Hoofdstuk 3

Beoordeling 8.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 1598 woorden
  • 24 juni 2016
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 8.3
3 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Frans H3

Vocabulaire

Voca 1

Frans

Nederlands

1

le parcours 

het traject, de route 

2

au temps de 

ten tijde van 

3

la tribu 

de stam 

4

chacun 

een ieder 

5

le fer 

het ijzer 

6

la cloche 

de klok 

7

par coeur 

uit je hoofd 

8

l'impression 

de indruk 

9

n'importe où / quand 

waar / wanneer dan ook 

10

compter 

tellen 

11

la lumière 

het licht 

12

diviser 

verdelen 

13

le goût 

de smaak 

14

environ 

ongeveer 

15

flâner 

slenteren 

16

admirer 

bewonderen 

17

la campagne 

het platteland 

18

un endroit 

een plek 

Voca 2

 

Frans

Nederlands

1

Saviez-vous que ... ? (savoir) 

Wist u dat? 

2

la piste cyclable 

het fietspad 

3

emprunter 

lenen 

4

plein de 

heel veel 

5

un point de rendez-vous 

een ontmoetingsplaats 

6

le moyen de transport 

het vervoermiddel 

7

propre 

eigen 

8

en général 

in het algemeen 

9

souterrain 

ondergronds 

10

le couloir 

de gang 

11

un pickpocket 

een zakkenroller 

12

avertir 

waarschuwen 

13

télécharger 

downloaden 

14

disponible 

beschikbaar 

15

un point d'intérêt 

een interessante locatie 

Voca 3

 

Frans

Nederlands

1

quelques 

enkele 

2

malin 

slim 

3

gagner du temps 

tijd winnen 

4

inclus 

inbegrepen 

5

un accès illimité 

een onbeperkte toegang 

6

ne ... que 

slechts, alleen maar 

7

valable 

geldig 

8

une commande 

een bestelling 

9

proche 

dichtbij 

10

au pied de 

aan de voet van 

11

la richesse 

de rijkdom 

12

un mode d'emploi 

een gebruiksaanwijzing 

13

un écran 

een scherm 

14

introduire 

invoeren 

15

disponible 

beschikbaar 

Voca 4

Frans

Nederlands

1

ennuyeux 

saai, vervelend 

2

ça dépend 

dat hangt ervan af 

3

une balade 

een wandeling, een tochtje 

4

indiquer 

aangeven, noemen 

5

l'escalier 

de trap 

6

un itinéraire 

een route 

7

à petit prix 

goedkoop, voor een lage prijs 

8

la roue 

het wiel 

9

le saut 

de sprong 

10

l'avenir 

de toekomst 

11

la fête foraine 

de kermis 

12

le fleuve 

de rivier 

13

glisser 

glijden 

14

l'accueil 

de receptie 

15

en plein air 

in de openlucht 

16

le monde entier 

de hele wereld 

17

la fusion 

de vermenging 

Voca 5

Frans

Nederlands

1

Ils viennent d’arriver.

Zij zijn aangekomen.

2

moins cher

minder duur

3

la bouche / l’entrée de métro

de metro-ingang

4

le(s) panneau(x)

het bord / de borden

5

quelque part

ergens

6

un escalier roulant

een roltrap

7

à l’intérieur de

(binnen)in

8

le guichet

het loket

9

économique

voordelig

10

les soldes

de uitverkoop

11

annuel

jaarlijks

12

une écharpe

een sjaal

13

les gants

de handschoenen

14

protéger de

beschermen tegen

15

solder

uitverkopen

16

tendance, à la mode

modieus

17

les bottines

de laarsjes

18

serré

strak

19

le rayon femmes

de damesafdeling

20

essayer

passen

Expressions

Je koopt kaartjes

Hoe duur zijn de kaartjes?

Les billets / Les tickets coûtent combien? / sont à quel(s) prix?

Er zijn kaartjes vanaf € 25.

Il y a des billets à partir de 25 €.

Waar is het loket?

Où est le guichet?

Waar moet je de kaartjes kopen?

Où faut-il acheter les tickets?

Het is voordeliger om metrokaartjes per 10 stuks te kopen.

C’est plus économique d’acheter un carnet de 10.

Zijn er kaartjes met korting?

Il y a des billets avec réduction?

Het abonnement (de pas) is twee maanden geldig.

Le forfait est valable pendant deux mois.

Hebt u een plattegrond van de metro?

Vous avez un plan du métro / un plan de métro?

Je vertelt over de ligging van iets

Het is vlak bij de uitgang.

C’est près de la sortie.

Het loket is daarginds.

Le guichet est là-bas.

Waar is dat? Het is in Parijs.

C’est où (ça)? C’est à Paris.

Het hotel ligt in het 15e arrondissement.

L’hôtel est situé dans le 15e (quinzième) arrondissement.

Het is tegenover de winkel.

C’est en face du magasin.

Is het links of rechts? Het is rechtdoor.

C’est à gauche ou à droite? C’est à tout droit.

je praat over vervoersmiddelen

Ik ga met de auto / met de bus / met de fiets / met de motor.

Je vais en voiture / en bus / en (à) vélo / en moto.

Ik vertrek met het vliegtuig / met de boot / met de trein.

Je pars en avion / en bateau / en train.

Ik neem de bus. / Ik ga lopend.

Je prends le bus. / Je vais à pied.

Je kunt ook met de bus gaan.

Tu peux aussi prendre le bus.

En dan neemt u lijn 6.

Et puis, vous prenez la ligne 6.

We moeten overstappen bij Châtelet.

Il faut changer à Châtelet.

Je stapt uit bij station Odéon.

Tu descends à la station Odéon.

Je praat over mode en winkelen

Hij / Zij kleedt zich goed.

Il / Elle s’habille bien.

Hij / Zij heeft een goede / slechte smaak.

Il / Elle a bon / mauvais goût.

Het is in de mode / uit de mode.

C’est à la mode / démondé.

Volgens de laatste mode.

Un style (très) tendance / à la mode.

Dat staat je / u goed.

Ça te / vous va bien.

Ik moet nieuwe kleren kopen.

Je dois acheter de nouveaux vêtements.

Ik heb niets meer om aan te trekken.

Je n’ai plus rien à me mettre.

We gaan winkelen.

On va faire du shopping.

Deze kleren zijn in de uitverkoop.

Ces vêtements sont en soldes.

Kan ik deze spijkerbroek passen?

Je peux essayer ce jean?

Je praat over je uiterlijk

Ik heb / draag maat 38 (kleding) / 42 (schoenen).

Je porte / fais du 38. / Je chausse du 42.

Ik heb een broek maat 31 nodig.

Il me faut un pantalon taille 1.

Ik lijk dik / dun in die jurk.

J’ai l’air gros / mince dans cette robe.

Ik heb blauwe / bruine / grijze ogen.

J’ai les yeux bleus / bruns (marron) / gris.

Ik heb (donker) blond / bruin / zwart / rossig haar.

J’ai les cheveux blonds (bond foncé) / bruns / noirs / roux.

Hij heeft krullend haar.

Il a des cheveux bouclés.

Grammaire

De conditionnel (onvoltooid verleden toekomende tijd)

De uitgangen van de conditionnel zijn bij alle werkwoorden hetzelfde en gelijk aan de uitgangen van de imparfait. Ze staan bij regelmatige werkwoorden achter het hele werkwoord.

Conditionnel van jouer

Conditionnel van avoir

De conditionnel van enkele onregelmatige werkwoorden

Je jouerais = ik zou spelen

J’aurais = ik zou hebben

Être

Je serais = ik zou zijn

Tu jouerais

Il / elle / on aurait

Faire

Je ferais = ik zou doen

Il / elle / on jouerait

Il / elle / on aurait

Aller

J’irais = ik zou gaan

Nous jouerions

Nous aurions

Vouloir

Je voudrais = ik zou willen

Vous joueriez

Vous auriez

Pouvoir

Je pourrais = ik zou kunnen

Ils / elles joueraient

Ils / elles auraient

Venir

Je viendrais = ik zou komen

Voir

Je verrais = ik zou zien

OnREGELMATIGE WERKWOORDEN

Conduire rijden, leiden

Suivre volgen

Présent

Passé composé

Présent

Passé composé

Je conduis

J’ai conduit

Je suis

J’ai suivi

Tu conduis

Tu as conduit

Tu suis

Tu as suivi

Il / elle / on conduit

Il / elle / on a conduit

Il / elle on suit

Il / elle / on a suivi

Nous conduisons

Nous avons conduit

Nous suivons

Nous avons suivi

Vous conduisez

Vous avez conduit

Vous suivez

Vous avez suivi

Ils / elles conduisent

Ils / elles ont conduit

Ils / elles suivent

Ils / elles ont suivi

Imparfait

Futur

Imparfait

Futur

Je conduisais = ik reed

Je conduirai = ik zal rijden

Je suivais = ik volgde

Je suivrai = ik zal volgen

Volgorde in de Franse zin

  1. De werkwoorden staan altijd bij elkaar
  2. Bepalingen van tijd en plaats staan aan het begin of aan het einde van de zin

Vraagzin zonder vraagwoord

3 manieren om een vraagzin te maken:

  1. Een vraagteken achter de zin zetten.
  2. Est-ce que / qu’ voor de zin en een vraagteken erachter zetten.
  3. Onderwerp en persoonsvorm omdraaien. Bij 2 klinkers naast elkaar komt er een -t- tussen.

Een vraag kan ook met een vraagwoord beginnen, zoals wie (qui), wat (qu’est-ce que), waar (où), wanneer (quand), hoeveel (combien), hoe (comment).

Vraagzin met vraagwoord

Qui est-ce?

Wie is dat?

Tu invites qui?

Wie nodig je uit?

es-tu?

Waar ben je?

Comment ça va?

Hoe gaat het?

Quand viens-tu?

Wanneer kom je?

Combien ça coûte?

Hoeveel kost het?

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.