werkwoorden: falloir, devoir en vivre

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 154 woorden
  • 2 juli 2014
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
3 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

 

Falloir = moeten, nodig zijn

 

Présent

Passé composé

Imparfait

Futur

Conditionnel

Il

faut

fallu

fallait

faudra

faudrait

 

 

 

 

Devoir = moeten

 

Présent

Passé composé

Imparfait

Futur

Conditionnel

Je

dois

dit

devais

devrai

devrais

Tu

dois

dit

devais

devras

devrais

Il/elle

doit

dit

devait

devra

devrait

Nous

devons

dit

devions

devrons

devrions

Vous

devez

dit

 deviez

devrez

devriez

Ils/elles

doivent

dit

devaient

devront

devraient

 

 

 

 

 

 

Vivre = leven

 

Présent

Passé composé

Imparfait

Futur

Conditionnel

Je

vis

vécu

vivais

vivrai

vivrais

Tu

vis

vécu

vivais

vivras

vivrais

Il/elle

vit

vécu

vivait

vivra

vivrait

Nous

vivons

vécu

vivions

vivrons

vivrions

Vous

vivez

vécu

viviez

vivrez

vivriez

Ils/elles

vivent

vécu

vivaient

vivront

vivraient

 

 

 

 

 

 

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.