Amerikaanse revolutie

De Amerikaanse Revolutie

1.Tevredenheid in de Britse kolonies.

De kolonisten waren zeer tevreden op militair vlak doordat de Britten hun verdedigde tegen de Franse dreiging. De economische beperkingen werden omzeild. De kolonisten hadden hun eigen parlement en eigen belastingen. Ze waren dus zeer tevreden op vlak van economie, militair en politiek vlak.

Na de zevenjarige oorlog (1756-1763).

De kolonisten vonden de engelse aanwezigheid niet langer nodig want de Franse dreiging is immers weg. Engeland wou de zware oorlogkosten bovendien via belastingen verhalen op de kolonisten. Volgens de kolonisten waren de belastingen onwettig omdat ze geen vertegenwoordigers in het Britste Parlement hadden. Er was dus een ontevredenheid op vlak van Politiek, economie en militair.

2.Ongenoegen in de Britse kolonies.

In 1776 riepen de kolonisten de onafhankelijkheid uit. Ze wilden een einde maken aan de bemoeienissen en hadden milde eisen.

De reactie van de overheid was echter niet positief er was onbegrip en er kwamen nieuwe belastingen en harde represailles (=terugslaan).

De uitendelijke eisen waren onafhankelijkheid en geradicaliseerde eisen.

Pas in 1789 werden de VS een democratie met 4 belangrijke kenmerken.

3.Onafhankelijkheid van de Britse Kolonies.

De Vs werden een representatieve democratie : de macht van het volk werd uitgeoefend door volksvertegenwoordigers. De Vs werd een rechtstaat : de staatsmachten werden gescheiden, er was controle en evenwicht op vlak van macht en een grondwet. De Vs werd een presidentiële republiek: de president kreeg geleidelijk meer macht. De eerste president George Washington. De VS werd ook een Federale staat : één staat met dertien deelstaten die elke hun autonomie behielden.