Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

2. De tijd van Grieken en Romeinen

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 2003 woorden
  • 23 april 2009
  • 376 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
376 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
Het politieke stelsel van Athene, de democratie, was volstrekt origineel.

De Atheense democratie
Hellas, de Griekse leefwereld was niet één centaal geregeerd rijk. Maar was verdeelt in allerlei kleine stadstaten (poleis).
Een stadstaat is een die meestal bestond uit een stad met het omringende land. Een landbouwstedelijke samenleving is een samenleving waarin de meerderheid op het platteland werkt en de minderheid woont in steden of handelscentra. Alle stadstaten hadden een eigen leger, eigen munten en een onafhankelijk bestuur. Er waren verschillende regeringsvormen:
• Monarchie: Alleenheerschappij, zoals een staat met een koning of keizer.

• Tirannie: Regering door een tiran. Bij de Grieken was dat iemand die zich op onwettige wijze van de regering meester had gemaakt. Veel Tirannen waren aanvankelijk populair en voerden belangrijke hervormingen door. Later kreeg het begrip de betekenis van een heerschappij die zich kenmerkt door geweld, willekeur en wreedheid.
Aristocratie: Regering van de besten. Meestal kwam dit neer op een regering door rijke en aanzienlijke families. Aristocratie wordt ook wel gelijkgesteld aan adel.
Oligarchie: Regering door weinigen. Een regering van personen die behoren tot bevoorrechte klassen of standen.
Democratie: Regering door het volk. Athene staat bekend als de eerste democratie. (507 v.C. gesticht).

In 507 v.C. veroverde Kleistenes met steun van het Atheense volk de Acropolis, en voerde de democratie in. Hij gaf de al bestaande volksvergadering (ekklesia) de hoogste macht. Alle vrije Atheense mannen kregen stemrecht. De ekklesia besliste over wetten, koos de militaire commandant en andere leiders en controleerde de ambtenaren en bestuurders.
Om een besluit te nemen, moesten 6000 mannen aanwezig zij. Om de kunst van de welsprekendheid te leren, gingen veel burgers in de leer bij een sofist. Een sofist is een rondtrekkende filosoof die zich liet betalen voor zijn lessen ‘in wijsheid’ zij speelden een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de democratie.


Politieke discussies
De grote filosofen zagen weinig goeds in de democratie. Zij voelden meer voor een aristocratie of oligarchie. Die door traditie of persoonlijke kwaliteiten hadden kunnen bewijzen dat ze de staat konden leiden. Socrates en Plato hadden meer respect voor de geordende, stabiele staat: Sparta. Ondanks de kritiek op het democratische systeem werd Athene in de 5e eeuw v.C. het culturele centrum van Hellas.

Wetenschappelijk denken
In de 6e eeuw v.C. gingen mensen in Lonië (West-Turkije) zich verdiepen in wat nu wetenschap: biologie, astronomie, natuurkunde, wiskunde en politicologie worden genoemd. Archimedes en Phytagoras stelden belangrijkste natuurkundige wetten en wiskundige stellingen op. Hippokrates egde de basis voor de medische wetenschap.

2.2 Het Romeinse imperium
Dat de aanval de beste verdediging is, was een basisgedachte van de Romeinen. Door buurvolkeren te onderwerpen, probeerden ze agressie te voorkomen. Het was een van de hoofdoorzaken van hun ongehoorde expansie.

Van republiek naar keizerrijk
Rome werd volgens de overlevering gesticht in 754 v.C. vanuit hun stadstaat veroverden de Romeinen vanaf de 5e eeuw v.C. Italië. In de 3e eeuw v.C. begon de veroveringen buiten Italië. Ze veroverden Spanje en Portugal. In 146 v.C. veegden ze het machtige Carthago van de aardbodem. In diezelfde tijd veroverden ze Macedonië en Griekenland. Daarna ging het hard in de 1e eeuw v.C. In het oosten werden de Balkan (Turkije, Syrië, Judea, Israël/Palestina) en een deel van Arabië veroverd. In het zuiden Egypte en Noord-Afrika, in het Noorden Gallië (Frankrijk en België) en het alpengebied tot ver in Beieren. Vanaf 43 n.C. Brittannië.

Rome was eeuwenlang een republiek, waarin vooral de aristocratische senaat de dienst uitmaakte. De succesvolste krijgsheer was Julius Caesar, die in 58-52 v.C. Gallië veroverde. In 48 v.C. greep hij de alleenheerschappij. In 27 v.C. stichtte zijn opvolger augustus het keizerrijk. De militaire inspanningen waren na August vooral gericht op de verdediging van de duizenden kilometers lange grenzen (Rijn en Donau in EU) Binnen het imperium.

Imperium is een groot rijk dat onder bevel staat, onder een heerschappij.
In het imperium Romanum heerste Pax romana: welvaart, rust en vrede.

Alles op zijn Grieks
De Romeinen blonken uit in hardheid, taaiheid en discipline. Ook waren ze uitstekende organisatoren. Het rijk werd geregeerd vanuit Rome. In de provincies regeerden gouverneurs die de belastingen hieven waarmee het reusachtige leger en infrastructuur werd betaald.
De Romeinen haalden vanaf de 2e eeuw v.C. Griekse schrijvers, artsen, beeldhouwers en bouwmeesters naar Rome en bootsten in alles de Grieken na (meubilair, komedies, tempels, beelden en goden).

Romanisering
De Grieks-Romeinse cultuur verspreidde zich door het hele rijk. Over al waar de Romeinen kwamen, bouwden ze aquaducten, amfitheaters, bruggen en triomfbogen. Op kruispunten van wegen stichtten ze steden met een marktplein (forum), tempels in Griekse stijl en straten in ‘schaakbordpatroon’. Castra, zijn legerplaatsen voor legioensoldaten.

Onderworpen volken mochten hun cultuur en godsdienst handhaven. Vooral het Romeinse leger, waarin mannen uit het hele rijk dienden, bevorderde de romanisering. Als mannen die in het leger zaten terugkeerden naar huis, brachten ze het Latijn en de Romeinse gewoonten en gebruiken.
Romanisering is de beïnvloeding van de volkeren door de Grieks-Romeinse cultuur.







2.3 De Grieks-Romeinse cultuur
Na de Romeinse verovering van Griekenland verdwenen scheepsladingen vol Griekse beelden naar Rome. Iedere rijke Romein wilde zijn villa ermee decoreren. ‘’Het overwonnen Griekenland nam bezit van haar veroveraar’’.

Goden van steen

De Griekse architectuur en beeldhouwkunst waren in het begin sterk beïnvloed door de Egyptische kunst. Griekse beeldhouwers ontdekten hoe je beelden beweeglijker en levendiger kon maken.
Perfectie zagen de Grieken als teken van goddelijkheid. Klassiek is wat tot de Griekse of Romeinse oudheid behoort, het word ook vaak bedoelt voor wat dat uitstekend is en steeds weer als voorbeeld dient.
Vanaf de 7e eeuw v.C. werden tempels gebouw in de Dorische stijl: Strakke lijnen en de zuilen waren robuust en sober. Later kwam de Ionische stijl: Lange pilaar met een voetstuk en een kapiteel met een ronding. Corintische stijl: Hoge pilaren mooi versierd met een voetstuk.

Een tempel voor Athena
In 447 v.C. ging in Athene een prestigieus bouwproject van start, voor de wederopbouw van de tempels en de gebouwen in de stad die dertig jaar geleden door de Perzen waren verwoest. Ze wilden nu een grootsere en mooiere stad bouwen dan de wereld ooit had gezien.

De beeldhouwer Phidias en de bouwmeester Kallikrates en Ictinos kregen opdracht voor de bouw van en tempel voor de godin Athena Parthenos (maagd) op de Akropolis. In 432 v.C. was het Parthenon af. In de tien meter hoge Dorische zuilen werden knappe optische trucs verwerkt. Op de zuilen werd een dwarsbalk geplaatst waar de dakconstructie op rustte, de architraaf. Boven de architraaf kwam een fries, een horizontale band met schilder- en beeldhouwwerk, waarop mythische oorlogen waren afgebeeld.

Handige zakenlieden
In de 1e eeuw v.C. zijn handige zakenlieden op het idee gekomen in Rome ateliers in te richten waar getalenteerde beeldhouwers Griekse ‘originelen’ konden produceren. Dankzij deze kopieën weten we hoe de Griekse beelden eruit zagen, Griekse beeldhouwers streefden een ideaal na, terwijl de Romeinen juist heel realistische portretten uit steen houwen, zo weten we ook hoe de keizers Augustus en Nero eruit zagen.

2.4 Romeinen en Germanen

Germanen hebben ‘woeste blauwe ogen, roodblond haar en een groot postuur’, ‘hitte en dorst kunnen zij absoluut niet verdragen, maar aan honger en kou zijn zij door klimaat en bodemgesteldheid goed gewend.

De grens
De Germaanse stammen kregen in de 1e eeuw v.C. voor het eerst te maken met de Romeinen. Caesar veroverde tussen 58 en 52 v.C. heel Gallië en een deel van Germanië. Keizer Augustus wilde het rijk uitbreiden tot aan de Elbe. Maar in 9 n.C. verloor hij van de Germaanse stammen die een Romeinse legermacht in Teutoburgerwoud hebben vermoord. De Rijn bleef bijna 400 jaar de grens.

Onbeschaafde woestelingen
De Germanen leefden in stamverband en deden aan landbouw. In het grensgebied dreven ze handel met de Romeinen, aan wie ze o.a. huiden leverden. De Romeinen noemden hen barbaren, zoals alle volken waarvan ze de taal niet verstonden of de cultuur niet begrepen. Het woord kwam van de Grieken. Het betekende ‘buitenlanders’ met als bijbetekenis ‘onbeschaafde woestelingen. De Romeinen keken enigszins op de Germanen neer. Toen de grens bij de Rijn in verval raakte, zijn Germaanse krijgsheren met heel veel mannen het Romeinse rijk binnengetrokken, zij stichten koninkrijken en namen de Romeinse culturen over
2.5 Jodendom en Christendom
Het Joodse volk weigerde de Romeinse keizer als een god te vereren. In hun godsdienst was plaats voor één god: Jahweh.

Abraham en Mozes
Monotheïstisch godsdiensten zijn geloven met één god (Jodendom, Christendom en Islam). Abraham zag volgens die geschiedenis als eerste in dat er maar één God was die hemel en aarde had geschapen. Abraham zou een nomade zijn geweest die op aanwijzing van God terechtkwam in Kanaän (Israël/Palestina). Abrahams nakomelingen trokken, mogelijk vanwege hongersnood, naar Egypte. Ze woonden en werkten daar tot de Farao hen tot slavernij dwong. Onder leiding van de profeet Mozes gingen ze in de 13e eeuw v.C. terug naar ‘het beloofde land’ Kanaän. Op de berg Sinaï ontving Mozes de tien gebeden die later ook voor de Christenen gingen gelden.
Rond 1000 v.C. verenigden de joodse stammen zich in het koninkrijk Israël, onder de koningen Saul, David en Salomo. Maar het koninkrijk viel in 926 v.C. uiteen, een deel ging Juda heten. De inwoners werden Judeërs (joden) genoemd. In de Tenach staat: ‘maar ooit, zou de Messias komen die hen zou verlossen van vreemde overheersers’.


Jezus
De bijbel is het heilige boek van de Christenen die bestond uit het oude testament (de Tenach) en de nieuwe testament ( evangeliën).
Tussen 26 en 30 n.C. trok volgens de Bijbel in Judea en het noordelijker gelegen Galilea een man (Jezus van Nazareth) rond die naastenliefde predikte en het opnam voor armen en zieken. In 30 n.C. arresteerden de Romeinen hem. Zij kruisigden hem en hij werd begraven in een grot. Maar hij stond na drie dagen weer op.
In het begin van de 2e eeuw n.C. werden de volgelingen van Christus voor het eerst Christenen genoemd. Geleidelijk ontstond een onoverbrugbare kloof tussen Jodendom en Christendom.

Staatsgodsdienst
De christenen werden in het Romeinse rijk vervolgd omdat ze de keizer niet vereerden. In 312 gaf keizer Constantijn de Christenen godsdienstvrijheid. Hij bekeerde zich tot Christendom en keizer Theodosius I verhief het in 394 zelfs tot een staatgodsdienst en verbood de andere godsdiensten.
Constantijn organiseerde concilies (kerkelijke bijeenkomsten) waarbij de bisschoppen een geloofsbelijdenis en een orthodoxe geloofsleer vast moesten leggen.

AANTEKENINGEN HOOFDSTUK 2

• Tijd van de Grieken en Romeinen +/- 500 v.C.
• Polis: Een staat met omliggende platteland.
• Acropolis: versterkte heuvel, vaak in het midden van de polis.
• Monarchie: regering door een koning
• GGB: Grootse Grootgrondbezitter
• Aristocratie: Regering door de adel/Grootgrondbezitters ‘besten’.
• Tirannie: Regering door 1 persoon, (goed of slecht?) (dictatuur)

• Democratie: (Kleistenes) Volksvertegenwoordiging.

wetten
oorlog/vrede
- Voordelen: Bestuurders worden door lotingen gekozen.
- Nadelen: het volk heeft te weinig ervaring.


- Democratie: + Iedereen beslist mee.
-Niet iedereen heeft verstand van besturen
-Trage besluitvorming

- Aristocratie: +Geschikte mensen besturen
+Mogelijkheid tot snelle besluitvorming
-Verdeeldheid/ruzie

- Autocratie: +Geheimhouding
+Goede besluiten
-slechte besluitvorming
-koning hoeft geen rekening te houden met traditie

• Thermopijlar: strijd met de Perzen.
• Parthenon: Klassieke Dorische tempel, polis Athene was een toonaangevend voorbeeld van de geschiedenis.
• Pantheon: Indrukwekkend vanwege de enorme koepel, (ruim 40 m), ronde bogen waren een Romeinse specialist.
• Colosseum: Amfi Theater o.a. voor gladiatoren gevechten

• Ontstaan van Rome: +/- 754 v.C. volgens de Myther heeft Romulus op die plek een stad gesticht (754 v.C.) in werkelijkheid is Rome ontstaan in een kruising in handelswegen waarbij de heuvels bescherming gaven.

• Hannibal/Romeinse rijk: 2e Punische oorlog (Carthago-Rome) slag bij Cannae (216 v.C.) een directe bedreiging voor Rome. Hannibal twijfelt en valt Rome niet aan. Rome krijgt de kans zich te herstellen, tenslotte verliest Hannibal.

• Gevolgen veroveringen:
1) Politiek: imperium/provincies/gouverneur
2) Economie: handel+ / slavernij+
3) Cultuur: Griekse cultuur als voorbeeld (Rome neemt het Griekse cultuur over.

• Rome – Bestuur
+/- 750 v.C. Romulus e.a. Koningen/monarchie
+/- 500 v.C. Republiek: 2 consuls volksvergaderingen, bestuurders (adel)

• Senaat +/- 300 man: advies Consuls
• Consul Marius: leger hervormingen: proletariërs 20 tot 25 jaar in dienst, de staat betaalt de wapenuitrusting en na diensttijd een stuk grond.
• Julius Caesar keizer

• Aristoteles: observeren  vergelijken/ordenen  conclusie trekken, analyseren

• Een imperium is een heerschappij dat behaald is door veroveringen.

REACTIES

H.

H.

geweldig

13 jaar geleden

P.

P.

goed maar paar spelfoutjes

13 jaar geleden

A.

A.

heel erg bedankt ik heb morgen se dus super handig!

13 jaar geleden

S.

S.

prima

13 jaar geleden

D.

D.

dankjewel
haaaaaaaa xdddddddd

13 jaar geleden

S.

S.

toppie!

12 jaar geleden

S.

S.

morgen toets, super handig, thanks!!

12 jaar geleden

R.

R.

dankje wel volgende week spreekbeurt

10 jaar geleden

B.

B.

sorry hoor maar athene was geen democratie dat was griekenland

7 jaar geleden

D.

D.

De Grieken hadden verschillende stadstaten met een eigen bestuur en eigen munt dus wat je zegt is fout, want Griekenland bestond uit meerdere stadstaten. AThene was bijvoorbeeld inderdaad een democratie, maar Sparta was bijvoorbeeld een aristocratie.

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.