Historische context

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 2892 woorden
  • 19 maart 2021
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Samenvatting Nederland

Waardoor verandereden maatschappelijke verhoudingen in Nederland van 1948-1978?

Nederlandse samenleving eerste helft 20e eeuw erg verzuild (groepen met eigen levensovertuiging). Zuilen in Nederland: katholieke, protestants-christelijke, socialisten, liberalen. Elke zuil had eigen politieke partij, media, onderwijs, verenigingen en vakbonden.

  1. Wederopbouw en neutralisatiepolitiek

Na wo2 enorme maatschappelijke en economische puin -> VS bood Marshallhulp (1948). Voordelen voor Amerika waren namelijk het vergroten van de afzetmarkt, afhankelijkheid van de dollar en een bescherming tegen het communisme.

Na wo2 NL geen neutralisatiepolitiek (politiek waarin een land geen kant kiest bij internationale conflicten in de hoop niet aangevallen te worden) meer. Maar NL ging samenwerken met andere westerse landen -> NAVO (1949), EGKS (1951). Deel bedoelt om vuist tegen SU te maken.

  1. Bevolkingsgroei en economische groei

Na wo2veel kinderen geboren door -> door uitgestelde geboorten in wo2 dit noemen we babyboom.

In jaren ’50 en ’60 economische groei in NL:

  • Marshallplan
  • Herstelde economie BRD, NL profiteerde door vergroten export
  • Aardgas ontdekt in Groningen (1959)

 

  1. De Nederlandse loonpolitiek

Politiek na wo2: rooms-rode regering (NL regering vlak na wo2 die bestonden uit rooms-katholieken en sociaaldemocratische partijen). Ze verschilde erg qua mening, maar samenwerking was nodig voor de wederopbouw in NL.

o.l.v. Willen Drees geleide loonpolitiek (beleid waarin de NL overheid zich bemoeide met de hoogte van lonen van werknemers) na wo2 ingevoerd. Ze dachten door de lonen en productiekosten laag te houden de NL economie er weer bovenop zou komen. NL producten goedkoop -> meer export -> meer verdiensten en werkgelegenheid in NL.

begin jaren ’60 ging het fout. Werkgevers wilden werknemers tevreden stellen, maar dat ging niet met lage lonen -> zwart lonen uitbetalen. De geleide loonpolitiek werd vervangen met vrije loonpolitiek. Lonen in NL stegen daardoor hard.

  1. De verzorgingsstaat

o.l.v. Willem Drees verzorgingsstaat (sociaal systeem waarbij de overheid zorgt voor het welzijn v.d. burgers) in NL.  was bedoeld om te zorgen dat niemand in NL onder het sociale minimum leefde.  Zo werd de werkloosheidsuitkering (1949) ingevoerd en de algemene ouderdomswet ((1957) NL wet uit 1957 die mensen boven de pensioengerechtigde leeftijd voorziet van een maandelijks basisinkomen).

Volgens filosofie was de samenleving maakbaar, economische gelijkheid was hierbij het ideaal

 

 

  1. De consumptiemaatschappij

Door gestegen welvaart maakte men zich minder zorgen om of men wel brood op het plankje kreeg, dit was vanzelfsprekend geworden. Het koopgedrag v.d. mens veranderde. Mensen kochten luxespullen (auto, wasmachine, droger, stofzuiger, tv, vakantie) NL veranderde in consumptiemaatschappij (samenleving waarin veel mensen voortdurend nieuwe spullen kopen).

De stijgende vraag naar goederen en diensten betekende ook stijgen v.d. werkgelegenheid, vooral in stede. Mensen verhuisden naar steden en er ontstond een woon-werkverkeer. Ook meer vrouwen gingen werken. De groeiende welvaart ging dus samen met verstedelijking en groeiende mobiliteit.

  1. Ontzuiling

Vanaf jaren ’60 sprake van ontzuiling, dit kwam door radio en later tv. Mensen zag en hoorde namelijk dat de andere zuil echt niet zo raar was als dat ze kregen te horen van de zuil leiders. En mensen uit verschillende zuilen kwamen elkaar vaker tegen door economische groei, en werden ook vaak collega’s van elkaar. Ontzuiling werd ook vooral door jongeren in werking gezet.

D66 (1966) opgericht door jongeren, dit was de 1e partij die geen specifieke zuil vertegenwoordigde. Een ander voorbeeld is radio Veronica, deze werd verboden omdat het een commerciële zender was maar kwamen paar jaar later terug als niet-commerciële zender.

  1. Jongerencultuur

Jongeren zorgde in jaren ’50 en ’60 voor onrust, er ontstonden jongerenculturen die zich afzetten tegen de consumptiemaatschappij. Met weinig respect voor het gezag en georganiseerde leven van vorige generaties. De oorzaken hiervan:

  • Jongeren hadden vaak veel vrije tijd
  • Jeugdloon omhoog dus meer te besteden
  • Door welvaart jongeren niet meteen te werken na schooltijd
  • Jongeren hoger opgeleid dan ouders, zorgde voor generatiekloof

Verschillende jongerenculturen:

Nozems: halverwege jaren ’50, 1e jeugdcultuur in NL. ze waren rebelse jongeren, die gewelddadige opstootjes veroorzaakten. Hadden een vetkuif en waren gekleed in spijkerbroek en leren jack. Luisterden vaak naar rock ’n roll. In jaren ’60 verdwenen er relatief veel en werd licht rebels gedrag de norm onder jongeren.

Provo’s: halverwege jaren ’60, hadden een hekel aan consumptiemaatschappij, ze wilden meer inspraak en vonden dat oudere generaties waren vastgeroest in hun kijk op de maatschappij. Ze waren niet bang om oudere generaties belachelijk te maken. Ze provoceerden de politie en politici vaak in het bijzijn van camera’s. in 1967 werd de beweging opgeheven.

Hippies: eind jaren ’60, tegen de consumptiemaatschappij en het kapitalisme. Ze vonden dat men minder materialistisch moest zijn. Ze probeerden zonder ophef de wereld te laten zien hoe men op een liefdevolle manier kon leven in harmonie met de natuur. Ze droegen felgekleurde kleding, hadden vaak lang haar. Ze waren vreedzaam en gefocust op liefde, seks en drugs.

 

 

  1. Emancipatie

Halverwege jaren ’50 meer aandacht voor positie v.d. vrouw. Getrouwde vrouwen mochten in die tijd niet werken en hadden weinig te zeggen over hun geld. Man was baas in het huwelijk. Vrouwen werden handelingsonbekwaam (niet bevoegd zijn om zelfstandig overeenkomsten te sluiten of belangrijke financiële beslissingen te nemen) gezien. Wanneer een vrouw ging trouwen werd ze direct ontslagen. Met wet wijziging motie-Tendeloo (1956) waren vrouwen niet langer handelingsonbekwaam ze mochten werken en zelfstandig overeenkomsten afsluiten.

In 1963 kwam anticonceptiepil, 2e grootte verandering voor vrouwen, door de pil kon de vrouw zelf bepalen wanneer ze aan kinderen begon. Hierdoor steeds meer vrouwen studeren. Het gemiddelde aantal kinderen dat een vrouw kreeg nam vanaf jaren ’70 fors af.

Eind jaren ’60 meer gestreden voor gelijke rechten en kansen. 2e feministische golf. Gevoerd door Man Vrouw Maatschappij ((MVM)feministische vereniging die zich inzette voor vrouwen door te lobbyen bij de overheid) en Dolle mina (feministische actiegroep die veel media-aandacht kreeg en onder andere streed voor het recht op abortus).

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

In die tijd kon je alleen scheiden als er bewijs was door overspel van een van de twee. Dit was vaak niet de reden voor een scheiding. In 1971 kwam een echtscheidingswet hiermee werd het makkelijker om te scheiden.

Halverwege jaren ’70 wet aangenomen om inkomens van mannen en vrouwen gelijk te trekken. Vervolgens jaren ’80 abortus in NL onder bepaalde voorwaarden toegestaan.

  1. Immigratie en emigratie

Veel mensen na wo2 emigreren. Redenen:

  • Gebrek aan werkgelegenheid
  • Economische toekomstperspectieven slecht
  • Woningnood
  • Bang voor uitbreking koude oorlog

Vanaf 1949 regering emigratie actief stimuleren. In jaren ’50 trokken veel NL na het buitenland, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland, Vs.

Immigratie in NL nam ook toe. Door onafhankelijkheid in 1949 van Indonesië, veel Indonesiërs trokken na NL omdat ze NL een betere toekomst verwachtten. Integreerden makkelijk omdat ze Nederlandse taal al redelijk onder de knie hadden.

Door economische groei tekort aan arbeiders, Nederlandse bedrijven gingen opzoek naar gasarbeiders. Vooral uit Zuid-Europa: Spanje, Italië en later uit Turkije en Marokko. Reden voor hun was werkeloosheid in eigen land.

Meeste Spanjaarden en Italianen keerden na een tijdje terug, veel Turken en Marokkanen wilden in NL blijven vanwege hoge lonen en goede voorzieningen -> halverwege jaren ’70 recht op gezinshereniging. Integratie van Turken en Marokkanen verliep moeizaam -> NL overheid ging ervan uit dat ze tijdelijk zouden blijven en hadden geen integratiebeleid. Dus de gastarbeiders werden niet gestimuleerd de NL cultuur en taal eigen te maken. Dus cultuurverschillen te groot.

1975 Suriname onafhankelijk van NL. er ontstonden spanningen tussen Surinaamse bevolking -> bang voor economische neergang dus emigreerden veel Surinamers naar NL ze integreerden makkelijk omdat ze de NL cultuur al kenden en al Nederlands spraken.

  1. Oliecrisis

Najaar 1973 Israël in oorlog met Syrië en Egypte. Veel Arabische landen voor de laatstgenoemde landen, terwijl Nl aan kant stond van Israël. NL was erg afhankelijk van olie en Arabische landen weigerden om olie nog te verkopen aan NL. hierdoor werd oliegebruik zoals auto vol tanken heel duur -> oliecrisis van 1973

Dit maakte eind aan economische groei. Het leven werd duurder. Dit leidden in jaren ’80 tot economische crisis, veel mensen werkeloos, het aantal uitkeringen steeg hierdoor. Verzorgingsstaat werd nog duurder en kwam hierdoor onder druk te staan.

Waardoor veranderden de maatschappelijke verhoudingen in Nederland tussen 1978-2008?

Door economische crisis begon men kritiek te krijgen op de verzorgingsstaat in jaren ’80. Door de hoge werkeloosheid waren de sociale uitgaven hoog, terwijl de belastinginkomsten juist terugliepen.

Er waren 2 punten van kritiek:

  • Kosten: de crisis zorgde ervoor dat veel mensen hun baan verloren. Ze kregen een uitkering die betaald moest worden door de belasting van de werkenden
  • Bureaucratie: om verzorgingsstaat in stand te houden veel wetten en regels nodig die soms updates nodig hadden. Het toepassen en bijwerken van deze regelgeving zorgde voor administratieve rompslomp, waardoor processen traag verliepen.

Misbruik maken van wetten en de vergrijzing maakten de verzorgingsstaat ook duur: mensen deden alsof ze arbeidsongeschikt waren en kregen vervolgens een arbeidsongeschikt uitkering die hoger was dan de werkloosheidsuitkering. En er was dus vergrijzing die allemaal WOA-uitkering kregen. deze dingen zorgden ervoor dat relatief weinig werkenden de uitkeringen moesten betalen van relatief veel niet-werkenden.

o.l.v. Ruud Lubbers (minister-president in 1982) voerde NL een liberale koers.

  • Veel bezuinigd op ov
  • Brandstof duurder
  • Uitkeringen verlaagd en lastiger om aan een uitkering te komen
  • Salarissen verlaagd
  • Staatsbedrijven geprivatiseerd

Veel besluiten worden genomen volgens het poldermodel (NL overlegstructuur, waarbij werkgevers, vakbonden en de overheid met elkaar overleggen). Begin van het poldermodel was akkoord van wassenaar (1982) dat was de 1e keer dat werknemers en werkgevers officieel tot een grote overeenkomst kwamen. Poldermodel zorgde voor politieke en economische rust. Want beiden partijen werden hier voldoende gehoord en tevredengesteld.

  1. Europese samenwerking en globalisering

Eind jaren ’80 herstelde de economie zich. Dit kwam door 2 factoren:

  • Europese samenwerking
  • Globalisering (het proces van wereldwijde economische, politieke en culturele integratie van gebieden en samenlevingen)

Verdacht van Maastricht legde basis voor Europese Unie die een basis legde voor de munteenheid: de Euro. De EU stelde zich steeds meer op als één blok naar de rest van de wereld. NL werkte daardoor steeds vaker samen met andere EU-landen wat resulteerde in gunstige handelsverdragen.

Jaren ’90 ging het goed met de economie. Koude oorlog was ten einde gekomen en er doken nieuwe zakenkansen op in voormalig communistische landen. Westerse landen begonnen langzaam mensen uit Oost-Europa voor hun te laten werken tegen lage lonen. Ook openden westerse bedrijven vestigingen in Azië. Landen dreven dus steeds mee handel met elkaar. De import- en exportmogelijkheden waren goed voor de economie. De economische voorspoed ging door tot 2008.

  1. De liberale maatschappij

Jaren ’80 en ’90 een liberale samenleving om liberaal vertrouwen in de zelfredzaamheid v.d. burgers. Dit beleid bemoeide de overheid zich minder met het leven v.d. mensen. En de samenleving was in jaren ’90 al geheel ontzuild. Dit maakte plaats voor verdergaande individualisering.

Wetgeving die individualisering ondersteund: algemene wet gelijke behandeling (wet die iedereen in NL in beginsel het recht geeft op gelijke behandeling) NL liep internationaal voorop met dit soort liberale wetgeving. Dit leverde een beeld op van een welvarende, vrije en zeer tolerante samenleving

  1. Een nieuwe internationale rol

Nl zag zijn overheidsbeleid tot in de jaren ’80 als een voorbeeld voor veen andere landen. Dat kwam begin jaren ’80 duidelijk naar voren: In NL massale demonstraties tegen plaatsing van kruiraketten door VS op NL grondgebied. Hieruit blijkt dat NL veel zelfrespect heeft en niet zomaar op de knieën gaat voor een grootmacht.

Maar dat veranderde doordat de invloed van NAVO en EU verdeeld moest worden over meer landen en de invloed van de NAVO in het algemeen afnam. Door deze ontwikkelingen nam de invloed van NL zowel in EU als in de wereld af.

De trigger die er uiteindelijk voor zorgde dat NL zich in haar internationale ambities terughoudender opstelde was de val van Srebrenica. Tijdens de Bosnische oorlog werd de stad Srebrenica door de VN als veilige plaats verklaard, waarna NL Dutch batmilitairen de opdracht kregen om mensen in deze stad te beschermen tegen de oorlog die op dat moment nog buiten de stad bezig was. In 1955 werden er echter duizenden moslimmannen en jongens ondanks de NL bescherming uit de stad geëvacueerd door Servische troepen, en later geëxecuteerd.

  1. Nieuwe subculturen

Punkers: eind jaren ’70 kwamen punkers vanuit Engeland na NL, ze waren teleurgesteld in de bestaande orde en zagen de toekomst somber in. Ze uitten hun onvrede in allerlei zaken. Ze waren te herkennen aan hun opvallend kleding en haarstijl. Gescheurde kleren, zwarte oogschaduw, hoge hanenkammen waren typerend voor deze beweging. Veel punkers sloten aan bij kraakbeweging.

Krakers: in jaren ’70, voerde veel actie, kwamen in opstand tegen woningnood. Ze selecteerde leegstaande panden en gaven die illegaal aan woningzoekenden, ze beschermden deze mensen tegen de politie. Dit liep vaak uit tot gewelddadige rellen. Zo liep de kroning van Beatrix (1980) uit op rellen tussen krakers en politie.

Rap: in jaren ’90 werd rap in NL populair, was een onderdeel v.d. hiphopcultuur. Gekenmerkt door wijde kleding, zoals grote shirts en afgezakte broeken. Het komt uit de VS.

Gabbercultuur: begin jaren ’90 in Rotterdam, luisterden naar hardcore, en gingen daarop hakken. Kaalgeschoren hoofden, droegen vaak trainingspakken, Nike air max, bomber jacken. Had niks te maken met politiek dus was a politiek.

  1. De digitale revolutie

Doorbaak van het internet halverwege jaren ’90 had grote impact op de maatschappij. Later kwamen ook mobiele telefoons en sociale media, die de manier veranderen waarop men met elkaar communiceerde.

Het zorgde ervoor dat een gigantische hoeveelheid informatie plotseling voor iedereen beschikbaar was. Ook was het een middel voor makkelijk te communiceren met de hele wereld. het zorgde er ook voor dat steeds meer landen samenwerkten. De levensstijl van ouderen en jongeren werd steeds meer geglobaliseerd.

  1. Migratie

Door het verdrag van Schengen werd vanaf het midden van jaren ’80 vrij verkeer van personen binnen een aantal Europese landen mogelijk. Dus geen grenscontroles. De internationale oriëntatie v.d. burgers nam hierdoor toe. Was te zien aan:

  • Toenemend aantal studenten dat in buitenland ging studeren
  • Steeds meer personen uit Midden-Oosten en Oost-Europa naar West-Europa om werk te zoeken

Ook steeds meer migranten van buiten Europa. Oorzaak: Conflicten en humanitaire crises in vaderland. Vooral asielzoekers uit het Midden-Oosten en Afrika vluchtten na Europa. Als ze eenmaal in EU waren konden ze door verdrag van Schengen vrij door EU reizen, hier was lang niet iedereen blij mee. Achteraf bleek dit begin te zijn van de toename van de sociale verschillen in NL.

  1. Toenemende polarisatie

Rond 2000 begon de polarisatie (vergroting van maatschappelijke tegenstellingen) in NL toe te nemen. Pol partijen leken vervreemd te raken voor een groot deel v.d. bevolking. Gevestigde pol partijen leken geen oog meer te hebben voor het ‘gewone volk’. Niet iedereen profiteerde bv. van de economische groei. Dit was te zien aan sommige volkswijken die verpauperen.

Mensen ervaarden een kloof tussen burgers en politiek, veel mensen twijfels bij EU samenwerking, terwijl rond jaar 2000 amper politici die tegenstander v.d. EU vertegenwoordigden. Zo begonnen discussies over multiculturalisme in snel tempo toe te nemen na de terroristische aanslagen van 11 september 2001 en de moord op Pim Fortuyn. Dit maakte mensen bang. De tegenstellingen, zowel binnen de wereld als binnen NL werden hierdoor groter. Er kwamen felle debatten over migratie en de rol van de Islam in een open samenleving.

Het multiculturalisme (een standpunt dat ervan uitgaat dat verschillende culturen binnen één samenleving gelijkwaardig zijn) kwam ter discussie te staan. Steeds meer mensen vroegen zich af of het wel mogelijk was om mensen met fundamenteel verschillende denkbeelden bij elkaar te laten leven. Daarom werd in 2002 multiculturalisme vervangen door beleid gericht op integratie en assimilatie van migranten (mensen die in NL komen wonen zich dienen aan te passen aan de geldende normen en waarden in NL, zoals vrijheid van meningsuiting en acceptatie van homoseksualiteit)

 

Ook de NL samenwerking kwam in toenemende mate ter discussie te staan. Politici zei dat EU veel voordelen voor NL had, waaronder het extra geld dat NL d.m.v. handel met EU zou verdienen en effectievere bestrijding van internationale problemen. Alleen mensen vroegen zich af of EU samenwerking wel in het belang van NL volk was. De voordelen waren voor veel onzichtbaar. Critici wezen er namelijk op dat NL steeds meer van haar macht weggeeft aan de EU en dat NL meer betaalt aan de EU dan het ontvangt.

De multiculturele samenleving en de uitbreiding van de macht van de EU werden door sommige NL’ers echter als een bedreiging van de Nederlandse identiteit gezien. Er was sprake van herlevend nationalisme.

  1. Een nieuw crises

In 2008 brak grote economische crisis uit. Hierdoor werden tegenstelling in de maatschappij opnieuw duidelijk. Veel mensen verloren hun baan, terwijl anderen juist rijer werden. Velen voelden zich in deze tijden iet vertegenwoordigd door de overheid, waardoor de politiek nog altijd vervreemd leek van het volk. Toch behoorde NL nog steeds tot de meest welvarende, gelukkige en gelijkwaardige landen ter wereld.

Tijdlijn

  • 1945: einde wo2
  • 1945: oprichting VN
  • 1948: start Marshallhulp voor NL
  • 1949: oprichting NAVO, Indonesië onafhankelijk
  • 1951: oprichting EGKS
  • 1956: einde handelsonbekwaamheid van de getrouwde vrouwen
  • 1957: invoering algemene ouderdomswet (AOW), NL sluit aan bij EEG
  • 1958: verdrag van Rome (officiële start van EEG)
  • 1966: wet op arbeidsongeschiktheid
  • 1967: Europese gemeenschap (EG)
  • 1969: oprichten Dolle mina
  • 1971: verruiming van echtscheidingswetgeving
  • 1973: oliecrisis
  • 1975: Suriname onafhankelijk van NL
  • 1985: verdrag van Schengen
  • 1992: verdrag van Maastricht
  • 1994: invoering wet gelijke behandeling
  • 2001: huwelijk legaal voor partners met hetzelfde geslacht
  • 11 sep 2001: aanslagen op VS
  • 2002: invoering v.d. euro
  • 6 mei 2002: moord op Pim Fortuyn
  • 2008: wereldwijde economische crisis

Tijdlijn

  • 1945: einde wo2
  • 1945: oprichting VN
  • 1948: start Marshallhulp voor NL
  • 1949: oprichting NAVO, Indonesië onafhankelijk
  • 1951: oprichting EGKS
  • 1956: einde handelsonbekwaamheid van de getrouwde vrouwen
  • 1957: invoering algemene ouderdomswet (AOW), NL sluit aan bij EEG
  • 1958: verdrag van Rome (officiële start van EEG)
  • 1966: wet op arbeidsongeschiktheid
  • 1967: Europese gemeenschap (EG)
  • 1969: oprichten Dolle mina
  • 1971: verruiming van echtscheidingswetgeving
  • 1973: oliecrisis
  • 1975: Suriname onafhankelijk van NL
  • 1985: verdrag van Schengen
  • 1992: verdrag van Maastricht
  • 1994: invoering wet gelijke behandeling
  • 2001: huwelijk legaal voor partners met hetzelfde geslacht
  • 11 sep 2001: aanslagen op VS
  • 2002: invoering v.d. euro
  • 6 mei 2002: moord op Pim Fortuyn
  • 2008: wereldwijde economische crisis

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.