle staten tegelijk wou overleggen liet hij de Staten-Generaal in Brussel bij elkaar wonen. Alle 17 gewesten stuurden dan hun afgevaardigden naar Brussel, naar het paleis van Karel V. Als de heer niet in Nederland was stelde hij een plaatsvervanger aan die landvoogd of landvoogdes werd genoemd.

Karel V vond het lastig om met alle gewesten afzonderlijk te moeten overleggen en rekening te moeten houden met alle verschillende gewestlijke wetten. Daarom wilde hij de macht verkleinen van de gewesten en de positie van de regering versterken. De politiek van Karel V noem je centralisatie politiek. Hij wilde de Nederlanden meer vanuit een centraal punt besturen. Hier waren de gewestelijke staten het niet mee eens want deze wouden juist dat hun eigen belangen van hun eigen gewest centraal zouden staan. Dit noem je particularisme.

Dit was niet het enige wat tot weerstand leidde. Karel V had aangekondigd zogenaamde bloedplakkaten om de reformatie te stoppen. In deze bloedplakkaten werden de aanhangers met de dood bedreigd en hun bezittingen verbeurd verklaard. Veel protestanten werden verbrand, gemarteld, opgehangen, verdronken of levend begraven. Een belangrijk hulpmiddel was de Inquisitie die karel v oprichtte, een geloofsrechtbank die actief op zoek ging naar aanghangers van de reformatie.

Na Karel V kwam Filips II. Anders dan zijn vader die meestal in Brussel was, verhuisde hij naar Madrid. Als landvoogdes stelde hij zijn halfzus Margretha van Parma aan. Wat betreft centralisatiepolitiek en kettervervolgingen ging Filips verder waar zijn vader gebleven was. Hij kwam in conflict met de edele Willem van Oranje. Hij was in Duitsland geboren en luthers opgevoed. Toen hij grote landgoederen erfde in de Nederlanden hij een van de machtigste edelen werd, wilde Karel V dat hij rooms-katholiek opgevoed zou worden. Dat gebeurde maar WvO werd nooir zo katholiek als Karel V zelf. Filips benoemde WvO tot stadhouder van de gewesten Holland, Zeeland en Utrecht. Stadhouder hield in dat hij aanvoerder van het leger was in die gewesten. Hij werd met deze benoeming de machtigste edelen van de Nederlanden. De relatie tussen Filips en hem verliep stroef omdat WvO kritiek had op Filips beleid en met name de kettervervolging.

 

 

 

 

1.2 De opstand begint

Op 5 april 1566 bieden de edelen het zogenaamde ‘Smeekschrift der edelen’ aan aan Margretha van Parma, de landvoogdes van de Nederlanden. Ze vroegen om twee dingen: beëindeging van de kettervervolgingen en om eerbiedeging van de privileges van de gewesten. Maar ze moest wachten op bevesteging van haar broer Filips die zich op dat moment in Madrid bevond. Ze beloofde wel een tijdelijke matiging van kettervervolgingen. De protestanten vatten dit op alsof ze hen toeliet om in het openbaar kerkdiensten te houden. De protestantste vluchtenlingen keerden terug naar de Nederlanden. Ze hielden overal in het land hagenpreken. Deze duurden soms wel vier uur en gingen niet alleen over de calvinistiche manier van lven maar vaak ook over de dingen die fout gingen in de rooms-katholieke kerk. De beeldenstorm begon op 10 augustus. Vaak waren deze ‘spontaan’ maat niet altijd want de rooms katholieke kerk werd door de stadsbesturen soms al zelf gezuiverd door de beelden en de andere rooms-katholieke uitingen. Soms kregen calvinisten kerken aangeboden om andere vernielingen te voorkomen. Toen Filips hoorde van de beeldenstorm was hij woedend en verving Margretha van Parma voor Alva. Hij kreeg 3 opdrachten:

  1. Straf de beeldenstormers, hij richtte de raad van beroerten op en al snel werden er ong. 1000 mensen ter dood gebracht. Alva liet alle gevluchtte protetanten, hun bezitting verveurd verklaren. Willem van Oranje was gevlucht naar zijn ouderlijk kasteel de Dillenburg. Als actie van wraak gijzelde alva de zoon van willem van oranje naar spanje en hij zag zijn zoon nooit meer terug.
  2. Hij moest zorgen dat de nederlanders weer zouden gehoorzamen. Om zijn macht te showen liet hij de graven Egmond en Hoorne in Brussel onthoofden. Ze waren rooms-katholiek maar Filips vond dat ze te weinig deden tegen de beeldenstormers.
  3. Filips vroeg vaak om geld en hij wilde daarvanaf door ze belasting te laten betalen. Alva kwam met 3 verschillende belastingen waaronder de tiende penning. Die hield in dat je van het verkochte handelswaar 10 procent moest betalen aan de belasting.

 

Op de Dillenburg verzon Willem van Oranje een plan om Alva te verdrijven. Er was zoveel onvrede dat hij hoopte dat hij met een algemene opstand als hij met een leger binnen viel alva te kunnen verslaan. Uiteindelijk vielen Willem van Oranje en zijn broer Lodewijk met 2 huurlegers de Nederlanden vinnen. Maar die opstand kwam er helaas niet. Willem van Oranje raakte in geldnood waardoor de huursoldaten wegliepen. Lodewijk behaalde bij Heigerlee wel een overwinning. Maar Willem van Oranje’s jongste broer Adolf van Nassau stierf. Enkele dagen later verloor Lodewijk en ontsnapte tenauwernood

 

 

1.3 De opstand zet door

Tijdens de Vrije Statenvergadering te Dordrecht werd er besloten dat Willem van Oranje, die was ontslagen als stadhouder door Filips, weer aan te nemen. Dit deden ze omdat ze het goed vonden dat ze strijd tegen Alva voerden. Er werd tijdens die vergadering ook besloten dat er jaarlijks 600.000 gulden aan het leger werd gegeven om de strijd tegen Alva door te zetten.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Tijdens de Vrije Statenvergadering te Dordrecht werd er besloten dat Willem van Oranje, die was ontslagen als stadhouder door Filips, weer aan te nemen. Dit deden ze omdat ze het goed vonden dat ze strijd tegen Alva voerden. Er werd tijdens die vergadering ook besloten dat er jaarlijks 600.000 gulden aan het leger werd gegeven om de strijd tegen Alva door te zetten.

Omdat de politiek van Alva niet werkte zoals het zou moeten, verving Filips hem voor Don Louis Requesens. Toen hij plotseling stierf, lieg hij zijn soldaten zonder leiding achter. De Spaanse soldaten sloegen op hol en gingen plunderen en moorden. Nu wilde de gewesten die eerst nog bij Spanje wilde horen, dat ook niet meer. Dit leek voor Willem van Oranje de ideale gelegenheid om zijn plan toch nog uit te voeren: de katholieke en de protestantste gewesten aan een schouder tegen de Spaanse overheersing. In November 1576 sloten de noordelijke en de zuidelijke gewesten samen af de Spaanse soldaten te verdrijven maar Filips wel als wettige vorst te blijven erkennen. Dit heette de Pacificatie van Gent. Dit hield niet lang stand, al snel ontstond er onvrede tussen de noordelijke en de zuidelijke gewesten. Het gevolg daarvan was dat beide groepen afzonderlijk een bondgenootschap sloten. De zuidelijke gewesten sloten de Unie van Atrecht waarin ze afspraken om het katholieke geloof trouw te blijven en een snelle vrede met Spanje. De noordelijke gewesten sloten de Unie van Utrecht wat grotendeels een herhaling was van de Pacificatie van Gent, alleen nu zonder de zuidelijke gewesten. Ze spraken af geen geloofsvervolging toe te staan.  Na de Unie van Utrecht kwam het er voor de opstandige gewesten slecht uit te zien. Filips zond een nieuwe landvoogd, de hertog van Parma, die briljant militair was en al grote delen van de Nederlanden heroverde. Filips deed er alles aan om Willem van Oranje uit te schakelen. Hij beloofde de moordenaar een enorm geld bedrag en bovendien verheffing van de adelstand. Twee moordaanslagen mislukten. In de tussentijd tekende de noordelijke gewesten in 1581 de Acte van Verlatinghe waarin ze zwoeren om Filips niet meer aan te nemen als hun wettige vorst. Filips verloor daarmee de hoogste macht over de Republiek. De Staten-Generaal ging opzoek naar een opvolger voor Filips. Dat bleek geen succes te zijn, ze hebben er geen gevonden. Echter gingen de militaire successen van Parma gewoon door. De prins moest zijn hoofdkwartier van Antwerpen naar Delft verplaatsen. Daar schoot Baltesar Gerards hem in 1584 dood. Willems laatste woorden luiden waarschijnlijk: ‘ Mijn God, hem medelijden met mij en dit arme volk’. De opstand leek hopeloos. Toch besloten de Staten-Generaal in 1588 om zonder vorst verder te gaan. Ons land heette toen: ‘Republiek der zeven verenigde Nederlanden. 

 

1.4 De opstand heeft succes

 

Prins Maurits wed in 1585 op 18-jarige leeftijd benoemd tot stadhouder. Zijn neef Willem Lodewijk van Nassau kreeg dezelfde functie in het gewest Friesland. Ze verdiepten zich samen in militaire geschiedenis, dat was belangrijk want rond die tijd stond de Opstand er niet goed voor. Parma had met de herovering van de belangrijke havenstad Antwerpen een enorme tegenslag bezorgd. Het Staatse leger werd onder leiding van Maurits steeds belangrijker. Maurits liet zijn soldaten veel trainen en hij zorgde voor goede discipline. De bevolking werd positiever over het Staatse leger. Maurits was erg populair onder de soldaten. Ze wisten dat hij echt om hen gaf en hen niet de dood injoeg. Hij had zoveel geld voor het leger omdat hij goed bevriend was met raadspensionaris Johan van Oldebarnevelt. Hij was de meest invloedrijke man en eigenlijk zorgde hij ervoor dat er meer geld naar het leger ging. Filips was getrouwd met een Engelse prinses en had het idee om het protestantisme in een keer uit te roeien door een gigantische oorlogsvloot te laten bouwen genaamd Armada. Armada leek onoverwinnelijk en velen dachten dat het gedaan zou zijn met het protestantisme in West-Europa. Door hevige stormen en zware zeegevechten ging bijna de hele Armada verloren. Spanje kreeg hierdoor een zware financiele en militaire klap. Maurits veroverde ondertussen belangrijke steden zoals Breda en Bergen op Zoom. In drie maanden veroverde Maurits maar liefst acht vestingplaatsen langs de oostgrens van de Republiek. Na tien jaren van successen ging het vanaf 1600 minder goed met de Republiek. Landvoogd Spinola, de opvolger van Parma, werd een steeds geduchter tegenpartij voor Maurits. Hij heroverde belangrijke steden. De staten van Holland werden op hun beurt steeds terughoudener met het geven van geld aan het Staatse leger. Onder leiding van van Oldebarnevelt stuurden ze aan op een vredesbespreking met Spanje. Maurits was hier op tegen maar omdat ook Spanje de oorlog financieel niet meer vol konden houden werden er toch besprekingen gehouden. De voorwaarden voor vrede lagen echter nog te ver uit elkaar dus ze besloten om een wapenstilstand te houden van 12 jaar, het Twaalfjarig bestand.

In 1625 volgde Fredrik Hendrik zijn halfbroer Maurits op nadat hij overleed. Frederik Hendrik bleek net zo generaal en bedreven te zijn in de belegering van steden. Een van zijn grootste veroveringen was Den Bosch. Doordat her om de stad vele moerassen waren was een aanval bijna onmogelijk. FH liet twee riviertjes afdammen en grote delen rond den Bosch droogmalen. Daardoor konden zijn soldaten belegeringswerken opbouwen en loopgraven aanleggen. Na een beleg van vijf maanden gaf de stad zich over. Vanuit den Bosch deed FH nieuwe veroveringen richting het zuiden zoals een tocht langs de Maas waarbij hij Maastricht veroverde. Later veroverde hij ook nieuw grond gebied in Zeeuws-Vlaanderen. De opstand eindigde bij de Vrede van Münster.

 

 

 

 

REACTIES

S.

S.

Thanks voor je samenvatting! Handig bij het leren 😉

3 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.